De economische partnerschapsovereenkomst tussen

advertisement
MEMO/08/624
Brussels, 15 oktober 2008
De
economische
partnerschapsovereenkomst
tussen het Cariforum en de EG
Op 16 december 2007 heeft de Europese Commissie een economische
partnerschapsovereenkomst (EPO) met Antigua en Barbuda, de Bahama's,
Barbados, Belize, Dominica, de Dominicaanse Republiek, Grenada, Guyana, Haïti,
Jamaica, Saint Lucia, Saint Vincent en de Grenadines, Saint Kitts en Nevis,
Suriname en Trinidad en Tobago geparafeerd. Op basis van deze overeenkomst
willen het Caribisch gebied en Europa voortbouwen op hun traditionele economische
banden, en groei, werkgelegenheid en ontwikkeling in het Caribisch gebied
bevorderen. De EPO werd op 15 oktober 2008 officieel in de Cariben ondertekend.
"De EPO maakt optimaal gebruik van de WTO-voorschriften die toestaan dat
ontwikkelingslanden bepaalde goederen van liberalisatie uitsluiten, gevoelige en
opkomende industrieën beschermen en maatregelen treffen om zich tegen een
sterke stijging van de invoer te beschermen."
Waarom is een nieuwe handelsovereenkomst tussen de EU en het
Caribisch gebied noodzakelijk?
Meer dan dertig jaar lang was de handel tussen Europa en het Caribisch gebied
grotendeels gebaseerd op "tariefpreferenties", d.w.z. tariefvoordelen voor bepaalde
goederen. Jammer genoeg hebben deze preferenties niet bijgedragen tot een
diversificatie van de Caribische economieën en hebben zij de Caribische industrie
niet sterker gemaakt. Het Caribisch gebied exporteert nu minder dan twintig jaar
geleden en ontvangt voor die export bovendien een lagere prijs. Op lange termijn
biedt afhankelijkheid van preferenties geen perspectief voor de regio.
Omdat de EU de preferenties unilateraal aan het Caribisch gebied had verleend en
de Caribische ontwikkelingslanden daarbij een voordeel hadden ten opzichte van
andere ontwikkelingslanden, waren de regelingen die de EPO vervangt in strijd met
de WTO-voorschriften. In 2001 kregen de EU en het Caribisch gebied van de andere
leden van de WTO zeven jaar om te onderhandelen over een nieuwe overeenkomst
die
wel
aan
de
WTO-voorschriften
voldoet.
Deze
economische
partnerschapsovereenkomst is het resultaat van die onderhandelingen. Andere
ontwikkelingslanden kunnen de handelsbetrekkingen nu niet meer juridisch
aanvechten in de WTO.
Om aan de regels van de WTO te voldoen, moet een handelsovereenkomst "vrijwel
alle handel" tussen twee partners liberaliseren. De EPO tussen het Cariforum en de
EG voldoet aan deze voorwaarde door alle EU-markten onmiddellijk en de meeste
Caribische markten geleidelijk open te stellen. De EPO maakt optimaal gebruik van
de WTO-voorschriften die toestaan dat ontwikkelingslanden bepaalde goederen van
liberalisatie uitsluiten, gevoelige en opkomende industrieën beschermen en
maatregelen treffen om zich tegen een sterke stijging van de invoer te beschermen.
Wat houdt de EPO in?
De EPO tussen het Cariforum en de EG is een grensverleggende internationale
handelsovereenkomst. Het is de eerste echt allesomvattende handelsovereenkomst
tussen Noord en Zuid die duurzame ontwikkeling bevordert, een regionale markt
tussen ontwikkelingslanden tot stand brengt en armoede helpt uitroeien. Dankzij de
EPO kan het Caribisch gebied zich ontwikkelen tot een veilige groeimarkt voor
handelaars en investeerders.
•
•
•
•
•
•
De kern van de economische partnerschapsovereenkomst is de
totstandbrenging van een geïntegreerde regionale markt in het Caribisch
gebied. De overeenkomst bevordert een geleidelijke harmonisatie van de
buitentarieven van de Cariforum-staten op basis van de liberalisatie van de
goederenstromen tussen de economieën in het Caribisch gebied. Hierdoor
kunnen plaatselijke bedrijven schaalvoordelen behalen en wordt de
aantrekkelijkheid van de regio voor handel en investeringen aanzienlijk
vergroot.
Door de EPO worden alle tarieven en contingenten voor de Caribische export
naar de EU onmiddellijk opgeheven. De enige uitzonderingen zijn suiker en
rijst, waarvoor de handel binnen afzienbare tijd wordt geliberaliseerd.
De EU zal ook nieuwe markten openstellen waardoor Caribische bedrijven en
vakmensen de kans krijgen diensten in de EU te verlenen en jonge Caribische
vakmensen beroepservaring in de EU kunnen opdoen. De EPO gaat op dit
punt veel verder dan andere handelsovereenkomsten van de EU.
De Caribische landen zullen op hun beurt hun markten over een periode van
25 jaar geleidelijk openstellen, zodat goederen zowel voor consumenten als
voor bedrijven goedkoper zullen worden.
Voor de Caribische landen zullen betere 'oorsprongsregels' gelden, ter
ondersteuning van de ontwikkeling van industrieën die materialen invoeren
voor de productie van goederen die vervolgens naar Europa worden
uitgevoerd. Dit is belangrijk voor sectoren als de levensmiddelenindustrie en de
visverwerkende industrie die vaak grondstoffen uit landen buiten het Caribisch
gebied invoeren.
Afgezien van de 165 miljoen euro die dankzij het regionaal programma voor het
Caribisch gebied van het Europees Ontwikkelingsfonds beschikbaar is, is in de
EPO een verklaring over ontwikkelingssamenwerking opgenomen die de EU
ertoe verbindt haar financiële steun in het kader van "Hulp voor handel" te
gebruiken om de Caribische landen bij de uitvoering van de EPO te helpen.
Zullen de Caribische landen gevoelige producten en jonge industrieën
tegen handelsconcurrentie kunnen beschermen?
De economische partnerschapsovereenkomst biedt de Caribische landen de nodige
flexibiliteit om gevoelige producten en industrieën van liberalisatie uit te sluiten of
deze over een periode van vele jaren geleidelijk in te voeren. De goederen die door
de Cariforum-landen in het kader van deze overeenkomst worden geliberaliseerd,
vertegenwoordigen 61% van de waarde van de invoer uit de EU over 10 jaar, 82%
over 15 jaar (85% van de tarieflijnen) en 86% over 25 jaar (90% van de tarieflijnen).
De
belangrijkste
uitzonderingen
bij
deze
tariefverminderingen
zijn
landbouwproducten, verwerkte landbouwproducten, een aantal chemische
producten, meubelen en andere industrieproducten.
2
De overeenkomst bepaalt ook dat milieunormen en de rechten van werknemers
moeten worden nageleefd, maar waarborgt het recht van de Caribische landen hun
eigen zaken te regelen en te beheren.
Wordt de EPO door de EU financieel ondersteund?
Voor de EPO met het Caribisch gebied zal financiële steun beschikbaar zijn uit het
Europees Ontwikkelingsfonds, in het bijzonder in het kader van het regionale
programma waarvoor voor de periode 2008-2013 165 miljoen euro is uitgetrokken.
De middelen zullen worden gebruikt om de EPO uit te voeren, programma's voor
bedrijfsontwikkeling op te zetten en te helpen bij de fiscale hervorming in de
Cariforum-landen.
De handel tussen de EU en het Caribisch gebied
De EU-handel met het Caribisch gebied had in 2007 een waarde van meer dan 6
miljard euro. De EU voerde voor 3,275 miljard euro uit naar het Caribisch gebied.
Deze uitvoer omvatte onder meer schepen en machines. De uitvoer van de
Caribische landen naar de EU had een waarde van bijna 3 miljard euro en bestond
onder andere uit schepen, brandstof, chemische producten en landbouwproducten.
http://ec.europa.eu/trade/issues/bilateral/regions/acp/pr220208_en.htm
3
Download