Krachtig tegen Kahler Een experimenteel medicijn tegen de ziekte multipel myeloom slaat boven verwachting aan. Het middel werkt krachtig en heeft weinig bijwerkingen. Dat blijkt uit een kleinschalige patiëntenstudie van het Erasmus MC. Z iekte van Kahler? In Nederland staat multipel myeloom bekend als de ziekte van Kahler. Hierbij woekeren de plasmacellen - myeloomcellen - in het beenmerg, waar bloedcellen worden aangemaakt. Dit tast het bot ernstig aan, zodat hevige pijn kan ontstaan. Als gevolg van de botafbraak neemt bovendien de hoeveelheid kalk (calcium) in het bloed sterk toe. Zo kunnen de nieren beschadigd raken. Artsen stellen de ziekte van Kahler elk jaar vast bij zo’n 800 volwassenen. Behandeling is een expertise van het Erasmus MC. Is Kahler te genezen? In de afgelopen jaren is vooruitgang geboekt, maar deze ernstige aandoening is niet te genezen. De behandeling is zwaar en na enkele jaren, doorgaans vier tot vijf, keert de ziekte meestal terug. De patiënt moet dan opnieuw worden behandeld. Waaruit bestaat de behandeling? Vaak uit een combinatie van chemokuren en stamceltransplantatie van eigen stamcellen. In Nederland bevat de chemokuur onder meer thalidomide (oude merknaam: Softenon) en dexamethason. Een ander voorgeschreven middel is bortezomib (merknaam: Velcade). Wat is het probleem? Patiënten bij wie de voorgeschreven medicijnen falen, sterven aan deze ziekte. Patiënten bij wie de behandeling wel aanslaat, hebben het vaak moeilijk: de therapie is zwaar en de bijwerkingen zijn soms zo ernstig dat de behandeling voortijdig moet worden afgebroken. Wat zijn de bijwerkingen? Patiënten kunnen onder meer een trombose oplopen. Er treedt 10 dan aderverstopping op als gevolg van thalidomide. Er is ook perifere neuropathie mogelijk. Dit zijn vervelende en pijnlijke zenuwaandoeningen aan de handen en voeten door toedoen van bortezomib. Wat doen hematologen? Ze proberen in samenwerking met de neuroloog de neuro­ pathie met geneesmiddelen te behandelen, al moet soms ook de bortezomib worden verminderd of gestaakt. Het Erasmus MC onderzoekt of met genetisch onderzoek vooraf valt vast te stellen hoe groot de kans is dat een patiënt de bijwerkingen zal krijgen. Zo’n inschatting is mogelijk sinds het inzicht in de genetica is gegroeid. Met de kennis uit het laboratorium proberen hematologen, ofwel ‘bloedziekteartsen’, een behandeling op maat te maken, afgestemd op de individuele patiënt. Wat heeft het Erasmus MC ontdekt? De afdeling Hematologie van het Erasmus MC heeft als eerste een experimenteel middel onderzocht bij vijftig volwassen patiënten die net de diagnose multipel myeloom hadden gekregen. Dit nieuwe middel - carfilzomib - werkt krachtiger dan het bestaande bortezomib. Het heeft ook veel minder bijwerkingen. De eerste indruk bij de kleine groep patiënten is dat het medicijn ‘uitstekend’ werkt. Het middel kan worden beschouwd als een doorontwikkeld, verbeterd ‘broertje’ van bortezomib. Wat heet ‘uitstekend’? Prof. Pieter Sonneveld, hoofd Hematologie: “Bij 49 van de vijftig patiënten die dit experimentele middel in het Erasmus MC kregen, sloeg het medicijn goed aan, in combinatie met thalidomide. Bij hen werd de ziekte 90% tot 100% verminderd. Het middel bindt erg lang aan het eiwit dat het moet remmen december 2011 • Monitor Tekst Joop van de Leemput Vermindering ziekte en verrassend weinig bijwerkingen en kent daarnaast - een grote verrassing - weinig bijwerkingen. Dit laatste is belangrijk, want dan kan de therapie worden voortgezet. Eén van de vijftig patiënten moest voortijdig stoppen vanwege huidproblemen.” Hij vervolgt: “Bijzonder aan de studie van het Erasmus MC is dat wij die zelf hebben opgezet en dus ook de opzet en uitwerking van het onderzoek konden bepalen. Normaal gesproken neemt de farmaceutische fabrikant het voortouw.” Is het middel al verkrijgbaar? Nee, het moet nog worden toegelaten door de keuringsinstanties van de overheid, zowel in de VS als in Europa. De verwachting is dat de positieve Rotterdamse resultaten zullen bijdragen aan de toelating in 2012. Verbeterd ‘broertje’ van bestaand middel Waaruit bestaat de nieuwe therapie? Vier chemokuren met onder meer het nieuwe middel, die elk een maand in beslag nemen, daarna een stamceltransplantatie en tot slot weer vier chemokuren. Wanneer komt dit middel beschikbaar? In Nederland kan de patiënt dit nieuwe middel alleen in studieverband krijgen, dus als iemand aan een wetenschappelijk onderzoek deelneemt. Het medicijndossier is ingediend bij de EMA: de European Medicines Agency. De verwachting is dat carfilzomib in de loop van 2012 wordt toe­gelaten. Het is onmogelijk de exacte maand van toelating te voorspellen. Beeld Kirsten van Lom Dit is de druppel voor… hoofd Genetisch Laboratorium Inwendige Geneeskunde en bijzonder hoogleraar Complexe Genetica van Volksziekten André Uitterlinden “Wat is de vruchtbare periode van een vrouw? Wie krijgt osteoporose, ook wel botarmoede genoemd? Wie houdt soepele gewrichten? Hoe en waar wordt vet opgeslagen en voor welke ziekten is dat belangrijk op latere leeftijd? Sinds 2005 hebben wij, vaak in grote internationale samenwerkingsverbanden, genen gevonden die een rol spelen bij dit soort zaken. Ieder mens is verschillend. Hij ziet er anders uit en heeft zijn eigen specifieke aanleg voor aandoeningen. Wij proberen verbanden te leggen tussen enerzijds verschillen in onder meer DNA van mensen en anderzijds verschillen in hun uiterlijk of ziekten. Het DNA halen we uit het bloed van de onderzoekspersonen. Het doel is tweeërlei. Allereerst behandeling. Onze kennis moet eraan bijdragen dat we de biologie van allerlei ziekten beter gaan begrijpen en er daarna middelen tegen kunnen worden ontwikkeld. Daarmee zijn we bij het tweede streven: diagnostiek. Als je op basis van iemands genen weet voor welke ziekten hij aanleg heeft en wanneer die zich gaan ontwikkelen, zou je actie kunnen ondernemen om dat te voorkomen. Dit alles staat nog in de kinderschoenen. We hebben bijvoorbeeld al heel wat genen gevonden die van betekenis zijn voor diabetes type II en voor osteoporose, maar hun afzonderlijke invloed is gering. Je zou álle verantwoordelijke genen willen kennen. Tot dusver hebben we nog slechts een half procent van het DNA kunnen analyseren. Graag zouden we met behulp van een betere techniek - sequencen - de volgorde van het hele DNA willen bepalen. We hebben daartoe een subsidieaanvraag ingediend bij de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek.” (GS)