Buitenbaarmoederlijke zwangerschap

advertisement
Buitenbaarmoederlijke
zwangerschap
Inhoudsopgave
In het kort ���������������������������������������������������������������������������������4
Wat is een buitenbaarmoederlijke zwangerschap? �����������4
Klachten��������������������������������������������������������������������������������������6
Onderzoek���������������������������������������������������������������������������������6
Behandeling��������������������������������������������������������������������������������7
Complicaties en bijwerkingen �����������������������������������������������9
Een nieuwe zwangerschap���������������������������������������������������� 11
Emotionele aspecten������������������������������������������������������������� 12
Hulporganisaties en internetsites��������������������������������������� 12
Andere patiënten folders����������������������������������������������������� 13
Bronvermelding ��������������������������������������������������������������������� 13
3
In het kort
Een buitenbaarmoederlijke zwangerschap bevindt zich buiten
de baarmoederholte, meestal in de eileider. Hierbij ontstaan
soms klachten. Klachten kunnen zijn vaginaal bloedverlies,
lichte of hevige buikpijn. De behandeling hangt af van de
klachten en van de waarde van het zwangerschapshormoon
in het bloed. Soms is afwachten de beste optie, een andere
keer zal de gynaecoloog een operatie aan de eileiders of een
behandeling met medicijnen voorstellen.
Wat is een buitenbaarmoederlijke
zwangerschap?
Bij de eisprong komt uit de eierstok een eicel vrij. Het
uiteinde van de eileider vangt de eicel op. Als een zaadcel de
eicel bevrucht, komt deze na ongeveer 4 tot 5 dagen in de
baarmoederholte en nestelt zich normaal gesproken daar in.
Wanneer de innesteling buiten de baarmoederholte plaatsvindt, ontstaat een buiten (Extra) baarmoederlijke (Uteriene) zwangerschap (Graviditeit), afgekort EUG. Dit gebeurt
bij minder dan 1 op de 100 zwangerschappen. De meeste
EUG’s ontstaan in de eileider (tuba): men spreekt dan van
een tubaire EUG (zie figuur 1). Een klein percentage nestelt
zich elders. In zeer zeldzame gevallen is er sprake van een
tweelingzwangerschap waarbij één vrucht zich heeft ingenesteld in de baarmoeder en één daarbuiten.
4
Een verhoogd risico op een buitenbaarmoederlijke
zwangerschap heeft u door:
• een beschadiging van de eileider(s). Dit kan komen door
een ontsteking, bijvoorbeeld als gevolg van geslachtsziekten (chlamydia, gonorroe) of na een eerdere buitenbaarmoederlijke zwangerschap of een operatie aan de eileider.
• langdurige onvruchtbaarheid, na IVF-behandeling en bij
DES-dochters
• verklevingen in de buikholte ten gevolge van een eerdere
buikoperatie, met name na een blindedarmontsteking
(appendicitis) en bij endometriose.
• zwangerschap na een sterilisatie of tijdens het gebruik van
een spiraal.
5
Klachten
In het begin kunnen de klachten ontbreken. Later treedt
er soms vaginaal bloedverlies op. Ook kunt u pijn aan één
kant of onderin de buik krijgen. Deze klachten lijken op een
abnormale of late menstruatie of een miskraam. Klachten bij
een EUG treden meestal op tussen de 5e en de 12e week van
de zwangerschap. Wanneer de klachten beginnen, hangt onder
andere af van de plaats waar de bevruchte eicel zich innestelt.
Een ernstige situatie ontstaat als de eileider scheurt. Bloed
in de buikholte veroorzaakt plotseling hevige buikpijn met
schouderpijn en “loze aandrang”: het gevoel dat er ontlasting
is terwijl er niets komt. U kunt zelfs in shock raken: kenmerken hiervan zijn misselijkheid, braken, snelle pols, transpireren
en flauwvallen.
Onderzoek
Het aantonen van een zwangerschap gebeurt met een
zwangerschapstest in de urine. Indien er klachten zijn en de
zwangerschapstest positief is, verwijst de arts u naar een
gynaecoloog of verloskundige voor een inwendige, vaginale
echo.
Met deze echo is te zien of de zwangerschap zich in de
baarmoeder bevindt. Soms ziet men geen duidelijke zwangerschap of alleen wat vocht in de buik. In dat geval bepaalt men
in het bloed de waarde van het zwangerschapshormoon, het
humaan chorion gonadotrofinehormoon (HCG-hormoon).
6
Is de waarde van het dit hormoon hoog, dan is de kans
op een EUG groot. Is deze waarde laag en heeft u weinig
klachten, dan kunt u eventueel afwachten. De kans op een
EUG blijft aanwezig. Er volgt poliklinische controle met
herhaling van het bloedonderzoek en/of de vaginale echo.
Wanneer de waarde van het HCG-hormoon in het bloed
daalt, blijkt daaruit dat de EUG vanzelf oplost. We controleren
het zwangerschapshormoon tot het niet meer aantoonbaar
is. Houdt het HCG-hormoon dezelfde waarde of stijgt het,
terwijl met de echo nog steeds geen zwangerschap in de
baarmoeder aantoonbaar is, dan is de kans op een EUG groot.
Behandeling
Een zwangerschap buiten de baarmoeder kunt u niet uitdragen en het is niet mogelijk de vrucht alsnog in de baarmoeder
te plaatsen.
In Nederland is het gebruikelijk om te opereren of medicijnen
te geven.
Operatieve behandeling
Een operatieve behandeling vindt plaats door middel van een
kijkoperatie (laparoscopie) of via een snede net boven het
schaambeen (laparotomie). Of een kijkoperatie mogelijk is,
is afhankelijk van de ernst van uw klachten en of er bloed,
verklevingen of andere afwijkingen in de buik bestaan.
7
Bij de operatie verwijdert de gynaecoloog de EUG door een
sneetje te maken in de eileider. Dit heet een eileider sparende
operatie of tubotomie. Ook kan hij de gehele eileider inclusief
de EUG verwijderen, dit heet een tubectomie.
Het is momenteel niet duidelijk welke operatie beter is voor
het behoud van de vruchtbaarheid. In principe wordt de
eileider verwijderd als:
1. Er een scheur met een bloeding in de eileider is
2. De EUG groot is
3. Er geen zwangerschapswens meer is
4. Er voor de tweede keer in dezelfde eileider een EUG is
Medicijnen: methotrexaat
Bij een lage bloedwaarde van het HCG-hormoon vindt soms
behandeling plaats door middel van één of meerdere injecties.
Hierbij geeft men methotrexaat in de spier, een celdodend
middel. Er is hierbij geen gevaar voor de vruchtbaarheid of
voor eventuele volgende zwangerschappen. De behandeling
gebeurt tijdens een dagopname in het ziekenhuis.
Op de dag van de injectie en op dag 7 na de kuur wordt de
waarde van het HCG-hormoon bepaald.
Zowel bij de operatie als bij de behandeling met medicijnen
geldt: als u een rhesus negatieve bloedgroep heeft, kan uw
lichaam antistoffen maken tegen het weefsel van een volgende
zwangerschap. In dit geval krijgt u anti D-immunoglobuline
toegediend per injectie. Hierover kunt u informatie vinden op
de website van het RIVM (zie achterin dit boekje).
8
Complicaties en bijwerkingen
Na beide behandelingen kunt u via de vagina veel bloed of
weefsel verliezen.
Operatieve behandeling
De belangrijkste complicatie bij de eileider sparende operatie
is het achterblijven van zwangerschapsweefsel in de eileider
of elders in de buik. Dit wordt persisterende trofoblast
genoemd. De kans hierop is ongeveer 5 tot 20 procent. Na
een eileider sparende operatie controleren we daarom het
HCG-hormoon. Als de waarde van het hormoon onvoldoende daalt of zelfs stijgt, blijkt daaruit dat nog niet de hele EUG
verwijderd is. Dan volgt doorgaans een aanvullende behandeling met methotrexaat of verwijdert men alsnog de eileider.
Bij het opereren kunnen complicaties optreden. In zeer
zeldzame gevallen beschadigen de urinewegen of darmen.
De gevolgen zijn soms pas zichtbaar als u al uit het ziekenhuis ontslagen bent. Bij ernstige buikpijn, koorts of pijn in de
nierstreek aan de zijkant van de rug, moet u direct met de
dienstdoende gynaecoloog contact opnemen. Deze beschadigingen zijn meestal goed te behandelen, maar ze vragen extra
zorg en het herstel duurt langer.
9
Andere complicaties
• Elke narcose brengt risico’s met zich mee. Als u verder
gezond bent, zijn deze risico’s zeer klein.
• Bij de operatie krijgt u meestal een katheter in de blaas.
Daardoor kan een blaasontsteking ontstaan. Deze ontsteking is lastig en pijnlijk, maar goed te behandelen.
• Er kan in de buikwand of in de vagina een nabloeding
optreden. Meestal verwerkt het lichaam zelf een bloeduitstorting, maar dit vergt een langere periode van herstel.
Bij een ernstige nabloeding is soms een tweede operatie
nodig, vaak via een grote snede.
• Bij iedere operatie is er een klein risico op het ontstaan
van een infectie of trombose.
• Een littekenbreuk is een complicatie op langere termijn.
Darmen en buikvlies puilen dan door de buikwand onder
de huid naar buiten. Deze complicatie kan bij alle buikoperaties voorkomen, dus ook bij laparoscopische ingrepen.
• Sommige vrouwen hebben na de operatie klachten
als: duizeligheid, slapeloosheid, moeheid, concentratiestoornissen, buik- en/of rugpijn. Deze zijn niet ernstig te
noemen, maar kunnen vervelend zijn. Als het verloop van
het herstel na de operatie anders is of langer duurt dan
verwacht, is het verstandig dit met uw huisarts of gynaecoloog te bespreken.
10
Behandeling met methotrexaat
Bijwerkingen van methotrexaat kunnen bestaan uit een geïrriteerde mond (aften) en ogen (roodheid, tranen) en maag- en
darmklachten. Deze klachten zijn tijdelijk en duren gemiddeld
een week. Een goede mondhygiëne, het vermijden van alcohol
en direct zonlicht en veel drinken brengen verlichting. Het
is niet verstandig aspirine en pijnstillers uit de groep van de
NSAID’s (o.a. ibuprofen, voltaren), antibiotica en vitaminepreparaten met foliumzuur te gebruiken. De pijnstiller paracetamol is wel toegestaan.
Het is mogelijk dat de behandeling niet goed aanslaat en een
tweede kuur methotrexaat nodig is omdat de waarde van het
HCG-hormoon onvoldoende daalt.
Ook is er een kleine kans dat de eileider scheurt, zodat
alsnog een operatie nodig is.
Een nieuwe zwangerschap
Als u opnieuw zwanger wilt worden, zal de arts meestal
adviseren minstens één menstruatie af te wachten. Na
behandeling met methotrexaat is het meestal beter om de
eerste drie maanden niet zwanger te raken. Wanneer u bij een
nieuwe zwangerschap ongeveer twee weken over tijd bent,
kunt u een vroege vaginale echo laten maken om de plaats
van de innesteling van de bevruchte eicel te zien.
Het risico dat de innesteling weer buiten de baarmoeder
plaatsvindt, is ongeveer 15 tot 20 procent hoger.
11
Als er een eileider is verwijderd en een andere eileider
beschadigd lijkt te zijn, is de kans op een spontane zwangerschap klein. Dan adviseert de arts u eventueel IVF. Bij IVF kan
echter ook een EUG ontstaan.
Emotionele aspecten
Een EUG betekent lichamelijk en psychisch meestal een zware
belasting. Niet alleen ging er een zwangerschap verloren,
misschien raakt u ook moeilijker opnieuw zwanger.
Bij de methotrexaat behandeling en de eileider sparende
operatie volgt soms een langere periode van onzekerheid,
omdat de waarde van het HCG-hormoon langzaam daalt. De
Stichting Freya en de patiëntenvereniging voor vruchtbaarheidsproblematiek kunnen u eventueel steunen.
Hulporganisaties en internetsites
Stichting Freya
Postbus 476
6600 AL Wijchen
tel. 024 645 1088
fax. 024 645 4605
www.freya.nl
Websites
www.ectopic.org
www.nvog.nl
www.rivm.nl
12
Andere patiënten folders
• Echoscopie in de gynaecologie en bij
vruchtbaarheidsproblemen
• Laparoscopische operatie
• Seksueel overdraagbare aandoeningen (soa) en
eileiderontsteking
Bronvermelding
De tekst uit deze folder is gebaseerd op informatie die
u terug kunt vinden op de websites van de NVOG: de
Nederlandse Vereniging voor Obstetrie & Gynaecologie
en de KNOV: de Koninklijke Nederlandse Organisatie van
Verloskundigen.
De tekst is aangepast op de situatie in het St Jansdal en de
verloskundige praktijken uit het samenwerkingsverband
Coöperatie VNVEO. De tekst is geschreven door de Voorlichtings-Coördinatoren van het Moeder&Kind Centrum in
samenwerking met gynaecologen, 1e en 2e lijns verloskundigen, O&G-verpleegkundigen en een poli-assistente.
13
14
Uitgave: Patiëntencommunicatie
Vormgeving: PR&Communicatie
Harderwijk, januari 2017
CAZ GY 145.01.17
Ziekenhuis St Jansdal
Wethouder Jansenlaan 90
3844 DG Harderwijk
Postbus 138
3840 AC Harderwijk
Telefoon (0341) 463911
www.stjansdal.nl
Download