Satelliet gaat kosmos in infrarood bekijken NASA's laatste reus UN, 6 september 2003 Het laatste grote satellietobservatorium van de NASA, de Space InfraRed Telescope Facility (SIRTF), ging op 24 augustus de lucht in. Doel: tal van objecten in het heelal met ongeëvenaarde beeldscherpte in het infrarood bekijken en analyseren. In het infrarood zie je meer van de geheimen in de kosmos dan bij zichtbaar licht. Het is bijna een wet geworden voor astronomen. Elk object dat ook maar een beetje warmer is dan het absolute nulpunt (273,13 graden onder nul) zendt infrarode straling uit. Op de sterren en planeten na, is het in het heelal overal superkoud. Bijvoorbeeld in stof- en gaswolken waar sterren en planeten uit ontstaan. Hoe dat ontstaan precies gebeurt, is nog altijd een mysterie. Globaal weet men het wel: een grote stof- en gaswolk gaat draaien en samentrekken. Uit de grootste (centrale) samentrekking ontstaat een ster. Meestal vindt rond die protoster, in het resterende deel van de (oer)wolk, nog een aantal, doorgaans kleinere contracties plaats. Zijn die groot genoeg dan kunnen ook daaruit sterren worden gevormd. Voorwaarde is wel, dat er voor elke ster voldoende materie moet zijn om het samensmelten van atoomkernen (kernfusie) te bewerkstelligen, die sterren aan het stralen brengt en houdt. Is er te weinig materie dan ontstaan grote-of kleine planeten, die, afhankelijk van hun grootte, sneller afkoelen. Dat is in grote lijnen het idee dat men heeft van het ontstaan van sterren en zonnestelsels. Maar hoe het precies gebeurt, hoe 'sterrenkraamkamers' eigenlijk ontstaan, is nog altijd in nevelen gehuld. Bij zichtbaar licht zal men dit proces nooit op de voet kunnen volgen, hoe groot de gebruikte telescoop ook is. Golflengten van zichtbaar licht worden nu eenmaal geblokkeerd door stof en gas. Daarin doordringen kan alleen bij langere golflengten, zoals die van infrarood licht. Bovendien kan dat niet vanaf het aardoppervlak gebeuren, omdat onze atmosfeer vrijwel al het infrarood absorbeert. Observaties bij infrarode golflengten kunnen dus alleen vanuit kunstmanen, buiten de aardse dampkring, plaatsvinden. Zo'n tot een compleet infrarood observatorium omgebouwde kunstmaan is de SIRTF. Met zijn spiegel van 85 centimeter middellijn, en drie instrumenten om infrarode straling tot in de fijnste bestanddelen te ontleden, is de SIRTF het grootste infrarood observatorium dat ooit werd gelanceerd. Het SIRTF is ook het koudste. Om goed en ongestoord in het infrarood te kunnen observeren en registreren, is het namelijk noodzakelijk dat vrijwel het gehele observatorium zo koud mogelijk is. Anders wordt het door zijn eigen (warmte)straling verblind. De telescoop wordt door een voorraad vloeibaar helium op een temperatuur gehouden van slechts enkele graden boven het absolute nulpunt. Hiervoor is het ook noodzakelijk, dat hij niet al te dicht bij de aarde blijft. De SIRTF wordt dan ook gelanceerd naar een punt dat op de aardbaan ligt, maar op miljoenen kilometers afstand van de aarde. Hij beschrijft dus, in dezelfde baan als de aarde, een baan om de zon. Behalve doordringen in de 'sterrenkraamkamers' zal de SIRTF zijn superkoude oog geregeld ook richten op andere, beter in het infrarood dan in zichtbaar licht te bekijken objecten. Dan moet je denken aan bruine dwergen, kleine, als het ware mislukte sterren, planeten bij andere sterren, en zeer ververwijderde melkwegstelsels. De laatste staan zo ver hier vandaan dat hun (zichtbare!) lichtgolven, door de enorme snelheden waarmee ze zich van ons af bewegen (een gevolg van de uitdijende beweging van het heelal), helemaal naar het infrarood zijn opgeschoven. De bedoeling is dat de SIRTF minimaal tweeëneenhalf jaar blijft werken. Dan is naar verwachting de voorraad helium, als superkoelvloeistof, op. Maar onderzoekers hopen dat dat nog een paar jaar langer zal duren. De SIRTF is de laatste van de echt grote en zware ruimteobservatoria, die NASA in het kader van haar wetenschappelijke programma Origins lanceerde. Eerdere Origins-reuzen waren de HST, het Compton Gamma-Ray Observatory (CGRO, voor het observeren van gammastraling) en het Chandra X-Ray Observatory (CXRO, voor rontgenstraling).