Overzicht toets stof NLT periode1 Forensisch onderzoek Handboek 1 (Vingerafdrukken) Weten waarom vingerafdrukken gebruikt kunnen worden bij forensisch onderzoek. Noemen 3 manieren hoe vingerafdrukken achter gelaten kunnen worden. Noemen 4 manieren hoe vingerafdrukken zichtbaar gemaakt kunnen worden en beschrijven hoe deze zichtbaar gemaakt kunnen worden. Noemen hoe vingerafdrukken geclassificeerd worden en hoe deze kunnen dienen als bewijsmateriaal. Benoemen hoofdpatronen en typica. Handboek 3 (Voetsporen) Kunnen uitvoeren van berekeningen met soortelijke geleiding Benoemen eigenschappen op basis waarvan grondsoorten onderscheiden kunnen worden. Benoemen factoren die geleiding van grond bepalen. Benoemen factoren die wateropname van grond bepalen. Handboek 4 (Stofeigenschappen) Benoemen van verschillende eigenschappen van stoffen en scheidingsmethoden. Kennen van eigenschappen van moleculen, kunnen opzoeken molecuul massa’s in Binas Verschil kennen tussen polaire en apolaire moleculen. Beschrijven van het oplossen van stoffen. Handboek 5 (Chromatografie) Uitleggen hoe chromatografie werkt en waarop deze scheidingsmethode gebaseerd is. Rf-waarden kunnen berekenen. Handboek 6 (Ballistiek) Kunnen aangeven hoe een kogel is opgebouwd en hoe een vuurwapen een spoor op een kogel achterlaat. Berekeningen kunnen maken met: (formules worden gegeven op de toets) o Verbrandingswarmte kruit, Bewegingsenergie, Zwaarte-energie, Arbeid, Luchtweerstand, Vervormingsconstante en Initiële vervormingsenergie van een voorwerp. Handboek 8 (Forensisch DNA-onderzoek) Kenmerken DNA kennen, weten uit welke sporen DNA gewonnen kan worden Kunnen benoemen van welke eigenschappen van DNA gebruik wordt gemaakt bij forensisch DNA onderzoek. Volgende begrippen kunnen benoemen: o Short Tandem Repeat o Locus o DNA-kenmerk o DNA-profiel Beschrijven van PCR techniek Berekenen van frequentie van een DNA-profiel