Hier vindt u de preektekst.

advertisement
Uitleg 10e gebod en Noodzaak en nut schuldbelijdenis
Onderwijs over Zondag 44
lezen: 1 Johannes 1:5 – 2:2 en 2:15-17
Lelystad, 30 januari 2011
R.J.Vreugdenhil
ZET JE ZINNEN NIET OP WAT VAN EEN ANDER IS...
Het tiende gebod is bijzonder.
De geboden ervoor gaan steeds over wat je dóet: een moord plegen, overspel, stelen.
Maar het laatste gebod gaat over wat je dénkt.
Het gaat over wat vooraf gaat aan wat je doet: het plan dat je maakt om iemand te
vermoorden, het steeds weer denken aan de buurvrouw en hoe lief ze is.
Dat is bijzonder: de HEER wil meer dan goede dáden.
Hij wil dat het ook in je hart en je gedachten goed is.
‘Zet je zinnen niet op wat van een ander is’.
Je zinnen op iets zetten.
Dat is niet zo’n plotseling gevoel dat je kunt krijgen als je vriend je z’n nieuwe auto
laat zien. Of die vlaag van jaloezie als je een ander hoort vertellen over zijn
vakantieplannen.
‘Je zinnen op iets zetten’ dat is er bewust over nadenken. Er mee bezig zijn. Het steeds
weer in je gedachten halen.
Dat overkomt je niet, dat doe je.
Je kiest ervoor om je zinnen ergens op te zetten.
Je kunt er ook voor kiezen om ze ergens van af te halen.
Een voorbeeld: je kunt je zinnen zetten op die betere functie binnen het bedrijf waar nu
nog een ander zit. Dan laat je het steeds in je gedachten terugkomen: hoe laat ik m’n
leidinggevende merken dat ík dat veel beter kan doen. Hoe maak ik duidelijk dat die
ander niet goed functioneert. Dan heb je je zinnen er op gezet.
Maar je kunt ze er ook vanaf halen: ik heb deze functie, dit is goed.
Je kunt je gedachten sturen.
Je moet je gedachten sturen. En je verlangens.
Nee zeggen tegen hoe je loopt te denken. Je gedachten terugroepen.
Een mooi voorbeeld geeft Job, in Job 31:1.
Ik heb een verbond gesloten met mijn ogen: nooit zal ik naar jonge vrouwen kijken.
Hij zal ze best wel eens zien en dan misschien ook wel voelen: hé, een mooie meid.
Maar dan bewust zijn gedachten weer terughalen. En als hij op tijd is: z’n ogen de
andere kant op sturen.
Zet je zinnen niet op wat van een ander is, maar zet je zinnen op....
Ja, wat is dan de tegenstelling?
Zet je zinnen op wat van jou is??
Gebruik als leespreek s.v.p. melden per e-mail
1
Nee, ZET JE ZINNEN OP WAT VOOR DE HEER IS!
Dat is de tegenstelling die je van Jezus Christus leert.
Wees in je gedachten bezig met: wat is goed, niet voor mezelf maar voor de Heer die
ik liefheb. Maak je druk om zijn koninkrijk.
Het tiende gebod krijgt bij Christus deze verdieping: zoek eerst het koninkrijk van God
en zijn gerechtigheid. (Matt.6:33)
Zet je zinnen op wat voor de HEER is.
Of zoals Paulus het schrijft: Als u nu met Christus uit de dood bent opgewekt, streef
dan naar wat boven is, waar Christus zit aan de rechterhand van God. Richt u op wat
boven is, niet op wat op aarde is. (Kol.3:1v)
Richt je op wat boven is.
Zet daar je zinnen op. Stuur daar steeds je gedachten heen.
Wat is goed, wat is mooi voor de Heer?
Apostel Johannes schrijft: Heb de wereld en wat in de wereld is niet lief. Als iemand
de wereld liefheeft, is de liefde van de Vader niet in hem, want alles wat in de wereld is
_ zelfzuchtige begeerte, afgunstige inhaligheid, pronkzucht _ , dat alles komt niet uit
de Vader voort maar uit de wereld. De wereld met haar begeerte gaat voorbij, maar
wie Gods wil doet blijft tot in eeuwigheid. (1 Joh.2:15-17)
Dus: zet je zinnen niet op wat er in deze wereld allemaal te halen is, maar zet je zinnen
op het doen van wat God wil.
Zo diep gaat het tiende gebod.
Niet alleen maar wat je doet, maar waar jij je gedachten naar toe stuurt.
Tot zover over het tiende gebod.
Genoeg om mee bezig te gaan, denk ik.
****
De Catechismus stelt meteen een andere vraag: kunnen we ons wel aan die wet van de
tien geboden houden?
Het antwoord is duidelijk: nee, nooit helemaal.
Maar waarom worden die tien geboden dan wel zo scherp gepreekt? Waarom wordt
het steeds weer tegen ons gezegd dat het wel zo moet? Als het toch niet kan...
Het eerste antwoord is: zo wil God ons leren schuld belijden en vergeving vragen.
Dat brengt me bij een vraag die ik soms hoor over onze kerkdiensten: waarom
beginnen we elke zondagmorgen met de schuldbelijdenis?
Ik geef er bijna elke zondag behoorlijk aandacht aan: schuld belijden, door een lied, in
een gebed.
Ik krijg wel eens de reactie: ik word daar soms zo droevig van. Het maakt me niet blij,
altijd weer schuld belijden.
En anderen zeggen: klopt het wel met het evangelie? We hoeven toch niet elke zondag
opnieuw te beginnen? We zíjn toch verloste mensen?
Genoeg vragen voor het tweede onderwerp vanmiddag:
HET IS NODIG EN WAARDEVOL OM STEEDS WEER SCHULD TE
BELIJDEN
Gebruik als leespreek s.v.p. melden per e-mail
2
Voorop gezet: je bent vernieuwd aan het worden.
Je bent aan het veranderen. De Geest van Christus werkt in je. En dat heeft effect: je
leeft anders, je doet niet alleen maar zonde maar je doet ook dingen die goed zijn.
Je bent niet meer alleen maar zondaar.
Zo wordt het nog wel eens gezegd: ik ben door en door zondaar; ik doe alleen maar
zonde, ik doe nooit iets goed.
Dat zal toch niet waar zijn?!
Het zou niet best zijn als u dat van uzelf moet zeggen.
Je moet er ook niet van maken: ‘wat ik doe is altijd alleen maar zonde, maar God doet
in mij wel goede dingen’.
Nee, u, jij - als je je aan Christus geeft, als je de Geest van Christus in je laat werken,
dan doe jij zelf weer dingen die goed zijn. Mooi voor God. Zoals hij in zijn wet en in
de hele bijbel gezegd heeft.
Je bent niet alleen maar zondaar, je doet goede dingen.
Door de vernieuwende kracht van de Geest van Christus.
Inderdaad, niet uit jezelf. Niet omdat er in jou nog iets goed zat.
Het is de Geest van Christus die weer iets goeds in jou binnenbrengt.
Maar dan ben jij het vervolgens wel die het doet. Jij doet weer wat God wil.
Je mag dus met de Catechismus zeggen: in mij is nieuwe gehoorzaamheid begonnen.
Ik zet mij, met een serieus voornemen, ervoor in om naar alle geboden van God te
leven. Ik zie ook in mijn leven dat ik doe wat God wil.
Want Christus werkt in mij door zijn Geest.
Daar begon de prekenserie mee. Zondag 32: waarom goede werken doen. Omdat
Christus niet alleen heel veel voor mij gedaan heeft, maar ook in mij werkt.
Hij vernieuwt mijn binnenkant. Hij geeft me een nieuw hart, een nieuwe manier van
denken en willen.
Vanuit die nieuwe binnenkant ga ik het goede doen.
En aan het eind van de prekenserie mag ik zeggen: ja, dat zie ik, dat merk ik. Ik leef er
naar.
Het is goed om dit regelmatig zelf in je gebed te benoemen. Net zo goed als de
schuldbelijdenis. Dank God voor het goede dat je deed.
Heer Christus, dank u wel dat u in mij werkt. Dank u wel dat u bezig bent mij te
vernieuwen. Dank u wel dat ik weer goede dingen doe. Dít mocht ik doen en díe keus
heb ik goed kunnen maken - dank u wel voor het werk van uw Geest in mij.
Gebruik als leespreek s.v.p. melden per e-mail
3
Tegelijk moet je zeggen: je bent vernieuwd aan het worden, maar je blijft zondaar.
Er zijn christenen die zeggen: ben je gered door Christus, heb je vergeving van je
zonden en heb je zijn Geest ontvangen, dan ben je het stadium van ‘zondaar’ voorbij.
In gemeentes waar het zo gezegd wordt, zul je in de kerkdienst dan ook geen
schuldbelijdenis meemaken.
De gereformeerde belijdenis zegt: een christen is tegelijk gerechtvaardigd èn zondaar.
Dat is de belijdenis van Maarten Luther, de man van de Reformatie uit 1500-zoveel:
simul iustus et peccator - tegelijk gerechtvaardigd en zondaar.
In Christus zijn je zonden je werkelijk vergeven.
Zondag 23, antw.59: door het geloof ben ik in Christus voor God rechtvaardig.
Vrijgesproken. In genade aangenomen. Dat heeft Christus voor mij verdiend, voor
100%.
En dat niet alleen: Christus werkt ook in mij. Hij vernieuwt mij door zijn Geest.
(Zondag 32).
Maar tegelijk zit in mij nog steeds die zondige aard (antw.115).
Het zondigen is niet voorbij.
M’n gehoorzaamheid is nog maar een klein begin. Er zit nog een heleboel
ongehoorzaamheid. Niet altijd even opvallend in wat ik dóe. Maar zeker wel in hoe ik
denk, wat ik verlang, waar ik mijn zinnen op zet.
In de Dordtse Leerregels belijden we het zo (hoofdstuk 5 artikel 1 en 2):
Degenen die God naar zijn voornemen roept tot de gemeenschap met zijn Zoon, onze
Here Jezus Christus, en door de Heilige Geest opnieuw geboren doet worden, verlost
Hij wel van de tirannie en slavernij van de zonde. Maar Hij verlost hen in dit leven
niet helemaal van het vlees en het lichaam der zonde
Hierdoor zondigen zij in hun zwakheid elke dag weer en zelfs aan de beste werken van
de heiligen kleven gebreken.
De zonde heeft niet meer vrij spel in je leven. God is de baas en je leeft naar zijn wet.
Maar de zonde blijft toch overal doorheen zitten.
Tegelijk gerechtvaardigd en zondaar.
Daarom gaat artikel 2 zo verder: Dit geeft hun voortdurend reden zich voor God te
verootmoedigen en hun toevlucht tot de gekruisigde Christus te nemen.
Het is nodig om steeds weer schuld te belijden.
Want er is steeds weer schuld. Je zondigt in wat je denkt, wat je zegt, hoe je kijkt; je
komt tekort in liefde, in dienen. Het stapelt zich elke keer weer op.
Daarom: schuld belijden en ermee naar Christus. Vergeving vragen. Rechtvaardiging
vragen. Vragen om vrijgesproken te worden. Geloven dat je vrijgesproken wordt.
Daarom elke zondag hier in de kerk ook samen: schuld belijden en vergeving vragen..
Omdat we gereformeerde christenen zijn die belijden: we zijn vernieuwd aan het
worden, maar we blijven tegelijk ook zondaren.
Gebruik als leespreek s.v.p. melden per e-mail
4
En dus, zoals de Dordtse Leerregels zeggen: je toevlucht nemen tot de gekruisigde
Christus. Ontdek steeds weer dat je Christus nodig hebt.
Schuldbelijden is niet alleen maar nodig.
Het is ook goed voor je.
Ik vind het altijd jammer als mensen zeggen: de schuldbelijdenis (zoals ‘s zondags in
de kerk), daar word ik altijd zo somber van.
Dan denk ik: heb je het dan wel goed begrepen?
Als je eerlijk schuld belijdt, ga je met je fouten naar Jezus Christus. Naar het kruis.
Bij dat kruis van Christus mag je tot rust komen.
Daar mag je de heerlijke rust ervaren: al mijn fouten zijn mij vergeven.
Ik ben geliefd door God, al verdien ik dat helemaal niet.
Vanuit die rust mag je ook de rust en zekerheid weer hebben: die Heer werkt met mij
verder. Hij laat me niet los. Hij blijft van mij houden. Hij zorgt voor mij. Hij gaat zijn
weg met mij.
Dicht bij het kruis van Christus kun je het hele leven aan.
Daarom is het juist mooi om schuld te belijden.
Schuldbelijdenis is zeggen: ik kan het niet zelf.
Vanuit het kruis wordt dan de genade verkondigd: je hoeft het ook niet zelf.
Christus heeft het voor je gedaan en zal het voor je blijven doen.
Schuld belijden is dus steeds weer ontdekken dat je Christus nodig hebt. En daaruit
weer leren hoe je als christen leven mag: alles in Christus. Niets zelf hoeven doen.
Dat is de zegen van de gereformeerde belijdenis van tegelijk gerechtvaardigd èn
zondaar. Altijd weer terug naar het kruis. Alles in Christus. Niets uit mezelf.
Ik kan het niet; ik hoef het ook niet.
Er zijn christenen - en christelijke gemeentes - die weinig nadruk leggen op de
schuldbelijdenis. Zondaar-zijn, dat is voor hen iets dat voorbij is. Juist bij die
christenen zie je vaak (niet altijd) veel nadruk op eigen inzet als christen. Hoge eisen
aan gelovige activiteiten. Veel verwachten van zichzelf en van elkaar in de gemeente.
En dan vaak ook weer diepe teleurstelling als het tegenvalt.
Daartegenover is de gereformeerde belijdenis rustgevend.
Ik ben gerechtvaardigd, maar ik blijf een zondaar en die erkenning brengt me elke keer
weer terug bij Christus.
En er is nog iets. Schuldbelijden is nog op een andere manier goed voor je.
Besef steeds wat je plek is tegenover God.
In christelijke kringen waar schuldbelijdenis haast geen rol meer speelt, is vaak nog
iets anders aan de hand. (Maar het speelt bij ons ook veel meer dan we zelf in de gaten
hebben.)
Gebruik als leespreek s.v.p. melden per e-mail
5
Het evangelie is daar vaak omgevormd tot een boodschap van zelfontplooiing. Het
gaat om de mens die ten volle mens moet kunnen zijn.
De boodschap is dan: geloof in Jezus Christus, dan krijg je bevrijding van angsten en
remmingen; je krijgt genezing (geestelijk of lichamelijk), je krijgt troost en rust. Je
relaties verbeteren, je komt tot je doel, enzovoort.
Soms wordt het zelfs een regelrecht welvaartsevangelie: geloof in Christus, bid om
zegen en alles zal voorspoedig met je gaan.
Maar dat is niet het evangelie van Jezus Christus.
Eén van de wezenlijke fouten is dat je dan de richting omdraait.
Ten diepste wordt het dan: God is er voor mij. God is er om mij tot m’n recht te laten
komen. God is gericht op mijn ontplooiing.
Maar dan heb je het dus totaal omgekeerd.
Want het evangelie van Jezus Christus is radicaal anders: jij, mens, bent er voor God.
En jouw grootste probleem is niet dat je niet tot ontplooiing komt; jouw ellende is niet
je gebrek aan troost, liefde, rust of wat ook.
Jouw grootste probleem is je schuld tegenover de heilige God.
Jij bent er om God te dienen, maar je verknalt het elke keer weer.
Het waardevolle van schuldbelijdenis is dat het je steeds weer op je plek zet.
Het gaat niet om jou, maar het gaat om God.
Jij bent mens voor hem.
En je komt niet in de kerk voor een bemoedigend praatje waardoor jij je weer beter
gaat voelen.
Maar je komt hier voor hem!
De schuldbelijdenis aan het begin van de dienst leert ons steeds weer: we zijn er voor
hem.
Vanuit die grondhouding mogen we vervolgens heel veel ontvangen.
Dan wordt de verbazing alleen maar groter: dat je zó moet beginnen, en dat je
vervolgens toch zo ontzettend veel krijgt van God.
Schuldbelijdenis en genadeverkondiging helpt daarom ook om te zingen voor God, om
hem alle dank, lof en eer te geven.
AMEN
Gebruik als leespreek s.v.p. melden per e-mail
6
Liturgie in Lelystad:
belijdenis van afhankelijkheid
zegengroet
Psalm 32:1,2
gebed
lezing 1 Johannes 1:5 - 2:3 en 2:15-17
Onderwijs deel 1
Zondag 44a, Tiende gebod
thema: Zet je zinnen niet op dat wat van een ander is, maar op wat voor de Heer is
afgesloten met zingen: Gez.38:1
Onderwijs deel 2
Zondag 44b
thema: Het is nodig en waardevol om steeds weer schuld te belijden
1. Je bent vernieuwd aan het worden
2. maar je blijft zondaar.
3. Ontdekt steeds weer dat je Christus nodig hebt
4. Besef steeds weer wat je plek is tegenover God
afgesloten met zingen Gez.140:3
Geloofsbelijdenis
- lezen NGB art.23
- Gezang 106:2,3,4
meeleven en gebed
mededelingen
collecte
Psalm 51:5
zegen
Gebruik als leespreek s.v.p. melden per e-mail
7
Download