Herhaling §12.1-12.2 • §12.1: Echografie = geluidsgolven: onschadelijk MRI = elektromagnetische microgolven: onschadelijk (radiogolven-kant van spectrum) • §12.2: Röntgenfoto = elektromagnetische röntgenstraling: schadelijk CT-scan (Computed Tomography) = doorsnedes m.b.v. elektromagnetische röntgenstraling: schadelijk Intensiteit na dikte 𝑥: 𝑥 Halveringsdikte 1 𝐼 = 𝐼0 ∙ 2 𝑑1/2 Herhaling §12.3 • §12.3: Scintigrafie = elektromagnetische gammastraling: schadelijk PET-scan (Positron Emission Tomography) = positronen (deeltjes) leidend tot elektromagnetische gammastraling: schadelijk -straling notitie: 42 of 42𝐻𝑒 Vervalvergelijking: - straling notitie : −10𝛽− of 224 88𝑅𝑎 0 −1𝑒 + straling notitie : 01𝛽+ of 01𝑒 straling notitie: 00𝛾 Proton notitie: 1 1𝑝 Neutron notitie: 10𝑛 Elektron notitie: −10𝑒 212 82𝑃𝑏 → → 220 86 212 83 𝑅𝑛 + 42 𝐵𝑖 + −10𝛽 − Techniek: som van bovenste rij en onderste rij moet kloppen: “Behoud” van massa, behoud van lading §12.4 Halveringstijd • Radioactief verval = statistisch proces. Na een bepaalde karakteristieke tijd is (ongeveer) de helft van de kernen vervallen. Dit heet de halveringstijd (t1/2). Aantal kernen: N(t) 200 150 (eigenlijk) veel grotere getallen, bijv. 21012, anders geen statistiek! 𝑡 𝑁 = 𝑁0 ∙ 1 𝑡1/2 2 Voorbeeld: 𝑁0 = 200, 𝑡1/2 = 2 uur, 𝑡 = 6 uur 100 𝑁 = 200 ∙ 6 1 2 2 = 200 ∙ 18 = 25 50 0 2 6 4 t (uur) 8 10 Oefenen • Een radioactieve stof bevat de isotoop jood-131. Op t = 0 s zijn er 2,8.1013 atoomkernen aanwezig. a) Bereken hoeveel kernen er na 20,0 dagen nog zijn. b) Bereken na hoeveel dagen 95,0% is vervallen. Antwoord zie boek pagina 60 c) NA SLIDE 6: Bereken de activiteit op het moment van vraag b. Methode 1: 𝐴0 = 𝐴 = Methode 2: 𝑙𝑛2 8,0∙24∙3600 34,75 1 8,0 2 ∙ 2,8 ∙ 1013 = 2,8 ∙ 107 ∙ 𝐴0 = 0,05 ∙ 𝐴0 = 1,4 ∙ 106 𝐵𝑞 𝑁 = 0,05 ∙ 2,8 ∙ 1013 = 1,4 ∙ 1012 𝑙𝑛2 𝐴 = ∙ 1,4 ∙ 1012 = 1,4 ∙ 106 𝐵𝑞 8,0∙24∙3600 Activiteit • Activiteit A = Het aantal kernen dat per seconde vervalt. Dit is de raaklijn van de (N,t)-grafiek! 𝑡 𝑁 = 𝑁0 ∙ Aantal kernen: N(t) 200 1 𝑡1/2 2 ∆𝑁 𝐴=− ∆𝑡 150 = 𝑁′ (afgeleide naar t) 𝑟𝑎𝑎𝑘𝑙𝑖𝑗𝑛 100 50 ln(2) = 𝑁0 ∙ 12 𝑡1/2 𝑡 = = 𝐴0 ∙ 12 𝑡1/2 𝑡 𝑡1/2 N t 0 2 6 4 t (uur) 8 10 Henri Becquerel Overzicht formules 𝑡 𝑁 = 𝑁0 ∙ 1 𝑡1/2 2 𝑁 = aantal kernen op tijdstip t. Eenheid: geen 𝑁0 = aantal kernen op tijdstip 0. Eenheid: geen 𝑡1/2 = halveringstijd Je mag t in secondes, minuten, uren, dagen of jaren invullen, zolang je voor 𝑡 = tijd t en t1/2 hetzelfde gebruikt! 𝑡 𝐴 = 𝐴0 ∙ 1 𝑡1/2 2 met A = ln(2) ∙ 𝑡1/2 𝑁 Geldt ook voor 𝐴0 en 𝑁0 𝐴 = de activiteit op het tijdstip t. Eenheid: Bq 𝐴0 = de activiteit op tijdstip 0. Eenheid: Bq 𝑡1/2 = halveringstijd In de 1e formule van A mag je t invullen in 𝑡 = tijd wat je wilt, in de 2e formule van A moet je t invullen in secondes! Testje §12.3 -straling notitie: 42 of 42𝐻𝑒 Vervalvergelijking: - straling notitie : −10𝛽− of 224 88𝑅𝑎 0 −1𝑒 + straling notitie : 01𝛽+ of 01𝑒 straling notitie: 00𝛾 Proton notitie: 11𝑝 Neutron notitie: 10𝑛 Elektron notitie: −10𝑒 212 82𝑃𝑏 → → 220 86 212 83 𝑅𝑛 + 42 𝐵𝑖 + −10𝛽 − Testje §12.3 -straling notitie: 42 of 42𝐻𝑒 Vervalvergelijking: - straling notitie : −10𝛽− of 224 88𝑅𝑎 0 −1𝑒 + straling notitie : 01𝛽+ of 01𝑒 straling notitie: 00𝛾 Proton notitie: 11𝑝 Neutron notitie: 10𝑛 Elektron notitie: −10𝑒 212 82𝑃𝑏 → → 220 86 212 83 𝑅𝑛 + 42 𝐵𝑖 + −10𝛽 −