Theo Henckens pleit voor quota op schaarse grondstoffen ‘Geen eindeloze voorraad grondstoffen voor duurzame installaties’ In 2015 steeg het aandeel hernieuwbare energie van 5,5 – 5,8 procent, aldus de Nationale Energieverkenning 2016. Duurzame energie zit in de lift en dus stijgt ook het aantal geïnstalleerde zonnepanelen. Goed nieuws voor de installatiesector. Maar in de panelen en voor het productieproces worden Antimoon en Borium gebruikt. En de ertsen van deze stoffen zijn binnen afzienbare tijd op, zo blijkt uit onderzoek van dr.ir. Theo Henckens. Hij promoveerde onlangs op zijn proefschrift 'Managing Raw Materials Scarcity'. ‘Door recycling en vervangende grondstoffen kunnen we dit probleem tegengaan. Helaas gebeurt dat nog niet.’ jaar. De stoffen zelf zijn dan nog wel in hele lage concentraties in de continentale aardkorst aanwezig, maar zijn niet meer rendabel te winnen. In ertsen van een stof zit maar maximaal zo’n 0,01 procent van de totale hoeveelheid van die stof, zoals deze voorkomt in de continentale aardkorst, blijkt uit een schatting van een breed samengestelde groep wetenschappers van UNEP (de milieuorganisatie van de Verengde Naties) in 2011.’ ‘Als de ertsen op zijn, zit het overgrote deel van een stof dus nog in de grond. Maar ja, haal maar eens koper uit jouw tuingrond, want daar komt die winning dan op neer. Ook het delven van grondstoffen op de maan of andere planeten is geen oplossing. De kosten daarvoor zijn veel te hoog.’ Tekst: Yvonne Keijzers Fotografie: Fred Heetkamp W e wonen met steeds meer mensen op deze aarde. En al die mensen krijgen meer welvaart en toegang tot producten. Houden we dat vol met een eindige voorraad grondstoffen? Dat was voor dr.ir. Theo Henckens de aanleiding voor het onderzoek, waar hij in 2013 mee startte. 'Hebben we voldoende voorraad grondstoffen voor een groeiende wereldbevolking? En blijven die grondstoffen betaalbaar bij schaarste?', vroeg hij zich af. Henckens onderzocht in totaal 65 grondstoffen, waaronder Antimoon, Molybdeen, Zink en Borium. Dit zijn allemaal mineralen die de installatiesector gebruikt. Antimoon zit bijvoorbeeld als vlamvertrager in elektronica en beeldschermen. Molybdeen maakt staal sterker. Zink kennen we natuurlijk van de dakgoten en als middel om stalen voorwerpen tegen roest te beschermen. Onze lantaarnpalen bijvoorbeeld. En Borium zit in glaswol voor isolatie en in borosilicaatglas, waar onder meer displays van gemaakt worden. Uit zijn onderzoek blijkt dat ertsen met deze stoffen beperkt voorradig zijn. Hoe definieert u schaarste? ‘Het gaat bij schaarste om een mismatch tussen vraag en aanbod. Dat is bijvoorbeeld bij Zink aan de hand. Zinkhoudend erts is verhoudingsgewijze ruim voorradig in de aardkorst, maar de vraag naar Zink is ook enorm groot. En dat maakt het een schaars goed. In internationale afspraken zijn de landen van de wereld overeengekomen om niet-hernieuwbare grondstoffen duurzaam te gebruiken, dat wil zeggen op een manier dat de mensheid er nog heel lang mee vooruit kan. Ik heb dat ingevuld door te stellen dat er voldoende voorraad moet zijn voor duizend jaar. Dat betekent dat onze kleinkinderen en achter-achter-kleinkinderen deze voorraden ook nog aan kunnen spreken. En dan blijkt dat vier metaalertsen al vóór het eind van deze eeuw op zijn, als we niets doen. Het gaat om Molybdeen, Antimoon, Zink, Renium en Goud. Een aantal andere stoffen is ook redelijk schaars en is naar verwachting binnen tweehonderd jaar uitgeput. Dan gaat het om Koper, Chroom, Bismut en Borium.’ Hoe berekende u die schaarste? Zijn deze ertsen over enkele decennia echt op? ‘De exploiteerbare ertsen van Antimoon zijn over dertig jaar op, die van Zink en Molybdeen over tachtig jaar en die van Borium over ongeveer tweehonderd 4 KS03 04-07.indd 4 ‘Ik heb de voorraad berekend van 65 grondstoffen, dat is dus nog maar een beperkte groep. Meer dan een eeuw lang is het gebruik van metaalertsen exponentieel gegroeid, met jaarlijkse stijgingen van Maart '17 13-02-17 13:01 Interview ‘Ook het delven van grondstoffen op de maan of andere planeten is geen oplossing’ Over Theo Henckens Theo Henckens (1948) studeerde Chemische Technologie aan de TU Eindhoven. Daarna werkte hij twee jaar als leraar in Algerije. Van 1974 tot 1982 en van 1990 tot 2011 was hij projectleider bij adviesen ingenieursbureau DHV in Amersfoort. In de tussenliggende periode van acht jaar was hij milieu-inspecteur bij het ministerie voor Milieu en Volksgezondheid. In 2012 begon hij zijn onderzoek aan de universiteit. Maart '17 KS03 04-07.indd 5 5 13-02-17 13:01 4 – 6 procent. Ik ben in mijn onderzoek uitgegaan van een groei in de vraag van 3 procent per jaar, met een stabilisatie van het wereldgebruik vanaf 2050. Dan blijkt dat we bijvoorbeeld nog voldoende Antimoon hebben tot 2040. Zink en Molybdeen zijn aan het einde van de eeuw op. Over duizend jaar is de voorraad van vijftien grondstoffen uitgeput, waaronder Lood, Koper, Nikkel en Chroom. Allemaal materialen die in de installatiesector worden gebruikt.’ Maar duizend jaar, dat is nog erg lang. Dan hebben we toch allang alternatieven gevonden? ‘Ja, dat is heel erg lang. En het is natuurlijk ook een arbitrair getal. Maar ik ben uitgegaan van het begrip duurzaam. Dat betekent dat iets bestendig is, dat we er eigenlijk altijd gebruik van moeten kunnen blijven maken. Dat kan bij grondstoffen niet, want ook al recycle je het, voor 100 procent lukt dat niet en de ertsen zijn niet hernieuwbaar. En dus moet je op zoek naar een periode die realistischer is. Ik vond honderd jaar te kort, want dan zadelen we onze kleinkinderen al met de problemen op. Tienduizend jaar is niet realistisch. Duizend jaar is een goede tussenweg. Het probleem is, dat we nu helemaal niet in de gaten lijken te hebben dat van een aantal grondstoffen uitputting relatief dichtbij is. We zijn dus niet voorbereid op een aanstaand probleem.’ 'We moeten toe naar een kunstmatige vermindering van de winning van de meest schaarse grondstoffen' Hoe komt het dat grondstofprijzen niet gestegen zijn. Dat gebeurt toch bij schaarste? ‘Dat had ik dus inderdaad verwacht. Maar dat mechanisme is er nog niet. Uit mijn onderzoek naar de prijsontwikkeling van grondstoffen vanaf 1900 blijkt dat de prijs van schaarse grondstoffen tot nu toe niet 6 KS03 04-07.indd 6 sneller stijgt dan de prijs van niet-schaarse grondstoffen. Sterker nog, de reële prijs van de meeste grondstoffen is in die periode niet of nauwelijks gestegen en in een aantal gevallen zelfs gedaald. De markt zorgt dus nog niet voor extra zuinig omgaan met schaarse grondstoffen.' Hoe komt dat? 'Mijnbouwbedrijven exploreren voor maximaal dertig jaar. Je kunt grondstoffen inkopen voor de komende tien jaar op de Future Metal Exchange in Londen. De markt kijkt dus niet verder dan tien tot dertig jaar vooruit. Als ik het prijsmechanisme goed inschat, kunnen we over twintig tot dertig jaar ineens met een grote prijsstijging van Antimoon te maken krijgen, omdat de geologische schaarste van die stof dan acuut wordt. Het lijkt mij dus verstandiger om maatregelen te nemen om er voor te zorgen dat de meest schaarse grondstoffen zo lang mogelijk in de grond blijven. Technisch gesproken kan dat.‘ Welke maatregelen kunnen we nemen? ‘De belangrijkste maatregel is een kunstmatige vermindering van de winning van de meest schaarse grondstoffen. Daardoor stijgt de prijs van die grondstof eerder, waardoor gebruikers op zoek gaan naar alternatieven. Het instellen van quota dus. Maar deze aanpak slaagt alleen als grondstoflanden gecompenseerd worden voor hun verlies aan inkomsten. Uit mijn onderzoek blijkt gelukkig dat technische alternatieven voorhanden zijn. Zo kunnen we glaswol, waar Borium in zit, heel eenvoudig vervangen door steenwol. Dat kan de Nederlandse regering zomaar regelen voor Nederland. Voor het gebruik van Antimoon in brandvertragers zijn voldoende vervangers beschikbaar. We hoeven Antimoon nauwelijks te gebruiken in brandvertragers. Als we dat besluiten, halveren we de vraag naar Antimoon.' Maart '17 13-02-17 13:01 Interview 'De aandacht die er nu is voor circulaire economie, is een stap in de goede richting' 'De tweede maatregel die we kunnen nemen is het verlengen van de levensduur van producten, zodat we minder nieuwe producten hoeven te maken. De derde maatregel is recycling. Het is bijvoorbeeld mogelijk Molybdeen-houdend staal apart te houden, zodat Molybdeen kan worden gerecycled. Het probleem met recyclen is dat er technisch veel mogelijk is, maar dat het tot nu toe vaak veel goedkoper is om de primaire grondstof te kopen, in plaats van het gerecyclede materiaal. Er zit nog geen verdienmodel in.’ nen werken aan andere manieren om deze producten te ontwerpen, zodat recycling van grondstoffen eenvoudiger wordt. En brancheverenigingen, zoals UNETO-VNI, staan voor de toekomst van hun leden. Voor installateurs is het belangrijk dat zij weten dat voorraden van bepaalde grondstoffen niet eindeloos groot zijn. Zij spelen een hele belangrijke rol door de sturing van de vraag. Bijvoorbeeld door vragen over de mogelijkheden van recycling te stellen aan leveranciers.’ Wie is er aan zet om het probleem op te lossen? Bent u na het onderzoek pessimistischer over de beschikbaarheid van grondstoffen dan voordat u begon? ‘De bal ligt bij de overheid. Je kunt niet van bedrijven verwachten dat die voor de troepen uitlopen. Dat overleven ze niet. Er moeten internationaal afspraken worden gemaakt. Er moeten quota worden gesteld aan de hoeveelheid grondstoffen die gedolven mag worden. De aandacht die er nu is voor circulaire economie, is een stap in de goede richting. Het probleem dat sommige grondstoffen al over enkele tientallen jaren zullen zijn uitgeput, wordt nog onvoldoende onderkend. Ik wil daarom graag overleggen met het ministerie van Economische Zaken, en het ministerie van Infrastructuur en Milieu. En ik ga spreken met leden van het International Resource Panel van de Europese Commissie. Zo hoop ik dit probleem op de agenda te krijgen. Uiteindelijk vind ik, dat we naast de maatregelen die ik al noemde, toe moeten naar een soort universeel recht op toegang tot grondstoffen. Want ook de geopolitieke consequenties kunnen groot zijn. Wat als China de deur dichtgooit? Zo’n 80 procent van het Antimoon komt daar vandaan. En bijvoorbeeld Turkije levert 40 procent van het Borium op de wereld.‘ ‘Nee, gelukkig niet. Ik ben zelfs optimistischer. Veel grondstoffen blijken niet zo schaars te zijn. Van de grondstoffen die schaars zijn, kan het gebruik nog redelijk eenvoudig worden beperkt. Tenminste, als we stappen ondernemen. Uit mijn onderzoek blijkt dat we effectieve maatregelen kunnen nemen, waardoor we deze grondstoffen ook voor toekomstige generaties behouden. En het onderzoek moet worden uitgebreid. Mijn onderzoek betrof slechts 65 grondstoffen. Ik vind dat nog veel meer grondstoffen moeten worden onderzocht.’ < Wat moet de installatiesector nu met dit verhaal? ‘Producenten in de installatiesector kunnen kijken of er schaarse grondstoffen in hun producten zijn verwerkt en of daar alternatieven voor zijn. Of ze kunMaart '17 KS03 04-07.indd 7 7 13-02-17 13:01