Protocol EVD - Regionale Intensive Care Opleiding Nijmegen

advertisement
Titel
Externe ventrikeldrain
Inhoud: (met linken, moeten nog gelinkt worden)
1. Doel
2. Definities
3. Indicatie
4. Contra-indicatie
5. Assisteren bij het inbrengen van de EVD via een bolt
6. Bepalen en controleren van de ophanghoogte van het drainagesysteem
7. Afklemmen van de EVD
8. Verzorgen van de insteekopening
9. Vervangen van de liquoropvangzak
10. Assisteren bij afname van liquormonster
11. Assisteren bij inspuiten van medicatie
12. Haren wassen
13. Mobiliseren van patiënt met EVD
14. Verwijderen van EVD
15. Controles algemeen
16. Controle patiënt met en na het inbrengen van een EVD
17. Aandachtspunten in de zorg voor de patiënt met een EVD
18. Controle drainagesysteem
19. Controle liquor
20. Controle insteekopening
21. Controle patiënt na verwijderen EVD
22. Complicaties bij EVD
23. Risico’s van een EVD
24. Overleg met arts
25. Voorlichting aan patiënt over EVD
26. Bijlagen / Literatuur
27. Referenties
28. Literatuur / Bronnen
1. Doel
Het doel van een externe ventrikeldrain is het draineren van liquor via een opvangzak buiten
het lichaam van de patiënt. Het doel van dit document is het bundelen van alle zorg rondom
de externe ventrikel drain.
2. Definities
EVD: Externe ventrikeldrain
ICP: Intracraniële druk
Desinfectans
Handhygiëne
3. Indicatie
De indicaties voor het inbrengen van een externe ventrikeldrain worden door de neurochirurg
bepaald. Mogelijke indicaties voor inbrengen van een EVD zijn:
•
•
•
•
•
een verslechterend neurologisch beeld optreedt op basis van verhoogde intracraniële
druk door hydrocephalus/cyste/bloeding/tumor.
preventie of behandeling van liquorlekkage t.g.v. operatie of trauma;
tijdelijke drainage ter vervanging van een geïnfecteerde drain bij een patiënt die
afhankelijk is van een interne liquordrain.
sprake is van buikvliesontsteking of cyste in de buik met daardoor verslechterde
resorptie door buikvlies bij een bestaande ventrikel-peritoneaaldrain; hierdoor bestaat
er kans voor opstijgende infectie.
ter behandeling van liquorfistels.
4. Contra indicatie
De eventuele contra-indicaties voor het inbrengen van een externe ventrikeldrain worden door
de neurochirurg bepaald. Factoren die kunnen bepalen dat geen EVD wordt ingebracht zijn:
•
•
•
het ontbreken van een goede indicatie.
behandeld worden met antistolling.
brainshift.
Werkwijze/beslisboom
Om infecties te voorkomen is het in ieder geval van belang schoon en/of steriel te werken
(NIVEAU E).
5. Assisteren bij het inbrengen van de EVD via een bolt
Link naar Camino
6. Bepalen en controleren van de ophanghoogte van het
drainagesysteem
Een liquor opvangreservoir met zak voor een EVD wordt altijd aan een daarvoor speciaal
gemaakte bevestigingsmeter met laser en waterpas opgehangen (NIVEAU D). De
bevestigingsmeter moet aan het bed geklemd zijn om er voor te zorgen dat, indien het bed in
hoogte verandert, het drainagesysteem ten opzichte van de patiënt ongewijzigd blijft (zie
foto).
De drempelhoogte van de drainage wordt bepaald door de (assistent) neurochirurg. Dit is een
medische opdracht en wordt als zodanig schriftelijk, in het medisch dossier, en/of digitaal, in
klinische notities/ ICIP/ EPIC, vastgelegd. De hoogte waarop het drainagesysteem hangt is
bepalend voor de mate van afvloed van de liquor. De hoogte wordt altijd afgesproken in
centimeter H2O. Let op dat je de juiste kolom gebruikt! Bij volwassenen zal de hoogte
waarop het reservoir dient te hangen in de regel tussen de + 10 en + 15 cm, ten opzichte van
het ijkpunt, zijn.
Wanneer een patiënt op zijn rug ligt wordt als ijkpunt het Foramen van Monro (zie
onderstaande tekening) genomen (NIVEAU E). Dit is de verbinding tussen de zijventrikels en
het 3℮ ventrikel en kan bepaald worden door:
• Het midden te nemen van de denkbeeldige lijn die loopt tussen de uitwendige
gehoorgang en laterale ooghoek,
• Vanuit dat punt trekt men een denkbeeldige lijn naar de bovenkant van het hoofd in
een hoek van 90 ° t.o.v. de eerste lijn. Het Foramen van Monro bevindt zich op deze
lijn op een derde van de afstand naar de bovenkant van het hoofd. (zie tekening)
Wanneer de patiënt in zijligging ligt dan bevindt zich het ijkpunt op het niveau van het hoogst
gelegen oog.
7. Afklemmen van de EVD
Bij iedere verandering in houding van de patiënt en bij een bronchiaal toilet moet de drain
m.b.v. het kraantje worden afgesloten. Dit dient zo kort mogelijk te gebeuren, maar nooit
langer dan 30 minuten (NIVEAU E).
Maak bij het dicht zetten van de drain gebruik van een geheugensteun zoals het klemmen van
een kocher op je uniform of maak gebruik van een eier wekker met akoestisch alarm die na 10
minuten af gaat.
Wanneer de patiënt weer in de juiste houding ligt dient de ophanghoogte van het systeem
opnieuw gecontroleerd te worden. Controleer na het ontklemmen van de EVD op juist
functioneren en controleer de vitale en neurologische parameters van de patiënt.
Indien tijdens het afklemmen zich wijzigingen voordoen die gerelateerd kunnen worden aan
Intracraniële drukstijging, moet de drain direct worden ontklemd en dient de observatie direct
gemeld te worden aan de dienstdoende arts.
Als een patiënt voor een onderzoek vervoerd moet worden zet de verpleegkundige het
drainagesysteem voor vervoer dicht en opent deze bij aankomst in de onderzoeksruimte of bij
terugkomst op de afdeling. De drain mag in geen geval langer dan 30 minuten worden
afgeklemd. Wanneer de drain niet binnen 30 minuten geopend kan worden dient (bij voorkeur
vooraf) overleg plaats te vinden met de dienstdoende arts. De begeleidende verpleegkundige
is altijd verantwoordelijk voor het afklemmen en openen van de drain. Indien de patiënt
zonder toezicht is van de verantwoordelijke verpleegkundige, dan dient het geldende
voorschrift te worden overgedragen aan de, bij het onderzoek aanwezige arts of
verpleegkundige. Geef door dat bij vragen of problemen altijd contact opgenomen kan
worden met de dienstdoende (assistent)neurochirurg.
8. Het verzorgen van de insteekopening
Observatie insteek opening op zwelling, liquorlekkage en ontstekingsverschijnselen.
Een getunnelde drain wordt tijdens de operatie vastgehecht, de insteekopening wordt steriel
afgedekt. Dit afdekmateriaal wordt alleen verwijderd als dit vies is, doordrenkt of loslaat
(NIVEAU E).
De insteekopening van een EVD via een holle schroef behoeft geen verzorging.
Materiaal
•
•
•
•
•
transparante folie
2 paar onsteriele handschoenen
2 steriele gaasjes 5x5 cm
desinfectans
celstof matje
Werkwijze
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Handhygiëne volgens protocol.
Trek onsteriele handschoenen aan.
Plaats een celstof matje onder het hoofd van de patiënt.
Verwijder het oude verbandmateriaal.
Inspecteer de insteekopening + fixatiehechting.
Handhygiëne volgens protocol.
Trek schone onsteriele handschoenen aan.
Desinfecteer de insteekopening en fixatiehechting met steriele gaasjes met
desinfectans.
Dek het geheel af met het nieuwe steriel verbandmateriaal.
Noteer de bevindingen op het wondformulier in het verpleegkundig dossier/ ICIP.
9. Het vervangen van de liquorzak
Als de liquordrainage opvangzak vol is, wordt deze door een nieuwe steriele opvangzak
vervangen. (NIVEAU E)
Het liquordrainage systeem mag door een verpleegkundige alleen worden ontkoppeld ter
plaatse van de opvangzak. Meer proximaal mag er geen ontkoppeling plaatsvinden.
Materiaal
•
•
•
•
•
•
•
2 paar onsteriele handschoenen
steriel afsluitdopje
desinfectans
2 steriele gaasjes 5x5 cm
nieuwe liquordrainage opvangzak
wit afsluitdopje
lege bokaal.
Werkwijze
•
•
•
•
•
•
•
Handhygiëne volgens protocol.
EVD afsluiten middels het meest zichtbare kraantje (van de kraantjes) op het
drainagesysteem (ter voorkoming van een open verbinding).
Handhygiëne volgens protocol.
Trek onsteriele handschoenen aan.
Giet desinfectans op 2 steriele gaasjes.
Desinfecteer het aansluitpunt van de zak en het systeem 5 cm rondom het aansluitpunt
met een steriel gaasje met desinfectans.
Handhygiëne volgens protocol.
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Trek schone onsteriele handschoenen aan.
Pak het systeem bij het gedesinfecteerde deel vast.
Ontkoppel de zak van het systeem.
Plaats een afsluitdopje op de volle zak.
Desinfecteer het aansluitpunt opnieuw.
Handhygiëne volgens protocol?
Trek schone onsteriele handschoenen aan?
Sluit de nieuwe zak aan.
Open het kraantje van het drainagesysteem.
Controleer de EVD op juist functioneren.
De volle zak afgesloten in een risicocontainer deponeren.
10. Assisteren bij afname van liquormonster
Afname van een liquormonster dient te gebeuren door assistent neurochirurg of physician
assistant neurochirurgie. Omdat de arts steriele handschoenen aan heeft assisteert een
verpleegkundige bij deze handeling. Voor een goede beoordeling van het liquormonster is het
voor sommige bepalingen nodig om de waarde te kunnen vergelijken met de heersende
serumconcentratie in het bloed. Voor verder specificatie zie labaanvraagformulier
neurochemische diagnostiek liquor/serum.
Materiaal
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
2 liquorbuizen
aanvraagbon laboratorium + patiëntensticker
1 paar onsteriele handschoenen
1 paar steriele handschoenen
3 steriele gaasjes 5x5 cm
1 steriel gaas 10x10 cm
Desinfectans
2 steriele spuiten 10 ml
Wit steriel afsluitdopje
1 stolbuis 4 ml (=droge bloedbuis met rode/bruine dop) (nodig voor de meeste
bepalingen in het bloed)
Op de verpleegafdeling is nodig voor de glucosebepaling: 1 buis 2 ml met
Natriumfluoride/kaliumoxalaat (=grijze dop)
Op de IC glucose bepaling m.b.v.: bloedgas-spuit van 3 ml of Hemo-cue
Werkwijze
•
•
•
•
•
•
•
•
Handhygiëne volgens protocol.
Arts trekt onsteriele handschoenen aan.
Giet desinfectans op 3 steriele gaasjes.
De arts desinfecteert het kraantje inclusief dopje van het drainagesysteem en het
systeem 5 cm rondom het kraantje met steriel gaasje met desinfectans.
Leg het steriele 10x10 cm gaasje neer onder het gedesinfecteerde deel van het
drainagesysteem.
Handhygiëne volgens protocol.
Arts trekt steriele handschoenen aan.
Arts zet het kraantje naar de opvangzak toe dicht en opent het dopje. Arts desinfecteert
het aftappunt.
•
•
•
•
•
•
•
•
Geef de spuiten steriel aan de arts.
De arts trekt de liquor op via het kraantje (hoeveelheid naar inzicht van assistent
neurochirurg)
De arts vult de liquorbuizen die de verpleegkundige vasthoudt. De arts desinfecteert
het dopje en kraantje opnieuw met een steriel gaasje met desinfectans en plaatst een
steriel dopje op het kraantje.
De arts opent de kraantjes weer.
Controleer de EVD op juiste hoogte en het functioneren.
Noteer de hoeveelheid liquor die is afgenomen op de neurometingenlijst
(verpleegafdeling) of in ICIP/ EPIC(IC).
Afhankelijk van de gewenste bepaling van liquor moet direct na afname van de liquor,
bloed worden afgenomen ter vergelijking van de heersende serumconcentratie.
Rapporteer de verrichting in het verpleegkundig dossier/ ICIP/EPIC.
11. Assisteren bij inspuiten van medicatie
Inspuiten van medicatie via de drain dient te gebeuren door assistent neurochirurg, of
physician assistant neurochirurgie. De verpleegkundige assisteert bij deze handeling omdat de
arts steriele handschoenen aan heeft.
Materiaal
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
1 paar onsteriele handschoenen
1 paar steriele handschoenen
Desinfectans
3 steriele gaasjes 5x5 cm
1 steriel gaas 10x10 cm
afgesproken medicatie
5 ml NaCl 0,9%
steriele spuit 5 ml
optreknaald (16G x 1 1/2 “ – 1,6 x 40 mm)
wit steriel afsluit dopje
Werkwijze
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Handhygiëne volgens protocol.
De arts trekt onsteriele handschoenen aan.
De arts desinfecteert het kraantje inclusief dopje van het drainagesysteem en het
systeem 5 cm rondom het kraantje met steriel gaasje met desinfectans.
Leg het steriele 10x10 cm gaasje neer onder het gedesinfecteerde deel van het
drainagesysteem.
Handhygiëne volgens protocol.
Arts trekt steriele handschoenen aan.
De arts zet het kraantje naar opvangzak dicht en opent het dopje. Arts desinfecteert het
bijspuitpunt.
Verpleegkundige geeft medicatiespuit steriel aan.
De arts spuit medicatie in via het bijspuitpunt.
Verpleegkundige geeft spuit en optreknaald op steriele wijze aan. Open de NaCl 0.9%
flacon en houdt deze vast zodat de arts de NaCl steriel kan optrekken.
Arts trekt 5 ml NaCl 0,9% op en spuit dit in via het bijspuitpunt.
Arts desinfecteert het bijspuitpunt opnieuw met gaasje met desinfectans en plaatst een
•
•
•
•
•
•
sterieldopje op het kraantje.
Laat het kraantje van het drainagesysteem 30 minuten dicht staan anders loopt de
medicatie meteen weer in opvangzak. Zorg voor een geheugensteun zoals het plaatsen
van een kocher op je uniform of maak gebruik van een eierwekker met akoestisch
alarm zodat er niet vergeten wordt de drain weer te openen binnen 30 minuten.
Noteer op de neurometingenlijst (verpleegafdeling) of in ICIP/ EPIC (IC) de tijd
wanneer het kraantje is gesloten.
Verpleegkundige opent na 30 minuten het kraantje en noteer op de neurometingenlijst
(verpleegafdeling) of in ICIP/ EPIC(IC) de tijd wanneer het kraantje is geopend.
Controleer voor het openen van het kraantje de juiste hoogte, het waterpas hangen
Controleer na openen het functioneren van de EVD.
Op de IC parafeert de verpleegkundige die verantwoordelijk is voor de patiënt, de
toediening in MEPD met de opmerking welke arts het medicijn heeft toegediend.
Bovendien noteert de (toedienend) arts zijn handeling in het medisch dossier. Op de
verpleegafdeling dient de arts die de medicatie heeft toegediend zijn paraaf te zetten in
het cardexsysteem.
12. Haren wassen
Vóór het inbrengen van een EVD is het gewenst de haren van de patiënt te wassen indien zijn
neurologische toestand dit toelaat (NIVEAU E).
Het is toegestaan de haren van de patiënt met een EVD te wassen. Doe dit met twee
verpleegkundigen om te voorkomen dat de drain sneuvelt of verplaatst. Zorg ervoor dat de
insteekopening niet nat wordt tijdens het wassen.
De haren dienen niet gewassen te worden bij patiënten met een hoge intracraniële druk of in
de acute fase van een subarachnoïdale bloeding waarbij het aneurysma niet gezekerd is.
Materiaal
•
•
•
•
•
Betadine® shampoo
Gieter of schenkkan
Opvangring (met opblaasbare rand) en opvangbak
Handdoeken
2 paar onsteriele handschoenen
Werkwijze
•
Handhygiëne volgens protocol.
•
Zet de EVD dicht middels de kraantjes op het drainagesysteem (het meest zichtbare
kraantje). Laat de EVD maximaal 30 minuten dicht staan. Zorg voor een
geheugensteun zoals het plaatsen van een kocher op je uniform of maak gebruik van
een eierwekker met akoestisch alarm zodat er niet vergeten wordt de drain weer te
openen binnen 30 minuten.
Was de haren van de patiënt.
Zet de EVD na het wassen open.
Controleer de EVD op juist functioneren.
Rapporteer de verrichting in het verpleegkundig dossier en op de neurometingenlijst /
ICIP/EPIC
•
•
•
•
13. Mobiliseren van patiënt
Ten aanzien van mobilisatie is toestemming nodig van een arts en er dient uit
veiligheidsoverwegingen enige terughoudendheid in acht te worden genomen. Noteer de
opdracht van de arts op het afsprakenblad in het verpleegkundig dossier/ICIP/EPIC.
Verticaliseren en mobiliseren mag maximaal 3 maal per dag gedurende maximaal 30 minuten,
met afgesloten drain. Het dichtzetten van het kraantje van de EVD dient te gebeuren door de
verpleegkundige (het meest zichtbare kraantje). Zorg voor een geheugensteun zoals het
plaatsen van een kocher op je uniform of maak gebruik van een eierwekker met akoestisch
alarm zodat er niet vergeten wordt de drain weer te openen binnen 30 minuten. Noteer altijd
op de neurometingenlijst (verpleegafdeling) /ICIP/EPIC de tijden van mobiliseren.
1. Indicatie liquorlek:
• Bedrust met hoofdeinde vlak of geëleveerd tot max. 30° met kussen.
• Geen mobilisatie toegestaan.
2. Andere indicatie:
• Bedrust met hoofdeinde vlak of geëleveerd tot max. 30° met kussen.
• Mobiliseren tot zittende houding op bedrand m.b.v. twee verpleegkundigen is
toegestaan gedurende maximaal 30 minuten en met een frequentie van
maximaal 3 maal per 24 uur afhankelijk van neurologische en cognitieve
toestand van patiënt én in overleg met arts/PA neurochirurgie. Gedurende deze
mobilisatie wordt de drain dichtgezet bij het meest zichtbare kraantje. Zorg
voor een geheugensteun zoals het plaatsen van een kocher op je uniform of
maak gebruik van een eierwekker met akoestisch alarm zodat er niet vergeten
wordt de drain weer te openen binnen 30 minuten.
Bij bedrust drainhoogte instellen op 10 cm H2O boven Monro óf in overleg met arts/PA
neurochirurgie op ander niveau. Noteer de gewenste drainhoogte op het afsprakenblad in het
verpleegkundig dossier/ICIP/EPIC.
Het mobilisatiebeleid wordt dagelijks genoteerd in de verpleegkundige
rapportage/ICIP/EPIC.
14. Het verwijderen van de EVD
De EVD wordt verwijderd door de (assistent)neurochirurg. De wond wordt afgedekt met een
steriel gaas. Soms wordt er een hechting geplaatst om de wond te sluiten.
15. Controles
Wanneer een patiënt een EVD heeft of deze is verwijderd dienen er een aantal zaken
gecontroleerd te worden. Alle controles dienen op de neurometingenlijst (verpleegafdeling) of
in ICIP/EPIC te worden genoteerd.
16. Controle patiënt met en na het inbrengen van een EVD
Controles op de intensive care volgens protocol postoperatieve zorg neurochirurgische
patiënt. Op de verpleegafdeling elk uur gedurende vier uur, daarna i.o.m. de arts uitbreiden
naar elke twee uur (NIVEAU E):
-
Bloeddruk;
-
Hartfrequentie;
Ademhaling;
Saturatie;
Pupilreactie;
GCS (bewustzijnsscore 2.0);
kracht extremiteiten;
temperatuur a 4 uur.
De insteek van de wond: 1 maal per 8 uur controleren op lekkage, zwelling en
ontstekingsverschijnselen;
De drempelhoogte van het systeem: gedurende de eerste 4 uur elk uur controleren,
daarna tenminste elke 2 uur, tevens controle bij aanvang van de dienst en bij elke
houdingsverandering van de patiënt;
Werking van de drain: gedurende de eerste 4 uur elk uur controleren, daarna tenminste
elke 2 uur;
Fixatie van de drain: bij aanvang van de dienst;
Liquor: elke 2 uur controleren op productie, kleur en aspect. (hyperlink naar controle
liquor).
Overweeg fixatie bij onrustige patiënten om te voorkomen dat de drain disloceert!
17. Aandachtspunten in de zorg voor de patiënt met een EVD
-
Houding van de patiënt bij voorkeur plat in bed met hoofdeinde bed maximaal 30º
elevatie;
Bij iedere verandering in houding van de patiënt moet de drain m.b.v. het
dichtstbijzijnde kraantje worden afgesloten;
Verticaliseren en mobiliseren mag met toestemming van de arts maximaal 3 maal per
dag gedurende maximaal 30 minuten met afgesloten drain;
EVD afklemmen bij drukverhogende momenten bij verpleegkundige of medische zorg
zoals bronchiaal toilet, verzorging en transport van de patiënt etc.;
Maak gebruik van een geheugensteun bijvoorbeeld in de vorm van een eierwekker die
een akoestisch alarm geeft na 10 minuten of een kocher die je op je uniform bevestigd;
Let op pulsaties van de liquor in het systeem van de EVD om er zeker van te zijn dat
de drain functioneert.
Voorkom onrust, hierdoor kan de drain harder gaan lopen.
18. Controle drainage systeem
Na het inbrengen van de EVD dient de drempelhoogte en werking van de drain gedurende de
eerste 4 uur elk uur gecontroleerd te worden (NIVEAU E). Daarna wordt de drempelhoogte
tenminste elke 2 uur gecontroleerd (NIVEAU E). Controleer de hoogte altijd bij aanvang van
dienst en na iedere manipulatie van de patiënt en/of het bed (NIVEAU E). Ook de werking
van de drain dient iedere 2 uur gecontroleerd te worden (NIVEAU E). De drain moet altijd
produceren of er dienen pulsaties in het drainagesysteem zichtbaar te zijn. Is dit niet het geval,
controleer dan of beide klemmetjes/ kraantjes open zijn, of er geen knik in het systeem zit en
of er geen sprake is van lekkage. Als deze oorzaken zijn uitgesloten en de situatie persisteert
(>10 minuten) raadpleeg dan de dienstdoende arts over de te volgen handelwijze. Controleer
bij aanvang van de dienst of drain goed gefixeerd is en/of bolt nog stevig vast zit, zo niet
raadpleeg dan de dienstdoende arts.
19. Controle liquor
Controleer elke 2 uur de liquorproduktie en ledig de opvangkamer (NIVEAU E).
Werkwijze ledigen opvangkamer:
• Draai het dichtstbijzijnde kraantje naar het reservoir toe dicht.
• Open het kraantje dat onder het reservoir zit en laat het reservoir leeglopen in het
zakje.
• Zet het onderste kraantje weer dicht.
• Open het kraantje naar het reservoir toe.
Controleer elke 2 uur de kleur en het aspect van de liquor (liquor is normaal helder en
kleurloos) (NIVEAU E). Noteer bevindingen in het verpleegkundig dossier (afdeling) of in
ICIP/ EPIC (IC).Bij verandering van kleur naar geel/troebel/rood dient de dienstdoende arts
gewaarschuwd te worden.
20. Controle insteekopening
Controleer 1 maal per 8 uur de insteekplaats op eventuele subcutane zwelling,
ontstekingsverschijnselen en lekkage van liquor langs het systeem. (NIVEAU E). Bij
zwelling, ontstekingsverschijnselen of lekkage moet de dienstdoende arts worden
gewaarschuwd.
21. Controle patiënt na verwijderen EVD
De EVD wordt verwijderd door de neurochirurg en de wond wordt afgedekt met een steriel
gaas. Soms wordt er een hechting geplaatst om de wond te sluiten.
Gedurende de eerste 8 uur wordt elke 2 uur het bewustzijn gecontroleerd volgens de Glasgow
Coma Scale (NIVEAU E). Na deze periode van 8 uur dient gecontroleerd te worden volgens
voorschrift arts. Noteer de bevindingen op de neurometingenlijst (afdeling) of ICIP/ EPIC
(IC). De wond die ontstaat na verwijdering van de EVD dient 1 maal per 8 uur te worden
gecontroleerd op lekkage, zwelling en ontstekingsverschijnselen (NIVEAU E). Dit
voorschrift geldt zolang er nog vocht uit de wond lekt. Wanneer de wond droog is, is het
voldoende om 1 maal per dag tijdens de ochtendverzorging de wond te inspecteren. Doe na de
controle een schoon steriel gaasje op de wond en noteer de bevindingen op het
wondenformulier in ICIP / EPIC (IC) of in het verpleegkundig dossier (afdeling). Als er een
hechting is geplaatst dient deze op de 8e dag verwijderd te worden.
22. Complicaties
De volgende complicaties kunnen zich voordoen:
• Liquorlekkage langs de drain.
• Infectie.
• Subduraal hematoom bij te snelle afvloed van liquor.
• Intracerebraal hematoom.
• Inklemmen.
23. Risico van een EVD
• De volgende risicofactoren bij het gebruik van een EVD zijn bekend:
• Transport van een patiënt met een EVD.
• Veelvuldig hoesten door patiënt met een EVD.
• Motorische onrust van patiënt met een EVD.
• Te veel of te weinig drainage van liquor.
24. Overleg met arts
•
•
•
•
•
•
•
•
•
De neurochirurg dient gewaarschuwd te worden:
Indien de drain niet meer functioneert.
Bij neurologische veranderingen.
Bij duidelijke veranderingen in de hoeveelheid liquor die afloopt
Bij veranderingen in het aspect van de liquor.
Bij veranderingen in vitale functies van de patiënt.
Bij lekkages van liquor.
Bij niet goed gefixeerde drain.
Bij niet goed vastzittende bolt (holle schroef in de schedel).
25. Voorlichting aan een patiënt met een EVD
Het is belangrijk de procedures (t.a.v. houdingsveranderingen evt. af- en ontklemmen van het
drainagesysteem) uit te leggen aan de patiënt zodra deze wakker en coöperatief is. Ook is het
belangrijk dit uit te leggen aan de familie en naasten (zeker bij kinderen). Ander personeel dat
betrokken is bij de behandeling of de verzorging van de patiënt wordt uiteraard ook over de
procedures geïnformeerd. (NIVEAU E)
26. Bijlagen/literatuur
De schedel is een rigide “omhulsel” van de hersenen en bevat drie compartimenten:
•
•
•
Hersenparenchym (80% van de schedelinhoud)
Bloed (10% van de schedelinhoud)
Liquor of hersenvocht (10% van de schedelinhoud):
De liquor wordt aangemaakt in de plexus choroídeus, die in de hersenventrikels gelegen is.
Via het Foramen van Monro, het aquaduct van Sylvius, de vierde ventrikel en de foramina
van Luschka en Magendie stroomt de liquor naar de basale cisternen en vandaar naar de
convexiteit van de hersenen. De liquor omspoelt het ruggenmerg en de hersenen en wordt
tenslotte via de granulaties van Pacchioni geresorbeerd in de sinus saggitalis superior, die van
voor naar achter vlak onder het schedeldak loopt. De totale liquorproductie per dag bij
volwassenen is ongeveer 500 ml. Resorptie van liquor (ong. 20 ml / uur) vindt plaats aan de
convexiteit via de granulaties naar het veneuze systeem.
De totale hoeveelheid in het liquorsysteem aanwezige liquor bedraagt bij kleine kinderen
50 ml. Dit neemt met de leeftijd toe tot 150 ml bij volwassenen.
Normale druk in hersenen (intracraniële druk = ICP) is tussen de 0 en 15 mmHg (1). Boven
20 mmHg wordt gesproken over een verhoogde druk (intracraniële hypertensie).
Bron: Smith D. Atlas of Anesthesia: Subspecialty Care. Edited by Ronald Miller (series editor), Stanley Muravchick. ©1998
Current Medicine Group LLC
Bron: Brian J, Warner D. Atlas of Anesthesia: Scientific Principles of Anesthesia. Edited by Ronald Miller
(series editor), Debra A. Schwinn. ©1997 Current Medicine Group LLC.
Een externe ventrikeldrain (EVD) is een systeem waarbij via een in een zijventrikel geplaatste
drain, liquor wordt afgevoerd naar een extern opvangreservoir (2). De hoogte van het
opvangreservoir wordt bepaald door de neurochirurg en wordt uitgedrukt in cm H₂O. Als
ijkpunt geldt hierbij het niveau van het Foramen van Monro.
Een zachte drain (Bactiseal® EVD katheter) wordt normaal gesproken ingebracht op een
operatiekamer. De katheter wordt vastgehecht en de insteekopening steriel afgedekt (3)
Een EVD via een bolt (holle schroef in de schedel) wordt onder steriele omstandigheden
ingebracht op de afdeling (Intensive Care, Medium Care of Spoed Eisende Hulp).
Er zijn 2 verschillende externe liquordrains:
•
•
een in de zijventrikel geplaatste drain, een externe ventrikeldrain (EVD):
o getunnelde EVD katheter (zonder fiberoptische drukmeter).
o Een EVD meter ingebracht via een holle schroef (al dan niet met een
fiberoptische drukmeter).
een drain geplaatst in de spinale ruimte op lumbaal nivo in de rug, een externe lumbale
drain (ELD).
27. Referenties
Niveau van aanbevelingen:
A. Ondersteund door tenminste twee grote prospectief gerandomiseerde gecontroleerde
klinische onderzoeken of een meta-analyse met een kleine kans op vals positief of een
vals negatief resultaat.
B. Ondersteund door één groot prospectief gerandomiseerd gecontroleerd klinisch
onderzoek met een kleine kans op een vals positief of vals negatief resultaat.
C. Ondersteund door één of meerdere kleine prospectief gerandomiseerde gecontroleerde
klinische onderzoeken of een meta-analyse met een matige tot grote kans op een vals
positief of een vals negatief resultaat.
D. Ondersteunen door alleen een niet-gerandomiseerde maar wel gecontroleerd klinisch
onderzoek, een cohort studie of een patiëntcontrole onderzoek.
E. Ondersteund door alleen niet-vergelijkend onderzoek, historische controles, case
reports of de mening van deskundigen.
28. Literatuur/bronnen
1. Woodward S, Addison C, Shah S, Brennan F, MacLeod A, Clements M. Benchmarking best practice for external
ventricular drainage. Br J Nurs 2002 Jan 10;11(1):47-53.
2. Arbour R. Intracranial hypertension: monitoring and nursing assessment. Crit Care Nurse 2004 Oct;24(5):19-6, 28.
3. Pope W. External ventriculostomy: a practical application for the acute care nurse. J Neurosci Nurs 1998 Jun;30(3):18590.
4. Wisinger D, Mest-Beck L. Ventriculostomy: a guide to nursing management. J Neurosci Nurs 1990 Dec;22(6):365-9.
5. Werkgroep infectiepreventie. drains. 2004.
Ref Type: Generic
6. Bisnaire D, Robinson L. Accuracy of levelling intraventricular collection drainage systems. J Neurosci Nurs 1997
Aug;29(4):261-8.
7. Vanore ML. Care of the pediatric patient with brain injury in an adult intensive care unit. Crit Care Nurs Q 2000
Nov;23(3):38-48.
8. Wyllie P. Paediatric head injuries: a literature review. J Trauma Nurs 1998 Oct;5(4):92-9.
9. Terry D, Nisbet K. Nursing care of the child with external ventricular drainage. J Neurosci Nurs 1991 Dec;23(6):347-53.
10. Josephson L. Management of increased intracranial pressure: a primer for the non-neuro critical care nurse. Dimens Crit
Care Nurs 2004 Sep;23(5):194-207.
11. Marcoux KK. Management of increased intracranial pressure in the critically ill child with an acute neurological injury.
AACN Clin Issues 2005 Apr;16(2):212-31.
12. Bullock R, Chesnut RM, Clifton G, Ghajar J, Marion DW, Narayan RK, et al. Guidelines for the management of severe
head injury. Brain Trauma Foundation. Eur J Emerg Med 1996 Jun;3(2):109-27.
13. Hoefnagel D, Dammers R, Ter Laak-Poort MP, Avezaat CJ. Risk factors for infections related to external ventricular
drainage. Acta Neurochir (Wien ) 2008 Mar;150(3):209-14.
14. Cummings R. Understanding external ventricular drainage. J Neurosci Nurs 1992 Apr;24(2):84-7.
15 March K. Intracranial pressure monitoring: why monitor? AACN Clin Issues 2005 Oct;16(4):456-75.
16. Ng I, Lim J, Wong HB. Effects of head posture on cerebral hemodynamics: its influences on intracranial pressure,
cerebral perfusion pressure, and cerebral oxygenation. Neurosurgery 2004 Mar;54(3):593-7.
Download