Jullie hebben lef... Week 48 Les 25 tm 27 week 48 2009 categoriale inkomensverdeling gevolgen van inkomensherverdeling leren tb 377 tm 389 maken wb 287 tm 293 Categoriale inkomensverdeling I Productiefactor Beloning kapitaal rente en huur arbeid loon natuur pacht ondernemerschap winst De categoriale inkomensverdeling geeft de verdeling weer van het nationaal inkomen over de beloningen van de verschillende productiefactoren. Categoriale inkomensverdeling II • Met betrekking tot de categoriale inkomensverdeling is het gebruikelijk een tweedeling te maken tussen inkomen uit arbeid en overig inkomen (ook genoemd vermogensinkomen of restinkomen). • Het aandeel van het inkomen uit arbeid in het totale inkomen kan op twee manieren worden berekend… Loonquote (LQ) loonquote = looninkomen nationaal inkomen x 100% Het looninkomen is de beloning voor arbeid verricht door werknemers. De LQ is afhankelijk van procentuele veranderingen in loon, apt en prijs! Arbeidsinkomensquote (AIQ) arbeidsinkomensquote = arbeidsinkomen nationaal inkomen x 100% Het arbeidsinkomen is het looninkomen plus het toegerekend loon van zelfstandigen. Het toegerekend loon van zelfstandigen is het deel van de winst dat beschouwd wordt als beloning voor arbeid verricht door zelfstandigen. AIQ en conjunctuur • Een hogere arbeidsinkomensquote kan tot een toename van de consumptie leiden, omdat van het arbeidsinkomen over het algemeen een groter deel wordt geconsumeerd dan van het overig inkomen. • Een stijging van de arbeidsinkomensquote (waardoor de consumptieve bestedingen toenemen) is gunstig voor de conjuncturele ontwikkeling. AIQ en structuur • Een hogere arbeidsinkomensquote kan tot een afname van de investeringen leiden, omdat investeringen voor een belangrijk deel worden betaald uit de winsten (winsten maken deel uit van het overig inkomen). • Een stijging van de arbeidsinkomensquote (waardoor de investeringen afnemen) is ongunstig voor de structurele ontwikkeling. Loonruimte • De loonruimte is de voor loonsverhoging beschikbare financiële ruimte, die bepaald wordt door de stijging van de reële arbeidsproductiviteit (apt) en de stijging van het algemeen prijsniveau. • De loonruimte is gelijk aan de stijging van de nominale arbeidsproductiviteit. • De loonruimte kan berekend worden met indexcijfers: index reële apt x index prijs / 100. Loonstijging = loonruimte • Een loonstijging die overeenkomt met de loonruimte is verdelingsneutraal. • Een dergelijke loonstijging heeft geen invloed op de verdeling van het nationaal inkomen over arbeidsinkomen en overig inkomen. De arbeidsinkomensquote en de overiginkomensquote blijven gelijk. Loonstijging < loonruimte • Als de loonstijging kleiner is dan de loonruimte, neemt het loonaandeel in het nationaal inkomen af. De arbeidsinkomensquote zal dalen en de overiginkomensquote zal stijgen. • Een loonstijging die kleiner is dan de loonruimte wordt ook wel loonmatiging genoemd. Loonmatiging kan tot lagere exportprijzen leiden en dat is gunstig voor de internationale concurrentiepositie. • Een stijging van de overig-inkomensquote (met name de winstquote) als gevolg van de daling van de arbeidsinkomensquote kan tot meer investeringen leiden, wat gunstig is voor de werkgelegenheid. Loonstijging > loonruimte • Als de loonstijging groter is dan de loonruimte, neemt het loonaandeel in het nationaal inkomen toe. De arbeidsinkomensquote zal stijgen en de overiginkomensquote zal dalen. • Hogere loonkosten kunnen tot prijsstijgingen leiden en hogere prijzen leiden via prijscompensatie weer tot loonstijgingen, enzovoort. Dit verschijnsel van elkaar opjagende lonen en prijzen wordt de loon-prijsspiraal genoemd. • Een daling van de overig-inkomensquote (met name de winstquote) als gevolg van de stijging van de arbeidsinkomensquote kan tot minder investeringen leiden, wat ongunstig is voor de werkgelegenheid. Inkomensoverdrachten • De inkomensherverdeling heeft gevolgen voor de omvang van het nationaal inkomen, de werkgelegenheid, voor de aard van de productie en voor de bestedingen. • De inkomensoverdrachten door en aan de overheid zorgen ervoor dat het nationaal inkomen gelijkmatiger worden verdeeld. Korte termijn • Inkomensoverdrachten dempen de conjunctuurbeweging: – Laag conjunctuur lage bestedingen stijging werkloosheid, maar door sociale uitkeringen blijven de bestedingen op redelijk peil. – Hoog conjunctuur hoge bestedingen stijging nationaal inkomen, maar door progressie in de inkomstenbelasting nemen de bestedingen weer een beetje af. Lange termijn • Om de secundaire personele inkomensherverdeling minder scheef te maken, heeft de overheid geld nodig: sociale premies en belastingtarieven verhogen een stijging van de loonkosten nationaal inkomen daalt (of stijgt minder snel dan andere landen). Afwenteling Afwenteling gebeurt op twee manieren: • Afwentelen door werknemers: als er een (bruto) loonstijging wordt geëist. Loonkostenstijging (premie/belasting) wordt dan afgewenteld op de werkgevers. • Afwentelen door werkgevers: werkgevers berekenen de gestegen loonkosten in de verkoopprijs door. Loonkostenstijging wordt dan afgewenteld op de consumenten loon-prijsspiraal. Milieuheffingen Milieuheffingen beïnvloeden de aard van de productie en de bestedingen. Productie wordt anders: - meer productiefactor arbeid - minder productiefactor natuur Bestedingen worden anders: - meer milieuvriendelijk producten - minder milieuvervuilende producten Ten slotte... • SE 2 … • ... vragen aan de slag!