Tuchtrecht in de gezondheidszorg Marian Barendrecht Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Ontwikkelplein Informatiedeling 28 juni 2017 Tuchtcolleges Tuchtcolleges RTG’s 2017 2016 2015 2014 2013 2012 1.567 1.609 1.710 1.713 1.625 56 48 45 46 45 6 2 1 4 1 0 2017 2016 2015 2014 2013 2012 525 544 514 492 426 5 9 12 12 15 3 2 3 0 0 Afgehandeld Beroepsgeheim Bemoeizorg CTG Afgehandeld Beroepsgeheim Bemoeizorg 2 Beroepsgeheim Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (BIG) Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) Hulpverlener zwijgt over zijn patiënten tenzij: Toestemming patiënt De wet Zwaarwegende belangen Conflict van plichten Conflict van plichten Hulpverlener beroept zich op overmacht. Criteria: Toestemming vragen is niet mogelijk Hulpverlener komt in gewetensnood als hij zwijgt Zwijgen kan ernstige (verdere) schade opleveren Het doorbreken voorkomt deze schade Beroepsgeheim wordt zo min mogelijk geschonden Er is geen andere oplossing Bemoeizorg Handreiking gegevensuitwisseling in de bemoeizorg 2005 herziene versie 2014 Doorbreking beroepsgeheim op grond van goed hulpverlenerschap Criteria: Er is sprake van een ernstige, zorgwekkende situatie Indien mogelijk toestemming of informeren patiënt Alleen noodzakelijke gegevens delen Alleen informatie delen met relevante partners Bemoeizorg Onderscheid kern- en schilpartners blijft van belang Kernpartners: vaste deelnemers OGGZ overleg te weten GGD, maatschappelijk werk en opvang, verslavingszorg, GGZ, huisarts, thuiszorg. Maar niet de politie. Schilpartners: politie, woningbouw, sociale dienst Advies ?? Afwegen : ga voornoemde criteria af Overleggen: collega’s, beroepsvereniging Noteren : afwegingen, overleg, conclusie, beslissing Jurisprudentie ECLI:NL:TGZRGRO:2014:28: verpleegkundige Casus: Dit is een zaak waarin de politie diverse meldingen heeft binnengekregen over klager die constant brieven stuurt naar verschillende mensen over oude zakelijke geschillen. Vanuit het OGGZ netwerk is de verpleegkundige gevraagd om een keer bij klager langs te gaan. Dat gebeurt, er komt een gesprek bij klager thuis. Tijdens dat gesprek vertelt de verpleegkundige waarom ze is langsgekomen. Duidelijk wordt dat klager onder behandeling is vanwege psychische klachten en dat de eerstvolgende afspraak met zijn behandelaar over drie maanden gepland staat. De verpleegkundige zegt dat ze zich zorgen maakt en dat zij zijn behandelaar wil inlichten over de situatie. Klager is het daar niet mee eens. De verpleegkundige bespreekt de situatie met collega’s en besluit vervolgens om toch de behandelaar van klager in te lichten over zijn situatie. Klacht: De klacht is dat de verpleegkundige tegen de wil van klager zijn behandelaar heeft ingelicht. Het verweer van de verpleegkundige is dat zij dat heeft gedaan omdat er justitiële vervolging dreigde als de situatie van klager niet snel zou verbeteren. Jurisprudentie Beslissing: Het college zegt dat wel vast staat dat de verpleegkundige zonder toestemming van klager zijn behandelaar heeft ingelicht maar dat klager niet heeft weersproken dat er sprake was van een overlastsituatie die zodanig was dat justitiële vervolging inderdaad zou kunnen dreigen. Het college vindt het daarom aannemelijk dat het inlichten van de behandelaar de enige manier leek om snel verbetering in de situatie van klager te brengen. Klacht ongegrond. Jurisprudentie ECLI:NL:TGZCTG:2014:82: verpleegkundige Casus: Verweerder heeft in het kader van een interventie op basis van bemoeizorg klaagster en haar zuster in hun woning bezocht. Er is bij klaagster en haar zus sprake van angsten ten opzichte van de buurman en van overmatige bezorgdheid om afgeluisterd te worden. Klaagster heeft in het gesprek met verweerder aangegeven dat zij vanwege overlast van de buren in aanmerking wil komen voor een vrijstaande woning en ze heeft verweerder verzocht dat voor hen te bepleiten in de zorgconferentie van GGZ, de woningcorporatie en de politie. Verweerder bespreekt de toestand van klaagster en haar zuster tijdens die zorgconferentie en vermeldt daar tevens dat er sprake lijkt te zijn van een waanstoornis. Klacht: Klaagster verwijt de verpleegkundige dat hij zonder toestemming informatie over haar psychische toestand heeft gegeven. Jurisprudentie Beslissing: Vast staat dat verweerder toestemming van klaagster had om met de woningcorporatie en politie over haar te spreken. Of er ook toestemming was verkregen om informatie over de psychische toestand van klaagster te delen kan volgens het college in het midden blijven nu het college oordeelt dat verweerder, ook als die toestemming er niet was, niet onzorgvuldig heeft gehandeld. Het college haalt de Handreiking gegevensuitwisseling in de bemoeizorg uit 2005 aan en wijst op het verschil tussen kern- en schilpartners. De woningcorporatie, die bij het overleg aanwezig was, is een schilpartner en heeft daarom in beginsel geen informatie over de psychische toestand van een huurder nodig. Maar het college oordeelt dat die informatie onder bijzondere omstandigheden voor de woningcorporatie nodig kan zijn om met het oog op haar eigen doelstelling goed te kunnen functioneren in contacten met de andere partners in de bemoeizorg. De hulpverlener zal wel altijd zorgvuldig moeten afwegen of, en zo ja welke, gegevens met kerndan wel schilpartners gedeeld moeten worden. Volgens het college lag het in dit geval voor de hand dat de verpleegkundige de bedoelde informatie uitwisselde, gezien de omstandigheden en de wijze waarop klaagster de psychische problematiek beleefde. Klacht ongegrond. Jurisprudentie ECLI:NL:TGZCTG:2016:85: verpleegkundige Casus: Door de echtgenoot van klaagster is contact opgenomen met een acuut behandelteam voor hulp aan klaagster. Verweerder maakt als psychiatrisch verpleegkundige deel uit van dat team en coördineert de aan klaagster te verlenen zorg. In dat kader heeft hij informatie over klaagster opgevraagd bij derden, zowel kern- als schilpartners. Zo heeft hij, zonder toestemming van klaagster, onder meer contact opgenomen met haar voormalige behandelend psychiater en haar behandelend neuroloog. Klacht: Informatie opvragen bij derden zonder toestemming Jurisprudentie Beslissing: Het college toetst aan de criteria van de handreiking bemoeizorg en blijft dan met name haken bij de criteria of er sprake was van een ernstige zorgwekkende situatie en of het mogelijk was toestemming van de patiënt te krijgen of de patiënt te informeren. Het college oordeelt dat er in dit geval geen sprake was van een acute situatie of van een maatschappelijke teloorgang. En ook was het volgens het college niet onmogelijk om toestemming aan klaagster te vragen. In het dossier heeft de verpleegkundige voornamelijk informatie van derden en dan vooral van de partner van klaagster (met wie zij zich in een scheidingssituatie bevond) opgenomen. Uit het dossier blijkt niet welke informatie de verpleegkundige van klaagster zelf heeft gekregen of wat zijn eigen waarnemingen zijn geweest. Het college acht dit in strijd met de uitgangspunten van bemoeizorg. Klacht gegrond, het college legt een waarschuwing op. Jurisprudentie ECLI:NL:TGZCTG:2017:129: psychiater Casus: Klaagster is in behandeling gekomen bij een psychiatrisch centrum. Ze was daar aangemeld door de politie omdat ze voortdurend aangifte deed tegen haar buren. Ze heeft last van lawaai en ze verdenkt haar buren ervan dat die apparatuur met allerlei geluiden in het afzuigsysteem van haar woning hebben geplaatst. Verweerder is psychiater en werkzaam in het psychiatrisch centrum waar klaagster in behandeling is. Hij heeft in een periode van drie jaar twee keer een rechterlijke machtiging voor klaagster aangevraagd en heeft daarbij zonder toestemming van klaagster informatie bij de kinderen van klaagster ingewonnen. Daar klaagt klaagster over. Jurisprudentie Beslissing: Het tuchtcollege oordeelt dat het in het kader van bemoeizorg niet zonder meer verboden is om informatie aan derden te vragen en het college vindt het in deze zaak aannemelijk dat de benodigde informatie over klaagster niet op een andere manier kon worden verkregen. Klacht ongegrond. Het college voegt daar nog aan toe dat het met het oog op het respecteren van de belangen van klaagster in het algemeen wel gewenst is om haar van tevoren in te lichten als er derden benaderd gaan worden voor het verkrijgen van informatie en dat ook serieus moet worden overwogen om haar van tevoren in te lichten. Jurisprudentie ECLI:NL:TGZCTG:2014:198: psychiater Casus: In deze zaak gaat de aangeklaagde psychiater op eigen initiatief bij een patiënte op huisbezoek nadat die is bevallen. Hij spreekt daar eerst met de echtgenoot van zijn patiënte, de latere klager, en vervolgens met patiënte zelf. Voor vertrek meldt hij aan klager dat hij contact op gaat nemen met Bureau Jeugdzorg en dat doet hij ook. Direct na het bezoek belt hij Bureau Jeugdzorg. Er wordt gelijk actie ondernomen en de volgende dag wordt het kind uit huis geplaatst. Klacht: De echtgenoot dient een klacht in. Hij verwijt de psychiater dat deze buiten zijn medeweten en zonder zijn instemming informatie over klagers veronderstelde agressiviteit en verondersteld cannabisgebruik aan Bureau Jeugdzorg heeft verstrekt, als gevolg waarvan zijn kind uit huis is geplaatst. Jurisprudentie Beslissing: De psychiater blijkt deel uit te maken van een FACT-team waar de partner van klager in zorg was. Het bezoek van de psychiater was in het kader van crisisinterventie vanuit dat FACT-team. Bureau Jeugdzorg was door een hulpvraag van de moeder zelf al betrokken geraakt bij het gezin. Het telefonisch contact dat de psychiater na het bezoek met Bureau Jeugdzorg heeft gehad stond in het teken van intercollegiaal overleg. Tijdens dat gesprek is door de psychiater informatie verstrekt die onder de geheimhoudingsplicht valt, maar het college oordeelt dat hij bij dat telefonisch contact in het kader van de bemoeizorg voor de moeder een voldoende zorgvuldige afweging heeft gemaakt met betrekking tot de uit te wisselen informatie. De verstrekte informatie was op dat moment relevant, adequaat en proportioneel. Klacht ongegrond. Jurisprudentie ECLI:NL:TGZRSGR:2017:8: huisarts Casus: Klager is vanaf 2005 als patiënt ingeschreven in de praktijk van de aangeklaagde huisarts en is alleen in dat jaar één keer op consult geweest. In 2014 heeft de huisarts, op verzoek van het Lokaal Zorgnetwerk en zonder klager te informeren een verwijsbrief aan een GGZ-instelling geschreven waarin hij klager verwijst en waarin hij vermeldt dat er signalen vanuit de woningbouwvereniging en wijkagent over klager zijn gekomen. Klacht: Klager verwijt de huisarts dat die een verwijsbrief heeft verstrekt zonder klager daarover (vooraf of nadien) te informeren, terwijl de huisarts klager sinds 2005 niet had gezien. Jurisprudentie Beslissing: Het college stelt voorop dat een arts een verwijzing met een patiënt moet bespreken. Maar, zo overweegt het college, de verwijsbrief bevatte in het onderhavige geval geen inhoudelijke (medische) informatie over klager en was daarom meer te beschouwen als een administratieve handeling die nodig is voor de financiering van zorg. De verwijzing is gevraagd in het kader van bemoeizorg, na signalen van onder meer de wijkagent. Het college oordeelt dat het in een dergelijk geval niet uitzonderlijk is om een verwijsbrief te schrijven zonder de patiënt te informeren. Klacht ongegrond. Jurisprudentie ECLI:NL:TGZRSGR:2017:27: verpleegkundige Casus: De verpleegkundige is coördinerend behandelaar en contactpersoon voor klager. Zij hebben elke twee weken een gesprek. Daar tussendoor mailt en sms-t klager veel naar de verpleegkundige. Op enig moment loopt klager boos weg bij een afspraak en die middag wordt de verpleegkundige in totaal 30 keer door klager gebeld. Ze neemt kennelijk niet op en klager spreekt dreigende berichten in op haar voicemail. Op het moment dat de verpleegkundige en haar partner besluiten aangifte te gaan doen gaat de bel en staat klager bij de verpleegkundige thuis voor de deur. De politie wordt gewaarschuwd en klager wordt aangehouden. Zowel de verpleegkundige als haar partner doen aangifte. De verpleegkundige verklaart tegenover de politie gedetailleerd over klager, over zijn stoornis, en over zaken die hij haar heeft verteld, waaronder een verdenking wegens pedofilie. Ze stelt, spontaan, brieven en e-mails van klager, aan haar gericht, aan de politie ter beschikking. Haar partner legt ook een verklaring af met daarin veel persoonlijke details over klager die door de verpleegkundige kennelijk aan hem zijn verteld. De klacht gaat over die aangiftes. Jurisprudentie Beslissing: Het college haalt de Handreiking voor verpleegkundigen en verzorgenden aan: “hoe ga je om met het beroepsgeheim in contact met politie en justitie?”. In die handreiking staat dat bij een aangifte de naam van de zorgvrager en eventueel zijn adres aan de politie doorgegeven mag worden. De regel is, zoals altijd, dat niet meer gegevens worden verstrekt dan nodig is. De medische gegevens van de zorgvrager zullen bijvoorbeeld vaak niet relevant zijn. Het college vindt de klacht gegrond. Het heeft aandacht voor de bedreigende situatie, maar vindt dat de verpleegkundige had kunnen en dus moeten volstaan met het vermelden van feiten die betrekking hebben op de strafbare feiten waarvan zij aangifte deed. Kennelijk heeft zij ook te veel informatie met haar partner gedeeld. Voor zover zij dat heeft gedaan in het vertrouwen dat hij daar met niemand over zou praten geldt dat, wanneer dat uiteindelijk wel gebeurt, zij verantwoordelijk blijft. De verpleegkundige krijgt een waarschuwing. Zij is in beroep gegaan en dat beroep loopt nog.