Een geheim kamerheer van de paus uit Udenhout

advertisement
Verschenen in: De Kleine Meijerij, jrg. 49 (1398), nummer l 13
EEN GEHEIM KAMERHEER VAN DE PAUS UIT UDENHOUT
Monseigneur Willem de Bever als missionaris in Amerika
door Frans van lersel
In de Amerikaanse staat Michigan staat een mausoleum waar de Udenhouter Willem de Bever begraven ligt.
Deze boerenzoon, die op 29 april 1830 nabij de Drunense duinen geboren werd, was naar de Verenigde
Staten vertrokken om daar als priester te gaan werken. Zijn verdiensten in Amerika waren zo bijzonder dat
de paus Willem bij zijn emeritaat benoemde tot Geheim Kamerheer. Door deze benoeming mocht de
Udenhouter voortaan de titel van monseigneur voeren.
Martinus de Bever vestigt zich in Udenhout
Op 10 februari 1820 trouwt Martinus (Martien) de Bever uit Cromvoirt met Anna Cornelia van lersel uit
Udenhout " in de raadkamer van de gemeente Udenhout. De bruidegom is landbouwer van beroep en kwam
op 27 februari 1792 in Vught ter wereld. Reeds op jeugdige leeftijd verhuist hij met zijn ouders Adriaan de
Bever en Johanna Vughts naar een boerderij in Cromvoirt. De jongeman blijft daar wonen tot zijn huwelijk in
1820. De bruid is Anna van lersel, van beroep landbouwster,
geboren te Udenhout op l oktober 1798. Haar ouders zijn Cornelis van lersel en Cornelia Berkelmans, die
allebei in Udenhout
wonen. Het jonge echtpaar De Bever gaat in Udenhout wonen. Vermoedelijk is het landbouwersechtpaar
begonnen op een boerderij op 't Winkel. In 1827 verhuizen ze naar een boerenbedrijf aan de zuidelijke kant
van de Loonse Molenstraat. Ze blijven daar wonen tot mei 1829.
Martinus de Bever koopt de boerderij "den Duin". Sinds mensenheugenis heeft er in Udenhout op het einde
van de Schoorstraat aan de Oude Bosschebaan tegen de Drunense Duinen een grote boerderij gelegen.
Het complex bestond uit enkele percelen bouw-en weiland, houtwallen, broek- en rietland. Ook stukken
heidegrond en schaarhoutbossen behoorden
tot de hoeve. Deze boerderij hoort op het eind van de 18e eeuw tot de eigendommen van de Bossche
poortersfamilie Watrin. Het bedrijf wordt in het begin van de 19e eeuw verhuurd aan de pachter Adriaan van
Strijdhoven. Op 25 augustus 1827 verkoopt de toenmalige eigenaar van de boerderij, de in Den Bosch
wonende apotheker Johannes Baptist Watrin, zijn Udenhoutse goederen aan Martinus de Bever 2). De akte
van transport beschrijft de goederen als volgt:
"Eene Bouwmanshoeve, bestaande in huis gequoteerd no 53, schuur en stal, varkenskot, schop, bakhuis,
karn- of botermolen met aangelegen erven, bestaande in hof, boomgaard, teullanden, weijde, heiden,
bosschen, straaijselvelden
en turfvelden, te saam groot ongeveer 24 bunder, 61 roeden, alle aan malkanderen staande en liggende te
Udenhout, aan
het einde van de zoogenaamde Schoorstraat, strekkende zich uit met het eene einde aan het einde van de
zoogenaamde Buntsteeg en met het andere einde tot aan de Bergen of Duinen van de Gemeente Drunen."
Behalve dit grote blok behoren tot de verkoping nog twee heibodems, gelegen in de Drunense Heide nabij
de Heidijk onder de gemeente Drunen. Die twee percelen, ter grootte van samen ongeveer drie bunder, zijn
begroeid met mastbomen en heide. De totale koopsom is f.4500.-. Daarvan betaalt de koper f.700.- in
contanten; voor de resterende som van f.3800,- is in de koopakte een aflosen renteregeling opgenomen 31.
De jongste zoon Willem wordt geboren Het echtpaar krijgt in de eerste jaren van hun huwelijk drie zonen en
twee dochters. Na hun intrek op de hoeve "den Duin" komt er nog een zoon ter wereld. Op 29 april 1830
wordt het gezin verblijd met de geboorte van zoon Wilhelmus (Willem). Hij zou het jongste kind van het gezin
blijven, omdat vader Martinus de Bever ruim een jaar later, op 11 november 1831, op 39-jarige leeftijd
overlijdt.
Behalve het verlies van vader De Bever krijgt het gezin nog meer tegenslagen te verwerken. Twee kinderen,
te weten de 12-jarige Adriaan en de 8-jarige Johannes overlijden kort na elkaar in februari 1836. De weduwe
blijft dan achter met vier jonge kinderen, twee zonen en twee dochters. Zoon Cornelis zien we later terug als
steenbakker te Udenhout. Dochter Cornelia trouwt met de landbouwer Johannes van Rooij en betrekt
omstreeks 1855 een nieuwe boerderij op een afgesplitst deel van de oorspronkelijke bouwhoeve. Dochter
Johanna trouwt met de landbouwer Nicolaas Verhoeven uit Oisterwijk en gaat in Oisterwijk wonen. De
oudste zoon van Nicolaas Verhoeven, Martinus, betrekt in 1884 de bedrijfsgebouwen van de ouderlijke
boerderij "den Duin". Zijn rechtstreekse afstammelingen wonen daar nog steeds.
Wïllem gaat naar het seminarie
Zoals in die tijd vaak voorkomt in gegoede boerengezinnen, gaat een van de zonen studeren om zich voor te
bereiden op het priesterschap. Wïllem gaat eerst in zijn jeugdjaren naar de openbare school van Udenhout.
Verharde wegen kent Udenhout dan nog niet. Het moet de kleine Willem veel inspanning gekost hebben om
© Stichting Adriaen Snoerman Fonds – 2002/2008
dagelijks met zijn klompen door de natte zanderige Schoorstraat te schuiven.
In die tijd is er in Udenhout maar één lagere school. Het is de openbare school van meester Christiaan
Kuijpers, op de hoek van de huidige Slimstraat en de Schoorstraat. Het is een oud en vervallen schoollokaal,
gedekt met stro, vastgebouwd aan het meestershuis waarin ook de raadkamer van de gemeente is
gehuisvest. Meester Kuijpers woont dan evenwel zelf niet meer in het schoolhuis maar in het herenhuis op
de hoek van de Schoorstraat en de Groenstraat. Uit archiefgegevens is af te leiden dat de hoofdonderwijzer
goed bevriend is met de familie De Bever. Het ligt voor de hand dat meester Kuijpers een stimulerende
invloed heeft gehad op de keuze van zijn leerling Willem. Na het doorlopen van de plaatselijke lagere school
gaat Willem als 13-jarige knaap in 1843 naar de kostschool op het klein-seminarie Beekvliet in Sint
Michielsgestel. In 1849 stapt hij over naar het groot-seminarie te Haaren. Daar studeert hij de gebruikelijke
vakken theologie en filosofie. Na de voorafgaande lagere wijdingen ontvangen te hebben wordt Willem op 2
juni 1855 priester gewijd. De plechtigheid vindt plaats in de kathedraal van St.Jan te 's-Hertogenbosch door
Mgr. Johannes Zwijsen, Aartsbisschop van Utrecht en Administrator van het
diocees Den Bosch 4). Kort na zijn priesterwijding, op 3 augustus 1855, wordt Willem benoemd tot assistent
van de pastoor in de parochie Gerwen. Hij fungeert daar drie jaar als een soort tweede kapelaan. In 1858
ontvangt hij de benoeming tot (volwaardig) kapelaan te Nuland. Hier blijft hij tien jaar.
Landverhuizers
In de eerste helft van de 19e eeuw vertrekken vanuit Nederland vele landverhuizers naar Noord-Amerika om
daar een nieuw bestaan op te bouwen. Onder hen bevinden zich ook emigranten uit de provincie NoordBrabant. Er zijn vooral uit het rooms-katholieke Oost-Brabant relatief veel geregistreerde landverhuizers.
Vanuit dat Oost-Brabant vindt in die tijd de kolonisatie vooral plaats in de Amerikaanse staten Wisconsin en
Michigan. Vaak kiest men een gebied waar al een Nederlandse missionaris werkzaam is. Voor een juiste
beoordeling van dit aspect is het van belang zich in te leven in het religieus en kerkelijk leven van die tijd.
Het bestaan van de mens was sterk verbonden met kerk en religie. Temidden van hun eigen
priesters en kerken raakten de landverhuizers, na een vaak moeilijke begintijd, tamelijk snel geïntegreerd in
het zich sterk ontwikkelende Midden-Westen 61.
Noord-Amerika is vanaf de ontdekking daarvan voor velen een geliefd missiegebied. Vóór 1900 zijn er al
honderden Nederlandse priesters als missionaris werkzaam. Het zijn zowel seculiere als reguliere priesters.
Velen van hen zijn afkomstig uit de Brabantse bisschoppelijke seminaries of kloosters. Maar ook tientallen
studenten van die instituten breken hier hun studie af en vertrekken naar Amerika. Daar voltooien ze hun
opleiding om vervolgens de rooms-katholieke kerk in Amerika
te dienen. Hun vertrek spruit voort uit een algemene missie-ijver, zodat men terecht kan spreken van een
missie-actie. Door vermeerdering van de katholieke bevolking na 1850 zijn nieuwe bisdommen nodig, met
daaraan gekoppeld een extra behoefte aan priesters. Begrijpelijk is dat vanuit het buitenland vele
wereldheren en kloosterlingen belangstelling krijgen om daar te gaan werken. In die tijd duurt het in
Nederland erg lang voordat ergens een pastoraat beschikbaar komt. Die lange wachttijd is waarschijnlijk ook
voor Willem de Bever aanleiding geweest om zijn diensten aan te bieden aan een Amerikaanse bisschop.
Willem de Bever vertrekt naar Amerika
Na dertien jaar priesterleven in het diocees Den Bosch, neemt Willem de Bever begin juli 1868 afscheid als
kapelaan van de parochie Nuland om zich te vestigen in de Verenigde Staten van Noord-Amerika. De
pastoor van Nuland, de WelEerw Heer Pollet, biedt bij die gelegenheid zijn kapelaan een waardig
afscheidsdiner aan, waarbij een 30-tal geestelijken uit de omtrek zijn uitgenodigd. Kapelaan De Bever had
zich de afgelopen tien jaren zeer geliefd en verdienstelijk gemaakt in Nuland. Zijn vertrek wordt door de
gemeenschap van Nuland dan ook diep betreurd 6). Na een langdurige bootreis komt hij op 29 augustus aan
in het bisdom Detroit in de staat Michigan. Daar wordt hij hartelijk verwelkomd door bisschop Lefèvre, die
hem ziet als "een geschenk uit de hemel voor de bediening van zijn verspreide kudde". In de Amerikaanse
plaats Redford is juist op dat moment door ziekte van de pastoor van de St.Josephkerk behoefte aan een
geestelijke. De bisschop benoemt Willem de Bever
spoedig tot prefect (soort kapelaan) van die parochie. Willem ontpopt zich daar als een vurig en bemind
pastor.
We weten niet hoelang hij in Redford blijft. Omstreeks 1880 komen we hem in een verkoopakte tegen als
pastoor van de Noord-Amerikaanse plaats Ypsilanti. Na zijn pastoraat in die plaats komt hij terecht op het
pas gestichte en groeiende opleidingsinstituut van de Nazareth Academy in Kalamazoo, in de staat
Michigan. Hier zet hij zich met zijn gebruikelijke succes in voor het instituut en doet veel aan promotie.
Intussen richt hij voor eigen rekening op de terreinen van die academie een grafmonument op, bekend als
de prachtig ontworpen De Bever-kapel, met een marmeren altaar en een kelder. Hier moeten later zijn
stoffelijke resten bewaard worden. In de crypte is nog ruimte voor vijf andere overleden priesters.
© Stichting Adriaen Snoerman Fonds – 2002/2008
Benoemd tot Geheim Kamerheer van de Paus
In 1903 vraagt hij aan zijn superieuren eervol ontslag uit zijn functies wegens zijn gevorderde leeftijd. Hij is
dan 48 jaar actief priester geweest. Bij zijn afscheid van de academie in september 1903 ontvangt hij voor
zijn vele verdiensten een pauselijke onderscheiding. Een priester komt nooit, zoals leken, in aanmerking
voor de pauselijke onderscheidingen "Pro Ecclesia et Pontifice", Ridder in de orde van St.Silvester of van de
H.Gregorius. Paus Pius X benoemt de scheidende priester wel tot 'Geheim Kamerheer van de Paus'. Voor
een priester is zo'n benoeming een openlijke waardering voor de verdiensten, die door
deze prelaat aan de kerk bewezen zijn. Willem krijgt door deze benoeming het recht om de titel van
monseigneur te voeren en
mag ook de bijbehorende 'paarse' eretekenen dragen. Zo draagt hij vanaf die dag een paarse singel om zijn
middel en heeft hij paarse knopen op de voorkant van zijn toog. In Amerika is zijn aanspreektitel voortaan:
Right Reverend (Zeer Eerwaarde Heer) Monsignor William de Bever.
Een onrustige levensavond
Bevrijd van zijn dagelijkse zorgen besluit Willem na zijn emeritaat terug te gaan naar Nederland. Op 17
september 1904 arriveert hij in Udenhout en vestigt zich in de woning van zijn zuster Cornelia de Bever, in
het dorp beter bekend als de weduwe Van Rooij-De Bever. Bij haar wonen nog haar drie ongehuwde
kinderen Martinus, Joannes en Adriana. Cornelia
heeft nog drie andere kinderen, maar deze verblijven in het zusterklooster te Haren bij Oss.
De weduwe Van Rooij-De Bever woont dan in een boerderij aan de Slimstraat in Udenhout. Om heeroom
een rustige oude dag in Udenhout te geven, laat Cornelia in haar woning een kamer inrichten als huiskapel
voor haar heerbroer. In die woning herdenkt Willem de Bever op 2 juni 1905 in besloten kring zijn gouden
priesterfeest.
Lang blijft Mgr. De Bever niet bij zijn zuster wonen. Hij kan met zijn levendige en beweeglijke karakter de
gezochte rust in het vaderland niet vinden. Precies twee weken later vertrekt hij weer naar Amerika, waar hij
te Dexter bij zijn vroegere huishoudster zijn intrek neemt. Ook in Dexter kan hij echter geen rust vinden. Op
10 augustus 1912 komt hij opnieuw
naar zijn geboorteland. In Udenhout woont hij op 20 oktober 1912 het gouden jubileum van het Udenhoutse
Liefdesgesticht bij, en vestigt zich nadien te Rossum bij zijn heerneef Laurentius Verhoeven, die daar
pastoor is. Ook hier kan hij geen aard krijgen. Nauwelijks van een zware ziekte hersteld, keert hij in 1913 op
83-jarige leeftijd naar Amerika terug 7).
Weldoener voor Udenhout
Meerdere malen heeft de oud-parochiaan Willem de Bever geldelijke middelen beschikbaar gesteld voor de
kerk en het onderwijs in Udenhout. Bij zijn vertrek naar Amerika in 1868 schenkt hij de Lambertuskerk van
Udenhout een fundatie van f.500.- voor het verrichten van bepaalde kerkelijke diensten. Tevens schenkt hij
een bedrag van f.500,- voor de oprichting van het Liefdesgesticht van Udenhout, het latere St. Felix-complex
8). Later volgen nog meer fundaties voor de kerk en een schenking van f.500,- voor de bouw van het
Fraterhuis aan de Slimstraat9I.
Diamanten priesterfeest
Op 2 juni 1915 herdenkt Mgr. de Bever, die nu als rustend priester te Dexter (Michigan) woont, zijn
diamanten priesterfeest. Zijn vrienden bieden hem bij die gelegenheid een prachtige gouden kelk aan. Ter
gelegenheid van deze gebeurtenis publiceert het dagblad "The Augustinian" op 18 december 1915 een
uitgebreide levensschets over het 60-jarig priesterschap van Mgr. de Bever. Behalve een recente foto van de
jubilaris plaatst de krant het onderstaande gedicht:
DIAMOND JUBILEE van Right Reverend
Monsignor De Bever.
"O/d priest on the slope of the summit
Did float down and fall in thine ear
The strong Words of weak-hearted Peter:
"O Lord, it is good to be here!"
Thy heart was stronger than Peter's
And sweeter the tone of thy prayer;
"Twas Calvary thy youngfeet were climbing,
And old-thou are still standing there."
Mgr. de Bever overlijdt in 1919
Op zaterdag 19 april 1919 overlijdt monseigneur William de Bever in zijn huis in Dexter. Na een lang en goed
besteed leven in dienst van de Heer wordt de gewezen Right Reverend Monsignor De Bever in Kalamazoo
© Stichting Adriaen Snoerman Fonds – 2002/2008
begraven. In de plechtige rouwdienst in de kapel van de Nazareth Academy te Nazareth, gaat de Right
Reverend Michael J.Callagher voor bij de plechtigheid. Vele priesters uit de staat Michigan zijn bij de
rouwdient aanwezig. De aanwezigen beloven plechtig dat de
overledene "voor eeuwig eerbiedig zal worden herdacht: in de gebeden van faculteit en studenten".
Na de uitvaartdienst legt men de zeer eerwaarde priester te rusten in de kapel die hij voor dit doel op de
terreinen van de Nazareth Academy te Nazareth nabij Kalamazoo had gesticht. Zijn nalatenschap heeft hij
bij testament bestemd voor de Sisters van Nazareth. Hij was een van de eerste (huis)kapelaans van de
Academie.
Een plaatselijke krant maakt bij gelegenheid van de uitvaart een uitgebreide levensschets van de priester.
De krant beschrijft vooral zijn rusteloze werkzaamheid en zijn gemakkelijke en aangename
omgangsmanieren. Tot slot schrijft de auteur: "He understood and loved America. Though a foreigner by
birth and education, yet hè was an American to the core of the heart, to the tip of his finger" 10>.
Dit oordeel over het leven en werken van een Udenhoutse priester in een vreemd land behoeft geen nadere
uitleg. Bij de nog in leven zijnde familieleden was hun verre oud-oom Willem de Bever in vergetelheid
geraakt. Nu hij weer is opgespoord kan de familie Verhoeven van de hoeve "den Duin" trots zijn op de in die
hoeve geboren Geheim Kamerheer.
Noten:
1) Gem.Archief Udenhout, huwelijksregister 1820.
2) Not.Arch.Uht, inv. 8010. Akte nr 69 dd. 25 aug. 1827.
3) Rond de hoofdgebouwen van de oude hoeve is thans het campingbedrijf "Duinhoeve" gevestigd. Het
bedrijf is sedert 1827 steeds eigendom gebleven van koper Martinus de Bever of zijn nakomelingen.
4) Bisschoppelijk Archief Den Bosch. Memoriaal studenten Klein- en Groot Seminarie 1815-1865.
5) Stekelenburg, Dr. H. van, Landverhuizing als regionaal verschijnsel 1820-1880. Uit de reeks "Bijdragen tot
de geschiedenis van het Zuiden van Nederland", deel 87.
6) Weekblad voor Tilburg, zaterdag 5 juli 1868, pag 3.
7) Van Eijl, P.B.H., Pastoor Lambertusparochie Udenhout, Necrologium, pag 130.
8) Bisschoppelijk Archief, doos Udenhout, map B.
9) Van Eijl, P.B.H., Pastoor Lambertusparochie Udenhout, Memoriaal van de parochie, naar bewerking door
C.J. van Kempen.
10) Weekblad "de Michigan Catholic" van 24 April 1919.
© Stichting Adriaen Snoerman Fonds – 2002/2008
Download