voorbereidend rekenen, passen en meten. creatieve

advertisement
Hoeken:
• Bouwtafel:
Àe gaan een zwembad bouwen. Dat heeft te maken met
voorbereidend rekenen, passen en meten.
–
–
–
–
–
Om het grote bad en het kleine bad na te bootsen,
geeft u de kinderen een grote en een kleine rechthoek
van blauw fotokarton.
Verzamel foto's van zwembaden. Tijdens de inleiding
kunt u die dan samen met de kinderen bekijken. Àat is
er zoal te zien? De kassa, de hal, het café, de
gemeenschappelijke kleedruimte, de kleine badhokjes, de
douchegelegenheid, het diepe bad en het kleuterbad.
Stel steeds vragen over de functie van een ruimte.
(Bijvoorbeeld: waarom is er een café?) Maar stel ook
vragen over de grootte en de vorm van de ruimtes.
(Àat is groter en wat is kleiner: de gemeenschappelijke
kleedruimte of een badhokje? Hoeveel badhokjes zijn er
in jouw zwembad, denk jij? Enzovoort.)
Geef daarna opdracht het zwembad te bouwen. Bij
deze opdracht moeten de kinderen veel ruimte op tafel
hebben, want het zwembad is immers groot. En zorg er
ook voor dat er voor het dak van het zwembad
bouwplankjes (of stevig karton) klaarligt.
Als de opdracht is uitgevoerd, kunnen de kinderen nog
spelen met het eindresultaat. Bijvoorbeeld met van thuis
meegebrachte poppetjes die mogen gaan zwemmen.
• Tekentafel:
Laat zwemdiploma's maken. Deze opdracht bevordert de
creatieve ontwikkeling.
–
–
–
Laat voorbeelden van zwemdiploma's aan de kinderen
zien.
Schrijf (of stempel) de naam van de kinderen op een
briefje. Dat dient als voorbeeld. Kinderen kunnen dan
zelf hun naam op het diploma invullen.
Stimuleer de kinderen om het diploma dat ze zelf maken
niet van een voorbeeld te kopiëren. Maar laat ze zelf
een ontwerp maken en zelfgekozen zwemattributen
(zoals zwemband, zwemvliezen en duikbril) op het diploma
tekenen.
• Stempeltafel:
De volgende opdracht bevordert de cognitieve ontwikkeling.
Benodigdheden: kurken (om mee te stempelen), drie kleuren
ecoline (bruin, zwart en geel), kleurpotloden en
een vel lichtblauw papier.
– Geef het kind een vel lichtblauw papier. Dit stelt het
zwembad voor. De kinderen stempelen met de kurken op
het papier. Een stempel stelt het haar van een
zwemmer voor. Bijvoorbeeld: een gele stempel is blond
haar. Laat er later een gezicht bij tekenen.
– Geef er een aantal voorbereidende rekenopdrachten bij:
telopdrachten, rekenopdrachten en richtingopdrachten.
(Zie bij: Drie kringactiviteiten, punt 1.) Een voorbeeld van
een gecombineerde opdracht voor gevorderde leerlingen:
deel het zwembad in tweeën. Laat in de linkerhelft van
het bad weinig mensen stempelen (met zwart haar) en in
de rechterhelft veel mensen (met bruin haar).
Voorbereidend lezen, ontwikkeling van het waarnemen:
Laat met de letterstempeldoos woorden nastempelen die met het
zwemgebeuren te maken hebben, bv.: spetteren, water, druppel, bad,
rugzwemmen,duikbril.
Laat de gestempelde begrippen ook tekenen. Dan kunt u er
zekerheid over verkrijgen dat het kind weet wat er staat.
• Poppenhoek:
Nu staat de emotionele ontwikkeling centraal. De poppenhoek
wordt voor deze opdracht veranderd tot gemeenschappelijke
kleedruimte van het zwembad. Zet kledingrekken neer met
veel hangers. Zorg dat de volgende zaken aanwezig zijn:
badpakken, zwembroeken, handdoeken, badtassen, zwembanden,
zwemarmbanden, zwembrillen en badmutsen. Voor de poppen
moet er ook zwemkleding worden klaargelegd. Er moeten een
aantal poppen aanwezig zijn van verschillend formaat.
Daarvoor moet passende kleding worden gezocht (passen en
meten, voorbereidend rekenen). Maak bij de ingang van de
poppenhoek ook een kassa. Benodigdheden voor de kassa zijn:
tafel, stoel, stempel, stempeldoos, een voorraadje lege
stempelkaarten en een bakje om “geld” in te bewaren. Je
betaalt bijvoorbeeld vijf steentjes entreegeld! En dan... spelen
maar!
• Àatertafel:
De volgende opdracht betreft de cognitieve ontwikkeling. Leg
allerlei materialen neer om mee te experimenteren.
Bijvoorbeeld voorwerpen van hout, rubber, steen en plastic,
boombladeren, gras, glazen knikkers en ijzeren voorwerpen.
Hiermee kunnen allerlei drijfspelletjes gedaan worden. De
begrippen licht/zwaar, lichter/zwaarder, het lichtst/het
zwaarst en drijven/zinken moeten dan aan de orde komen.
Kinderen moeten de gelegenheid hebben om veel onderzoek te
doen met de voorwerpen en materialen. Daarnaast kunt u ook
vragen
stellen
waarvoor
onderzoek
noodzakelijk
is.
Bijvoorbeeld:
–
Àat blijft drijven: de steen of het stuk hout?
–
Àat zinkt sneller: het plastic poppetje of de steen? En
hoe komt dat? Enzovoort.
Bedenk zelf vragen aan de hand van de aanwezige
voorwerpen en materialen. Maar geef de kinderen vooral de
gelegenheid om met de door henzelf gezochte voorwerpen te
experimenteren.
• Verfbord:
De volgende opdracht betreft de creatieve ontwikkeling.
Hang grote vellen papier op het verfbord. Vertel aan de
kinderen dat het badhanddoeken zijn, die beschilderd moeten
worden. Om de kinderen inspiratie te laten krijgen, kunt u
échte, vrolijk gekleurde badhanddoeken in de klas ophangen.
Maar zorg er wél voor dat de kinderen eigen voorstellingen
maken. Dit stimuleert het zelfstandig denken.
• Plaktafel:
Dit is een rubriceeroefening en een oefening van de fijne
motoriek.
– Knip uit gekleurd fotokarton een grote badtas. Voor elk
kind één. Leg er een stapel tijdschriften, een schaar en
lijm naast.
– Stel dan aan de kinderen de vraag: wat hoort er allemaal
in een badtas? (Niet alleen maar badspullen, maar ook
bijvoorbeeld droge kleren, toiletartikelen zoals een kam en
een borstel, enzovoort.)
– De kinderen moeten nu plaatjes uit de tijdschriften
knippen die betrekking hebben op de inhoud van een
badtas en die plaatjes opplakken op de badtas van
fotokarton.
– Het is leuk om elk kind later in de kring te laten vertellen
over de inhoud van de badtas die hij (of zij) verzameld
heeft.
• Leeshoek:
Breng de leeshoek in de sfeer van het thema door er
opgeblazen
luchtbedden,
zwembanden,
badlakens
en
opblaaskussens neer te leggen. En natuurlijk ook boeken die
over het onderwerp gaan!
Tijdens het lezen kunnen de kinderen dan lekker knus gaan
liggen, met een badlaken over zich heen getrokken.
Download