“Zalig zijn de reinen van hart, want zij zullen

advertisement
De waarde van een rein leven
Reinheid
a. Een ongelovige heeft
verstand en geweten.
een
onrein
hart, Alle dingen zijn wel rein voor de reinen, maar voor de
bevlekten en ongelovigen is geen ding rein, maar
beide hun verstand en geweten zijn bevlekt.
(Titus 1: 15)
b. De gelovige is gereinigd door het bloed van Hoeveel te meer zal het bloed van Christus, Die door
de eeuwige Geest Zichzelf aan God onbestraffelijk
Christus gereinigd van een kwaad geweten.
opgeofferd heeft, uw geweten reinigen van dode
werken, om de levende God te dienen?
(Hebreeën 9: 14)
c. Alleen de reinen van hart zijn deelgenoot aan Dan zal Ik rein water op u sprengen, en gij zult rein
worden; van al uw onreinigheden en van al uw
het genadeverbond.
drekgoden zal Ik u reinigen. (Ezechiël 36: 25)
d. Reinheid is het doel van onze verlossing.
Die Zichzelf voor ons gegeven heeft, opdat Hij ons
zou verlossen van alle ongerechtigheid, en Zichzelf
een eigen volk zou reinigen, ijverig in goede werken.
(Titus 2: 14)
De Heere God roept Zijn kinderen op tot reinheid, want:
a. God is heilig. Reinheid is het opperkleed, Gij zijt te rein van ogen, dan dat Gij het kwade zoudt
zien. (Habakuk 1: 13)
waarmee God Zelf bekleed is.
b. De Bijbel roept ons hiertoe op.
Nadert tot God, en Hij zal tot u naderen. Reinigt de
handen, gij zondaars, en zuivert de harten, gij
dubbelhartigen! (Jakobus 4: 8)
Weest heilig, want Ik ben heilig. (1 Petrus 1: 16)
c. De gelovigen behoren een voorbeeld te zijn.
Niemand verachte uw jeugdige leeftijd, maar wees
een voorbeeld voor de gelovigen in woord, in wandel,
in liefde, in den geest, in geloof, in reinheid.
(1 Timotheüs 4:12)
d. Juist binnen in het hart is er veel zonde.
Wee u, gij Schriftgeleerden en Farizeeën, gij
geveinsden, want gij reinigt het buitenste van de
drinkbekers en van de schotels, maar van binnen
zijn zij vol van roof en onmatigheid. (Mattheüs 23:25)
e. Want zij zullen God zien; in dit leven en het Zalig zijn de reinen van hart, want zij zullen God
zien. (Mattheüs 5: 8)
toekomende leven.
“Zalig zijn de reinen van hart, want zij zullen God zien”
(Mattheüs 5:8)
De Heilige God Die te rein van ogen is, dan dat Hij het kwade zou zien, vermaant in deze
tekst tot reinhart van het hart, en belooft aan hen, die met dit kostelijk juweel versierd
zijn, een heerlijk en zalig gezicht op Hemzelf: „zij zullen God zien“. Die rein van hart zijn,
zullen de reine God zien. In: De zaligsprekingen van Thomas Watzon.
Reinigen (Grieks: hagnizō ) is van oorsprong een begrip uit de Oud Testamentische eredienst, maar
heeft in het Nieuwe Testament vooral een ethische invulling. Het gaat niet om een uiterlijke, maar om
een innerlijke reiniging, die plaats vindt door het bloed van Christus. Dat neemt niet weg dat de
gelovigen ook zichzelf hebben te reinigen, waarvoor God hun de kracht geeft. Het Griekse werkwoord
staat dikwijls in een ‘praesens-vorm’, hetgeen wil zeggen dat deze reiniging een doorgaand proces is.
Reiniging is steeds weer nodig in een wereld waar onreinheid hoogtij viert. Deze reinheid is nodig in
de relatie van de gelovige met Christus, die ook rein, zonder zonde, is.
Kenmerken van een rein leven
a. Een rein hart wandelt in het licht en heeft Maar indien wij in het licht wandelen, gelijk Hij in
het licht is, zo hebben wij gemeenschap met
een afkeer van alle zonde.
elkander, en het bloed van Jezus Christus, Zijn
Zoon, reinigt ons van alle zonde. (1 Johannes 1:7)
b. Leeft met een “nauw geweten” voor Gods Houdende de verborgenheid des geloofs in een rein
geweten. (1 Timotheüs 3: 9)
aangezicht.
c. Een rein hart schuwt alle schijn des kwaads. Onthoud u van alle schijn des kwaads. (1 Thes. 5:22)
ten opzicht van zichzelf
uit eerbied voor Gods heiligheid
ten opzichte van andere gelovigen
Een goede naam is uitgelezener dan rijkdom.
(Spreuken 22: 1)
d. Een gelovige staat meer en meer naar Wie zou de afdwalingen verstaan? Reinig mij van de
reinheid
van
hart,
en
koestert
geen verborgene afdwalingen. (Psalm 19: 12)
boezemzonden.
e. Een rein hart zal een rein leven leiden.
Laat ons onszelf reinigen van alle besmetting van het
vlees en van de geest, en de heilgmaking voleindigen
in de vreze van God. (2 Korinthe 7: 1)
Middelen om een rein hart te krijgen
a. Vlucht elke dag tot de fontein van Christus Te dien dage zal er een Fontein geopend zijn voor het
huis van David en voor de inwoners van Jeruzalem,
bloed.
tegen de zonde en tegen de onreinheid.
(Zacharia 13:1)
b. Lees iedere dag biddend het Woord van God Gij zijt nu rein om het woord dat Ik tot u gesproken
heb. Blijft in Mij en Ik in u. (Johannes 15: 3-4a)
en luister naar de stem van jouw Meester.
Opdat Hij haar heiligen zou, haar reinigend met het
bad van het water door het Woord. (Efeze 5: 26)
c. Bidt om meer en meer reinheid van het hart.
Ontzondig mij met hysop, en ik zal rein zijn; was mij,
en ik zal witter zijn dan sneeuw. (Psalm 51: 7)
Schep in mij een rein hart, o God, en vernieuw in het
binnenste van mij een vaste geest. (Psalm 51: 12)
d. Belijdt iedere dag concreet jouw zonden.
Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en
rechtvaardig, dat Hij ons de zonden vergeve, en ons
reinige van alle ongerechtigheid. (1 Johannes 1: 9)
e. Het geloof is een zielsreinigende genade.
Gereinigd hebbende hun harten door het geloof.
(Handelingen 15:9b)
f. Bidt om de vervulling met Gods Geest.
Wie in Mij gelooft, zoals de Schrift zegt, stromen van
levend water zullen uit zijn buik vloeien. De Heilige
Geest wordt met water vergeleken. (Johannes 7: 38)
g. Zoek gelovigen op, die ook verlangen naar
meer reinheid van hart.
Maar vlied de begeerlijkheden der jonkheid; en jaag
naar rechtvaardigheid, geloof, liefde, vrede, met
degenen, die den Heere aanroepen uit een rein hart.
(2 Timotheüs 2: 22)
Wees eerlijk richting elkaar en vermaan elkaar
liefdevol indien dat nodig is!
Hebbende dan uw zielen gereinigd in de
gehoorzaamheid der waarheid, door den Geest, tot
ongeveinsde broederlijke liefde, zo hebt elkander
vuriglijk lief uit een rein hart. (1 Petrus 1: 22 )
“Schep in mij een rein hart, o God, en vernieuw in het
binnenste van mij een vaste geest” (Psalm 51: 12)
Met een kritisch oog heeft David de dekmantel van de werkheiligen bekeken. Hij wilde als
het ware zeggen: „Ik zie vele reinigingen in de tempel, in andere heiligdommen en in de
huizen: kleren, muren en ettelijke andere dingen worden gereinigd, maar: waar blijft de
reiniging van het hart? Hoe vuil zijn de harten vanwege afgoderij, ijdele gedachten
omtrent God, zondige begeerlijkheden en andere ondeugden die daaruit geboren worden,
zodat men de ware kennis van God mist. In: Psalm 51 van Maarten Luther.
Met vriendelijke groeten, Kand. A. Baan. Tel. 0184-422448 of [email protected]
Download