Tonen en verhoudingen Één snaar instrument 1. a. b. c. d. Wat gebeurt er met de frequentie wanneer je de lengte halveert? Verdubbelt Op een kwart A3 220 Hz ; A1 55 Hz 1320 Hz 2. Naam toon Frequentie(Hz) relatief Lengte (cm) gedeelte A4 A5 440 880 1 2 60 30 1 A6 1760 4 15 1 4 E5 1320 3 20 1 3 1 2 Tabel 1 3. a. b. 3:2 3:4 a. ×1,5 = 4. 3 2 3 4 2 of: 2 : 3: 4 2 3 4 1 2 c. . of: 3 : 4 : 2 3 2 3 Toon ≈87 ≈130 Frequentie relatief 16 8 81 27 ≈304 ≈203 Lengte snaar b. ≈196 4 9 135 Tabel 2 5. 9 4 b. zie tabel 9 c. 16 81 : 4 64 : 729 a. d. 9 4 3 : 16 81 11 2 Tonen en verhoudingen versie 3.0(20-7-2017) pg 1 ≈293 A4 440 660 2 3 1 3 2 90 60 40 990 9 4 ≈27 6. Tabel 3 Toon Frequentie relatief F C 64 81 16 27 G 196 391 D 293 A 440 E 660 330 8 9 2 3 1 3 4 B 247,5 9 16 Zet de tonen in volgronde van frequentie ( laagste links): 7. Tabel 4 Toon Frequentie relatief A3 220 1 2 B3 C4 D4 E4 F4 G4 9 16 16 27 2 3 3 4 64 81 8 9 8. a. b. c. Zie boven Als je de (centrale) A de eerste toon noemt, is de E de vijfde Welke toon is een kwart hoger dan de A. D. De D is de vierde toon Toonladders 9. a. b. c. d. e. 18 ; dus C : D = 16 18 27 : 27 =16:18 = 8 : 9 27 243: 256 [zie bijlage 1] twee 243 243 8 0,90 ( 0,89) Klopt dus niet helemaal, maar wel bijna 256 256 9 2 3 10. a. b. c. 27: 32 64 : 81 Controleer je antwoorden met bijlage 1 Tonen en verhoudingen versie 3.0(20-7-2017) pg 2 A4 440 1 Zuivere intervallen en drieklanken 11. Laat met frequentieverhoudingen zien dat de grote terts en de kleine sext samen een octaaf vormen 4 : 5 : 8 b. Laat met frequentieverhoudingen zien dat de kleine terts en de grote sext samen een octaaf vormen 3 : 5 = 6 : 10, dus 5 : 6 : 10 c. Laat ook zien dat een grote en een kleine terts samen een kwint vormen. 4:5:6 a. Bepaal de frequentieverhouding van een kleine drieklank. 10 : 12 : 15 12. Toon Rij 1 Rij 2 C 4 Rij 3 Rij 4 Rij 5 Rij 6 13. 14. a. b. c. d. e. 15. D 4,5 3 13 3 E 5 G 6 6 5 A 6,75 5 4 3 13 5 3 F 5,4 4 B 7,5 5 7,5 6 4 5 Waarom staat in rij 6 de verhouding 3 : 5 ( grote sext) in plaats van 5 : 6 ? We springen een octaaf naar beneden Door rij 2 met rij 4 te combineren kun je frequentieverhouding D : A berekenen Doe dat (met hele getallen) 2 : 3 Bereken op een dergelijke manier de frequentieverhouding F : B 18 : 25 Bereken de frequentieverhoudingen C : D, C : E , C : F enz 8:9; 4:5; 20:27 ; 2:3; 16:27 ; 8:15 Bereken de frequentieverhoudingen C : D, D : E, E : F ( twee opeenvolgende tonen) 8:9; 9:10; 25:27; 9:10 ; 8: 9; 9:10; (15: 16) Welke conclusie trek je ? vier verschillende Maak het verschil (in de zin “wat scheelt het?“) tussen 3 : 4 en 20 : 27 duidelijker). 3 : 4 = 21 : 28 20/27 ≈ 0,7407 ; ¾=0,75 Tonen en verhoudingen versie 3.0(20-7-2017) pg 3 Toonsystemen 16. Laat zien de toon die een kwint boven de B ligt een frequentie heeft die tussen die van de F en de G in ligt. 247,5 ×1,5 ≈ 371 b. Vul de volgende tabel verder in. Zorg dat de frequenties tussen de 220 en 440 Hz liggen, en ga na of je (de ingevulde) tabel 3 kunt gebruiken. a. Tabel 5 Toon Frequentie Relatief t.o.v. A4 B 247,5 Fis 371 9 16 27 32 Cis 278 81 128 Gis 418 243 256 Dis 313 Ais 235 Eis 352 Bis 264 0,71 0,53 0,80 0,60 Geef een reden waarom dit onmogelijk is links even, rechts omeven 17. 18. Vergelijk de Bis uit tabel 5 met de centrale C ( zie eventueel bijlage 1) Laat zien dat 12 kwinten omhoog bijna het zelfde is als 7 octaven omhoog 1,512≈129,7≈27 c. Wat is het verband tussen beide vorige vragen (en antwoorden)? d. Wanneer je 12 kwinten omhoog gaat en 7 octaven om laag krijg je niet precies de zelfde toon. Bereken hoeveel het scheelt. 1,512 /27 ≈1,014, dus ca 1,4 % a. b. 5 4 F 1 15 8 3 C 2 A 45 32 9 G 8 E B D 27 16 19. a. b. c. d. e. f. Vul gebruik makend van de letterlijke betekenis van terts en kwint de letters A, B, D en F op de juiste plek zie tabel Bereken de relatieve frequenties t,a,v, de toon linksonder in de tabel. Bepaal de (exacte) frequentieverhouding B : C 15:16 Bepaal de (exacte) frequentieverhouding C : D 8:9 Doe het zelfde voor D : E t/m A : B 9:10; 15:16; 8:9; 9:10; 8:9 Ga na wat de verschillen zijn met de verhoudingen die we kregen bij het kwintensysteem van Pythagoras. Zie bijlage 20. a. Vul in de volgende tabel de juiste relatieve frequenties in. (Zorg dat alle getallen tussen de 1 en 2 blijven) Cis 25 16 Tonen en verhoudingen versie 3.0(20-7-2017) pg 4 Gis 75 64 Dis 225 128 Ais 675 512 5 4 F 1 15 8 3 C 2 45 135 Fis 32 128 9 27 G D 8 16 3 24 24 25 27 b. Laat zien dat de Cis tussen de C en de D inzit ; 2 16 16 16 16 c. Zet de tonen is volgorde van relatieve frequentie. F Fis G Gis A Ais B C Cis D Dis E A E B 21. Stap naar rechts: vermenigvuldiging met 3 en een of twee keer delen door 2 Stap naar boven: vermenigvuldigen met 5 en delen twee of drie keer delen door 2 Gecombineerd: vermeningvuldigen met 3×3×.. en met 5×5×.. en delen door 2×3×… b. De tellervan de breuk is oneven, en de noemer even, de uitkomst kan dus nooit exact 1 zijn. a. 22. 4 8 2 .. 2 of dus 5 5 5 5 .. 5 2 .. 2 Combinatie van een aantal stappen naar rechts en naar beneden geeft: 3 .. 3 2 .. 2 Afhakelijk van het aantal tweeën boven en onder krijg je een van de drie genoemde uitkomstem b. In de eerste twee gevallen is de teller even en de noemer niet, of andersoms. In het derde geval is de teller een getal dat eindigt op een 5, en de noemer een getral dat eindigt op 1, 3, 7 of 9. Uit de breuk kan dus nooit precies 1 komen a. Een stap naar beneden betekent a. b. 1,58 × 5/4 ≈ 32,036 ≈ 25 Ca 0,1 (%) 23. Cents 24. a. bijv 1213 12 2,6 18 1,986 2 bijv 17 c. 1,05946 1 d. 212 of 12 2 b. 12 25. Laat zien een toonafstand van 1 cent overeenkomt met een verhouding van ongeveer 1732 1200 ( ) 1,99978 1731 : 1732 1731 b. Bereken de bijbehorende vermenigvuldigingsfactor in zes decimalen , en controleer a. het antwoord. 1200 1 2 2 1 20 0 1,000578; 26. a. b. 300+400=700; dus een kwint omhoog 386 − 498 = -112; dus ruim een kleine secunde omlaag Tonen en verhoudingen versie 3.0(20-7-2017) pg 5 c. d. e. f. 900 − 700 =200; dus een grote secunde omhoog 1200 − 300 = 900; dus een grote sext omhoog 2 × 702 =1404; dus een octaaf en een (reine) secunde omhoog 3 × 500 = 1500; dus een octaaf en een kleine terts omhoog 27. a log(a) 0,1 -1 1 10 100 1000 0 1 2 3 0,5 1 1,25 1,333 2 1,414 −0,301 0 0,097 0,125 0,176 0,301 28. a. b. c. 1200 / log(2) ≈ 3986 ≈ 4000 386 ; 498 ; 702 ; a. b. c. 316 16 cents 12×3986 ×log(1, 5) ≈ 8423; 7×1200 = 8400; verschil 23 cents 29. Tonen en verhoudingen versie 3.0(20-7-2017) pg 6 1,5 0,5