Interne geneeskunde Diabetes en insulinepomptherapie Inleiding U heeft met uw arts of diabetesverpleegkundige gesproken over insulinepomptherapie voor de behandeling van uw diabetes. Deze vorm van therapie kan een verbetering van de regulatie geven en bevordert vaak de kwaliteit van leven. In deze folder willen we u in het kort informeren over wat insulinepomptherapie is. Het kan u helpen om te bepalen of deze behandeling bij u past. Daarnaast geven we uitleg over het traject dat u moet doorlopen voordat u met insulinepomptherapie kunt starten. Wat is insulinepomptherapie? Insulinepomptherapie is een van de behandelmethodes van diabetes mellitus. Het is een andere manier van insuline toedienen. Een insulinepomp is een apparaatje waaraan een katheter met een naaldje zit. Het naaldje wordt onderhuids, meestal in de buik, gedragen. Het pompje draagt u bij u. In de pomp zit een ampul met ultra-kortwerkende insuline. Via de pomp wordt continue insuline toegediend. Daarnaast is het mogelijk om zelf extra insuline toe te dienen. Uitgebreide informatie kunt u vinden op de website www.pompnet.nl. Voor wie is insulinepomptherapie bedoeld? De therapie is bedoeld voor zeer gemotiveerde mensen die ondanks vier maal daags insuline spuiten en een goede zelfzorg géén goede regulatie bereiken. Om insulinepomptherapie een goede kans van slagen te geven, is het zeker bij het starten van de therapie van belang dat u er veel tijd en aandacht aan besteedt. Wanneer komt u ervoor in aanmerking? Uit ervaring is gebleken dat de therapie de meeste kans van slagen heeft als u voldoet aan de volgende voorwaarden: • u injecteert minimaal vier maal daags insuline en doet aan zelfregulatie (langer dan drie maanden); Deze informatie voor patienten is met de grootste zorg samengesteld. Het betreft algemene informatie. Aan deze informatie kunnen geen rechten worden ontleend. © Jeroen Bosch Ziekenhuis 2011 www.jeroenboschziekenhuis.nl (INT-122, uitgave december 2014) • u bent bereid om vier maal daags uw bloedglucose te bepalen en in staat om naar aanleiding hiervan zelfregulatie toe te passen; • u heeft meerdere keren per jaar contact met uw internist en/of diabetesverpleegkundige; • u bent bekend met het berekenen van koolhydraten; • u kunt zelfstandig de insulinepomptherapie toepassen. U komt niet voor de therapie in aanmerking in geval van: • onbehandelde retinopathie (ziekte van het netvlies); • ernstige taalbarrière; • psychologische en sociale factoren waarvan het diabetesteam inschat dat deze een belemmering vormen voor behandeling met de insulinepomp. Vóór u kunt starten... Vóór u kunt starten met insulinepomptherapie doorloopt u het volgende traject: Allereerst bezoekt u de diabetesverpleegkundige die u uitgebreid uitleg geeft over de therapie en de voor- en nadelen met u bespreekt. Hierna neemt u een besluit over het wel of niet starten met de insulinepomp. U geeft uw keuze telefonisch door aan de secretaresse van de diabetesverpleegkundigen en maakt met haar vervolgafspraken. Vervolgens krijgt u uitleg over de werking van de insulinepomp. Dit gebeurt door een medewerker van de insulinepompleverancier. Ter voorbereiding op de start van de therapie bezoekt u nog drie maal de diabetesverpleegkundige. Ieder bezoek neemt ongeveer een uur in beslag. De start van de pomptherapie vindt in principe poliklinisch plaats. U krijgt het advies om de eerste dagen niet te gaan werken. U maakt meteen afspraken over vervolgbezoeken en telefonisch overleg. Heeft u nog vragen? Heeft u vragen of wilt u een afspraak maken? Neem dan contact op met de secretaresse van de diabetesverpleegkundigen. Zij is dagelijks bereikbaar van 08.30 tot 12.00 uur en van 13.00 tot 16.30 uur, via telefoonnummer (073) 553 30 81. Patientenvoorlichting jeroen bosch ziekenhuis 2 van 2