Volg je leider: Jezus - en wijs elkaar naar hem. Preek over Jozua 3:7, 10, 4:14, 24b lezen: Jozua 3 en 4 (+ 5:1) Emmeloord, 22 februari 2009; dienst extra gericht op kinderen R.J.Vreugdenhil Inleiding: laten zien aan de kinderen wat een leider is: voorop lopen, kinderen erachter aan. Precies doen wat de leider zegt. Dat is een leider. 1 Je hebt een leider nodig. Hier in de kerk niet. Je kunt hier best zelf lopen en je weg vinden. Maar stel je voor dat het hier helemaal donker was. Of dat we in een donker bos waren. Je wist niet waar je heen moest. Maar je wilde er uit. Dan heb je wel echt een leider nodig. Iemand die voorop gaat. Iemand die de weg wijst. Weet je wanneer je ook een leider nodig hebt? Als je met z’n allen iets wilt doen, maar je hebt allemaal je eigen idee en je schreeuwt allemaal door elkaar. Bijvoorbeeld op het schoolplein. De één wil tikkie-met-verlos, de ander wil een ander spel en je schreeuwt allemaal door elkaar. Dan heb je iemand nodig die zegt: stil, en nu gaan we dit doen. Zo’n leider had het volk Israël ook nodig. Ze waren niet in het bos, maar wel onderweg ergens naar toe. Naar een nieuw land, dat ze nog niet kenden. Een land met vijanden. Dat is eng. Dus ze hadden iemand nodig die voorop ging. En ze hadden ook een leider nodig om te zeggen wat ze moesten doen. Want o, o, o, wat waren ze dwars met elkaar. Ze wilden dan weer dit en dan weer dat. Ze hadden echt iemand nodig die de leiding had. Die was er ook. Dat was Mozes. Mozes was hun leider toen ze uit Egypte weg mochten, door de zee heen, waar we net van gezongen hebben. Mozes was hun leider geweest, heel de tijd in de woestijn. 40 jaar. Mozes had hun steeds gezegd wat ze moesten doen, waar ze heen moesten. Maar Mozes werd oud. Erg oud. Mozes zou gaan sterven. Hoe moest het volk dan verder? Konden ze het nu zonder leider? Moest je eens luisteren wat Mozes daar zelf over zegt: Moge de HEER, de God die aan al wat leeft de levensadem schenkt, dan iemand over het volk aanstellen die het kan leiden en de troepen kan aanvoeren, zodat het volk van de HEER niet wordt als een kudde schapen zonder herder. (Numeri 27:16v) Ze hebben een leider nodig. Anders zijn het net schapen zonder herder. Dat is een mooi plaatje: het volk als een kudde schapen en met een herder. Misschien denk je dan meteen wel aan de Here Jezus. Hij noemde zichzelf ook de gode Herder. Jij mag een schaapje van zijn kudde zijn. Dat klinkt voor ons heel mooi. Maar ik niet dat Mozes het toen zo mooi bedoelde. Want weet je, schapen zijn vreselijke eigenwijze dieren. Ze hebben inderdaad een goede leider nodig, anders komt er niets van terecht. Als Mozes zegt: het zijn net schapen, dan zegt hij dus: het zijn vreselijk eigenwijze mensen. Het zou veel mooier zijn als het volk van God te vergelijken zou zijn met een mierenvolk. Daarvan zegt Spreuken 6:7v : Hoewel er onder hen geen leider is, geen aanvoerder, geen koning, halen ze in de zomer voedsel binnen, leggen ze in de oogsttijd een voorraad aan. Geen leider, toch allemaal op de goede manier bezig. Dat kun je van het volk van de Israelieten niet zeggen. Ze hebben echt een leider nodig. Net als een kudde dwarse schapen. En dat geldt voor jou en mij ook. Wij zijn ook heel dwars. We gaan ook graag onze eigen kant op. En we denken vaak dat we zelf wel weten waar we het beste heen kunnen. Maar dat is niet waar. Je hebt dat vast niet altijd door. Maar als je zelf de weg zoekt, zonder leider, kun je behoorlijk verdwalen in het leven. Je hebt een leider nodig die je wijst hoe je echt verder komt. Maar hoe weet je dan wie een goede leider is? 2 De HEER wijst hem aan In de tijd van het volk Israël in de woestijn, waren er ook mensen geweest die gezegd hadden: nu moeten jullie niet meer naar Mozes luisteren, luister nu naar mij. Ik ben je nieuwe leider. Dat was altijd verkeerd afgelopen. Hoe weten ze nu wie ze wel moeten volgen als Mozes overleden is? En hoe weet jij wie een goede leider is? Hoe weet je vandaag wie het beste je de weg wijst in het leven? Moet je dat maar gewoon uitproberen? De HEER wijst hem aan. We hebben net gelezen dat het volk door de rivier de Jordaan gaat. De HEER brengt het naar het land dat hij hen beloofd had. Het is een heel belangrijk moment: nu gaan ze echt dat land in. Maar ik weet niet of je het gemerkt hebt: die belangrijke dag van door de Jordaan heen lopen is ook ergens heel belangrijk voor. Op die manier wijst de HEER Jozua aan als de nieuwe leider. Kijk maar hoe de HEER het zelf zegt. Hij gaat een groot wonder doen. De HEER legt er geen nadruk op dat HIJ het wonder doet. Hij zegt vooral dat zo duidelijk zal worden dat JOZUA de nieuwe leider van het volk is. 3:7, Vandaag zal ik ervoor zorgen dat je bij alle Israëlieten hoog in aanzien komt te staan. En in 3:8 staat het met nadruk (maar dat kun je in de vertaling niet meer zien): JIJ moet tegen de priesters zeggen dat... De dag van de doortocht wordt de dag van Jozua. Zo kijken ze er ook op terug: 4:14: op die dag verhoogde de HEER het aanzien van Jozua bij de Israëlieten. Toen Jozua zo de Israëlieten zo naar de overkant had gebracht, wisten ze allemaal: Jozua is onze nieuwe leider. De HEER wijst het volk z’n leider aan - door een wonder. Zo was het ook al gebeurd bij Mozes. Toen de Israëlieten dwars door de zee heen getrokken waren en de Egyptenaren omgekomen waren, keken ze om. En dan staat er: ze kregen ontzag voor de HEER en stelden hun vertrouwen in hem en in zijn dienaar Mozes. (Exodus 14:31). Ook toen wees de HEER het volk z’n leider aan door een wonder. Wie is nu jouw leider? Jozua niet, die is al lang overleden. De dominee? Je ouders? Ook wel. Maar wie vooral: de Heer Jezus Christus. Hij is je leider. Hij wijst je de weg. Hij zegt je hoe het moet in het leven. Daar heeft God hem voor aangewezen. Door een wonder. Weet je welk wonder? Eerst al door alle wonderen die Jezus deed in zijn leven op aarde. Petrus zegt dat op de Pinksterdag. Hij kijkt terug op het leven van Jezus en zegt dan (Hand.2:22 NBG’51): : Jezus, de Nazoreeër, een man u van Godswege aangewezen door krachten, wonderen en tekenen, die God door Hem in uw midden verricht heeft, God heeft wonderen gebruikt om Jezus aan te wijzen als leider. Het grootste wonder is de opstanding van Jezus. Zo eindigt Petrus z’n toespraak. Hij vertelt over de opstanding van Jezus uit de doop en concludeert dan: laat het hele volk van Israël er daarom zeker van zijn dat Jezus, die u gekruisigd hebt, door God tot Heer en Messias is aangesteld. Je zou Jozua 3:7 kunnen overplaatsen naar wat God de Vader zei tegen zijn Zoon op de Paasmorgen: vandaag zal ik er voor zorgen dat je bij alle mensen hoog in aanzien komt te staan, zodat ze weten dat ik je als leider heb aangewezen. Ga uit het graf, laat zien dat je leeft, laat zien dat je de enige Leider bent die mensen door leven en dood heen kan brengen naar de grote toekomst. Door het wonder van de opstanding laat God zien: dít is hem. Dit is uw nieuwe Leider. Volg hem: Jezus Christus. 3 Volg hem om voor God te leven Wat is dat dan, Jezus volgen? Dat is geloven in Jezus Christus. Geloven dat hij je weer bij God brengt. Dat hij je losmaakt uit waar je nu in vastzit. Jezus Christus bevrijdt. Dat lijkt op die eerste doortocht van de Israëlieten, uit Egypte weg, door de zee. Maar Jezus volgen is ook: van hem leren om voor God te gaan leven. Het volk Israël werd door de HEER bevrijd UIT Egypte en hij brengt hen NAAR een nieuw land. Zo wordt je door Jezus bevrijd UIT de macht van zonde en dood. Maar Jezus wil je dan ook voorgaan NAAR een nieuw leven voor God. Zoals Israël dat nieuwe land mocht gaan veroveren, zo mogen wij, door de kracht van de Geest, ons hele leven veroveren om in alles met God te leven. En juist daarbij is Jezus Christus onze leider. Hij wijst de weg. Je moet hem volgen om in heel de breedte van je leven met God te leven. Jezus volgen, dat betekent bij allerlei beslissingen en keuzes je afvragen: welke kant wijst de Heer me nu op? Dat betekent: zijn aanwijzingen volgen. Duidelijke aanwijzingen zoals ‘heb je vijand lief’. ‘Als je weet dat je broeder iets tegen je heeft, ga het eerst goed maken’. Als je ziet dat iemand afdwaalt, haal hem dan terug. Het betekent ook: zijn voorbeeld volgen. Petrus noemt dat: in zijn voetstappen gaan (1 Petrus 2:21). Vlak achter hem aan lopen. Als hij naar rechts stapt, jij ook. Petrus noemt dan als voorbeeld: Jezus werd uitgelachen, maar hij schold niet terug. Volg hem daarin: als jij wordt uitgelachen, scheld dan niet terug. Dat is Jezus volgen. Zijn aanwijzingen volgen èn doen zoals hij. Om voor God te leven. 4 Wijs elkaar op de grote Leider. Het laatste punt van de preek is vooral voor mensen die zelf ook leider zijn. Leider in de kerk. Leider in je gezin: vaders en moeders. Kijk eens even mee naar Jozua. Hij heeft gehoord wat de HEER tegen hem zegt: vandaag zal ik ervoor zorgen dat je bij alle Israëlieten hoog in aanzien komt te staan.... en wat zegt hij daarna tegen het volk? Vers 10: u zult merken dat de levende God in uw midden is. Dus helemaal niet: vandaag zult u merken dat ik uw leider ben, dat de HEER mij aangewezen heeft. Jozua wijst alleen maar naar de HEER. In hoofdstuk 4 weer. Vers 14: op die dag verhoogde de HEER het aanzien van Jozua bij de Israëlieten, zodat ze zijn leven lang ontzag voor hem hadden. Maar zelf zegt Jozua, vers 24: alle volken op aarde moeten weten hoe machtig de HEER, jullie God, is en jullie moeten altijd vol ontzag voor hem zijn. Mooi he: de HEER wijst Jozua aan als leider. Maar Jozua wijst meteen weer naar de HEER. Het gaat om hem. Dat is de stijl van leiderschap die past bij de HEER. De Heer wil leiders die naar hem wijzen. Vader en moeders bijvoorbeeld. Je bent leider in je gezin. Neem je kinderen mee bij het steeds verder binnengaan van het leven met de HEER. Leer je kinderen hoe ze hun leven onder het gezag van Christus mogen brengen. Daar moet je zelf leider in zijn. En leer dan van deze houding van Jozua: niet naar jezelf wijzen, maar naar God. Laten merken dat je zelf ook geleid moet worden. Zo mogen we in de gemeente elkaars leiders zijn. Je hebt in de kerk ook mensen die extra leiding moeten geven, de ambtsdragers. Maar we zijn vooral elkaars leiders. Aan iedereen in de gemeente wordt de Heilige Geest gegeven. We hebben allemaal de opdracht om op elkaar te letten, elkaar terug te roepen, de weg te wijzen. Maar groei dan in de houding die je hier ziet bij Jozua: altijd naar de HEER wijzen. Laat dat in heel veel gesprekken in de gemeente de toon mogen zijn: elkaar wijzen naar Jezus Christus. Om samen hem te volgen. Hou deze week het voorbeeld van Jozua in gedachten. Als er een gelegenheid is: wijs een ander op Jezus Christus. En ondertussen zelf: Jezus volgen. De Jordaan over, je leven in, alle stukken van je leven bij God brengen - Jezus wijst je de weg! Volg hem! AMEN Liturgie votum zegengroet Psalm 95: 1,3 gebed Bijbellezingen: - zingen Gezang 7:1, 2, 3, 6 - lezen Jozua 3 en 4 - zingen Gezang 12 Verkondiging n.a.v. Jozua 3:7, 10; 4:14, 24b LvK 442:1,2 geloofsbelijdenis met als antwoord Gezang 164 (canon) gebed collecte Psalm 119:3 zegen