A1-Ontmoeting 8 februari 2007 Borne Professionals in kunst, cultuur en ruimtelijke inrichting gingen met elkaar in gesprek. Stelling De snelwegen in Nederland zijn een groeiend probleem. Alle aandacht van beslissers en beleidsmakers gaat uit naar zaken als verbetering van verkeersdoorstroming, verbinding, efficiëntie, transport, verkeersveiligheid, terugbrengen van milieuverontreiniging en lichtvervuiling. Het gevolg van deze probleemgestuurde en strikt functionele aanpak is dat de snelweg niet langer als openbare ruimte wordt ervaren of als zodanig wordt vormgegeven. De kwaliteit van deze openbare ruimte – de snelweg en de directe omgeving – lijdt hieronder. Het centrale thema van deze ontmoeting is: Hoe kunnen wij de A1 weer gaan zien als openbare ruimte? Hoe bewaken en verbeteren wij de kwaliteit van deze ruimte? Welke rol kunnen kunstenaars hierbij spelen? Door middel van een inhoudelijk debat willen de organisatoren van het A1-project een eigen bijdrage leveren. De A1 staat voor de Oost-West verbinding van de Duitse grens tot Amsterdam maar vooral ook voor kwaliteit en toplocatie. Vanuit een nieuw perspectief naar de openbare ruimte kijken en tot aanbevelingen te komen, daar ging het op 8 februari 2007 om. Inhoud verslag I Presentatie voorbeeldprojecten II Inleiding Hans Venhuizen III Denktanks IV Aanbevelingen V A1 Dates I Presentatie voorbeeldprojecten Inleiding gespreksleider Rento Zoutman, directeur DSP-groep Het doel van deze bijeenkomst is dat we de rol van kunst en cultuur in de ruimtelijke planvormingsprocessen nader verkennen. Er is op dit moment te veel uniformiteit in Nederland. Kijkend naar de stelling en ter voorbereiding op aanbevelingen is zijn advies om het begrip kunstenaar breed op te vatten, van filosoof zijn tot autonome kunstenaar. Daarnaast is het belangrijk om deze middag ook aan de hand van concrete zaken met elkaar te spreken. Zoals de verbreding van de A1, vliegveld Twente, waterplannen in het kader van de Ecologische hoofdstructuur en bedrijventerreinen. Presentaties Vertoning film Stichting G.A.N.G. De film is een korte beschouwing op de gebruikers van de snelweg en werd gemaakt in opdracht van de A1 partners. De drie beeldend kunstenaars Rob Groot Zevert, Hans Jungerius en Melle Smets deden een onderzoek naar de karakteristieken en kwaliteiten van de openbare ruimte rondom de A1 van Apeldoorn tot de Duitse grens. In de film nemen zij de kijker mee en laten zien dat je ook op een hele andere manier naar de snelweg kunt kijken. “…de snelweg is een soort blinde vlek in ons bestaan. Hij wordt het liefst genegeerd. Voor de meeste mensen is het een plek waar je reist. Wij hebben eigenlijk heel simpel door de snelweg als bestemming te kiezen, als eindpunt, dat fenomeen omgekeerd. Als je de snelweg beschouwt als punt van arriveren gaat er een hele nieuwe wereld open.” Het IJ van Deventer Henk Hengeveld Ingenieursbureau Tauw Het IJ van Deventer is een project waarin Tauw nauw samenwerkte met kunstenaar Jeroen van Westen. Direct aanleiding was het Regionaal Structuurplan met ruimte voor intensieve woningbouw en een bypass van de rivier aan de overkant van de IJssel bij Deventer. Ingenieursbureau’s Tauw en Wittenveen+Bos, Stichting Het Bergkwartier, Stichting IJssellandschap en Saxion benoemden samen met de kunstenaar Jeroen van Westen de waarde van het gebied. Insteek was een positieve benadering. De initiatiefnemers gingen eerst de discussie aan en organiseerden workshops. Er werd gekeken naar de infrastructuur: Moet er een vierde brug komen of niet? En welke wegen leg je aan als je een dubbelstad wilt creëren? Daarnaast werd gekeken naar de identiteit. Ga je naar een regio kijken dan moet je ook de identiteit bepalen van de verschillende plekken in de regio (de kleine schaal). Bij het kijken naar de Deventer uiterwaarden stond de gebruiker centraal. Jeroen van Westen schiep een tijdsbeeld en maakte ‘bewustwordingsplaatjes’. Het belang van het gebied als natuur- en recreatiegebied werd zichtbaar. Met dit project is er voor gezorgd dat gemeente en andere betrokkenen aandacht gingen besteden aan de waarde van het gebied. Kunst en ruimte zijn van betekenis. Het is belangrijk om op zoek te gaan naar kwaliteiten die aanwezig zijn in een gebied en naar datgene wat van waarde is. In dit soort processen gaat het om bewustwording. De identiteit moet ook in programma van eisen opgenomen worden. Hoewel het project succesvol was, waarschuwt Hengeveld toch voor overspannen verwachtingen bij de inzet van kunstenaars. Het is pretentieus te denken dat kunstenaars dé oplossingen kunnen aandragen en dé identiteit kunnen definiëren. Kunst draagt echter wel degelijk bij aan het ontsnappen aan ‘normaaldenken’. Kunst en Infra Minke Pronker, voorzitter van de Regiegroep Kunst & Infra (Provincie Gelderland) De regiegroep houdt zich bezig met infrastructuur, onderhoud en nieuwbouw én met civiele kunstwerken. In 2003 werd de percentageregeling vernieuwd. Een speciale regiegroep werd in het leven geroepen. Deze regiegroep bestaat uit techneuten en mensen uit de cultuursector. Zij buigen zich over de besteding van de gelden uit de percentageregeling. De voordelen zijn betere geografische spreiding van, en meer variatie in de kunstwerken. De kunstenaars worden eerder betrokken en er ontstaat een breder podium. Ook is er meer ruimte voor kwaliteit. 3 Een belangrijke eerste stap van de regiegroep was het inventariseren wat er aan kunst bij de infrastructurele werken gemaakt is. Daarnaast werden gedeputeerden en Statenleden enthousiast gemaakt voor het design &construct principe: Kunst direct bij de aanbesteding van civiele werken meenemen. Dat is van groot belang voor het moment waarop de kunstenaar wordt ingeschakeld. De volgende stap is een begin maken met een meerjarenprogramma. Daarvoor is de provincie in zes regio’s verdeeld en krijgt iedere regio zijn eigen stempel. Wat is de toegevoegde waarde van kunst bij infrastructurele projecten? “Kunstenaars werken zo anders.” Ook anders dan bijvoorbeeld ontwerpers, landschapsarchitecten e.d.; zij werken per definitie binnen de regels van de opdracht. Synergie tussen alle disciplines is belangrijk. Met een positieve instelling en het inspireren van opdrachtgevers komen we heel ver. Kortom, samen enthousiast zijn en mooie projecten realiseren. II Inleiding De toegepaste kunstenaar, van opdracht tot conceptmanager door Hans Venhuizen De bemoeienis van de kunstenaar strandde de afgelopen decennia vaak op de harde wereld van de door techneuten gedicteerde planvorming. De kunst wordt vaak gevraagd om identiteit te verschaffen aan de gebouwde omgeving maar is daarnaast zelf ook op zoek naar de eigen identiteit en haar rol in het publieke domein. Venhuizen onderscheidt drie categorieën: Kunst over publieke ruimte. Kunstwerken die commentaar leveren op de gebouwde omgeving zonder daar daadwerkelijk invloed op uit te oefenen. De wereld van de kunst is het referentiekader. Kunst in de publieke ruimte. Het betreft zichtbare werken die gerealiseerd worden binnen bestaande planvormingen en die in een aantal gevallen ook de context bekritiseren. De wereld van de kunst is het referentiekader. Kunst met de ruimtelijke planvorming. Hier hebben wij het vandaag over. Ook hier kunnen toegepaste sculpturen uiteindelijk een rol spelen. De essentie van deze categorie is echter dat er een relatie wordt gelegd met het planvormingsproces. Bij deze laatste categorie maakt degene die de relatie legt ook deel uit van het proces als opdrachtsteller. Hij definieert de rol van kunst en speelt de rol van conceptmanager. Venhuizen vertaalt de complexe situatie in een schema en onderscheidt de volgende aspecten: van autonome tot toegepaste kunst; van inspiratie naar invloed uitoefenen; met weinig of veel effect op de ruimtelijke ordening. Aan de hand van praktijkvoorbeelden laat hij rol, invloed en effect zien. De bijpassende schema’s tonen niet het ideaalbeeld. “Ons past nog bescheidenheid.” De ruimtelijke ordeningswereld opent zich pas net voor de wereld van kunst en cultuur. Het is zaak om de kunstenaars niet teveel aan hun lot over te laten maar de situatie te managen zodat zij hun rol zorgvuldig te kunnen spelen. Venhuizen spoort de aanwezigen aan bij de denktanksessies te bekijken wat voor henzelf de ideale manier is om kunstenaars bij ruimtelijke ordeningsprocessen te betrekken. Kijk naar voorbeelden, succesfactoren en vergeet de mislukte projecten niet. III Denktanks De aanwezigen werden verdeeld over drie denktanks. Uitgangspunten voor de discussie zijn de presentaties en de inleiding van Hans Venhuizen én de ervaringen vanuit de eigen werksituatie. De opdracht is om aanbevelingen te formuleren: a. over de plaats van de kunstenaar in ruimtelijke processen en b. over de inbreng in de eigen organisatie 4 Hieronder volgt een overzicht van de opmerkingen die in de denktanks aan de orde kwamen gegroepeerd naar onderwerp. De rol van kunst in ruimtelijke processen • De focus is veel meer gericht op de beheersing van het (technocratische) proces. Hierdoor raakt het inhoudelijke en kwalitatieve op de achtergrond. Alle verbeeldingskracht is uit de ontwerpprocessen geduwd. Kunst blijft het ‘toefje op de taart’. Er is nu een ontwikkeling gaande om die verbeeldingskracht met veel moeite weer terug te halen in de organisatie via een enorme omweg. • De rol van kunst in ruimtelijke processen moet niet gericht zijn op het maken van een kunstwerk maar meer op visie en moet gericht zijn op inhoud, vormgeving en planning. • Welke plek het culturele proces inneemt is iets dat je niet moet willen plannen. Belangrijker is dat je als opdrachtgever bewust bent van de vraag: Wat vraag ik nu eigenlijk van de kunstenaar? • Er zijn twee verschillende werelden: de zakenwereld en de kunstenaars. Twee denkwerelden die moeilijk te verenigen lijken. Kunnen we die dichter bij elkaar brengen? Bij het IJ van Deventer kan een ieder vrij denken. De techniek komt later wel. Dat is een belangrijke invalshoek. • In het begin van het traject moet je zeker niet institutionaliseren. De technische wereld is totaal georganiseerd. De kunstenaar is alleen. Hoe kun je zaken verder brengen in je eentje? Dat moet in het programma van eisen opgenomen worden. • Nu gebeurt het vaak dat een nieuwe ontwikkeling of vanuit de kunstwereld of vanuit de zakenwereld gepusht wordt. Dat is niet goed. Partijen moeten direct met elkaar in gesprek. En niet achteraf opleuken. •Ideaal is dat de marktpartij de noodzaak van Kunst aangeeft en dat er een plan wordt neergezet, waarop marktpartijen kunnen inschrijven. • De wrijving tussen de techniek en de kunst, het gevecht om de beschikbaarheid van geld en de uiteindelijke overwinning zijn onderdelen van het proces die even zo goed bepalend zijn voor het resultaat. De erkenning, (het effect) is soms pas vele jaren later merkbaar. • Een integrale aanpak is essentieel. De denkwijze van de kunstenaar moet in alle fasen volledig betrokken worden. • Openbare Ruimte is géén eenduidig homogeen veld. Het heeft steeds andere intenties. Schematisering van de rol van de kunstenaar, het proces en het beoogde effect voeden de suggestie dat zo’n proces te beschrijven is. Het proces is juist iets dat zich in een tijd beweegt. Het werk moet ook de tijd krijgen! De waarde van kunst in het proces van ruimtelijke planvorming • Nieuwsgierigheid als voorwaarde. Is er iemand nieuwsgierig naar waar de kunstenaar mee komt? Het draait om opdrachtgevers die nieuwsgierig zijn naar de analyse en observatie. • Je kunt door de inbreng van kunst anders naar de weg kijken. Het is niet alleen de weg, maar ook hoe je hem vormgeeft. Weg loopt vaak over een verbinding, routes die al lang bestaan. • Het meeste wordt vanuit de techniek bedacht. Kunst voegt emotie toe. Niet teveel in gescheiden werelden denken. Het gaat om onafhankelijke visie 5 • De percentageregeling heeft hooguit een toegevoegde waarde en geeft in ieder geval een impuls. Bij alle RO projecten (zo ook bij het IJ van Deventer) gaat het altijd om waarden en (deel)belangen. De kunst kan daarbij een verbindende rol spelen. Kunstenaars moeten in een zo vroeg mogelijk stadium bij projecten betrokken worden. Als het om kunst met ruimtelijke planvorming gaat betekent het dat de kunstenaar altijd in dialoog gaat. • Identiteit is niet iets dat bestaat maar iets waar je naar zoekt of streeft. Waar ga je naar zoeken? Culturele parels. Wat zijn deze parels in het A1 gebied? Wat is de ruimtelijke kwaliteit? De rol van de kunstenaar • Wordt de kunstenaar vermalen in dat proces? Hij kan de situatie bevragen en vastzittende processen juist losweken. Voor Stichting G.A.N.G. wordt het interessant als niet een kunstcommissie maar de wegbeheerder opdrachtgever is. • De autonome kunstenaar lijkt van rol gewisseld te zijn met de toegepaste kunstenaar (landschapsarchitecten e.d.). De laatste lijkt juist autonomer te zijn gaan werken. • Als kunstenaar ga je gemakkelijk kopje onder als je onderdeel wordt van het ontwerpproces. Je moet blijven waarnemen. • Er zijn ook andere geluiden: Waarom een kunstenaar in het begin betrekken? De kunstenaar is geen ontwerper in het project. • Kunstenaars kunnen waardevol onderzoek doen. Een gebied is op verschillende manieren in beeld te brengen. Bijvoorbeeld De Oer IJ. Wat zijn de blijvende waarden van het landschap. Werkzaamheden in het gebied, grondsoorten, beroepen enz. in beeld gebracht. • De kunstenaar is commentator van het landschap. Kunstenaars kunnen oorspronkelijk denken. Ze hebben nieuwe inzichten gebracht. • De kracht van de kunstenaar ligt in: zijn machteloosheid (hij beschikt niet over het geld), zijn kennisloosheid (hij beschikt niet over de technische know-how) en in zijn onafhankelijkheid (hij is geen onderdeel van deelbelangen). • De kunstenaar moet breed zoeken naar de waarden. Deze worden ingegeven door passie. Passie voor het landschap maar ook passie voor de mens. • De kunstenaar moet oppassen dat hij niet de rol van ‘oplossingsmaker’ krijgt dat tast zijn Onafhankelijkheid aan. De kunstenaar moet ingezet worden voor interactie en beïnvloeding. De problematiek van het opdrachtgeverschap • In het bijzonder daar waar het gaat om langs elkaar heen werkende instanties zoals gemeenten, provinciale overheden, Waterschappen en Rijkswaterstaat. Over het algemeen zijn de deelnemers bekend met de problematiek. • Een techneut die een duidelijke opdracht wil hebben, kan de slag niet gemakkelijk maken naar de invloed van zo’n cultureel proces. De poëtische inslag vindt geen gehoor binnen de harde infrastructuur. • Het gewenste proces is niet af te dwingen. Hoe pakken we de verrommeling aan? Timing en regels • Kunst inschakelen, vroeg in het proces en los van regels. Vooral in de beginfase van een project moet je rigoureus denken en je niet laten weerhouden door ‘Wat kan wel en wat niet’ of door de 6 cijfers. Dus niet geremd en met ambitie durven kijken. Bijvoorbeeld het landgoed Twickel (het landgoed is doorsneden door snelwegen). Nu worden twee mooie delen van Twente weer verbonden. “Je moet lijnen durven trekken.” Hoe maak je ruimte voor het culturele proces? • Design & construct: Het zou in een vroeg stadium gewoon als eis gesteld moeten worden voor dat de aanbesteding tot stand komt. De aannemer is verplicht kunst mee te nemen in zijn voorstel. Net als verkeersveiligheid kan kunst dan beoordeeld worden en een waarde krijgen. Financieel zit de kunstinbreng dan gewoon in het totale budget en heeft de opdrachtgever er baat bij dat het een meerwaarde heeft. Haal de begeleiding van de kunstenaar bijvoorbeeld uit de percentageregeling. • De primaire randvoorwaarde voor de inzet van beeldende kunst in een project is de beschikbaarheid van middelen. Het gaat bij projecten vaak over regionale identiteit. In een dergelijk proces zijn kunstenaars niet het ordenende principe maar zijn ze idealiter één van de ordenende principes. • Door inspirerende voorbeelden te laten zien bij het ontwerp van de weg moet er ruimte zijn voor de esthetische kant maar ook voor de metafoor. • Kunstenaars stellen je in staat om betekenis waar te nemen. • Moet er aan het eind van het traject ook iets als kunst zichtbaar zijn? Niet per definitie. Maar het is in ieder geval wel belangrijk om verslaglegging te doen over het proces, waardoor de invloed van de kunstenaar duidelijk wordt. IV Aanbevelingen Uit de denktanks kwamen de volgende aanbevelingen Organisatie 1. Direct vanaf het begin de verschillende disciplines combineren. Betrek kunstenaar vroegtijdig. Institutionaliseer de rol van kunst zeker in het begin van het traject niet. 2. Het tijdig combineren van disciplines levert betere ontwerpresultaten op. 3. Betrek het culturele aspect bij alle fasen van het proces, kies voor een integrale aanpak. 4. Nadruk leggen op een betere opdrachtformulering. 5. Opdrachtgevers moeten zich bewust worden van de kansen. Voeg een cultuurparagraaf toe aan de vergunningen (net als milieuparagraaf). 6. Stel de goede vraag en zorg voor tijd. 7. Richt de pijlen op meer partijen. 8. Er moeten middelen beschikbaar zijn. 9. Beschouw Rijkswaterstaat, ondanks haar machtspositie, niet als hoeder van het geheel. 10. Organiseer een open planproces en durf je ‘eigen kleur’ of regionale blikveld los te laten. 11. Maak de regie inzichtelijk. Na een eerste snelle scan kritische vragen stellen en vraag de opdrachtgever om een kunstenaar bij het project te betrekken. Inhoud van de opdracht 12. Het cultuurproces moet onderdeel zijn van het ruimtelijk proces. Geef betekenis aan identificatie daarmee wordt binding aan de omgeving gecreëerd. 13. Ga terug naar de essentie: Waar gaat het bij het ontwerpen om? Er moet samenhang zijn tussen functionaliteit, duurzaamheid en vormgeving van de wijde omgeving. 14. Focus op begrippen als noaberschap, sociale binding en technologie. 15. Onderzoek moet inzicht(en) bieden. 16. De ruimtelijke kwaliteit (de genius loci/het eigene) van de A1- zone betrekken in de planvorming. 17. Kijk over de gemeentegrenzen en landgrens. 18. Breng de goede en slechte punten van de A1-zone in kaart of geef ze weer op een dvd. 19. Breng o.a. opnieuw de herkenbaarheid van o.a. de beken (Regge, Dinkel, Vecht) in beeld. 20. Zoek naar iets extra’s en focus je op de parels van de A1-zone. Stel een ambitiedocument samen. 7 21. Onderzoek de stroom van het verkeer, inclusief de afslagen. 22. De snelweg is evenals een markt in de stad een openbare ruimte en moet als zodanig worden behandeld Communicatie 23. Breng de twee werelden bij elkaar. 24. Ga na hoe je communiceert, wees enthousiast en doe alleen mee als je invloed kunt uitoefenen. De rol van kunst en de kunstenaar 25. De kunstenaar zien als chroniqueur. 26. Kunstenaar kom uit je schulp en laat je horen, juist buiten je eigen kring. Algemeen 27. Inspireer de beslissers. 28. Het meest belangrijke is dat je het wilt. 29. Organiseer tijd en organiseer nieuwsgierigheid. 30. Vraag niet alleen een kunstenaar, maar bijvoorbeeld ook een bioloog. Denk na over de betekenis van de vraag voordat je gaat ontwerpen. 31. Begin bij de schoonheid. 32. Denk over leven, niet alleen reizen of wonen. Kijk niet alleen naar de techniek, maar ook naar de gevoelswaarden. V A1 Dates Mieke Conijn, directeur Kunstenlab, maakt de nieuwe A1 date partners bekend. Deze date is in het leven geroepen omdat de persoonlijke “klik” tussen mensen vaak de beste stimulans is voor samenwerking tussen cultuur en economie. A1 wil deze ontmoetingen graag faciliteren. Zes discussiedeelnemers zijn vandaag aan elkaar gekoppeld. Ieder koppel bestaat uit één man of vrouw uit de economische sector en één uit de culturele sector. Deze koppels ontvangen een dinerbon. Zij gaan samen eten én met elkaar in gesprek! U leest de verslagen van de dates later in de komende nieuwsbrieven. De A1 dates zijn: • Gert Jan Koppelman (Aveco de Bondt) en Theo Veenboer (kunstenaar), • Melle Smets (kunstenaar Stichting G.A.N.G.) en Dirk Baalman (Het Oversticht), • Minke Pronker (provincie Gelderland) en Onno Dirker (Atelier Veldwerk). 8