De reis om Edom heen. Was het volk van Edom familie van Israël? De Edomieten waren nakomelingen van Abraham en Isaäk, en ter wille van Zijn dienstknechten had God Zijn gunst betoond aan de kinderen van Esau. Hij had hen het gebergte Seïr tot een bezitting gegeven, en ze mochten niet verdreven worden, tenzij hun zonden aanleiding zouden zijn dat ze Zijn gunst niet langer zouden bezitten. De stamouders van Edom en van Israël waren broeders, en tussen hen moesten broederliefde en voorkomendheid bestaan. Omdat Israël toen het uitverkoren volk was, waar moesten zij altijd rekening mee houden? De Israëlieten mochten nooit wraak nemen voor het feit, dat ze niet door het land mochten trekken. Ze mochten niet de verwachting koesteren ooit een deel van het land Edom te bezitten. Omdat de Israëlieten het uitverkoren en begunstigde volk van God waren, moesten ze acht slaan op de beperkingen die Hij hen had opgelegd. Hoe moest Gods volk zich in de omgang met het volk van Edom laten zien? Deuteronomium 2:7, eerste deel 7 Want de HEERE, uw God, heeft u gezegend in al het werk van uw hand. Hij weet van uw tocht door deze zo grote woestijn. God had hun een rijke erfenis beloofd; maar ze moesten niet het gevoel hebben dat zij alleen rechten hadden op aarde, met uitsluiting van alle anderen. Ze moesten zich in hun omgang met de Edomieten onthouden van het doen van onrecht tegen hen. Ze moesten met hen handel drijven en die voorraden kopen die ze nodig hadden, en stipt alles betalen wat ze ontvingen. Welk beginsel stond voor Gods volk centraal en hoe zit dat in deze tijd? Mattheüs 22:39, tweede deel U zult uw naaste liefhebben als uzelf. Ze waren niet afhankelijk van de Edomieten, want in God hadden ze grote rijkdom. Ze moesten niet trachten door bedrog of door geweld iets te bemachtigen; in hun omgang moesten ze het beginsel van Gods wet beoefenen: "Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf." Naar wie stuurde Mozes boodschappers en wat was de reden van het verzoek? Numeri 20:14, eerste deel 14 En Mozes stuurde uit Kades boden naar de koning van Edom, met de boodschap: De legerplaats van Israël te Kades lag niet ver van de grenzen van Edom, en Mozes en het volk wensten vurig de weg te gaan die door dit land leidde naar het beloofde land; daarom zonden ze een boodschap naar de koning van Edom, zoals God hen had gezegd. Welke informatie gaven de boodschappers als eerste aan de koning van Edom? Numeri 20:14-16 Dit zegt uw broeder Israël: U weet zelf van al de moeite die ons getroffen heeft, 15 dat onze vaderen naar Egypte vertrokken zijn, en dat wij vele dagen in Egypte gewoond hebben, en dat de Egyptenaren ons en onze vaderen kwaad gedaan hebben. 16 Toen riepen wij tot de HEERE. Hij hoorde onze stem, en Hij zond een Engel, en Hij leidde ons uit Egypte. En zie, wij zijn in Kades, een stad aan het uiterste van uw grens. Welke vraag werd vervolgens gesteld? Numeri 20:17 Laat ons toch door uw land trekken. Wij zullen niet door akkers of wijngaarden trekken, en wij zullen geen water uit een put drinken. Wij zullen de koninklijke weg nemen, wij zullen niet naar rechts of naar links afwijken, totdat wij door uw gebied getrokken zijn. 17 Welk antwoord gaf de koning van Edom? Numeri 20:18 18 Maar Edom zei tegen hem: U mag niet door mijn land trekken, anders ga ik u met het zwaard tegemoet! Probeerde Mozes nog een verzoek te doen aan de koning van Edom? Numeri 20:19 19 Toen zeiden de Israëlieten tegen hem: Wij zullen langs de hoofdweg trekken, en als wij van uw water drinken, ik en mijn vee, dan zal ik daarvoor de prijs betalen. Ik wil alleen maar te voet doortrekken, meer niet. Verbaasd over deze weigering zonden de leiders van Israël een tweede verzoek tot de koning, met de belofte: "Wij zullen langs de gebaande weg optrekken, en indien ik en mijn vee van uw water drinken, dan zal ik de prijs daarvoor betalen; ik wil niet anders dan te voet doortrekken." Wat was het antwoord van de koning van Edom en hoe toonde hij dat duidelijk? Numeri 20:20 Maar hij zei: U mag er niet doortrekken! En Edom trok eropuit, 20 hem tegemoet, met een zwaar bewapend volk, en met sterke hand. Hoe reageerde Israël op de weigering? Numeri 20:21 21 Zo weigerde Edom toestemming aan Israël om door zijn gebied te trekken en daarom week Israël van hem af. Gewapende benden van de Edomieten bezetten reeds de moeilijke bergpassen, zodat een vreedzame opmars in die richting onmogelijk was, en de Hebreeën mochten hun toevlucht niet tot geweld nemen. Ze moesten de lange reis rondom Edom maken. Om welke reden liet God zijn volk Israël terug doen gaan naar de woestijn? Als het volk op God had vertrouwd, toen het op de proef werd gesteld, zou de Vorst van het heer des Heren hen door Edom hebben geleid, en de vrees voor hen zou gerust hebben op de inwoners van het land, zodat ze hun gunstbewijzen zouden hebben verleend in plaats van vijandschap te openbaren. Maar de Israëlieten handelden niet stipt op Gods woord, en terwijl ze klaagden en morden, ging de gulden kans voorbij. Toen ze eindelijk hun verzoek tot de koning richtten, werd dit geweigerd. Wie had sinds de uittocht veel invloed op een groot deel van Israël en op welke wijze kwam dat in het dagelijks leven tot uiting? Sedert hun uittocht uit Egypte had satan zijn best gedaan hinderpalen en verleidingen op hun weg te plaatsen, zodat ze het land Kanaän niet zouden binnengaan. Door hun ongeloof hadden ze herhaaldelijk voor hem de deur geopend om Gods plannen te dwarsbomen. Welke les voor alle tijden komt naar boven? Het is van grote betekenis om Gods Woord te geloven en daaraan stipt te gehoorzamen, terwijl Zijn engelen gereed staan om voor ons te werken. Boze engelen staan klaar om elke stap voorwaarts te betwisten. En terwijl Gods voorzienigheid Zijn kinderen gebiedt om voorwaarts te gaan, wanneer Hij klaarstaat om grote dingen voor hen te doen, tracht satan hen ertoe te brengen God te mishagen door te aarzelen en uit te stellen; hij tracht een geest van twist te verwekken, of morren en ongeloof te stimuleren, om zo de zegeningen die God hen wil schenken weg te nemen.