4.6.3 spinachtigen 1 • • • • • • Kruisspin Hooiwagen Pissebed Garnaal Duizendpoot Miljoenpoot • Het is bij de wilde spinnen af! 2 • • • • • Teek Mijt Watervlo Vlokreeftje Tijgerspin Kruisspin • vangt voornamelijk vliegende insecten. • • • • De kruisspin is in tegenstelling tot veel andere spinnen geen schuwe soort, die vaak midden in het web zit en moeilijk over het hoofd is te zien. Zijn lichaam is verdeeld in een kop-borststuk en een achterlijf. Aan het kop-borststuk zijn vier paar poten bevestigd die uit meerdere geledingen (geleed) bestaan. Aan de voorzijde bevinden zich twee paar kaken en acht facetogen. Op beschutte plaatsen wordt een wielvormig web gebouwd. Het web van de kruisspin is geschikt om vliegende insecten te vangen. Hooiwagen • • • Hooiwagens hebben net als andere spinnen acht poten, die bij hooiwagens vaak zeer lang zijn. Als een hooiwagen wordt aangevallen, kan deze een of meerdere poten laten vallen om zo te ontkomen. De meeste hooiwagens zijn omnivoor, ze eten zowel dode plantendelen als aas, en ook levende planten en levende prooien worden gegeten. • Pissebed • • • Oorspronkelijk zijn ze zeedieren. De pissebedden hebben de zee verlaten, maar hun kieuwen behouden; deze zijn aanwezig in de vorm van aangepaste ‘poten’ van het achterlijf waarmee de dieren in staat zijn te ademen. Pissebedden hebben zeven paar poten. Ze worden tot 2 cm. lang en ongeveer een jaar oud. Pissebedden voeden zich met verrot organisch materiaal, zoals rottend hout, dode dieren en voedselresten. De naam pissebed zou zijn ontstaan in vroeger tijden toen men geloofde dat het bedplassen van kinderen kon worden verholpen door gedroogde pissebedden te vermalen en in bed te strooien. Garnaal • • • Zowel in zout als in zoet water komen garnalensoorten voor, maar de meeste soorten leven in zee. Vele soorten leven op een zandbodem waarin ze zich kunnen ingraven om zich te beschermen tegen predatoren. Garnalen eten allerlei dierlijke en plantaardige resten. Duizendpoot • • • Duizendpoten hebben een langwerpig en sterk afgeplat lichaam bestaande uit een kop en een lang achterlijf dat bestaat uit vele op elkaar gelijkende segmenten. Een duizendpoot heeft aan elke lichaamssegment twee poten. Ze eten kleine ongewervelden als insecten, slakken en wormen, ook andere prooien als pissebedden en spinnen worden gegeten. Miljoenpoot • • • • Er zijn ongeveer 10.000 soorten over de hele wereld bekend. Dit dier heeft aan elke lichaamssegment vier poten. Miljoenpoten zijn meestal bodembewonend of ondergronds levend. Ze zitten vaak onder schors van dode bomen. De meeste soorten leven van rottend materiaal, wortels, rijp fruit en soms dode dieren. Mijt • • • Er zijn meer dan 45.000 soorten waarvan er ongeveer 2500 in het water leven en 10.000 parasitair zijn. Mijten eten onder andere dode dieren, planten of rottende stoffen. De huisstofmijt meet ongeveer 0,2 mm. Teek • Teken zijn een groep van parasitaire mijten die behoren tot de klasse der spinachtigen. • Teken leven van het bloed van gewervelde dieren, ze bijten zich vast in de huid en laten zich na een bloedmaaltijd, die enige uren tot dagen duurt, weer vallen. Watervlo • • • • Dit zoetwaterkreeftje heeft één oog, dat in feite bestaat uit twee samengevoegde ogen. Deze diertjes zijn doorzichtig. Verder hebben ze vijf paren gelede poten. Voeden zich met organisch afval, bacteriën en nog kleiner plankton, vooral algen. Vlokreeftje • Het zijn kleine (tot enkele centimeters lange) kreeftachtigen, met een zijdelings afgeplat lichaam. • De vrouwtjes hebben een broedbuidel. • Vlokreeftjes komen voornamelijk voor in zee en soms in zoet water. Tijgerspin • • • • • • Een soort spin die vanuit Zuid Europa steeds verder naar het noorden gaat. De volwassen vrouwtjes zijn veel groter dan de mannetjes. De man heeft een lengte van 4 tot 6 mm. terwijl het vrouwtje tussen de 14 en 17 mm. groot is. In juli paren de mannetjes met de vrouwtjes. Na hun taak verliezen ze of een paar poten of hun leven doordat zij door het vrouwtje opgegeten worden. Het vrouwtje zit na een maand vol met eitjes. Ze maakt dan een bruinige papier gelijkende cocon waarin ze de eitjes legt. De jonge spinnetjes komen in het voorjaar uit. Het vrouwtje sterft in de winter. Op de volgende afbeelding een vrouwtje van dichtbij.