Instructies voor gebruik en installatie Boilers voor gecombineerd verwarmen van water met behulp van wissel- en gelijkstroom voor verticale montage. Model M+K met interne wisselaar LX ACDC/M+K 100 LX ACDC/M+K 125 LX ACDC/M+K 160 LX ACDC/M+K 200 LX ACDC/M+KW 200 Lees deze instructies zorgvuldig voorafgaand aan installatie! 1 De betrouwbaarheid en veiligheid van het product zijn getest door het bedrijf EPVÚ Dubnica. De fabrikant behoudt zich het recht voor technische wijzigingen in het product aan te brengen. Het product is ontworpen voor permanent contact met drinkwater. Om goed te functioneren moet de boiler worden afgesloten op de stroombron. De installatie moet worden uitgevoerd door personen die bevoegd zijn met elektro installaties te werken. Betekenis van de in de gebruikershandleiding gebruikte pictogrammen: Belangrijke informatie voor de gebruiker van de boiler. Aanbevelingen van de fabrikant, waarvan de naleving zal zorgen voor een goede werking en lange levensduur van het product. Let op! Belangrijke aanwijzing waaraan moet worden voldaan. 2 Informatie voor de consument Elektrische boilers type LX ACDC/M en K+M gebruiken twee bronnen van elektrische stroom voor het verwarmen van water. Wisselstroom (AC) is afkomstig van het elektriciteitsnet en gelijkstroom (DC) is afkomstig van de PV-panelen, die ecologisch ‘schone energie’ en warm water leveren en helpen de gebruiker aanzienlijke bedragen te besparen op het verbruik van gas en elektriciteit van het net. Bovendien verwarmt de boiler dankzij gescheiden systemen voornamelijk fotovoltaïsche energie, bij koud water wordt middels elektrische energie uit het elektriciteitsnet verwarmd. Model LX ACDC/M+K(W) beschikt daarnaast ook over een ingebouwde buisvormige warmtewisselaar voor levering van warmte uit andere bronnen of de afvoer van warmte uit de boiler. Informatie over de aansluiting van dit model vindt u in hoofdstuk 12 - Aansluiting van de warmtewisselaars bij model LX ACDC/M+K(W). De boiler LX ACDC/M+K wordt gebruikt voor verschillende soorten PV-modules van verschillende fabrikanten. Echter, u moet aan de volgende parameters voldoen: Voltage: 30V ± 10 % en ± 5% spanning 8,3A ± 5%/1 PV-module! PV-modules kunnen overal geplaatst worden waar maximaal zonlicht is, gericht op het zuiden en zonder vrije toegang tot het object, aangezien daar elektriciteit wordt geproduceerd en letsel door elektrische stroom kan ontstaan. Raadpleeg daarom alstublieft altijd een erkend installatiebedrijf voor de montage. Op de Boiler kunnen worden aangesloten: 4 st. Modules met vermogen 250W/module, uitvoering A, vermogen 1,0 kW/120V. (A) 6 st. Modules met vermogen 250W/module, uitvoering B, vermogen 1,5kw/180V. (B) 8 st. Modules met vermogen 250W/module, uitvoering C, vermogen 2,0kw/240V. (C) Boilers LX ACDC/M en M+K hebben een universele gelijkstroomspiraal die gebruik van de A, B, C uitvoering mogelijk maakt in één spiraal door de mechanische overbrenging van de voedingskabel op de spiraal. In de productie wordt de spiraal altijd ingesteld op 2kW (8 st panelen). Als u gebruik maakt van een kleiner aantal modules (4 st=1,0 kW of 6 st=1,5 kW) is het noodzakelijk de voedingskabel te vervangen voor het juiste contact. Uitvoeringstype A = 1,0 kW, B = 1,5 kW, C = 2,0 kW wordt aangegeven op het juiste contact op de spiraal. Overdracht van de kabel op het juiste contact kan uitsluitend worden uitgevoerd door bevoegd personeel! De vermogens voor deze types mogen niet overschreden worden! 3 Het is mogelijk om deze panelen te gebruiken met een lager vermogen, maar het vermogen van de spiraal voor gelijkstroom neemt daarmee evenredig af. Afbeelding 1 Het is noodzakelijk de boiler altijd los te koppelen van de wissel-/gelijkstroom voordat werkzaamheden aan de binnen constructie van de boiler kunnen worden uitgevoerd! Boilers met een gecombineerde waterverwarming met behulp van wissel-gelijkstroom kunnen gebruikt worden voor het verwarmen van water alleen bij wisselspanning van het lichtnet, of gelijkstroom van de PV-modules, of samen bij verschillende combinaties van ingestelde temperaturen van twee thermostaten. De IntechEnergy boilers zorgen voor de voor- en naverwarming van water. Een dergelijk gebruik is een aanvullend systeem op reeds bestaande verwarmingssystemen, door gebruikers daar in te zetten waar de boiler voor of na het systeem opgenomen wordt. Alle boilers uit de serie M+K(W) zijn uitgerust met buisvormige warmtewisselaar, voor aansluiting op een externe warmtebron (kachel, open haard, gasboiler etc.). In de M+KW modellen, die alleen in de 200L-uitvoering geproduceerd worden, is de buisvormige warmtewisselaar in het bovenste deel van de boiler gemonteerd. Deze oplossing maakt het verwarmen van de bovenste helft door gas en de onderste helft door PV-modules mogelijk; na temperatuurcompensatie wordt voor het verwarmen van de totale 200L-boiler uitsluitend zonne-energie ingezet. Het model M+KW kan ook ingezet worden als energiebron voor vloerverwarming. 4 Boilers LX ACDC/M+K(W) zijn ontworpen om te werken met behulp van beide elektrische voedingsbronnen. Een stabiele wisselstroombron van het lichtnet verwarmt het water permanent tot de temperatuur die is ingesteld op thermostaat T1. In de praktijk is een temperatuur van circa 45 graden Celsius aanbevolen. Zodra de ingestelde temperatuur bereikt is, zal thermostaat T1 de voeding van de wisselstroom uitschakelen. Gelijkstroom van de PV-panelen zal het water verder verwarmen tot de op thermostaat T2 ingestelde temperatuur. In het geval de temperatuur van het water daalt tot onder 45 graden Celsius (gebruik van het water) en in direct zonlicht, dan zullen beide stromen het water snel en effectief verwarmen. In de winter (1.11 - 1.13) is het aan te raden de temperatuur van de T1 thermostaat op een hogere temperatuur in te stellen, gezien de lagere intensiteit van het zonlicht. Waarschuwing: De thermometer die bevestigd is aan de boiler meet de temperatuur van de metalen behuizing van de boiler en er kan een klein verschil zijn tussen de gemeten en werkelijke temperatuur van het water. Operationele en montage-instructies voor boilers: Type: elektrisch Type: gecombineerd - warmtewisselaar 1 m2 Type Actuele energie voor verwarmen Warmteverlies Volume (l) Gewicht (kg) Hoogte x diameter (mm) Nominaal vermogen van de wisselstroomspriaal LX ACDC/M+K 100 AC+DC LX ACDC/M+K 125 AC+DC LX ACDC/M+K 160 AC+DC LX ACDC/M+K 200 AC+DC LX ACDC/M+KW 200 AC+DC 0.88 95 58 881x524 1.09 120 64 1046x524 1.39 147 72 1235x524 1.4 195 195 1287x584 1.4 195 195 1287x584 2 2 2 2 2 1 1 1 1 24 24 24 24* Warmteoverdrachtoppervlak 1 van de warmtewisselaars Nominaal vermogen van de warmtewisselaars bij een 24 warmwatertemperatuur van 80 °C en doorloop van 720 l/h (kW) Tabel 1 * Deze waarde geeft het maximale vermogen weer, die door de warmtewisselaar aan het in de boiler aanwezige water afgegeven kan worden - en dat bij het aansluiten van de warmtewisselaars op een externe warmtebron. Bij het model LX ACDC/M+KW 200 onttrekt de warmtewisselaar bij deze montage aan een vloerverwarmingssysteem warmte uit de boiler. De prestaties zijn dan ook afhankelijk van de actuele, in de boiler opgebouwde warmte. 5 Werking van de boiler Elektrische waterverwarming. Na aansluiting van de boiler op het lichtnet (230V wisselstroom) is de boiler klaar om water te verwarmen. Zelfs in het geval van een boiler met gelijkstroom, is het noodzakelijk de boiler aan te sluiten op het elektriciteitsnet (230V). De elektriciteit die gebruikt wordt van het net als de thermostaat is uitgeschakeld, is gelijk aan een waarde van 0,0039 kWh. Wanneer het water verwarmd wordt met behulp van gelijkstroom van PV-modules, is het noodzakelijk om de benodigde temperatuur in te stellen op thermostaat T2. In zonlicht starten de modules met het produceren van stroom dat de verwarmingsspiraal in de boiler verwarmt. Het aan- en uitschakelen van de verwarmingsspiraal wordt gereguleerd door de thermostaten. Het is mogelijk de thermostaten naar behoefte in te stellen tussen 5 en 74 graden Celsius. Het is aanbevolen de gelijkstroomverwarming in te stellen op maximaal 70 graden Celsius. Deze temperatuur zorgt voor een optimaal gebruik van de elektrische bron van PV-modules. Zodra de ingestelde temperatuur is bereikt, schakelt de thermostaat de elektrische stroomaanvoer af en voorkomt daarmee verdere verwarming van het water. Het oranje lampje heeft de werking van het apparaat aan. Als dit lampje brandt, is het apparaat in werking. Als het lampje uitgaat, is het apparaat buiten bedrijf. Het groene lampje geeft de gelijkstroomaanvoer van de PV-modules aan. Brandt het lampje, dan genereren de modules energie. Het rode lampje geeft het verwarmen met behulp van wisselstroom uit het elektriciteitsnet weer. Brandt dit lampje, dan is de verarming uitgeschakeld voor wisselstroom. Waarschuwing! Water dat verwarmd is tot 70 graden Celsius wordt ervaren als zeer warm. Het is noodzakelijk het te mengen met koud water wanneer het gebruikt wordt. Het gebruik van een mechanische mengkraan is aanbevolen, aangezien de warmtetemperatuur in de boiler op zonnige dagen en instelling op de maximale temperatuur van thermostaat T2 tot 90 graden Celsius kan bereiken, wat een watertemperatuur is die bijna kookt en gevaar voor de gezondheid kan opleveren. Bij de mengkraan wordt de voor normaal gebruik geschikte uitgangstemperatuur ingesteld. De afsluitkleppen van de buisvormige warmtewisselaars dienen open te staan, waardoor de stroming van warm water uit het verwarmingssysteem gegarandeerd is. Het is raadzaam, om samen met de afsluitklep een ontluchtingsklep toe te voegen, omdat dit naar behoefte zorgt voor de ontluchting van de warmtewisselaar, vooral aan het begin van het stookseizoen. De door de warmtewisselaar geclaimde verwarmingsduur is afhankelijk van de watertemperatuur en de doorloop van het verwarmingssysteem. De combinatieboiler wordt geproduceerd in een universele uitvoering - de leidingen naar de warmtewisselaar worden over de achterkant van de boiler geleid. waarbij de montage indien nodig van rechts of van links kan plaatsvinden. 6 Bediening: Bedieningspaneel: De tank van de boiler is gemaakt van plaatstaal en getest bij een druk van 0,9 MPa. Het inwendige oppervlak van de boiler is geëmailleerd. Er is een flens gelast aan de bodem van de tank waaraan een flensdeksel is vastgeschroefd. Tussen flensdeksel en flens bevindt zich een afdichtingsring om een perfecte sluiting te garanderen. Op moer M8 is een anodestaaf gemonteerd. Een anodestaaf wordt gebruikt als extra bescherming van de tank. Door de reactie met water ontstaat een omgeving die de levensduur van de tank verlengt. Anodeproductie en gebruikte materialen voldoen aan de eisen van DIN 4753/6. Monteer de boiler minimaal 60cm vanaf de vloer dit ivm het vervangen en/of onderhoud aan de anode. In het bovenste deel van de tank bevinden zich een of meerdere temperatuurindicatoren die informatie over de temperatuur van het water in de boiler doorgeven. De opslagtank is geïsoleerd met hard polyurethaan schuim dat minimaal warmteverlies garandeert. De elektro-installatie is geplaatst in het onderste deel van de boiler onder de eenvoudig te verwijderen deksel. Het is mogelijk de watertemperatuur in te stellen van 5 tot 74 graden Celsius met thermostaten, gebruikmakend van de schaal op de thermostaatknop. Koud water wordt aangegeven in blauw, de uitgang in rood. Alle stalen onderdelen zijn beschermd tegen roestvorming; de verbindingsonderdelen zijn verchroomd. 7 Technische omschrijving LX ACDC/M+K 100; LX ACDC/M+K 125; LX ACDC/M+K 160; LX ACDC/M+K 200 1. Temperatuurindicator 2. Boilercoat 3. Keramisch verwarmingselement 4. Buisvormige warmtewisselaar 5. Magnesiumanode 6. Operationele thermostaten met uitwendige besturing en veiligheidsthermostaten 7. Elektro-installatiedeksel 8. Aanvoerleiding koud water 9. Afvoerleiding heet water 10. Circulatie 11. Geëmailleerde stalen tank 12. Thermostaatsensordeksel 13. Polyurethaan isolatie 14. Boilercoat 15. Andere afvoerleiding heet water Afbeelding 2 LX ACDC/M+KW 200 1. Temperatuurindicator 2. Buisvormige warmtewisselaar 3. Verwarmingsbeschermbuis 4. Temperatuurindicator 5. Keramisch verwarmingselement 6. Mg anode 7. Operationele thermostaat met uitwendige besturingveiligheidsthermostaat 8. Elektro-installatiedeksel 9. Aanvoerleiding koud water 10. Afvoerleiding heet water 10. Mg anode 11. Thermostaatsensordeksel 12. Polyurethaan isolatie 13. Beschermbuis voor externe thermostaatsensor 14. Geëmailleerde stalen tank 15. Circulatie 16. Boilercoat 17. Andere afvoerleiding heet water Afbeelding 3 8 Afmetingen van boilers LX ACDC/M+KW 200 Afbeelding 4 9 Dwarsdoorsnede van de boiler LX ACDC/M+K 100; LX ACDC/M+K 125; LX ACDC/M+K 160; LX ACDC/M+K 200 A B C D E F G H IP J LX ACDC/M+K 100 A,B,C 881 876 636 524 701 551 G1" G3/4" 261 - LX ACDC/M+K 125 A,B,C 1046 1041 801 524 701 551 G1" G3/4" 261 - LX ACDC/M+K 160 A,B,C 1235 1230 1005 524 701 831 G1" G3/4" 261 815 LX ACDC/M+K 200 A,B,C 1287 1282 793 584 685 895 G1" G3/4" 245 600 10 Werkingsprincipe De boiler werkt op het beginsel van druk, wat betekent dat in de boilertank een constante druk is van de waterleiding. Wanneer de heetwater-opening van de mengkraan openstaat, stroomt het water uit de boiler, gebruikmakend van de druk van de koud waterleiding in het onderste deel van de boiler. Warm water stroomt door het bovenste deel, het binnenstromende water blijft in het onderste deel van de boiler. Toebehoren Bij het product behoren een veiligheidsklep en een temperatuurindicator. Scharnieren en schroeven zijn gemonteerd aan de boiler. Controleer voor u gaat monteren bij opening van de verpakking of de systeemonderdelen compleet zijn. Vanwege de verschillende types dragend metselwerk en de grote verscheidenheid in speciaal verankeringsmateriaal dat verkrijgbaar is, voegt de producent dit materiaal niet toe als onderdeel van de set. Het is noodzakelijk zelf een verankeringssysteem te kiezen, passend bij de omstandigheden. Bevestiging aan de muur is aanbevolen en geadviseerd wordt de verankering over te laten aan een bevoegd bedrijf, of een expert te raadplegen. Muur-installatie Voor de installatie is het noodzakelijk de draagkracht van de muur te testen en, indien nodig, de muur te verstevigen. Het is noodzakelijk passend verankeringsmateriaal te kiezen, afhankelijk van het type muur. De boiler dient uitsluitend bevestigd te worden in verticale positie, het onderste deel van de boiler moet tenminste 60 centimeter boven de grond geplaatst worden. Loodgieterswerk Aansluiting van de boiler op de waterleiding is te zien in afbeelding 1. Voor mogelijke ontkoppeling van de boiler is het noodzakelijk een koppeling van Js 3/4 te plaatsen op de ingang en uitgang van koud en heet water. De boiler moet voor ingebruikname met een veiligheidsklep uitgerust zijn. De veiligheidsklep moet gemonteerd worden aan de koudwater-ingang, aangegeven in blauw. Elke boiler onder druk moet uitgerust zijn met een door een veiligheidsklep gezekerde membraanveer.(inlaatcombinatie) De veiligheidsklep moet makkelijk toegankelijk zijn en zich zo dicht mogelijk bij het apparaat. De Aansluiting moet minstens evenveel vrije hoogte hebben als de veiligheidsklep. De veiligheidsklep moet zo hoog aangebracht worden, dat het derivaat van afvoerwater via een interne helling loopt. Voor de montage zijn veiligheidskleppen met een door de fabrikant vast ingestelde druk te gebruiken. De afvoerdruk van de veiligheidsklep moet in overeenstemming zijn met de maximale toegestane druk van de boiler. Indien de druk in het watersysteem deze druk overstijgt, dan is het noodzakelijk een reduceerventiel te integreren waarvan de werkdruk op 80 % van de afvoerdruk van de veiligheidsklep moet worden ingesteld. De vereiste drukwerken staan in tabel 2 hieronder. Tussen boiler en veiligheidsklep mag geen afsluitklep opgenomen worden. De montage moet volgens de instructies van de fabrikant van de beveiligingsinrichting verlopen. Voor iedere ingebruikname moeten deze veiligheidskleppen op functionaliteit getest worden. Controle 11 wordt bereikt door het handmatig verwijderen van het membraan van de klepzitting; dit dient plaats te vinden door voorzichtig aan de knop om de afscheurend in de richting van de pijl te draaien. Na het draaien moet de knop weer in de inkeping vergrendeld zijn. Bij de juiste werking van de afscheurend vloeit het water uit de afvoerleiding van de veiligheidsklep. Tijdens de normale werking moet deze controle minstens eenmaal in de maand en na elke langdurige uitschakeling van meer dan 5 dagen plaatsvinden. Uit de veiligheidsklep kan door de afvoerleiding water afgetapt worden; de buis heeft daartoe een uitgang die verticaal naar beneden gericht moet zijn en in een vorstvrije ruimte ondergebracht moet zijn. Om de boiler leeg te laten lopen, mag de aanbevolen afvoerklep gebruikt worden. Ten eerste moet de wateraanvoer naar de boiler afgesloten worden. Om een goede werking van de veiligheidsklep te garanderen, moet aan de aan inlaatbuis een terugslagklep geïnstalleerd worden, die verhindert dat de boiler zichzelf leegt en warm water terugkomt in de waterleiding. Het warme kraanwater wordt met behulp van de mengkraan uit de rood gemarkeerde afvoerbuis verwijderd. Bij langere kraanwaterleidingen wordt aangeraden om de leiding te isoleren, om warmteverlies te voorkomen. Alle leidingen moeten worden uitgerust met mengkranen voor de instelling op de aanbevolen watertemperatuur. De waterinstallatie moet in overeenstemming zijn met de in het betreffende land geldende eisen en voorschriften. LET OP Als de veiligheidsklep niet is uitgerust met een afvoeropening, dan raden wij aan het systeem op een geschikte plaats uit te rusten met een afvoerklep. Als de druk in de waterleiding hoger is dan 0,6 MPa, dan raden wij aan ook een reduceerklep te installeren. Het apparaat mag niet worden gebruikt door personen met beperkte lichamelijke, psychische en verstandelijke vermogens, of door personen die niet over voldoende kennis en ervaring (inclusief kinderen) beschikken, tenzij ze onder toezicht staan van een verantwoordelijke persoon of geïnstrueerd worden over het gebruik van het apparaat. Veiligheidsklep: TE-2848 DN20 - directe veiligheidsklep met binnendraad Technische specificaties: Max. druk 0,6 MPa Veiligheid reliëf 0,63 + 0,03 MP 12 O = ontluchtingsklep U = afsluiter P1 = veiligheidsklep met terugslagklep P2 = veiligheidsklep voor verwarmingscircuit M = manometer Z = terugslagklep V = afvoerklep Aansluiting van combinatie-verwarming Het is raadzaam een in- en afvoer van verwarmingswaterafsluiters toe te passen (in geval van ene noodzakelijke uitbreiding van de verwarming). De kleppen moeten zo dicht mogelijk bij de boiler aangebracht worden, om grotere warmteverliezen te voorkomen. Bij combinatie-verwarming is het noodzakelijk, tijdens het verwarmen met elektriciteit de afsluiter aan de ingang van de buisvormige warmtewisselaar te sluiten, waardoor het verwarmen van het water in het verwarmingssysteem beperkt wordt. Is de warmtewisselaar niet in gebruik, dan is het noodzakelijk de plastic dop op de (af fabriek) aanvoerleidingen te laten, zodat geen lucht in de locatie van de warmtewisselaar binnendringt. Elektro-installatie Aansluiting, reparaties en keuringen van elektrische installaties mogen alleen worden uitgevoerd door een voor deze activiteit bevoegd persoon. De elektrische installatie moet voldoen aan de geldende elektrotechnische normen. De aansluiting op het elektriciteitsnet mag pas plaatsvinden na het maken van de waterinstallatie. In het vaste elektriciteitsdistributienetwerk zijn elementen voor netafsluiting ingebouwd, die zorgen dat de contactpunten in alle posities gescheiden zijn. De elektrische installatie moet voldoen aan de voorschriften volgens de NEN1010 De aansluiting van de LX ACDC/M+K(W) boilers heeft een aansluiting van twee ingangen en een uitgang. Voor de uitgang is gelijkstroom een voorwaarde. 13 Voor de levering van zonne-energie moet het systeem aangesloten worden op het dichtstbijzijnde voedingspunt (contactdoos) waar het elektriciteitsnet aan levert en voor dit doel 230 V-aansluitingen L, N en PE. Wisselstroom aansl. Na montage van de boiler aan de wand, aansluiting op warm en koud water en na het vullen met water, kan men de boiler aansluiten op 230V AC contactdoos of doormiddel van een stekker 2p+a, waarbij de boiler werkt als een klassieke elektroboiler. PV-modules kunnen later aangesloten worden. Gelijkstroom (PV-module) 1. Na demontage van de elektrische installatiedeksel (4 st. schroeven) is het noodzakelijk elektrische ingang N.2 geschikt te maken, het gaat om het verwijderen van de kunststof plaat met een mes. Als de ingang niet genoeg is, dan is het nodig ook de tegenoverliggende kunststof plaat te verwijderen. De platen zijn uitgerust om de elektrische installatie te beschermen tegen lekkage, als er nog geen zonneenergiesysteem geïnstalleerd is (afbeelding 7). Afbeelding 7 2. Afbeelding 8 - voor de gelijkstroom-elektrische installatie is het nodig gelijkstroomkabels (die bevinden zich in de verpakking) aan de aansluitingen set te verbinden, dus voor de gelijkstroomingang aan de boiler. De positieve kabel wordt met rode strepen gemarkeerd en het aansluitpunt is gemarkeerd als DC+. Voor aansluitpunt DC- is het nodig de kabel zonder markering te verbinden. 14 Afbeelding 8 3. Controleer goed of de sensoren van de thermostaten en de thermische zekering tot het einde van de beschermbuis geduwd zijn en bevestig deze dan met bijgeleverde rubberen band (afbeelding 9). Afbeelding 9 4. Na handelingen van punten 1, 2 en 3 plaats u alles terug (4 st. schroeven) 5. Installeer LXDC BOX aan de muur naast de boiler. We raden aan deze in het midden van de boiler te plaatsen. 6. sluit de kabels van de boiler naar de LXDC BOX van connectoren 1+ en 1- aan (afbeelding 10). 15 Afbeelding 10 7. Vanaf de bovenkant sluit u de gelijkstroomsnoeren van de PV-modules aan op de LXDC BOX (afbeelding 11). Afbeelding 11 16 8. Sluit de communicatiekabel van LXDC BOX aan op de contactdoos in de elektrische installatie (afbeelding 12). Afbeelding 12 9. Verbindt u de connector met de contactdoos in de LXDC BOX. Voorzichtig! Potentie loze verbinding heeft een spanning van 12 V wisselstroom. Samenvoeging schakelt automatisch gelijkstroom van PV-modules op de tweede uitgangen van LXDC BOX, met markeringen 2+ en 2-. 17 10. De functie van de schakelaar On/Off De schakeling On = bij verwarming van de boiler op de ingestelde temperatuur en uitschakeling van de thermostaat, wordt de spanning automatisch ingeschakeld op de uitgangen 2+ en 2-. De schakelaar Off = bij verwarming van de boiler op de ingestelde temperatuur en uitschakeling van de thermostaat, wordt de spanning van uitgangen 1+, 1-, 2+ en 2- uitgeschakeld, die spanning- en stroomloos. Na het aansluiten van de boiler op water, het elektriciteitsnet en PV-modules en na controle van de veiligheidsklep (volgens de handleiding, die in de verpakking van de veiligheidsklep zit), kan de boiler in gebruik genomen worden. Werkwijze: a. De controle van water de elektrische installaties. Eventueel ook verbinding met het verwarmingssysteem. b. U moet de positie van de sensoren van de thermostaat en ook van de thermische zekering controleren. Sensoren moeten tot het einde in de beschermbuizen geduwd worden. De volgorde is: eerst de sensor van de thermostaat en dan de sensor van de thermische zekering. c. Open de warmwaterkant van de kraan. d. Open de klep op de koud waterverbinding van de boiler. e. Als het water uit de kraan stroomt, is het vullen ten einde en kan de klep gesloten worden. f. Bij lekkage (flens) adviseren wij de schroeven van de flens aan te draaien. g. Verbind de boiler met het net. h. Verbind de boiler met de PV-modules. 18 i. j. Voor de ingebruikname van de boiler moet de elektro-installatiedeksel bevestigd worden. Er kan druppelvorming ontstaan bij de veiligheidsklep. Dit is een normaal verschijnsel dat veroorzaakt wordt door het verhogen van het watervolume. Bij ingebruikname raden wij aan de boiler te spoelen. 19 Afbeelding 14 20 21 Aansluiting van de warmtewisselaar met type LX ACDC/M+KW 200 Afbeeldingen 15, het aansluiten van de vloerverwarming op uw zonnestroomboiler. Let wel dit is een universeel schema ook voor de grote Zonnestroom boilers van 300 t/m 1000Ltr. Voor deze aansluiting levert IntechEnergy een aansluitset in ¾ of 1”aansluiting. Deze aansluit sets zijn te bestellen bij uw IntechEnergy groothandel. IntechEnergy regelunit + 3-weg klep 3/4" of 1” 230V. Bestaande uit: 1 x 3-wegklep 230V 3/4" of 1” 1 x Zonne Temp.boilerregeling 1 x Behuizing met klepdeksel Afbeelding 15 22 Verwijderen van verpakkingsmateriaal en niet gerookte producten. Voor de verpakking waarin het product wordt geleverd, is een verwijderingsbijdrage betaald om de terugkeer en het hergebruik te garanderen. Deze verwijderingsbijdrage is in overeenstemming met de wet nr. 477/2001 coll, in de nieuwste versie door de firma EKOKOM betaald. Geef de verpakking van de boiler af bij de in uw gemeente daarvoor bestemde afvalinname. Versleten of defecte producten zijn na het scheiden afbreekbaar en bij de afvalverwerking af te geven; in geval van twijfel kunt u contact opnemen met de fabrikant. Garantie Voor het vervangen van het product of het annuleren van de koopovereenkomst gelden de bepalingen van (I.) BGB. Indien tijdens de garantietermijn gebreken aan het product optreden, die niet door de gebruiker of door onvermijdelijke gebeurtenissen (bijvoorbeeld een natuurramp) veroorzaakt zijn, wordt het product kosteloos gerepareerd. De op het product aangegeven garantietermijn geldt vanaf verkoopdatum aan de eindgebruiker en beslaat het volgende tijdsbestek: De op het product aangegeven garantietermijn geldt vanaf verkoopdatum aan de eindgebruiker en beslaat het volgende tijdsbestek: 5 jaren op de binnentank (boiler) van de warmwatertoestellen, inclusief warmte-isolerende laag en flensdeksel. 2 jaren op de elektrische installatie Reparaties tijdens en na de garantietermijn verzorgt de fabrikant middels zijn vertegenwoordigers. Voorwaarden voor de uitvoering van de garantie: Het garantiebewijs moet juist ingevuld zijn (bevestigde verkoop- en montagedatum) De montage van het product is uitgevoerd door een daartoe bevoegde persoon (behandeld in het garantiebewijs of een ander bewijs). De koper is verplicht zich voor ingebruikname van het product de gebruiks- en montagevoorschriften eigen te maken. 23 Garantiecertificaat Binnen 10 dagen na montage opsturen mailen naar [email protected] Plaatsingsdatum: ………………. Type: ……………………………………………….. Serienummer: ……………………………………………….. Gebruiker Voorletters ………………………………………………………………………………. Achternaam m/v ………………………………………………………………………………. Straatnaam Huisnummer ……………………………………………………… ………. Postcode Woonplaats …………… …….…………………………………………………. Installateur Bedrijfsnaam ………………………………………………………………………………. Straatnaam Huisnummer ……………………………………………………… ………. Postcode Woonplaats …………… …….…………………………………………………. Handtekening gebruiker Handtekening installateur 24