vitamine k (k1 en k2)

advertisement
VITAMINE K (K1 EN K2)
Orthomoleculaire therapie | Vitaminen
SYNONIEMEN
Vitamine K1 (fytomenadion, fylloquinon, fyllochinon, fytonadion), vitamine K2 (menaquinon, MK-4 tot
MK-14)
BESCHRIJVING
Dat vitamine K essentieel is voor de bloedstolling, is algemeen bekend. De laatste jaren is de
belangstelling voor deze vetoplosbare vitamine sterk toegenomen door de ontdekking van andere, voor
de gezondheid belangrijke eigenschappen. Een belangrijke functie van vitamine K is het activeren van
(vitamine K-afhankelijke) enzymen (Gla-eiwitten), die de calciumhuishouding reguleren (samen met
vitamine D) en verkalking van zachte weefsels en ontkalking van de botten tegengaan. Er is toenemend
wetenschappelijk bewijs dat vitamine K aderverkalking, botontkalking, insulineresistentie(syndroom) en
gewrichtsontsteking tegengaat en bijdraagt aan de bescherming tegen (cognitieve) veroudering. De
huidige ADH van 75 mcg vitamine K per dag is gebaseerd op de hoeveelheid die nodig is voor de
bloedstolling, maar laat andere functies van vitamine K buiten beschouwing. Onderzoek toont aan dat de
werkelijke vitamine K-behoefte een stuk hoger ligt en dat de meerderheid van de Nederlandse bevolking
een niet-optimale vitamine K-inname heeft. De inname van vitamine K is meestal wel voldoende voor de
hemostase.
Vitamine K omvat een groep verwante, vetoplosbare naftoquinonen. Westerse voeding bevat
hoofdzakelijke vitamine K1 (fytomenadion, fylloquinon, fytonadion), dat voorkomt in planten (met name
groene thee, algen en groene groenten zoals spinazie, sla, peterselie en koolsoorten). Vitamine K2
(menaquinon) wordt geproduceerd door bepaalde bacteriën en komt in beperkte mate voor in vlees,
zuivel en eieren. De dikke darmflora produceert vitamine K2, maar de opname ervan is beperkt
(vetoplosbare vitamines worden vooral in het ileum opgenomen). Er zijn verschillende vormen van
menaquinon, MK-4 tot MK-14, waarbij het getal het aantal isoprenyl-zijketens aangeeft. MK-4 is
aanwezig in vlees en wordt ook in beperkte mate in het lichaam gevormd uit vitamine K1; MK-5 t/m MK9 worden in kleine hoeveelheden in gefermenteerde producten aangetroffen zoals kaas en yoghurt; het
Japanse voedingsmiddel natto (met Bacillus subtilis gefermenteerde sojabonen) is een uitzonderlijk rijke
bron van MK-7; MK-10 t/m MK-14 zijn zeldzaam. Vitamine K3 (menadion) is een synthetische
(pro)vitamine K. Vitamine K1 en K2 zorgen beide voor activering van stollingsfactoren in de lever; met
name vitamine K2 is werkzaam in extrahepatische weefsels, aangezien vitamine K1 grotendeels in de
lever wordt opgenomen en minder in circulatie wordt gebracht dan vitamine K2.
WERKING
Meer dan vijftig jaar is gedacht dat vitamine K uitsluitend nodig was voor de activering (carboxylering)
van bloedstollingsfactoren in de lever. Inmiddels zijn er verschillende extrahepatische vitamine Kafhankelijke Gla-eiwitten ontdekt. In de botten (en tanden) zijn dat osteocalcine (Bone Gla Protein of
BGP), proteïne S en MPG (matrix Gla protein); in de nieren KGP (kidney Gla protein); in de vaatwand en
andere zachte weefsels MPG (matrix Gla protein). Het Gla-eiwit Gas6 (growth arrest specific gene 6
protein) wordt onder meer geproduceerd door endotheelcellen en reguleert celdeling, celdifferentiatie en
celmigratie en beschermt cellen tegen apoptose (geprogrammeerde celdood).
Vitamine K is de cofactor van het enzym γ-glutamylcarboxylase dat glutaminezuur (Glu)-residuen in
(vitamine K-afhankelijke) enzymen carboxyleert tot γ-carboxyglutaminezuur (Gla)-residuen, en daarmee
activeert. Ondergecarboxyleerde (Glu)-eiwitten zijn inactief en nutteloos. Bij vitamine K-insufficiëntie zijn
ondergecarboxyleerde vitamine K-afhankelijke eiwitten aantoonbaar in het bloed. Deze worden PIVKA’s
(proteins induced by vitamin K absence) genoemd. PIVKA-protrombine (PIVKA-II) is marker voor een
ernstig vitamine K-tekort (vitamine K wordt op de eerste plaats voor de γ-carboxylering van
stollingsfactoren gebruikt); ondergecarboxyleerd osteocalcine (ucOC of PIVKA-osteocalcine) is een
gevoeliger marker voor vitamine K-insufficiëntie. Naast het activeren van Gla-eiwitten heeft vitamine K
diverse andere functies.

Bloedstolling: vitamine K (K1, K2) is essentieel voor de productie van diverse stollingsfactoren (Glaeiwitten) in de lever, waaronder factor II (protrombine), factor VII (proconvertine), factor IX
(tromboplastine component), factor X (Stuart factor) en proteïne C, S en Z. Een (ernstig) vitamine Ktekort leidt tot een verlengde stollingstijd en verhoogt de kans op excessieve bloedingen, (occult)
bloedverlies, (onderhuidse) bloeduitstortingen, slecht genezende wonden en bloedarmoede.

Botaanmaak, botmineralisatie en botsterkte: Osteocalcine is een klein, calciumbindend eiwit dat
hoofdzakelijk door osteoblasten wordt geproduceerd en een biochemische marker is voor de
botmineralisatie; het is het belangrijkste eiwit (na collageen) dat bij de botaanmaak in de botmatrix
wordt ingebouwd. Vitamine D stimuleert de synthese van osteocalcine en verhoogt de beschikbaarheid
van calcium; vitamine K (met name K2) zorgt voor γ-carboxylering van osteocalcine. Alleen door
vitamine K gecarboxyleerd osteocalcine is werkzaam en kan zich binden aan hydroxyapatiet en zorgen
voor calciumafzetting in botweefsel. Vitamine K2 verbetert de botkwaliteit niet alleen door het activeren
van osteocalcine. In-vitro en in-vivo studies hebben uitgewezen dat vitamine K2 de vorming en activiteit
van osteoblasten verhoogt. Dit geschiedt via stimulering van de SXR (steroid and xenobiotic receptor)
expressie, remming van NF-κB en stimulering van osteoblast¬specifieke genen. De vorming en activiteit
van osteoclasten vermindert door inhibitie van osteoclastogenese en inductie van hun apoptose waarbij
de expressie van cyclooxygenase-2 (COX-2), prostaglandine E2 (PGE2) en diverse
ontstekingsbevorderende cytokines worden geremd.

Remming vaatstijfheid: Wanneer men ouder wordt neemt de vaatstijfheid toe. Dit ontstaat door
kalkafzetting in de wand en vormt een onafhankelijke risicofactor voor hart- en vaatziekten.
Vaatsstijfheid zorgt er namelijk voor dat de wand makkelijker beschadigd raakt, waardoor
vaatvernauwing door plaques eerder optreedt. Uit een studie onder 244 gezonde, postmenopauzale
vrouwen tussen de 55 en 65 jaar blijkt dat aanvulling van de voeding met vitamine K2 (MK-7) de
vaatstijfheid vermindert. Na drie jaar was de vaatstijfheid in de vitamine K2-groep niet alleen lager, de
flexibiliteit van de vaatwand was zelfs verbeterd. Het grootste effect werd gemeten bij vrouwen die
aanvankelijk een hogere mate van vaatstijfheid hadden.

Remming van aderverkalking: gecarboxyleerd Matrix Gla Proteïne (cMGP) speelt een centrale rol in
de preventie van arteriële verkalking door het beïnvloeden van BMP-2 (bone morphogenic protein type 2)
en het blokkeren van calciumafzetting in de vasculaire matrix. De aanmaak van MGP door (humane)
vasculaire gladde spiercellen wordt gestimuleerd door extracellulair calcium (dreigende kalkafzetting);
activering van MGP is een vitamine K-afhankelijk proces. Een hoge serumspiegel van inactief,
ondergecarboxyleerd MGP (ucMGP) en een hoge ratio tussen ucMGP/cMGP is mogelijk een goede marker
van (beginnende) aderverkalking. De ucMGP-spiegel lijkt te dalen bij progressie van aderverkalking,
wellicht door binding van ucMGP aan calcium in de vaatwand of door verlies van gladde spiercellen (door
apoptose of transformatie in osteoblastachtige cellen). Naast het activeren van MGP helpt vitamine K2 de
bloedvaten gezond te houden door verlaging van de cholesterolspiegel en remming van plaquevorming
(via Gas6).

Bloedglucoseregulatie: Vitamine K is gunstig voor de glucosehomeostase (insulinegevoeligheid,
insulinesecretie), mede door het activeren van osteocalcine. Het precieze werkingsmechanisme is nog
onduidelijk; gecarboxyleerd osteocalcine verbetert mogelijk de insulinegevoeligheid en bètacelfunctie
door verbetering van de expressie van adiponectine. Het is ook mogelijk dat vitamine K rechtstreeks
invloed heeft op insulinegevoeligheid en glycemische status door een ontstekingsremmend effect.
Daarnaast zijn vitamine K-afhankelijke eiwitten (protrombine en proteïne S) aanwezig in organen die
belangrijk zijn voor de glucose- en insulinestofwisseling, zoals lever en pancreas.

Remming van gewrichtsontsteking: vitamine K is een belangrijke regulator van de bot- en
kraakbeenmineralisatie; bij jongeren reguleert vitamine K bijvoorbeeld de verkalking van groeischijven
(schijven van kraakbeen bij de uiteinden van de botten die zorgen voor extra lengtegroei). Er zijn
aanwijzingen dat vitamine K-insufficiëntie osteoartritis bevordert door ondercarboxylering van MGP en
Gas6 en verhoging van de ontstekingsactiviteit (vitamine K remt de expressie van verschillende proinflammatoire cytokines). In-vitro en dieronderzoek leveren aanwijzingen voor een gunstig effect van
vitamine K2 (MK-4) bij reumatoïde artritis met remming van synoviale hyperproliferatie en
dosisafhankelijke remming van reumaprogressie.

Rol in hersenfunctie en synthese sfingolipiden: vitamine K (K1, MK-4) is in een hoge concentratie
aanwezig in hersenweefsel en is waarschijnlijk belangrijk voor de hersenfunctie. Vitamine K remt
kalkafzetting in zachte weefsels, activeert Gas6 en speelt een rol bij de synthese van sfingolipiden, een
groep complexe (membraan)lipiden waaronder cerebrosides, sfingomyeline, sulfatides, ceramides en
gangliosides. Bij proefdieren leidde een vitamine K-tekort tot gedragsveranderingen en daling van met
name myeline sulfatides. Een afwijkende sfingolipidenstofwisseling speelt vermoedelijk een rol bij de
pathogenese van leeftijdsgerelateerde ziekten, waaronder neurodegeneratieve ziekten, hart- en
vaatziekten en diabetes. Het is de vraag of vitamine K-insufficiëntie bijdraagt aan het ontstaan en de
progressie van de ziekte van Alzheimer en multiple sclerose. Bij proefdieren leidde een lage vitamine Kinname vanaf de geboorte tot sterke cognitieve achteruitgang op hogere leeftijd. In een observationele
studie hadden mensen met beginnende dementie een significant lagere inname van vitamine K
(gemiddeld 63 mcg/dag) dan gezonde leeftijdgenoten (139 mcg/dag). In een diermodel voor multiple
sclerose zorgde preventieve suppletie met vitamine K2 voor een milder ziekteverloop.

Ontstekingsremmende en antioxidatieve activiteit: uit in-vitro en in-vivo onderzoek is gebleken dat
vitamine K een ontstekingsremmende werking heeft, mede door inhibitie van NF-κB signalering.
Daarnaast heeft vitamine K krachtige antioxidatieve eigenschappen.
INDICATIES
Vitamine K-tekort: Een vitamine K-tekort kan het gevolg zijn van een te lage inname van vitamine K
met de voeding, alcoholisme, (chronische) leverziekte, cystische fibrose, chronische maagdarmziekten
(waaronder chronische diarree, coeliakie, ziekte van Crohn, colitis ulcerosa, regionale enteritis, short
bowel syndrome), intestinale resectie (met name laatste deel van het ileum), bariatrische chirurgie
(ingrepen zoals maagverkleining bij morbide obesitas) en medicijngebruik (waaronder antibiotica, zie
interacties). Vitamine K accumuleert met name in vetweefsel; mensen met een verhoogd vetpercentage
(overgewicht, obesitas) hebben mogelijk een grotere kans op een functioneel vitamine K-tekort.
Preventie osteoporose en botfracturen: In diverse observationele studies is een duidelijk
(omgekeerd) verband gevonden tussen de vitamine K-inname en de kans op botfracturen. Oudere
vrouwen met een heupfractuur hebben een significant lagere serumspiegel van vitamine K, vergeleken
met vrouwen zonder heupfractuur. In een studie hadden ouderen in het hoogste kwartiel van vitamine Kinname 65% minder kans op een heupfractuur dan ouderen in het laagste kwartiel van inname. De
hogere incidentie van dijbeenfracturen in het westelijke deel van Japan, vergeleken met andere delen,
correleert sterk met de vitamine K-inname. In Japans onderzoek was de consumptie van natto, rijk aan
MK-7, significant geassocieerd met een afgenomen kans op een heupfractuur bij postmenopauzale
vrouwen. Een prospectieve cohortstudie toonde aan dat de ucOC-serumspiegel (ondergecarboxyleerd
osteocalcine) de kans op een heupfractuur bij oudere vrouwen kan voorspellen, onafhankelijk van de
botmineraaldichtheid van de dijbeenhals. Deze conclusie wordt ook getrokken in een rapport van de
Wereldgezondheidsorganisatie uit 2003. Het verband tussen ondergecarboxyleerd osteocalcine en de
botmineraaldichtheid is wat minder eenduidig.
In diverse klinische studies is aangetoond dat suppletie met vitamine K2 de botkwaliteit verbetert bij
osteoporose door verschillende oorzaken, waaronder oestrogeentekort (postmenopauze), de ziekte van
Parkinson, biliaire cirrose, levercirrose, beroerte, anorexia nervosa, orgaantransplantatie en
medicijngebruik (zie interacties). In deze studies is meestal gebruik gemaakt van 45 mcg vitamine K2
(als MK-4) per dag. In Japan wordt vitamine K2 (45 mcg/dag) al meer dan tien jaar regulier
voorgeschreven bij osteoporose. In een Canadese studie met 440 vrouwen met osteopenie verlaagde
vitamine K1 (5.000 mcg/dag gedurende minimaal 2 jaar) de kans op botfracturen significant, vergeleken
met placebo. Het effect van vitamine K1 is groter als tevens extra vitamine D en calcium wordt
ingenomen.
Bij 221 gezonde Japanse vrouwen (50-70 jaar) werd een significante inverse associatie gevonden tussen
de vitamine K-inname uit voeding en de serumspiegel van ucOC. Ook was de ucOC-spiegel negatief
gecorreleerd met de botmineraaldichtheid van de onderrug. De gemiddelde vitamine K-inname (met
name K1, want deze vrouwen aten nauwelijks natto) bedroeg 260 mcg/dag. Desondanks was de ucOCspiegel verhoogd bij 66% van de vrouwen, wat betekent dat de hoeveelheid vitamine K die nodig is voor
gezonde botten ver boven de huidige (Nederlandse) ADH van 75 mcg per dag ligt. Onderzoekers
schatten dat zeker 450 mcg vitamine K (K1/K2) per dag nodig is om de botten gezond te houden en dat
een nog hogere dosis nodig is om de botkwaliteit te verbeteren. Ouderen hebben meer vitamine K nodig
voor het verlagen van ucOC vanwege de versnelde botturnover.
Mensen met diabetes type 2 hebben een grotere kans op botfracturen, ondanks een normale of
verhoogde botmineraaldichtheid (hyperinsulinemie bevordert de botmineraaldichtheid). Vitamine K2
verlaagt mogelijk de kans op botfracturen bij diabetici; in een diermodel voor diabetes type 2 leidde
vitamine K2-suppletie tot toename van de serumspiegel van osteocalcine, verbetering van
(enzymatische) collageen crosslinking, afname van (non-enzymatische) collageen crosslinking (zoals
vorming van AGE’s (advanced glycation end products)) en toename van de botsterkte.
Botaanmaak kinderen en adolescenten: veel gezonde Nederlandse kinderen tussen 6 en 18 jaar
hebben een hogere serumspiegel van ondergecarboxyleerd osteocalcine en een hogere ucOC/cOC ratio
dan volwassenen, met name tijdens de groeispurt. Dit indiceert dat hun vitamine K-status onder de maat
is en nog meer te wensen overlaat dan bij volwassenen. In een Nederlandse placebogecontroleerde
studie met 55 gezonde prepuberale kinderen leidde suppletie met vitamine K2 (45 mcg MK-7 per dag
gedurende 8 weken) tot significante verbetering van de ucOC/cOC ratio en vitamine K-status. Bij
gezonde meisjes van 11 of 12 jaar is een betere vitamine K-status geassocieerd met een hogere
botmineraaldichtheid. In een observationele studie met ruim 300 gezonde peripuberale kinderen
(gemiddeld 11,2 jaar) leidde een betere vitamine K-status over een periode van twee jaar tot een
significant sterkere toename van botmassa en totale botmineraalgehalte. Tot ongeveer 25-jarige leeftijd,
tot het bereiken van de piekbotmassa (de maximale hoeveelheid bot), is de botaanmaak groter dan de
botafbraak. Daarna neemt de botmassa geleidelijk af. Een hoge piekbotmassa verkleint de kans op
osteoporose en fracturen op latere leeftijd; een optimale vitamine K-status tijdens de groei kan daar
significant aan bijdragen.
Slagaderverkalking (arteriosclerose): Arteriële verkalking is een risicofactor voor cardiovasculaire
complicaties, niet alleen bij mensen met bestaande hart- en vaatziekten, diabetes en/of chronische
nierziekte, maar ook bij asymptomatische personen. Verhoging van de vitamine K-inname draagt bij aan
verlaging van het cardiovasculaire risico, mede door activering van MGP. Bij meting blijkt bij een groep
gezonde Nederlandse volwassenen een substantieel deel van MGP inactief te zijn, wat doet vermoeden
dat veel gezonde volwassenen een subklinisch vitamine K-tekort hebben. Verschillende observationele
humane studies hebben een significante inverse associatie gevonden tussen de vitamine K2-inname (met
name MK-7, MK-8 en MK-9) en de mate van arteriële calcificatie en de kans op coronaire hartziekte,
myocardinfarct en plotse hartdood. De gemiddelde inname van vitamine K2 in een Nederlandse studie
was 31 mcg/dag; de kans op coronaire hartziekte daalde met ongeveer 9% voor iedere 10 mcg
verhoging van de vitamine K2-inname. Het gebruik van vitamine K-antagonisten (bloedverdunners zoals
warfarine) is geassocieerd met toename van verkalking van de hartklep en coronaire slagaders. In een
interventiestudie met 388 gezonde ouderen remde vitamine K1 (500 mcg/dag gedurende 3 jaar) de
progressie van verkalking van de kransslagaders. Vitamine K2 is effectiever dan K1 en gaat
aderverkalking en hart- en vaatziekten tegen in een lagere dosis. Dieronderzoek wijst op de mogelijkheid
dat vitamine K2 aderverkalking niet alleen remt, maar het proces zelfs kan terugdraaien.
Mensen met chronische nierziekte hebben een sterk verhoogde kans op (sterfte door) hart- en
vaatziekten, met name door toename van arteriële verkalking (plaque- en mediaverkalking). In
onderzoek met 107 patiënten met chronische nierziekte is vastgesteld dat de serumspiegel van
gedefosforyleerd, ondergecarboxyleerd MGP (dp-ucMGP) toeneemt met progressie van de nierziekte en
significant positief is gecorreleerd met de ernst van aortaverkalking. In een pilotstudie verlaagde
vitamine K2 dosisafhankelijk de spiegel van dp-ucMGP bij nierpatiënten.
Chronisch hartfalen: De progressie van hartfalen wordt gekarakteriseerd door verschillende cellulaire
en moleculaire processen, waaronder hypertrofie van cardiomyocyten, vergroting van de hartkamer en
veranderingen in de extracellulaire matrix waaronder fibrose. Deze ventriculaire remodellering is mede
het gevolg van abnormale regulatie van de extracellulaire matrix; onvoldoende activiteit van het
vitamine K-afhankelijke Matrix Gla Proteïne (door vitamine K-insufficiëntie) speelt hierbij mogelijk een
rol. Onderzoekers hebben vastgesteld dat de plasmaspiegel van inactief dp-ucMGP significant positief is
geassocieerd met de ernst van chronisch hartfalen en de kans op sterfte. De precieze functie van MGP in
het hart is nog niet vastgesteld, maar heeft waarschijnlijk niet te maken met de preventie van
verkalking. MGP moduleert mogelijk de activiteit van groeifactoren die betrokken zijn bij
weefselremodellering, zoals BMP (bone morphogenic protein), TGFβ (transforming growth factor β) en
VEGF (vascular endothelial growth factor). Verbetering van de vitamine K-status leidt mogelijk tot een
betere prognose van hartfalen.
Insulineresistentie en diabetes mellitus: verschillende humane studies wijzen op een positieve
invloed van vitamine K op de glucosehomeostase. Bij gezonde jongvolwassenen die een
glucosetolerantietest ondergingen, steeg de bloedglucosespiegel sterker bij de proefpersonen met een
lage vitamine K-inname. In een ander experiment ondergingen 12 gezonde jongvolwassenen twee keer
een orale glucosetolerantietest, de eerste voorafgaande en de tweede na afloop van vitamine K2suppletie (90 mcg MK-4 per dag gedurende een week). Vergeleken met de eerste test was de acute
insulinerespons in de tweede test significant lager bij proefpersonen met een aanvankelijk lage vitamine
K-status. Bij ruim 2000 Japanse mannen (boven 65 jaar) was de serumspiegel van ondergecarboxyleerd
osteocalcine invers geassocieerd met de nuchtere plasmaglucosespiegel, spiegel van hemoglobine A1c en
mate van insulineresistentie (HOMA-IR). Een hogere inname van vitamine K1 was in een grote
prospectieve cohortstudie (Framingham Offspring Cohort) geassocieerd met een betere
insulinegevoeligheid en glykemische status bij zowel mannen als vrouwen. In een Nederlandse
prospectieve cohortstudie met ruim 38.000 volwassenen, die ruim 10 jaar werden gevolgd, werd een
inverse correlatie gevonden tussen de vitamine K-inname (K1 en K2) en de kans op diabetes type 2. In
een klinische studie namen 355 niet-diabetische ouderen (60-80 jaar) gedurende 36 maanden dagelijks
500 mcg vitamine K1 of een placebo in; bij de mannen resulteerde vitamine K-suppletie in significante
daling van de nuchtere insulinespiegel en afname van insulineresistentie.
Osteoartritis en reumatoïde artritis: In een prospectieve observationele cohortstudie, de
Framingham Offspring Study, met 673 ouderen is een invers verband gevonden tussen de vitamine K1plasmaspiegel en de kans op osteoartritis, osteofytvorming en vernauwing van de gewrichtsspleet (hand,
knie). Interventiestudies zullen moeten uitwijzen of verbetering van de vitamine K-status invloed heeft
op het ziekteproces. De rol van vitamine K2 bij reumatoïde artritis is nog niet bij mensen onderzocht.
CONTRA-INDICATIES
Een supplement dat voorziet in een dosis van meer dan 100 mcg vitamine K per dag mag door mensen
die bloedverdunners (vitamine K-antagonisten) gebruiken uitsluitend onder medische supervisie worden
gebruikt. Vitamine K is gecontraïndiceerd bij een overgevoeligheid of allergie voor deze vitamine
(zeldzaam).
BIJWERKINGEN
Vitamine K1 en vitamine K2 hebben geen toxische effecten. Een bovengrens van inname kon niet worden
vastgesteld op basis van toxicologisch onderzoek. Bij proefdieren was een eenmalige orale dosis van
25.000 mg/kg (25.000.000 mcg/kg) niet dodelijk; ook zijn geen schadelijke effecten waargenomen na
dagelijkse toediening van 2.000 mg (2.000.000 microgram) vitamine K per kilogram lichaamsgewicht
gedurende 30 dagen. Een te hoge inname van vitamine K tijdens de zwangerschap (met name het
synthetische K3) vergroot de kans op geelzucht bij de pasgeborene en dient vermeden te worden.
Inname van vitamine K tijdens het geven van borstvoeding is veilig.
INTERACTIES

Verschillende medicijnen verlagen de vitamine K-status: antibiotica verlagen de endogene vitamine K2synthese door hun negatieve invloed op de intestinale flora; galzuurbinders (cholestyramine, cholestipol)
remmen de opname van vetoplosbare nutriënten waaronder vitamine K; corticosteroïden verhogen de
uitscheiding van vitamine K met de urine; anticonvulsiva (waaronder fenytoïne, fenobarbital) verhogen
de afbraak van vitamine K in de lever; salicylaten (aspirine) verlagen de vitamine K-status.

Suppletie met vitamine K vermindert de werkzaamheid van vitamine K-antagonisten. Bij gebruik van
deze medicatie is medische supervisie nodig bij doseringen van vitamine K boven 100 mcg per dag.

Vitamine A en vitamine E (met name in hoge doseringen) kunnen de vitamine K-status verlagen.
DOSERING
De (Nederlandse) AHD voor vitamine K (K1/K2) bedraagt 75 mcg per dag (1-1,5 mcg/kg/dag) voor
volwassenen (35 mcg/dag voor kinderen, 75 mcg/dag voor adolescenten); in de Verenigde Staten geldt
een AI (Adequate Intake) voor volwassen mannen en vrouwen van respectievelijk 120 en 90 mcg per
dag. Baby’s krijgen kort na de geboorte extra vitamine K1 (1.000 mcg) toegediend en ouders wordt
aangeraden om hun kind, als het borstvoeding krijgt, vanaf de eerste week tot 3 maanden dagelijks 150
mcg vitamine K1 te geven om bloedingen door vitamine K-deficiëntie te voorkomen.
Uitgaande van de ADH krijgen de meeste volwassenen in Nederland voldoende vitamine K binnen; de
mediane inname is circa 100 mcg/dag, waarvan 10% vitamine K2; mensen die veel groene groenten
eten kunnen 250 mcg per dag halen. Een adequate vitamine K-inname, die in maximale carboxylering
van (extra-hepatische) vitamine K-afhankelijke eiwitten voorziet, bedraagt echter naar schatting 4001000 mcg vitamine K (K1/K2) per dag voor gezonde volwassenen. Dit impliceert dat het merendeel van
de Nederlandse volwassenen een te lage vitamine K-inname heeft.
De inname van vitamine K is gunstiger in landen zoals China en Japan (circa 240 mcg/dag), waar
vitamine K2 (MK-7) een veel grotere bijdrage levert aan de totale vitamine K-inname. Vitamine K2
wordt, vergeleken met K1, beter opgenomen, leidt tot een hogere en stabielere vitamine Kplasmaspiegel, heeft een beduidend langere halfwaardetijd (3 dagen versus 2 uur) en wordt beter in
extra-hepatische weefsels opgenomen. Met betrekking tot het verlagen van ucOC bijvoorbeeld komt een
dosis van 45 mcg MK-7 overeen met circa 120 mcg vitamine K1.
Bij vitamine K-suppletie worden doseringen gebruikt die variëren van 45 mcg (vitamine K2) tot 10.000
mcg (vitamine K1) per dag. De Britse Expert Group on Vitamins and Minerals (EVM) stelt een algemene
therapeutische dosis voor van 1.000 mcg vitamine K1 per dag (of 20 mcg/kg/dag).
SYNERGISME
Vitamine D versterkt de effecten van vitamine K tegen onder meer osteoporose en arteriosclerose.
REFERENTIES
1.
Knapen MH, Braam LA, Drummen NE et al. Menaquinone-7 supplementation improves arterial stiffness in
healthy postmenopausal women: double-blind randomised clinical trial. Thromb Haemost. 2015
2.
Booth SL. Roles for vitamin K beyond coagulation. Annu Rev Nutr. 2009;29:89-110.
3.
Vitamin K. Natural Standard Professional Monograph, 2011. www.naturalstandard.com.
4.
Kidd PM. Vitamins D and K as pleiotropic nutrients: clinical importance to the skeletal and cardiovascular
systems and preliminary evidence for synergy. Altern Med Rev. 2010;15(3):199-222.
5.
Tabb MM, Sun A, Zhou C et al. Vitamin K2 regulation of bone homeostasis is mediated by the steroid and
xenobiotic receptor SXR. J Biol Chem. 2003;278:43919-43927.
6.
Binkley NC, Krueger DC, Kawahara TN et al. A high phylloquinone intake is required to achieve maximal
osteocalcin γ-carboxylation. Am J Clin Nutr. 2002;76:1055-1060.
7.
Rees K, Guraewal S, Wong YL et al. Is vitamin K consumption associated with cardio-metabolic
disorders? A systematic review. Maturitas. 2010;67(2):121-8.
8.
Martini LA, Catania AS, Ferreira SR. Role of vitamins and minerals in prevention and management of type
2 diabetes mellitus. Nutr Rev. 2010;68(6):341-54.
9.
Okamoto H, Shidara K, Hoshi D et al. Anti-arthritis effects of vitamin K 2 (menaquinone-4) - a new
potential therapeutic strategy for rheumatoid arthritis. FEBS Journal 2007;274:4588-4594.
10. Carrie I, Portoukalian J, Vicaretti R et al. Menaquinone-4 concentration is correlated with sphingolipid
concentrations in rat brain. J Nutr 2004;134(1):167-172.
11. Presse N, Shatenstein B, Kergoat MJ et al. Low vitamin K intakes in community-dwelling elders at an
early stage of Alzheimer’s disease. J Am Diet Assoc. 2008;108:2095-2099.
12. Crivello NA, Casseus SL, Peterson JW et al. Age- and brain region-specific effects of dietary vitamin K on
myelin sulfatides. J Nutr Biochem. 2010;21:1083-1088.
13. Carrié I, Bélanger E, Portoukalian J et al. Lifelong low-phylloquinone intake is associated with cognitive
impairments in old rats. J Nutr. 2011;141(8):1495-501.
14. Ohsaki Y, Shirakawa H, Miura A et al. Vitamin K suppresses the lipopolysaccharide-induced expression of
inflammatory cytokines in cultured macrophage-like cells via the inhibition of the activation of nuclear
factor κB through the repression of IKKα/β phosphorylation. J Nutr Biochem. 2010;21:1120-1126.
15. Shea MK, Booth SL, Gundberg CM et al. Adulthood obesity is positively associated with adipose tissue
concentrations of vitamin K and inversely associated with circulating indicators of vitamin K status in
men and women. J Nutr. 2010;140(5):1029-34.
16. Fewtrell MS, Benden C, Williams JE et al. Undercarboxylated osteocalcin and bone mass in 8-12 year old
children with cystic fibrosis. J Cystic Fibrosis 2008;7:307-312.
17. Hodges SJ, Akesson K, Vergnaud P et al. Circulating levels of vitamins K1 and K2 decreased in elderly
women with hip fracture. J Bone Miner Res. 1993;8:1241-5.
18. Booth SL, Tucker KL, Chen H et al. Dietary vitamin K intakes are associated with hip fracture but not with
bone mineral density in elderly men and women. Am J Clin Nutr. 2000;71:1201-8.
19. Yaegashi Y, Onoda T, Tanno K et al. Association of hip fracture incidence and intake of calcium,
magnesium, vitamin D, and vitamin K. Eur J Epidemiol 2008;23:219-225.
20. Kaneki M, Hodges SJ, Hosoi T et al. Japanese fermented soybean food as the major determinant of the
large geographic difference in circulating levels of vitamin K2: possible implications for hipfracture risk.
Nutrition 2001;17:315-21.
21. Vergnaud P, Garnero P, Meunier PJ et al. Undercarboxylated osteocalcin measured with a specific
immunoassay predicts hip fracture in elderly women: the EPIDOS Study. J Clin Endocrinol
Metab.1997;82:719-24.
22. Iwamoto J, Sato Y, Takeda T, Matsumoto H. High-dose vitamin K supplementation reduces fracture
incidence in postmenopausal women: a review of the literature. Nutr Res. 2009;29:221-8.
23. Prevention and management of osteoporosis. World Health Organ Tech Rep Ser. 2003;921:1-164.
24. Forli L, Bollerslev J, Simonsen S et al. Dietary vitamin K2 supplement improves bone status after lung
and heart transplantation. Transplantation. 2010;89(4):458-64.
25. Plaza SM, Lamson DW. Vitamin K2 in bone metabolism and osteoporosis. Altern Med Rev.
2005;10(1):24-35.
26. Somekawa Y, Chigughi M, Harada M et al. Use of vitamin K2 (menatetrenone) and 1,25dihydroxyvitamin D3 in the prevention of bone loss induced by leuprolide. J Clin Endocrinol Metab
1999;84:2700-2704.
27. Yamauchi M, Yamaguchi T, Nawata K et al. Relationships between undercarboxylated osteocalcin and
vitamin K intakes, bone turnover, and bone mineral density in healthy women. Clin Nutr.
2010;29(6):761-5.
28. Iwamoto J, Sato Y, Takeda T et al. Bone quality and vitamin K2 in type 2 diabetes: Review of preclinical
and clinical studies. Nutrition Reviews. 2011;69(3):162-167.
29. van Summeren MJ, Braam LA, Lilien MR et al. The effect of menaquinone-7 (vitamin K2)
supplementation on osteocalcin carboxylation in healthy prepubertal children. Br J Nutr.
2009;102(8):1171-8.
30. O’Connor E, Molgaard C, Michaelsen KF et al. Serum percentage undercarboxylated osteocalcin, a
sensitive measure of vitamin K status, and its relationship to bone health indices in Danish girls. Br J
Nutr. 2007;97:661-666.
31. Van Summeren MJH, Van Coeverden SC, Schurgers LJ et al. Vitamin K status is associated with childhood
bone mineral content. Br J Nutr. 2008;100:852-858.
32. Rennenberg RJ, de Leeuw PW, Kessels AG et al. Calcium scores and matrix Gla protein levels: association
with vitamin K status. Eur J Clin Invest. 2010;40(4):344-9.
33. Gast GC, de Roos NM, Sluijs I et al. A high menaquinone intake reduces the incidence of coronary heart
disease. Nutr Metab Cardiovasc Dis. 2009;19(7):504-10.
34. Schurgers LJ, Teunissen KJ, Knapen MH et al. Novel conformation-specific antibodies against matrix
gamma-carboxyglutamic acid (Gla) protein: undercarboxylated matrix Gla protein as marker for vascular
calcification. Arterioscler Thromb Vasc Biol 2005;25:1629-33.
35. Shea MK, O’Donnell CJ, Hoffmann U et al. Vitamin K supplementation and progression of coronary artery
calcium in older men and women. Am J Clin Nutr. 2009;89:1799-807.
36. Geleijnse JM, Vermeer C, Grobbee DE et al. Dietary intake of menaquinone is associated with a reduced
risk of coronary heart disease: the Rotterdam Study. J Nutr 2004;134:3100-5.
37. Beulens JW, Bots ML, Atsma F et al. High dietary menaquinone intake is associated with reduced
coronary calcification. Atherosclerosis 2009;203:489-93.
38. Koos R, Krueger T, Westenfeld R et al. Relation of circulating matrix Gla-protein and anticoagulation
status in patients with aortic valve calcification. Thromb Haemost 2009;101:706-13.
39. Koos R, Mahnken AH, Muhlenbruch G et al. Relation of oral anticoagulation to cardiac valvular and
coronary calcium assessed by multislice spiral computed tomography. Am J Cardiol 2005;96:747-9.
40. Vermeer C, Schurgers LJ et al. Regression of warfarin-induced medial elastocalcinosis by high intake of
vitamin K in rats. Blood. 2007;109(7):2823-31.
41. Schurgers LJ, Barretto DV, Baretto FC et al. The circulating inactive form of matrix gla protein is a
surrogate marker for vascular calcification in chronic kidney disease: a preliminary report. Clin J Am Soc
Nephrol. 2010;5(4):568-75.
42. Ueland T, Dahl CP, Gullestad L et al. Circulating levels of non-phosphorylated undercarboxylated matrix
Gla protein are associated with disease severity in patients with chronic heart failure. Clinical Science
2011;121:119-127.
43. Sakamoto N, Nishiike T, Iguchi H et al. Possible effects of one week vitamin K (menaquinone-4) tablets
intake on glucose tolerance in healthy young male volunteers with different descarboxy prothrombin
levels. Clin Nutr. 2000;19:259-263.
44. Iki M, Tamaki J, Fujita Y et al. Serum undercarboxylated osteocalcin levels are inversely associated with
glycemic status and insulin resistance in an elderly Japanese male population: Fujiwara-kyo Osteoporosis
Risk in Men (FORMEN) Study. Osteoporos Int. 2011; DOI 10.1007/s00198-011-1600-7.
45. Yoshida M, Booth SL, Meigs JB et al. Phylloquinone intake, insulin sensitivity, and glycemic status in men
and women. Am J Clin Nutr 2008;88:210-5.
46. Beulens JW, van der A DL, Grobbee DE et al. Dietary phylloquinone and menaquinones intakes and risk
of type 2 diabetes. Diabetes Care. 2010;33(8):1699-705.
47. Yoshida M, Jacques PJ, Meigs JB et al. Effect of vitamin K supplementation on insulin resistance in older
men and women. Diabetes Care. 2008;31:2092-2096.
48. Choi HJ, Yu J. Vitamin K2 supplementation improves insulin sensitivity via osteocalcin metabolism: a
placebo-controlled trial. Diabetes Care 2011;34:e147.
49. Neogi T, Booth SL, Zhang YQ et al. Low vitamin K status is associated with osteoarthritis in the hand and
knee. Arthritis Rheum. 2006;54(4):1255-61.
50. Neogi T, Felson DT, Sarno R et al. Vitamin K in hand osteoarthritis: results from a randomised clinical
trial. Ann Rheum Dis. 2008;67(11):1570-1573.
51. Takami A, Nakao S, Ontachi Y et al. Successful therapy of myelodysplastic syndrome with
menatetrenone, a vitamin K2 analog. Int J Hematol. 1998;69:24-26.
52. Tolerable upper intake levels for vitamins and minerals. Parma: European Food Safety Authority; 2006.
53. Stargrove MB, Treasure J, McKee DL. Herb, nutrient, and drug interactions. Mosby, Elsevier, 2008;447457. ISBN: 978-0-323-02964-3.
54. Kidd PM. Vitamins D and K as pleiotropic nutrients: clinical importance to the skeletal and cardiovascular
systems and preliminary evidence for synergy. Altern Med Rev. 2010;15(3):199-222.
55. Sokoll LJ, Sadowski JA. Comparison of biochemical indexes for assessing vitamin K nutritional status in a
healthy adult population. Am J Clin Nutr. 1996;63:566–573.
56. Schurgers LJ, Teunissen KJ, Hamulyak K et al. (2006) Vitamin K-containing dietary supplements:
comparison of synthetic vitamin K1 and natto-derived menaquinone-7. Blood 2006;109:3279-3283.
57. Scientific Opinion of the Panel on Dietetic Products Nutrition and Allergies on a request from the
European Commission on the safety of ‘Vitamin K2’. The EFSA Journal 2008;822:1-32.
Download