Gebruik van Powerpoint sjablonen

advertisement
Zoönosen
Gezondheid V21-22
Inhoud presentatie
1.
2.
3.
4.
5.
Algemeen
Besmettingswegen
Risicogroepen
Melding en signalering
Meest voorkomende zoönosen
2
2
Algemeen
Wat is een zoönose?
Een infectieziekte die kan worden overgedragen van dieren op
mensen of andersom.
Afgeleid van de Griekse woorden zoön (dier) en nosos (ziekte).
3
4
Algemeen
Zoönosen in Nederland
In Nederland heersen relatief weinig zoönosen in vergelijking met Zuid-Europese
en andere verre landen.
 Veel controle op onze dieren en ons voedsel.
 Intensieve bestrijdingsprogramma’s.
Oorzaken nieuwe zoönosen
 Mensen reizen steeds meer.
 Veranderde voedingsgewoonten
 Het klimaat verandert.
5
Besmettingswegen
Hoe komt de ziekte van het dier bij de mens terecht?
1. Direct, via contact van de mens met het dier. Of door het
eten van een besmet dierlijk product (zoals melk, vlees en
eieren).
2. Indirect, doordat de ziektekiemen die het dier uitscheidt (vaak
in de ontlasting), een tijdje overleven in de omgeving, waarna
ze bij de mens terecht komen.
3. Indirect, via een gastheer, denk aan muggen, teken.
6
Besmettingswegen
Mogelijke besmettingswegen:
 Mest
 Voeding
 Slijm
 Stof
 Bloed
 Kadavers
 Plaagdieren
7
Besmettingswegen
Insleep
Ziektekiem wordt van buiten de bedrijfsgrenzen naar
binnen de bedrijfsgrenzen verplaatst.
Ziektekiem was voor insleep niet aanwezig op het
bedrijf.
8
Besmettingswegen
Versleep
Ziektekiem van ene plaats naar andere plaats
verplaatsen op hetzelfde bedrijf.
Ziektekiem is voor de verplaatsing op het bedrijf
aanwezig.
9
Besmettingswegen
Versmeren
Het verspreiden van vuil met ziektekiemen over een
groter oppervlak door:
- banden van voertuigen
- schoenzolen
- voeten/hoeven van dieren
Meer kans op besmetting!!
10
Wat is het effect van een Zoönosen?
• De Q-koorts epidemi
11
Melding en signalering
Ter bescherming van de volksgezondheid is kennis, tijdige
herkenning en bestrijding van de zoönosen van belang.
 Verantwoordelijkheid artsen en dierenartsen.
 Signaleringsoverleg.
 Onderzoek.
 Meldingsplicht en kennisuitwisseling op Nationaal en Europees
niveau.
12
Melding en signalering
Meldingsplicht
Artsen zijn, op basis van de Wet publieke gezondheid, verplicht een
aantal infectieziekten te melden bij de GGD.
Dierenartsen zijn, op basis van de Wet Dieren, verplicht een aantal
dierziekten te melden bij de NVWA
Zie overzicht
13
Melding en signalering
Maatregelen
Op basis van de Wet Dieren (WD) kunnen maatregelen genomen
worden die de vrijheden van mens en/of dier (tijdelijk) inperken
ter bescherming van de volksgezondheid en ter bestrijding van
mogelijk epidemieën.
14
Brainstorm
• Welke preventieve maatregelen kan een verzorger
nemen?
• Welke maatregelen m.b.t. het dier?
• Welke maatregelen m.b.t. publiek, klanten en
bezoekers?
15
Melding en signalering
Preventieve maatregelen
Verzorger
 Inventarisatie mogelijke zoönosen
 Inventarisatie besmettingswegen
 Vaccinaties
 Voorlichting en instructies m.b.t. hygiëne en zoönosen
 Gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen
 Handenwasfaciliteiten
 Procedure m.b.t. accidenten bij personeel
16
Melding en signalering
Dier
 Ziektepreventie (vaccinatie)
 Beleid omtrent aanvoer en afvoer van dieren
 Quarantaineruimte
 Dierdossiers
 Beleid omtrent geboorte en abortus
 Dagelijkse gezondheidscontrole
 Preventie- en bestrijding van plaagdieren
17
Melding en signalering
Bezoekers
•
•
•
•
•
Bezoeker/publiek/klant
Informatieborden
Preventieve maatregelen omtrent risicogroepen
Handen was faciliteiten
Procedure m.b.t. accidenten
18
Melding en signalering
Curatieve maatregelen
Humane maatregelen
 De verplichte melding van een ziektegeval
 Gedwongen medisch onderzoek
 Medische behandeling (immunisatie/vaccinatie)
 Het plaatsen onder medisch toezicht
 Isolatie/gedwongen opname
 Quarantaine
 Het sluiten van huizen/gebouwen
 Het in beslag nemen en/of het ontsmetten van goederen/waren.
19
Melding en signalering
Veterinaire maatregelen
 Het opstallen, ophokken of op een plaats houden van zieke en
verdachte dieren (quarantaine ruimte)
 Desinfecteren of steriliseren van besmette materialen
 Het plaatsen van waarschuwingsborden
 Het verbieden van vervoer van ziektegevoelige dieren en producten
 Het dragen van beschermende kleding, handschoenen en eventueel
stofmasker tijdens contact met dieren of organen
 Het doden van zieke en verdachte dieren
20
Veel voorkomende zoönosen
 Q-koorts  hoofdzakelijk herkauwers, bacterie
 Vogelgriep  vogels (virus)
 Salmonellose  vrijwel alle diersoorten, bacterie
 E. Coli  hoofdzakelijk herkauwers, bacterie
 Schurft (scabiës) vrijwel alle diersoorten, ectoparasiet (mijten)
 Echtyma  Vooral schapen en geiten, virus
 Spoelworm  vrijwel alle diersoorten, endoparasiet (spoelworm)
 Toxoplasma  hoofdzakelijk katten, endoparasiet
Bron voor info over zoönosen http://www.rivm.nl/ziekdoordier/zoon_op_rij/
21
Download