Determinatietabel geleedpotigen 1. Vleugels of dekschilden 6. Heeft het scharen? JA ►ga naar 28 NEEN ►ga naar 2 2. Hoeveel poten heeft het dier? (Het kan zijn dat er poten ontbreken) 6 ►ga naar 14 8 (+gifklauwen en/of kaakpoten) ►ga naar 3 MORE THAN 8 JA ►ga naar 7 NEEN ►ga naar 8 7. Heeft het een staart? JA Scorpiones (schorpioen) NEEN Pseudoscorpionida (pseudoschorpioen) ►ga naar 10 3. Heeft het een gesegmenteerd abdomen? 8. Heeft het stekelige kaakpoten (kaaktasters)? JA ►ga naar 6 JA Ambly pygi NEEN ►ga naar 4 4. Is ere en insnoering tussen kop en abdomen JA Araneae (spider) NEEN ►ga naar 5 NEEN ►ga naar 9 9. Hoeveel gifklauwen heeft het diertje? 2 Schizomida 4 Solpugida 5. Hoe lang zijn de poten? ZEER LANG Opiliones (Hooiwagen) KORT Acari (mijt) 1 Determinatietabel Geleedpotigen 10. Heeft het een small lichaam? 12. Heeft het gifklauwen? JA ►ga naar 11 NEEN ►ga naar 13 11. Aantal poten op elk segment 4 ►ga naar 11A 2 ►ga naar 12 11A Hoeveel paar poten heeft het? JA Chilopoda (duizendpoot) NEEN Symphyla 13. Is het lichaam gesegmenteerd? JA ►ga naar 13A NEEN Decapoda: Brachyura (Krab) 13A. Op welke manier is het afgeplat? 11 OF MINDER 12 OF MEER DORSO-VENTRAAL ZIJDELINGS Pauropoda (pauropod) Diplopoda (miljoenpoot) Isopoda (pissebed) Amphipoda (zandspringer) (VAN RUG NAAR BUIK) 2 Determinatietabel vleugelloze insecten 14. Heeft het minstens 2 aanhangsels aan 18. Heeft het knijpers? het achterlijf? JA ►ga naar 15 NEEN ►ga naar 24 15. Heeft het lange achterpoten met brede dijbenen? JA Orthoptera (sprinkhaan, krekel) NEEN ►ga naar 16 16. Hoeveel aanhangsels aan het achterlijf heeft het? 3 OF MEER ►ga naar 17 2 ►ga naar 18 17. Heeft het grote ogen? JA Archeognatha NEEN Zygentoma (zilvervisje) JA Dermaptera (oorworm) NEEN ►ga naar 19 19. Heeft het ergens stekelige poten? JA ►ga naar 20 NEEN ►ga naar 21 20. Hoeveel stekelige poten? TWEE VOORPOTEN ►ga naar 20A ALLE 6 Blattodea (kakkerlak) 20A. Hoe lang is het eerste segment van het borststuk? LANG Mantodea (bidsprinkhaan) KORT Mantophasmatodea 3 Determinatietabel vleugelloze insecten 21. Zijn de toppen van de voorpoten 24. Is ere en sterke insnoering tussen breder? borststuk en achterlijf? JA Embioptera NEEN ►ga naar 22 22. Heeft het een lang small lichaam met verlengd borststuk? JA Phasmatodea NEEN ►ga naar 23 23. Heeft het ogen? JA Collembola (springstaart) NEEN Diplura JA Hymenoptera: Formicidae (mier) NEEN ►ga naar 25 25. Heeft het een smal borststuk? JA Probably Isoptera (termite) NEEN ►ga naar 26 26. Is het lichaam zijdelings afgeplat? JA Siphonaptera (vlo) NEEN ►ga naar 27 27. Heeft het een proboscis? JA ►ga naar 52 NEEN Een ander vleugelloos insect (volwasssen, nymf of larve) 4 Determinatietabel vleugelloze insecten I 28. Hoeveel vleugels heft het? 32. Vormen de dwarsaders een ladderpatroon naar het einde toe? 4 (Including wing cases) ►ga naar 29 2 ►ga naar 48 29. Lijken de 4 vleugels gelijk? (Probeer beide antwoorden indien je twijfelt) JA ►ga naar 30 NEEN ►ga naar 36 (Including all insects with wing cases) JA Plecoptera (steenvlieg) NEEN ►ga naar 61 33. Zijn de vleugels geschubd, behaard, of geen van beiden? Geschubd Lepidoptera (mot) behaard ►ga naar 34 GEEN VAN BEIDEN ►ga naar 35 30. Hebben de vleugels veel dwarsaders? JA ►ga naar 31 NEEN ►ga naar 33 31. Heeft het korte antennes en een lang lichaam? JA Odonata (waterjuffer) NEEN ►ga naar 32 34. Is het diertje klein (lichaamslengte < 2 mm)? JA Thysanoptera (trips) NEEN Trichoptera 35. Zijn de uiteinden van de voorpoten verbreed? JA Embioptera NEEN Isoptera (termiet) 5 Determinatietabel vleugelloze insecten I 36. Zijn de achtervleugels kleiner dan de 40. Is het lichaam behaard? voorvleugels? (Probeer beide antwoorden bij twijfel) JA ►ga naar 37 NEEN ►ga naar 43 (including all insects with wing cases) 37. Heeft het insnoering tussen borststuk en achterlijf? JA Hymenoptera: Apocrita NEEN ►ga naar 38 38. Heeft het minstens twee lange staarten? JA Ephemeroptera NEEN ►ga naar 39 39. Heeft het veel vleugelcellen? JA Hymenoptera: Symphyta NEEN ►ga naar 40 JA ►ga naar 65 NEEN ►ga naar 41 41. Vertrekt er slechts één ader van de vleugelbasis? JA ►ga naar 42 NEEN Psocoptera 42. Is de ader niet vertakt? JA Hymenoptera: Chalcidoidea NEEN ►ga naar 54 43. Heeft het knijpers? JA Dermaptera (oorworm) NEEN ►ga naar 44 6 Determinatietabel gevleugelde insectenI 44. Heeft het een proboscis? 48. Heeft het vertakte antennes? JA ►ga naar 56 NEEN ►ga naar 45 45. Heeft het dekschilden die samenkomen benedn het midden van he lichaam? JA Coleoptera (kever) NEEN ►ga naar 46 46. Heeft het lange achterpoten met brede dijbenen (femuren)? JA Orthoptera (grasshopper or cricket) NEEN ►ga naar 47 JA Strepsiptera (stylopid) NEEN ►ga naar 49 49. Hebben de vleugels geen aders en een reeks haartjes op de rand? JA Hymenoptera: Mymarommatidae NEEN ►ga naar 50 50. Heeft de vleugel slechts 2 niet vertakte aders? JA Hemiptera: Coccoidea NEEN ►ga naar 66 47. Welke poten zijn stekelig? ALLEEN DE 2 VOORPOTEN Mantodea (bidsprinkhaan) ALLE 6 Blattodea (kakkerlak) 7 Determinatietabel wandluizen 56. Ontstaat de proboscis aan de 51. Hoeveel vleugels heeft het? voorkant of de achterkant van de kop? 0 ►ga naar 47 2 Coccoidea 4 (inclusief tegmina) ►ga naar 47 52. Is de proboscis langer dan het lichaam? JA Aphidoidea (greenfly) NEEN ►ga naar 56 53. Zijn de achtervleugels kleiner dan de voorvleugels? JA ►ga naar 54 NEEN ►ga naar 56 (inclusief alle luizen met leerachtige voorvleugels) 54. Heeft de voorvleugel een pterostigma? JA Aphidoidea NEEN ►ga naar 55 55. Vertakt de hoofdader eenmaal in de nabijheid van het centrum? JA NEEN VOORKANT Heteroptera ACHTERKANT Homoptera ►ga naar 57 ►ga naar 58 57. Heeft het zeer lange poten? JA Reduviidae NEEN Een andere luis 58. Heeft het een sterk vergroot kopschild? JA Membracidae NEEN ►ga naar 59 59. Heeft het stekelige achterpoten? JA Cicadellidae NEEN ►ga naar 60 60. Indien het vleugels heeft, hebben de voorvleugels samenkomende anale aders? JA NEEN 8 Aleyrodoidea Psylloidea Fulgoroidea Cercopoidea Determinatietabel gevleugelde insectenII 61. Heeft het een verlengd borststuk? 63. Heeft het een rostrum dat neerwaarts wijst? JA ►ga naar 62 NEEN ►ga naar 63 62. Zijn de voorpoten stekelig en zijn ze ingeplant bij de kop? JA Neuroptera: Mantispidae NEEN Raphidioptera JA Mecoptera (schorpion vlieg) NEEN ►ga naar 64 64. Hebben zijn vleugels dike, zwarte aders? JA Megaloptera NEEN Neuroptera 65. Heeft het geschubde of harige vleugels? Geschubd Lepidoptera (mot) Harig Trichoptera 9 Determinatietabel echte vliegen 66. Zijn de antennes veel langer dan de 70. Heeft de vleugel op gelijkmatige kop? afstand talrijke evenwijdige aders? JA ►ga naar 67 NEEN ►ga naar 72 67. Heeft het slanke of ronde vleugels? SLANKE ►ga naar 68 RONDE ►ga naar 70 68. Heeft het een ‘cel’ in de vleugel? JA Trichoceridae NEEN ►ga naar 69 69. Heeft het een lange proboscis en geschubde vleugels? JA Culicidae (mug) NEEN Probably Chironomidae JA Psychodidae NEEN ►ga naar 71 71. Heeft het lange antennes met segmenten als bolletjes? JA Cecidomyiidae NEEN ►ga naar 72 72. Rijkt de radiale sector tot de vleugeltop? JA ►ga naar 73 NEEN ►ga naar 74 73. Vertakken de cubitus of de radiale sector? JA Bibionidae NEEN ►ga naar 75 10 Determinatietabel echte vliegen 74. Vertakt de cubitus? 78. Hoeveel dwarsaders per vleugel? JA Ceratopogonidae NEEN Scatopsidae 0 ►ga naar 79 1 Dolihopodidae 2 or 3 ►ga naar 80 75. Hebben de vleugels vele ‘cellen’? JA ►ga naar 76 NEEN ►ga naar 78 76. Heeft het aders die dicht bij de achterrand lopen? JA ►ga naar 81 NEEN ►ga naar 77 77. Komt de cubitus samen met de anale ader? JA Probably Rhagionidae NEEN Empididae 79. Rijkt de radiale sector tot de vleugeltop? JA Simuliidae NEEN Phoridae 80. Zijn de dwarsaders tezamen dichtbij het centrum? JA Empididae NEEN Probably Cyclorrapha 81. Eindigt de ader M1 aan de vleugeltip? JA Pollenia NEEN Syrphidae 11