De Grote Lucht- en Ruimtevaartquiz

advertisement
JCW RUIMTEQUIZ
Geschatte tijd: 1 uur 30 min. à 2uur
Terrein: Binnen (liefst witte muren), zaaltje met beamer en laptop.
Materiaal:
- Stick met powerpointpresentatie
- Laptop
- Beamer
- Witte muur
- Vragen en antwoorden op papier
- Bordjes met A, B, C en D per groep
- Bordjes met maan, zon en aarde erop per groep
- 3 x puzzel
- 3x ‘eigenschappen van planeten’-kaartjes
- 3 x memory op dikker, niet doorzichtig papier
- JCW Workshop bouw je eigen raket opdracht 6
- papier
- Scorebord
Groepverdeling: We zijn met 12 kinderen. We verdelen ons in 3 groepen van 4 kinderen. De groepen
worden door de animatoren verdeeld, hierbij wordt rekening gehouden met de leeftijd van de kinderen.
Er moeten gemixte groepen zijn op vlak van leeftijd, om zo gelijk opgaande groepen te vormen. Elke
groep mag zelf een groepsnaam kiezen i.v.m. het thema.
Doel: Op een speelse manier, door nadenkvragen en actieve opdrachten, meer te weten komen over
het thema lucht- en ruimtevaart.
Spelregels: Er zijn 20 nadenkvragen tijdens de quiz, met om de 3 vragen ook een actieve opdracht
rond het thema met in totaal 6 actieve opdrachten. De kinderen krijgen alle vragen en foto’s te zien op
powerpoint, ook de actieve opdrachten zijn uitgelegd op powerpoint. Alle vragen en opdrachten
worden ook voorgelezen. De kinderen moeten bij de nadenkvragen eerst overleggen in groep. Ieder
groep heeft kaartjes met A, B, C en D erop. Na een beetje bedenktijd telt de animator af. Bij GO steekt
elke groep het kaartje met de juiste letter erop omhoog. Juist antwoord levert 1 punt op, fout antwoord
geen punt. Bij de actieve opdrachten staat er 1 animator bij elke groep, die de opdrachten controleert.
Per actieve opdracht kan er maar 1 punt verdient worden. De kinderen beginnen met hun opdracht na
het aftellen, op GO. De groep die het snelst klaar is met zijn opdracht en deze ook juist heeft
uitgevoerd krijgt het punt. Als deze groep de opdracht niet correct heeft uigevoerd, gaat de kans naar
de groep die als tweede klaar was. Bij sommige opdrachten is het niet om het snelst, daarbij wint
gewoon de beste groep. Bij opdrachten die maar met 3 moeten worden uitgevoerd, geeft het vierde
kind aanwijzingen. De punten worden bijgehouden op een scorebord. De groep met de meeste punten
wint!
Vraag 1
Op welke foto is het volle maan?
A)
Foto A
B)
Foto B
C)
Foto C
D)
Foto D
Antwoord vraag 1: C
Uitleg:
Het is volle maan als de zon de maan vol
verlicht.
Vraag 2
Op 16 december 1992 maakte het ruimtevaartuig Galileo deze foto. Welke twee hemellichamen zijn
op de foto te zien?
A)
Aarde en Venus
B)
Aarde en Mars
C)
Aarde en Pluto
D)
Aarde en Maan
Antwoord vraag 2 : D
Uitleg
Aarde en Maan (D) (Van een afstand van 6,2 miljoen kilometer maakte het ruimtevaartuig Galileo
deze foto van de aarde en de maan. De maan beweegt van links naar rechts op haar tocht rond de
aarde en bevindt zich tussen de aarde en het ruimtevaartuig. Hierdoor lijkt het nu even alsof ze heel
dicht bij de aarde staat, maar dat is een vertekend beeld).
2
Vraag 3
Op de foto zie je een vergelijking tussen de afmeting van de maan en de zon zoals je ze vanaf de
aarde ziet. Het valt op dat ze ongeveer even groot lijken. Wat is waar?
A)
De maan is veel kleiner dan de zon, maar omdat de maan veel dichter bij de aarde staat dan
de zon lijken ze ongeveer even groot
B)
De maan en zon lijken ongeveer even groot omdat ze ook ongeveer even groot zijn
C)
De maan is veel groter dan de zon, maar omdat de maan veel dichter bij de aarde staat dan
de zon lijken maan en zon ongeveer even groot
D)
Geen van de andere antwoorden is goed
Antwoord vraag 3: A
Uitleg
De maan is veel kleiner dan de zon, maar omdat de maan veel dichter bij de aarde staat dan de zon
lijken ze ongeveer even groot (A) (De middellijn van de zon is in het echt ongeveer 200 keer zo groot
als dat van de maan. Echter, de zon staat ongeveer 200 keer zo ver weg dan de maan. Daarom lijken
ze ongeveer even groot als we ze aan de hemel zien).
Actieve opdracht 1
Maak een levende zonsverduistering. 1 persoon speelt de maan, 1 persoon de zon en 1 persoon de
aarde. Hiervoor krijgen jullie 3 bordje met daarop ofwel maan, zon of aarde. De eventueel
overblijvende persoon kan aanwijzingen geven. Ga in juiste volgorde staan, en doe dit zo snel
mogelijk, maar wees correct! Let ook op de afstanden tussen de hemellichamen, probeer de
verhoudingen te laten kloppen!
Oplossing opdracht 1
Maakt niet uit dat zon of aarde links of rechts staat, afstanden moeten wel ongeveer kloppen.
Uitleg
3
Zonsverduisteringen vinden plaats als de aarde, maan en zon precies op een lijn staan. Een
zonsverduistering kan slechts op een deel van de aarde worden waargenomen. De schaduw van de
maan vormt een cirkel in het brandpunt en een ellips daarbuiten op het aardoppervlak.
Vraag 4
Op deze foto's zie je de opeenvolgende schijngestalten van de maan. De serie eindigt met nieuwe
maan. Welke uitspraak is goed?
De perioden tussen nieuwe maan en volle maan en die tussen volle maan en nieuwe maan
heten (in deze volgorde):
A)
Krimpende maan en groeiende maan
B)
Wassende maan en afnemende maan
C)
Groeiende maan en krimpende maan
D)
Afnemende maan en wassende maan
Antwoord vraag 4: B
De periode tussen nieuwe maan en volle maan heet: wassende maan. Die tussen volle maan en
nieuwe maan: afnemende maan (B) (Als in de loop der dagen een steeds groter deel van de maan
verlicht wordt door de zon spreken we van wassende maan; neemt het verlichte deel af dan spreken
we van afnemende maan).
Vraag 5
Wat is waar? De astronauten die op de maan geweest zijn ...?
A)
...moesten een speciaal astronautenpak aan, om te voorkomen dat ze ziek zouden
worden door maanbacteriën.
B)
...moesten een speciaal astronautenpak aan, omdat je anders te diep wegzakt in de
maanbodem.
C)
...moesten een speciaal astronautenpak aan, omdat de maan geen atmosfeer heeft.
4
D)
...konden in hun gewone kleren buiten lopen, maar moesten wel handschoenen
dragen en een zonnebril op.
Antwoord vraag 5: C
...moesten een speciaal astronautenpak aan, omdat de maan geen atmosfeer heeft. (C) (Op de maan
is geen atmosfeer die de astronauten beschermt tegen een voor de mens gevaarlijk deel van de
zonnestraling. Omdat er geen atmosfeer is kun je er ook niet ademen. Om deze redenen moeten de
astronauten een speciaal astronautenpak aan. Er is geen leven op de maan. Je hoeft dus niet bang te
zijn voor maanbacteriën. Tot slot, de maanbodem is stevig genoeg om op te staan).
Vraag 6
Wat gebeurt er bij een maansverduistering?
A)
De maan schuift even tussen de aarde en de zon
B)
De zon schuift even tussen de aarde en de maan
C)
De aarde schuift even tussen de maan en de zon
D)
Geen van de andere antwoorden is goed
Antwoord vraag 6: C
Uitleg
De aarde schuift even tussen de maan en de zon (C) (Bij een maansverduistering schuift de aarde
even tussen de maan en de zon, waardoor er even geen zonlicht op het maanoppervlak valt. Als de
aarde precies de hele maanschijf bedekt noemen we dat een volledige maansverduistering. Bedekt
de aarde maar een deel van de maanschijf dan noemen we dat een gedeeltelijke
maansverduistering).
Actieve opdracht 2
Eigenschappen van planeten
Leg de kaartjes bij de juiste planeet. Van links naar rechts:
Mercurius (4) – Venus (3)- Aarde(3)- Mars(4) – Jupiter(3)- Saturnus(3)- Uranus(2) – Neptunus(2)
 Zie bijlage met de kaartjes voor de eigenschappen
5
Vraag 7
In welk jaar zette voor het eerst een mens voet op de maan?
A)
1959
B)
1969
C)
1979
D)
1989
Antwoord vraag 7: B (op 21 juli 1969)
Vraag 8
Hoe ver is de maan verwijderd van de aarde?
A)
400 km
B)
4000 km
C)
40.000 km
D)
400.000 km
Antwoord vraag 8: D
400.000 km (D) (De afstand tot de maan is ongeveer 400.000 kilometer. De Apollo 11 raket, met
daarin de eerste astronauten die op de maan landden, deed er in 1969 drie dagen over om de
maan te bereiken.)
Vraag 9
Wat is het verschil tussen een planeet en een maan?
A)
Er is geen verschil.
B)
Een maan draait om de zon; een planeet draait om een maan.
C)
Een maan is hoogstens 1000 kilometer in doorsnede; planeten zijn groter.
D)
Een planeet draait om de zon; een maan draait om een planeet.
Antwoord vraag 9: D
6
Actieve opdracht 3
Tegen de tijd!
Zo dadelijk krijg je een foto te zien. Je hebt dan 2 minuten de tijd om woorden die bij het zien van de
foto bij je opkomen op te schrijven. Dat kan zijn: ufo, maan, donker, ruimte, zon, …
Nadien moet elke groep overlopen wat hij/zij heeft opgeschreven. Wanneer iemand hetzelfde heeft
opgeschreven als iemand anders moet dit doorstreept worden (door beiden). De groep die de
meeste woorden op zijn papier over heeft die niet doorstreept zijn, wint!
We doen dit met 2 afbeeldingen!
Foto 1: De maanstanden
Doordat de hoek waaronder de maan door de zon beschenen wordt verandert ten opzichte van de
hoek waarmee ze vanaf de aarde bekeken worden, zijn ze vanaf de aarde gezien soms deel verlicht
en deels donker, soms helemaal verlicht en soms helemaal donker. Dit noemt men schijngestalte.
Enkele schijngestalten van de Maan hebben een naam. Op het Noordelijk halfrond zijn dit: nieuwe
maan, jonge maansikkel, eerste kwartier, wassende maan, volle maan, afnemende maan, laatste
kwartier, asgrauwe maandag.
Foto 2: Een UFO
De tweede prent is een UFO. Unidentified flying object (afgekort UFO) is de Engelstalige benaming
voor ongeïdentificeerd vliegend voorwerp, waarmee elk in de lucht
waargenomen fenomeen wordt bedoeld waarvan de aard niet kan worden vastgesteld. De term
werd in 1952 door de Amerikaanse luchtmacht geïntroduceerd om te verwijzen naar een aparte
klasse van waarnemingen die chronisch onverklaarbaar blijven. Het onderzoek van ufowaarnemingen
wordt ufologie genoemd. De meeste ufo’s blijken later normale natuurverschijnselen of kunstlicht
zoals lampen te zijn. Er is geen wetenschappelijk bewijs voor het bestaan van ruimteschepen die
buiten de aarde zijn gefabriceerd.
Vraag 10
De grootste planeet in ons zonnestelsel is:
7
A)
Aarde
B)
Mars
C)
Jupiter
D)
Dat weten we niet omdat we niet weten hoe groot de planeten zijn
Antwoord vraag 10: C
Jupiter (C) (De grootste planeet in ons zonnestelsel is Jupiter, met een middellijn van maar liefst
142984 kilometer. Dat is meer dan 11 keer de middellijn van de aarde en meer dan 21 keer de
middellijn van Mars. De kleinste planeet is Mercurius, met een middellijn van 4880 kilometer. De
dwergplaneet Pluto heeft een nog kleinere middellijn, slechts 2300 kilometer).
Vraag 11
Wat hoort in dit rijtje niet thuis: Mercurius, Venus, Maan, Aarde?
A)
Aarde
B)
Maan
C)
Venus
D)
Mercurius
Antwoord vraag 11: B
De maan (B) (De maan is als enige geen planeet).
Vraag 12
Welke planeet in ons zonnestelsel heeft een mooie ring?
A)
Saturnus
B)
Venus
C)
Mars
D)
Alle planeten hebben een mooie ring
Antwoord vraag 12: A
8
Saturnus (A) (Op deze foto zie je de prachtige ring van Saturnus. Wist je trouwens dat ook Jupiter,
Uranus en Neptunus elk een dunne, ijle ring hebben?)
ACTIEVE OPDRACHT 4
Puzzel
Elke groep krijgt dezelfde puzzel. De bedoeling is om zo snel mogelijk deze puzzel op te lossen. De
snelste groep krijgt het punt.
Vraag 13
Welke planeet wordt ook wel de 'rode planeet' genoemd?
A)
Uranus
B)
Neptunus
C)
Venus
D)
Mars
Antwoord vraag 13: D
Mars (D) (Mars wordt ook wel de rode planeet genoemd. De rode kleur van Mars wordt veroorzaakt
door gesteente dat rijk is aan ijzeroxide, beter bekend als roest. Overigens, met het blote oog vanaf
de aarde gezien is Mars eigenlijk eerder lichtrose dan rood).
Vraag 14
Als je met een raket een reis maakt van de zon naar de rand van het zonnestelsel kom je de planeten
tegen in de volgorde:
A)
Mercurius, Venus, Aarde, Mars, Jupiter, Saturnus, Uranus, Neptunus.
B)
Mars, Mercurius, Venus, Aarde, Jupiter, Saturnus, Uranus, Neptunus.
C)
Neptunus, Uranus, Saturnus, Jupiter, Mars, Aarde, Venus, Mercurius.
D)
Aarde, Mercurius, Venus, Mars, Jupiter, Saturnus, Uranus, Neptunus.
Antwoord: A
Uitleg
9
Mercurius, Venus, Aarde, Mars, Jupiter, Saturnus, Uranus, Neptunus. (A) (Als je onthoudt dat de
aarde de derde planeet vanaf de zon is kun je deze vraag goed beantwoorden).
Vraag 15
Welk bekend hemellichaam heeft dezelfde naam als een bekend Walt Disney figuur?
A)
Buzz Lightyear
B)
Pluto
C)
Mickey
D)
Aladin
Antwoord vraag 15: B
Uitleg
Pluto (B) (Pluto was tot 2006 één van de (toen) negen planeten. Toen hebben de sterrenkundigen
echter besloten Pluto voortaan een 'dwergplaneet' te noemen).
Actieve opdracht 5
Problemen in de ruimte
Met welke problemen hebben ruimtevaarders soms te maken?
Je krijgt 8 kaartjes, waarvan er slechts 4 juist zijn. Jullie moeten raden welke 4.
 JCW Workshop bouw je eigen raket: opdracht 6
Vraag 16
De Goddard raket, de eerste raket met vloeibare brandstof, werd in 1926 gelanceerd. De raket was
1.2 m hoog en had een diameter van 15 cm.
Hoe hoog denken jullie dat deze raket vloog?
a. 0.5 m
b. 12 m
c. 100 m
d. 42.500 m
Antwoord: B
10
Vraag 17
Hoe lang denken jullie dat deze raket vloog?
a. 1 u
b. 5 dagen
c. 2.5 seconde
d. 3 min.
Antwoord C
Vraag 18
Wat is SPOETNIK?
a. merk van tennisballen
b. eerste Russische satelliet (in 1957 gelanceerd)
c. de naam voor het eerste ruimtewezen
d. een speciaal astronautensnoepje
Antwoord B
Vraag 19
Wat was het eerste levende wezen in de ruimte?
a. een mens: Gagarin
b. een hond: Laika
c. een aapje: Tara
d. een kip: Mira
Antwoord B
Vraag 20
Wie zette als eerste een voet op de maan?
a. Louis Armstrong
b. Neil Armstrong (in 1968)
c. Michael Armstrong
11
d. Lance Armstrong
Antwoord B
Extra: Kuifje was eigenlijk de eerste man op de maan, aangezien Mannen op de maan al in 1954
verscheen!
Actieve opdracht 6
Memory
Elke groep krijgt dezelfde memory, ze moeten proberen het juiste prentje met de juiste omschrijving
te combineren. Om de beurt draait er een groepslid twee kaartjes om, dit zal gebeuren onder
toezicht van een animator. Wie eerst klaar is wint.
12
Download