V O E D I N G VA N K R I T I E K E PAT I E N T E N Dr Ronald van Noort. Dipl.ECVIM-CA Departement Geneeskunde der Gezelschapsdieren, Faculteit Diergeneeskunde, Universiteit Utrecht [email protected] wordt belicht. Vroegtijdige ondersteunende voeding kan de duur van het ziekteproces bekorten en de genezing bespoedigen. Omdat de voeding met een spuit in de bek ingeven vaak niet lang getolereerd wordt door hond of kat, is sondevoeding vaak een betere optie. De voor-en nadelen van de diverse voedings­sonde De laatste jaren bestaat een toenemende aandacht voor vroegtijdige nutritionele ondersteuning van kritiek zieke dieren. Wanneer een gezond dier tijdelijk vast, zal het metabolisme zich aanpassen en zullen energie en eiwit behoefte dalen. Wanneer een ernstig ziek dier echter geen voedingsstoffen tot zich neemt, ontstaat een geheel andere situatie. Bij de mens is gevonden dat bij intensive care patienten ongeveer 50% van de patienten ondervoed is. Bij honden in de IC kan dit wel 73% zijn. Aanvankelijk vertoont een ziek dier een verlaagd metabolisme maar al snel ontstaat een hypermetabolisme door stijging van de catecholamines, glucocorticosteroiden, glucagon, diverse cytokinen, ADH en aldosteron. In deze catabole situatie moet weefsel worden afgebroken om energie te leveren. Het lichaam heeft maar voor 1-2 dagen een voorraadje koolhydraten opgeslagen (glycogeen in de spieren en lever). Zodra dit op is, moeten vetten en eiwitten worden afgebroken om grondstoffen te leveren voor levensreddende functies als antilichaamproductie, wondgenezing en gluconeogenese (productie van glucose, de “enige energie bron voor de rode bloedcellen en hersenen). Vet is in varierende hoeveelheden opgeslagen maar er is geen opslag van eiwit in het lichaam. Vet kan vooral gebruikt worden om energie te leveren maar voor de andere taken is eiwit nodig. Als dit niet opgenomen wordt via eten, moet er functioneel eiwit (zoals spieren, enzymen) worden afgebroken. Tevens nemen de brushborder enzymen in de darm af, neemt de capaciteit van de maag af en daalt de absorptie in de darm. Door al deze factoren kan al snel een zogenaamd “Protein-Energy Malnutrition” (PEM) ontstaan wat elk orgaansysteem negatief beinvloedt en kan bijdragen tot het ontstaan van een systemische ontstekingsreactie. Omdat de darm zijn selectieve permeabiliteit kan verliezen als er Abstracts European Veterinary Conference Voorjaarsdagen 2010 geen voeding wordt opgenomen, kunnen bacterieen en toxinen worden doorgelaten en elders in het lichaam voor ontsteking zorgen wat kan leiden tot multiple organ failure (MOF). De laatste jaren wordt duidelijk dat er niet alleen maar sprake is van wat meer lekkage door het maagdarm- kanaal. Het blijkt dat het maagdarmkanaal, wanneer het onvoldoende voedingsstoffen krijgt, ook cytokines (signaalstoffen die bepaalde cellen en reacties aansturen) in overmaat afgeeft. Het maagdarmkanaal bevat de meeste witte bloedcellen van het lichaam (en is dus eigenlijk het grootste lymfoide orgaan). Veel witte bloedcellen worden in de darmwand “opgeleid” en actief tegen bepaalde stoffen, cellen of antigeen gemaakt. Wanneer het maagdarmkanaal onvoldoende voedsel opneemt, gaat het ook zelf achteruit, Er kunnen dan “verkeerde” witte bleodcellen worden opgeleid die ook weer voor systemische afwijkingen kunnen zorgen. Door deze gebeurtenissen kan het maagdarmkanaal de “motor” van een gegeneraliseerde ontstekingsreactie en sepsis worden. Het hangt van het individu en het ziekteproces af welke veranderingen optreden en hoe snel maar bij de mens zijn publicaties bekend waarna al na 24 uren duidelijke storing van het immuunapparaat werden aangetoond. In tabel 1 staan afwijkingen die bij de mens gevonden zijn bij kritieke patienten. Tabel 1: Afwijkingen welke al na 24-48 uur kunnen optreden bij PEM • • • • • • • • • • • • • malfunctie immuunapparaat uitputting directe energie voorraad (glycogeen) afname globuline secretie in darm afname fibroblast proliferatie waardoor slechte wondgenezing toename bacteriele flora in maagdarmkanaal afname contractiekracht gladde spieren waardoor evt. ileus afname contractiekracht hartspier en afname vaattonus bacteriele translocatie toename endotoxine resorptie afname sneldelende cellen afname productie albumine, fibrine, globulines, complement afname activiteit lipoproteine lipase en transport eiwitten ontstaan van maag-darmulcera door verminderde mucosale doorbloeding. Deze potentiele nadelige veranderingen hebben ertoe geleid dat de laatste jaren veel aandacht is gegeven aan de mogelijkheid en wenselijkheid van vroegtijdige 1 CHAPTER 2 Gezelschapsdieren: vrijdag 23 april nutritionele ondersteuning van de patient. Mede daardoor wordt voeding veel meer als een essentieel onderdeel van de therapie beschouwd dan als een aanvulling. Dat betekent dat men in een vroeg stadium van de behandeling van een kritisch zieke patient al een inschatting moet maken van de voedingsstatus van de patient en de mogelijkheid van (zelfstandige) opname van nutrienten. Indien ingeschat kan worden dat de patient mogelijk niet zal eten na een therapeutische of diagnostische ingreep onder sedatie, is het verstandig die sedatie tevens te gebruiken om een voedingssonde in te brengen. Er zijn helaas geen duidelijke parameters die aangeven of een patient nutritionele ondersteuning vereist of niet. In de humane geneeskunde wordt waarde gehecht aan bloedwaardes van albumine, pre-albumine, transferinne, fibronectine, retinol bindend eiwit, creatine kinase en insuline groei factor-I. Veterinair zijn deze parameters nog niet gevalideerd en zijn de meest gebruikte indicaties voor nutritionele ondersteuning: • meer dan 10% gewichtsverlies in korte tijd • geen of sterk onvoldoende voedselopname ge­du­ rende 3-5 dagen • duidelijke spieratrofie • ziekte beelden met groot verlies van eiwit en/of energie. • te verwachten onvoldoende/geen voedsel opname na operatie of therapie Nutritionele ondersteuning kan via parenterale of enterale toediening geschieden waarbij de enterale vorm sterk de voorkeur heeft (“ if the gut works, use it”). Dit is niet alleen goedkoper, geeft minder complicaties en kan makkelijker door de eigenaar gegeven worden, het is vooral fysiologischer. Bij uitsluitend parenterale voeding treedt toch atrofie van de villi op en down-regulatie van de brush border enzymen en neemt de permeabiliteit van het maagdarmkanaal toe met als gevolg bacteriele translocatie en toxinemie. Uit recent onderzoek blijkt dat zelfs met kleine hoeveelheden electrolytoplossing met glucose, aminozuren of kleine peptiden de selectieve permeabiliteit van het maagdarmkanaal behouden kan blijven en minder kans bestaat op systemische ontstekingsreacties of maag-darmulcera bij kritiek zieke dieren. Vooral glutamine (de energiebron voor enterocyten) en arginine (nodig voor eiwitsynthese, detoxificatie ammoniak en stimulatie immuunsysteem) zijn belangrijk. Daarnaast zijn voor de kat taurine, niacine, vitamine A en arachidonzuur essentiele nutrienten. De meest gebruikte methoden van enterale nutritionele ondersteuning zijn in volgorde van toenemende invasiviteit : • dwangvoeding via de bek • neus-slokdarm sonde • slokdarm sonde • maag sonde • maag-dunne darm sonde • darm sonde (jejunum sonde) • slokdarm-dunne darm sonde Welke sonde gekozen wordt hangt af van de patient, de te verwachte tijdsduur van nutritionele ondersteuning, de patient, de ervaring van de dierenarts en de wensen van de eigenaar. Dwangvoeren via de bek lukt vaak maar enkele dagen en geeft veel stress en verslechterde relatie eigenaar-dier. Daarom zal bij een patient die meerdere dagen ondersteunende voeding nodig heeft, al snel voor een sonde gekozen moeten worden. Een neussonde heeft als groot voordeel dat het meestal zonder sedatie geplaatst kan worden. Maar omdat de sonde door het keelgebied loopt, kan het spontaan eten belemmeren. En de patient moet een kap om anders is de sonde direct verwijderd door de patient. Een maagsonde moet na plaatsing minstens 7-10 dagen blijven zitten omdat er een vergroeiing tussen de maag en buikwand moet ontstaan, anders treedt lekkage op met mogelijk fatale buikvlies ontsteking als gevolg. Neus-slokdarm sonde VOORDEEL NADEEL Zonder sedatie te plaatsen Kap noodzakelijk Makkelijke plaatsing Dun dus alleen vloeibare voeding Lage kosten Niet altijd geaccepteerd Weinig serieuze complicaties Hindert spontaan eten 1-2 weken te gebruiken Slokdarmsonde VOORDEEL NADEEL Snelle makkelijke methode Vereist narcose Kap niet nodig Fatale bloeding kan soms optreden Remt vrijwillig eten niet Soms infectie stomie wond Geen irritatie neusgang Kan weken gebruikt worden Iets dikkere sonde 2 Aanschaf apparaat en naalden Abstracts European Veterinary Conference Voorjaarsdagen 2010 Maagsonde VOORDEEL NADEEL Dikker, dus gepureerd voer kan Vereist narcose Kan maanden blijven zitten Moet 7-10 dagen blijven zitten Eventueel “low profile tube” Soms laesie milt/darm bij plaatsen Infectie stomie wond Lekkage geeft (fatale) peritonitis Voor verwijderen soms narcose Darmsonde VOORDEEL NADEEL Ontlast slokdarm,maag,pancreas Vereist narcose Voorkomt reflux in maag/ slokdarm Vereist deskundige chirurgie Bruikbaar bij aanhoudend braken Vloeibaar en mono/polymeer voer Lekkage geeft (fatale) peritonitis Druknecrose kan ontstaan Soms strictuur of obstructie Slokdarm-darmsonde VOORDEEL NADEEL Makkelijke plaatsing via slokdarm Vereist narcose Minder kans op complicaties Vereist endoscopie Minder stimulatie pancreas Kan reflux slokdarm geven Makkelijk te verwijderen Kan maag mechanisch irriteren Natuurlijk moet ook gezorgd worden dat de spuit goed aansluit op de sonde zodat bij injiceren niet de spuit losschiet en de patient onder de voeding komt te zitten. bij een slokdarm,-maag en darm sonde moet men heel steriel werken en zorgen dat de stomie wond schoon is en blijft. De wond zal regelmatig gecontroleerd moeten worden op uitvloeiing, zwelling, roodheid en pijnlijkheid. Na het injiceren van de voeding moet de sonde altijd schoon gespoeld worden met wat lauw water zodat de sonde niet dichtslibt met voeding. Ook na het ingeven van medicijnen door de sonde moet goed worden nagespoeld. De hoeveelheid voeding welke per keer gegeven wordt, hangt af van de situatie van de patient en de gebruikte voeding. Wanneer een patient al enkele dagen geen voeding heeft gehad, is het verstandig de dagelijkse hoeveelheid voer weer langzaam op te bouwen tot de gewenste energie-opname. Meestal wordt geadviseerd de eerste dag van sonde plaatsing ¼ van de energie behoefte te geven, de dag erna de helft, daarna ¾ deel en vervolgens de volledige dagelijkse behoefte. Deels afhankelijk wat de patient verdraagt. De totale dagelijkse energie behoefte kan uitgerekend worden en daaruit de benodigde hoeveelheid voer. Bij sonde voeding is aan te raden deze hoeveelheid over 4 tot 6 giften te verdelen. Conclusie Bij kritieke patienten dient voeding een intergraal onderdeel van de therapie uit te maken. Vroegtijdige nutritionele ondersteuning kan (fatale) complicaties voorkomen. Zeker wanneer voor diagnostische of therapeutische handelingen anaesthesie nodig is, dient deze anaesthesie ook gebruikt te worden om een voedingssonde in te brengen. Oesophagostomie sondes hebben het voordeel dat vrijwillige voedselopname niet gehinderd wordt en dat mogelijke complicaties minder ernstig zijn dan bij gastrostomie of jejunostomie sondes. Gebruik van de sondes Bij het gebruik van sondevoeding gelden een aantal algemene regels. Natuurlijk moet de voeding qua dikte passend zijn bij de sonde. Dat betekent dat bij een dunne neussonde de voeding meer vloeibaar moet zijn dan bij de iets dikkere slokdarmsonde. De voeding moet langzaam per spuit worden ingegeven omdat wij snel spuiten het uiteinde van de sonde erg gaat kwispelen waardoor een braakreflex kan optreden. Abstracts European Veterinary Conference Voorjaarsdagen 2010 3 CHAPTER 2 Gezelschapsdieren: vrijdag 23 april