Verloopintenties onder IC-verpleegkundigen Onderzoek in

advertisement
Verloopintenties onder IC-verpleegkundigen
Onderzoek in samenwerking met UvT
September 2010
Drs. Koen Lim MBA
Ir. Astrid van den Hoek
Mauk Meewis MsC
PR23494/KLI/EMI
Problematiek
2
Intensive care units (IC’s) in Nederland kampen met personeelskrapte
Zowel intensivisten als verpleegkundigen zijn moeilijk te vinden, terwijl er door de toenemende vergrijzing juist meer personeel op de
IC nodig is
Daardoor stijgen de kosten voor de IC en loopt de kwaliteit terug
Enkele ziekenhuizen moeten (een gedeelte van) hun IC’s sluiten
Wervingscampagnes leiden nauwelijks tot structurele verbetering
In deze crisissituatie is er wel enige verbetering in de situatie, maar deze krapte lijkt structureel te zijn
Daarnaast versterken wisselingen en onderbezetting de uitstroom van IC-verpleegkundigen. Het verloopcijfer onder
IC- verpleegkundigen is dan ook hoog.
Aanleiding onderzoek
Het voorgaand geschetste probleem kan alleen aangepakt worden met een combinatie van maatregelen. Wat is de reden van het
hoge verloopcijfer op de IC? Sluiten de eigenschappen en verwachtingen van het personeel wel aan op het werk op de IC? En zo niet,
wat betekent dat voor de manier waarop je mensen hiervoor opleidt? En kunnen we de mensen en middelen, met behulp van nieuwe
technieken niet efficiënter inzetten?
MarketConcern Van Spaendonck neemt daarom zowel de aansluiting tussen de inhoud van de functie en de persoonskenmerken van
de functievervullers onder de loep; alsmede de vraag of de bewaking op een IC niet op een andere manier kan worden ingevuld met
de huidige technologische ontwikkelingen.
Het is namelijk de vraag of bewaking, die een belangrijke kernfunctie is van de IC, nog per IC ingericht moet worden.
Combinatie van bewaking met nieuwe technologie (E-ICU) biedt hier soelaas.
De focus binnen deze presentatie ligt op het eerstgenoemde punt: het onderzoek naar de verloopintenties van IC-verpleegkundigen.
3
Onderzoeksopzet
4
Vanuit de literatuur zijn negen variabelen geselecteerd, die vermoedelijk invloed hebben op de verloopintenties van
IC-verpleegkundigen.
Deze variabelen zijn door een twintigtal interviews met verpleegkundigen op de IC en high care, verpleegkundigen in opleiding,
afdelingshoofden IC en arts assistenten op de IC getoetst. Naast deze interviews zijn ook enkele observaties gedaan op verschillende
IC’s. Naar aanleiding van deze toetsing zijn een aantal aanpassingen doorgevoerd (waardoor er 5 variabelen extra zijn).
De variabelen zijn vervolgens kwantitatief getoetst. De volgende variabelen zijn hierbij meegenomen:
•
Om kunnen gaan met verantwoordelijkheid
•
Om kunnen gaan met de dood
•
Sociale steun van collega’s
•
Lichamelijke inspanning
•
Technische oriëntatie
•
Pay fairness
•
Autonomie
•
Leeftijd
•
Werkdruk
•
Nachtdiensten
•
Sociale contacten (met patiënt)
•
Ontwikkelingsmogelijkheden
•
Relatie met leidinggevende
•
Bedreigd door familie van de patiënt
Deze kwantitatieve toetsing heeft plaatsgevonden onder IC-verpleegkundigen in heel Nederland. De responsrate bedroeg
592 IC-verpleegkundigen. Deze groep respondenten is opgebouwd uit verpleegkundigen die verschillen in leeftijd, werkervaring,
sekse, geografische achtergrond, het soort ziekenhuis waar zij werkzaam zijn en het niveau van de IC.
Belangrijkste resultaten (1)
Onderstaand worden per variabele de belangrijkste resultaten weergegeven:
Pay fairness: de IC-verpleegkundigen zijn sterk verdeeld over de vraag of de betaling ‘fair’ is. Er is echter geen significant verband
aangetoond tussen pay fairness en verloopintenties van IC-verpleegkundigen.
Sociale steun van collega’s: onderlinge steun tussen collega’s op de IC is erg belangrijk. De term ‘zwarte humor’ valt vaak.
Dit maakt het werk dragelijk. Er is wel een sterk significant verband gevonden tussen sociale steun van collega’s en verloopintenties.
Werkdruk is een negatieve voorspeller van de sociale steun van collega’s en heeft dus indirect invloed.
Relatie met leidinggevende: er is geen significant verband tussen verloopintenties en de relatie met de leidinggevende.
Positieve voorspellers van een goede relatie met een leidinggevende zijn: het hebben van ontwikkelingsmogelijkheden, hebben van
autonomie, geen bedreiging ervaren van de familie van een patiënt, geen problemen met nachtdiensten hebben, sociale contacten
nodig hebben en sociale steun van collega’s.
Lichamelijke inspanning: Het werk als IC-verpleegkundige wordt ervaren als lichamelijk zwaar. Veel verpleegkundigen geven dan ook
aan dit werk lichamelijk niet vol te kunnen houden tot hun 65e. Toch is er geen verband gevonden tussen lichamelijke inspanning op
de intensive care en verloopintenties in het kwantitatieve gedeelte van het onderzoek. Werkdruk is een positieve voorspeller van
lichamelijke inspanning.
Ontwikkelingsmogelijkheden: IC-verpleegkundigen kiezen voor het vak, omdat het één van de complexere vormen van verpleging is.
Ook hebben de meeste verpleegkundigen de drang om te willen werken op een IC met een zo hoog mogelijk niveau. Het hebben van
ontwikkelingsmogelijkheden heeft wel een zeer sterk negatief verband met verloopintenties.
Autonomie: er is geen verband gevonden met verloopintenties van IC-verpleegkundigen en de autonomie die zij binnen hun vak
hebben.
5
Belangrijkste resultaten (2)
6
Omgaan met de dood: Op de IC is het sterftecijfer erg hoog. Het overlijden van een patiënt komt vaak voor. Om goed te kunnen
werken op de IC moet je, als verpleegkundige, hiermee om kunnen gaan. Dit lijkt geen probleem te zijn voor de meeste
verpleegkundigen, met uitzondering van het overlijden van een kind of jonge ouder. Er is geen significant verband met verloopintenties
aangetoond.
Bedreigd door de familie van de patiënt: Dreiging vanuit de familie van een patiënt naar verpleegkundigen in een ziekenhuis is iets dat
de laatste tijd vaker in het nieuws is gekomen. Uit de gesprekken met verpleegkundigen blijkt dat dit incidenteel ook voorkomt op de
IC. Verpleegkundigen blijken hier verder niet echt problemen mee te hebben, er is dan ook geen significant verband aangetoond
tussen deze variabele en de verloopintenties van een IC-verpleegkundige.
Werkdruk: Ook de hoge werkdruk voor verpleegkundigen is de laatste tijd veel in het nieuws geweest. In dit onderzoek lijkt dit voor
IC-verpleegkundigen geen heel groot probleem te zijn. Er is geen verband gevonden tussen werkdruk en verloopintenties van
IC-verpleegkundigen. Wel is lichamelijke inspanning een positieve voorspeller van werkdruk. Negatieve voorspellers van werkdruk
zijn, om kunnen gaan met de verantwoordelijkheid, ervaren van ontwikkelingsmogelijkheden, geen bedreiging van familie ervaren,
sociale steun van collega’s krijgen en pay fairness.
Nachtdiensten: Het moeten draaien van nachtdiensten is een belangrijk onderdeel van het werk op de IC. Er moet continue toezicht
zijn bij de patiënten, daarom draaien IC-verpleegkundigen in verhouding met andere verpleegkundigen veel nachtdiensten. Problemen
ervaren met nachtdiensten is echter heel verschillend. Er is echter wel een zeer sterk verband gevonden tussen het draaien van
nachtdiensten en verloopintenties. Leeftijd is een positieve voorspeller van het ervaren van problemen met nachtdiensten. Het hebben
van ontwikkelingsmogelijkheden is een negatieve voorspeller van problemen met nachtdiensten.
Belangrijkste resultaten (3)
Technische oriëntatie: Het werk op de intensive care is redelijk technisch, zeker in vergelijking met andere soorten verpleging. Het is
daarom een zeer typisch kenmerk van de IC. Verpleegkundigen zeggen in de interviews hier geen problemen mee te hebben. Dit is
zelfs één van de redenen waarom zij gekozen hebben voor het vak. Er is geen verband gevonden tussen de technische oriëntatie van
de IC en verloopintenties. Leeftijd en de behoefte aan sociale contacten zijn beide negatieve voorspellers van een technische
oriëntatie.
Sociale contacten: De meeste patiënten zijn een groot deel van hun verblijf op de IC buiten bewustzijn. Er zou daarom aangenomen
kunnen worden dat verpleegkundigen op de IC weinig sociale contacten hebben tijdens hun werk. Door de interviews en observaties is
dit standpunt echter ontkracht. Verpleegkundigen gaan namelijk zeer intensief met een patiënt om. Daarnaast hebben de
verpleegkundigen vaak veel sociaal contact met de familie van een patiënt. Er is echter geen verband gevonden met verloopintenties
van IC-verpleegkundigen.
Om kunnen gaan met verantwoordelijkheid: Het werk als verpleegkundige op een IC brengt grote verantwoordelijkheden met zich
mee. Het leven van een patiënt ligt vaak letterlijk in de handen van een verpleegkundige. Uit het onderzoek blijkt dat verpleegkundigen
hier meestal niet veel moeite mee hebben, maar dat zij die verantwoordelijkheid zeker wel voelen. Ook is er wel een verband
gevonden tussen het om kunnen gaan met deze verantwoordelijkheid en de verloopintenties van verpleegkundigen. Wanneer zij hier
namelijk niet mee kunnen omgaan, zullen de verloopintenties stijgen voor de lange termijn. Voor de verloopintenties binnen een jaar is
er geen significant verband gevonden.
7
Resultaten socio-demografische kenmerken
8
Leeftijd is wel significant van invloed op verloopintenties van IC-verpleegkundigen. Hoe ouder een verpleegkundige is, hoe kleiner de
kans op verloopintenties.
Er is geen significant verschil tussen verloopintenties van verschillende sekse verpleegkundigen. Wel is het opvallend dat er relatief
meer mannen werken op de intensive care ten opzichte van andere afdelingen in een ziekenhuis.
Er is geen significant verschil tussen verloopintenties van IC-verpleegkundigen van verschillende soorten ziekenhuizen
(academisch ziekenhuis, opleidingsziekenhuis, perifeer of streekziekenhuis).
Er is geen significant verschil tussen verloopintenties van IC-verpleegkundigen van verschillende niveaus intensive care
(niveau 1,2 of 3).
Er is geen significant verschil tussen verloopintenties van IC-verpleegkundigen die werkzaam zijn in verschillende provincies.
Er is geen significant verband tussen verloopintenties van IC-verpleegkundigen en het aantal dagen dat een IC-verpleegkundige ziek
is.
Overzicht belangrijkste resultaten
9
De onafhankelijke variabelen die volgens dit onderzoek significant invloed hebben op de verloopintenties van IC-verpleegkundigen zijn:
Leeftijd. Hoe ouder een IC-verpleegkundige is, hoe lager de verloopintenties van die verpleegkundige zijn.
Sociale steun van collega’s. Hoe beter de steun is die een IC-verpleegkundige van zijn of haar collega’s krijgt, hoe lager de
verloopintenties zijn.
Ontwikkelingsmogelijkheden. Als een IC-verpleegkundige voldoende ontwikkelingsmogelijkheden ervaart, dan nemen de
verloopintenties af.
Nachtdienst. Hoe meer problemen een verpleegkundige ervaart met nachtdiensten, hoe groter de verloopintenties zijn.
Omgaan met verantwoordelijkheid (lange termijn verloopintentie). Als er gekeken wordt naar de verloopintenties op de langer termijn,
dan kan gesteld worden dat hoe slechter verpleegkundigen met de verantwoordelijkheid om kunnen gaan, hoe groter de
verloopintenties op de IC worden.
Profielschets IC-verpleegkundige
Om een profielschets te maken van hoe het ideale karakter eruit zou moeten zien van een IC-verpleegkundige is er aan 100
IC-verpleegkundigen gevraagd aan te geven welke karaktereigenschappen wel en welke niet geschikt zijn voor het vak.
Positieve karaktereigenschappen:
Uit de resultaten blijkt dat belangrijke karaktereigenschappen voor een goede IC-verpleegkundige onder ander zijn: flexibel,
collegiaal, sociaal, stressbestendig, technisch inzicht, empathie / inlevingsvermogen, communicatieve vaardigheden, teamspeler,
snel kunnen handelen, leergierig en rust kunnen bewaren.
10
Negatieve karaktereigenschappen:
Karaktereigenschappen die een goede IC-verpleegkundige beter niet kan bezitten zijn onder andere chaotisch, niet stressbestendig,
onzeker, slordig, individualistisch, star en emotioneel.
Conclusies (1)
11
Er is een negatieve relatie gevonden tussen leeftijd en verloopintenties van IC-verpleegkundigen. In de jongere populatie is dus meer
verloop zichtbaar. Gezien de vergrijzende populatie op de IC gaat dit problemen opleveren in de toekomst. Daarnaast hoeven
verpleegkundigen boven de 50 jaar in de meeste ziekenhuizen geen nachtdiensten meer te draaien en kunnen zij minder lichamelijk
zwaar werk verrichten. Hierdoor komt er dus meer werkdruk te liggen, met name in de nacht, bij de jongere verpleegkundigen. Dit
vergroot het probleem, aangezien het draaien van nachtdiensten een negatief verband kent met verloopintenties.
Daarnaast is er een negatieve relatie gevonden tussen de steun die IC-verpleegkundigen ervaren van collega’s en verloopintenties. Uit
het onderzoek blijkt dat die steun op dit moment als zeer hoog wordt ervaren. Een taak voor de leidinggevende om dit te behouden,
maar niet direct een aandachtspunt voor de toekomst.
Het hebben van ontwikkelingsmogelijkheden op het werk is voor IC-verpleegkundigen één van de belangrijkste punten om
verloopintenties te voorkomen. Toch scoort het daadwerkelijk ervaren van ontwikkelingsmogelijkheden niet hoog. Een aandachtspunt
voor de toekomst om als leidinggevende de ontwikkeling van de populatie te blijven faciliteren en stimuleren. Het binden en boeien van
de medewerkers.
Ook het moeten draaien van nachtdiensten is voor sommige verpleegkundigen een reden om de IC te willen verlaten. Een mogelijke
oplossing voor de korte termijn zou daarom kunnen zijn dat verpleegkundigen meer inspraak krijgen bij het maken van het rooster van
de nachtdiensten, zodat zij kunnen werken op tijden die voor hen het meest gunstig zijn. Voor de lange termijn zou een andere
opbouw van de IC een oplossing kunnen zijn, waardoor er minder verpleegkundigen nodig zijn in de nachtdiensten. Wellicht dat
nieuwe technologieën hierbij een rol kunnen spelen. Een goede oplossing lijkt in ieder geval niet om oudere verpleegkundigen van
boven de 50 jaar alsnog nachtdiensten te laten draaien. Uit de gesprekken blijkt namelijk dat de verloopintenties van deze
verpleegkundigen dan sterk zullen toenemen.
Conclusies (2)
Om kunnen gaan met de verantwoordelijkheid van het vak heeft een negatieve relatie met verloopintenties. Verpleegkundigen die de
verantwoordelijkheid te groot vinden zullen dus eerder het vak willen verlaten. Er is echter een positieve correlatie gevonden tussen
het om kunnen gaan met de verantwoordelijkheid en de relatie met een leidinggevende. Hieruit valt dus te concluderen dat een
leidinggevende door het opbouwen van een goede relatie met een verpleegkundige ervoor kan zorgen dat hij of zij beter met de
verantwoordelijkheid om kan gaan. Een andere oplossing ligt in het meer inhoudelijk ondersteunen van een verpleegkundige.
Bijvoorbeeld door een intensivist (eventueel op afstand) meer mee te laten kijken bij het werk van een verpleegkundige.
Opvallend in dit onderzoek is dat verpleegkundigen minder goed om kunnen gaan met de dood van een patiënt dan zij durven toe te
geven in de interviews. Ook uit de profielschets voor een geschikte IC-verpleegkundige, die gemaakt is door IC-verpleegkundigen zelf,
blijkt dat verpleegkundigen niet te emotioneel of te gevoelig mogen zijn. Hieruit blijkt misschien dat er een taboe rust op de emotioneel
zware kant van het vak. Verpleegkundigen vinden het wellicht niet professioneel overkomen om te praten over heftige gebeurtenissen
op de werkvloer. Een leidinggevende zou hier dus meer oog voor moeten hebben en ruimte moeten creëren om dit juist wel
bespreekbaar te maken. Dit zal zorgen voor een verlaging van de werkdruk.
Ten slotte valt in dit onderzoek de hoge technische oriëntatie van IC-verpleegkundigen op. Deze technische oriëntatie blijkt een
belangrijk kenmerk van een IC-verpleegkundige en hierop zou in een vroeg stadium tijdens de werving van IC-verpleegkundigen dan
ook meer rekening mee gehouden kunnen worden. Bijvoorbeeld door tijdens de opleiding verpleegkunde te kijken naar de technische
oriëntatie van een student.
12
Aanbevelingen (1)
Binden en boeien van IC-verpleegkundigen is cruciaal. Goed leiderschap is hiervoor de sleutel.
De leidinggevende gaat individueel en/of op teamniveau met de medewerkers in gesprek over hoe hij/zij naar de toekomst kijkt
(aandacht) in relatie met de ambitie van de afdeling: waar staan we over 1-2 jaar?
Zoek samen met de medewerker(s) naar creatieve oplossingsrichtingen (maatwerk) om mensen lekker te laten werken:
•
Gebrek aan persoonlijke ontwikkeling?
•
Gebrek aan zelfstandigheid?
•
Gebrek aan afwisseling?
•
Werktempo en -hoeveelheid?
•
Fysieke belasting?
•
Technologie?
Durf in zo’n gesprek onderstaande agendapunten aan de orde te stellen
•
Heb je het gevoel dat wat je doet ertoe doet?
•
Zit je in je kracht?
•
Hoe is de balans tussen privé/werk?
•
Ben je gelukkig met de wijze waarop je vorm geeft aan je leven(leefstijl):
- werk
- vrije tijd(sociale contacten, cultuur, sport, hobby’s, nevenactiviteiten)
•
Wat zou je anders willen?
•
Wat zou anders kunnen?
•
Hoe gaan we daar vorm aan geven?
•
Mobiliteit/flexibiliteit
13
Aanbevelingen (2)
Bij de keuze voor het vak van IC-verpleegkundige speelt de verwachting ruime ontwikkelingsmogelijkheden te hebben een belangrijke
rol. Hierin wordt men teleurgesteld. Geef ruimte voor en stimuleer specialisatie en verdieping in medisch-verpleegkundige
onderwerpen.
Maatwerk en rekening houden met individuele wensen bij roosteren van de nachtdiensten. Indien het werkvermogen goed of zeer
goed is zijn ook 50+ medewerkers goed in staat nachtdiensten te draaien. Stimuleer werken aan een goed werkvermogen door een
programma voor duurzame inzetbaarheid.
Selectie bij specialisatie IC-verpleegkundige: selecteer de mensen die om kunnen gaan met verantwoordelijkheid en met het overlijden
van patiënten, affiniteit met techniek is ook een voorwaarde.
Efficiënter werken door technologische toepassingen. De e-ICU die in de US al door ruim 10% van de IC’s wordt gebruikt zou enerzijds
het aantal FTE IC-verpleegkundigen per IC bed kunnen reduceren en anderzijds verpleegkundigen die zouden stoppen met werken
vanwege de zware fysieke belasting, de mogelijkheid kunnen geven om te blijven werken in een fysiek minder belastende omgeving.
De e-ICU is een IC-bewaking op afstand, bemand door een ervaren intensivist en een ervaren IC-verpleegkundige. Met deze bezetting
is het mogelijk honderd IC bedden te bewaken. Door toevoeging van een expertsysteem aan de signalen van de IC-apparatuur, zoals
beademingsmachines, infuuspompen en monitoren is het mogelijk om het ontstaan van een crisis te voorspellen. Hierdoor kan eerder
en meer gecontroleerd worden ingegrepen en daalt de mortaliteit en de verblijfsduur op de IC.
14
Er is een directe link tussen medewerkertevredenheid,
patiënttevredenheid en winstgevendheid.
15
MarketConcern Van Spaendonck
Met de huidige en toekomstige arbeidsmarkt voor IC-verpleegkundigen wordt de concurrentiestrijd als gevolg van de marktwerking gewonnen door
het ziekenhuis dat de mensen heeft.
Boeien en binden van medewerkers moet de hoogste prioriteit krijgen in de strategische doelstellingen van het ziekenhuis.
MarketConcern Van Spaendonck heeft hiervoor een aanpak ontwikkeld. De aanpak is in grote lijnen als volgt:
16
Commitment en steun RvB: visie delen: waar wil je staan over 3-5 jaar
Keuze van een hanteerbare keten:
•
Totaal traject dat een patiënt doorloopt
•
Niet te groot, beheersbaar maken
•
Medewerkers die bereid zijn te veranderen
Proces herontwerpen samen met de medewerkers:
•
Zelf nadenken: in empowered teams:
-
Hoe de processen verbeteren: grotere toegevoegde waarde
-
Hoe de functie te verrijken
-
Hoe indien nodig bestaande structuren/grenzen te doorbreken
-
Welke vaardigheden / competenties zijn daarvoor nodig
-
Structureel, continue proces: co-creatie; verankeren in de organisatie
-
Andere betrokkenen meenemen in het proces
-
Procesbegeleider en externe coach MarketConcern Van Spaendonck:
-
•
Leidinggevenden begeleiden
•
Later stadium black belt leiders identificeren: interne begeleiding
Faciliteren door P&O:
•
Opleidingen
•
Competentieprofiel
Later uitrol, olievlekwerking naar de rest van de organisatie
Voor meer informatie, of om hier verder over door te praten, kunt u contact opnemen met Koen Lim via [email protected] of
0418-578051.
Download