Onderzoek naar verbrandingsaspecten van siloxanen in biogas Martijn van Essen1, Sander Gersen1, Pieter Visser2, Robert Klein-Douwel2, David Vainchtein2, J.Th.M. De Hosson2, Anatoli Mokhov2 en Howard Levinsky1,2 1 2 KEMA Rijksuniversiteit Groningen Door steeds strenger wordende eisen ten aanzien van CO2-emissie en de wens om over te gaan naar een duurzame energievoorziening is de belangstelling voor het gebruik van biogassen sterk toegenomen. Biogassen kunnen in principe in het aardgasnet ingepast worden en eenvoudig naar verschillende eindgebruikers, zoals huishoudens en de industrie, gedistribueerd worden. Biogassen kunnen andere componenten bevatten dan traditioneel gedistribueerde gassen. Door het inpassen van biogassen in het gasnet verandert de gassamenstelling, wat mogelijk een weerslag kan hebben op de gasinfrastructuur en het gedrag van eindgebruikersapparatuur. In sommige vergistingsgassen komen bijvoorbeeld siloxanen voor die vrijkomen uit o.a. vuilstortplaatsen en rioolwaterzuiveringsinstallaties. Tijdens de verbranding van biogassen worden de aanwezige siloxanen, die organosiliciumverbindingen bevatten, omgezet naar siliciumdioxide (silica, SiO2). In de praktijk blijkt dat deze silica deeltjes zich afzetten als een vaste witte laag op onderdelen van eindgebruikersapparatuur wat leidt tot verhoogde slijtage in apparaten met bewegende delen zoals onder andere gasmotoren, zie figuur 1. Veel fabrikanten van motoren hebben daarom ook specificaties voor siloxanen voor hun machines. Figuur 1: Zuigerkop bedekt met silica Voor eindgebruikersapparatuur met nauwe kanalen in de warmtewisselaar, zoals huishoudelijke apparatuur, zou het neerslaan van silica in de warmtewisselaar tot verstoppingen kunnen leiden. Hierdoor zouden de prestaties van de apparatuur kunnen afnemen, hetgeen voorkomen dient te worden. In dit project wordt onderzoek verricht naar de vorming van silica in voorgemengde methaan-lucht vlammen om zo wetenschappelijk gefundeerde specificaties voor siloxanen in biogassen op te kunnen stellen die waarborgen dat de eindgebruikers geen hinder ondervinden bij het gebruik van biogassen. Berekeningen laten zien dat de temperatuur waarbij SiO2(g) condenseert naar SiO2(s) afhankelijk is van de concentratie van siliciumhoudende componenten zoals in figuur 2 is weergegeven. Relatieve fractie van max. SiO2(s) concentratie 1.0 0.8 0.6 0,3 ppm 3 ppm 30 ppm 100 ppm 500 ppm 0.4 0.2 0.0 1600 1800 2000 2200 Vlamtemperatuur (K) Figuur 2: Berekende relatieve fractie SiO2(s) in een stoichiometrische CH4/lucht vlam als functie de vlamtemperatuur voor verschillende siliciumconcentraties in methaan. Om inzicht te verkrijgen in op welke plek en in welke mate de silica neerslag in de warmtewisselaar terecht komt, wordt experimenteel de temperatuur/concentratie afhankelijkheid van silica vorming onderzocht met behulp van een 1-dimensionale (1-D) voorgemengde labbrander en praktische eindgebruikersapparatuur. De hieruit verkregen informatie dient als basis om uiteindelijk de tijdsduur van verstopping in de warmtewisselaars te bepalen. Een siloxanenhoudende vlam die verkregen wordt in de opstelling is weergegeven in figuur 2. Figuur 3: Foto D5 verzadigde voorgemengde methaan-lucht vlam. De rode gloed suggereert de aanwezigheid van silica Met behulp van gaswasflessen wordt de methaangasstroom tijdens de experimenten verzadigd met de in de praktijk meest voorkomende siloxanen zoals HMDS (lineaire keten met 2 Si-atomen), D4 of D5 (cyclische verbindingen met 4 resp. 5 Siatomen). Voor het bepalen van de siloxaanfractie in de methaangasstroom worden de gaswasflessen voor en na het experiment gewogen. Daarnaast kan de siloxaanconcentratie ook met behulp van een gaschromatograaf worden vastgesteld. De vorming en groei van silica als functie van temperatuur en de concentratie siloxanen in de vlam wordt bestudeerd door TEM roosters enkele tientallen milliseconden op een bepaalde hoogte in de met siloxanen gedoopte voorgemengde methaanlucht vlammen te brengen. De silica deeltjes die neerslaan op de TEM roosters worden met behulp van Transmission Electron Microscopy (TEM) en Scanning Electron Microscopy (SEM) geanalyseerd op chemische samenstelling en deeltjesgrootte. De eerste resultaten van de SEM analyse zijn weergegeven in figuur 3 en laten kristallen zien die gevormd zijn op een molybdeen draad (99.9%) die 0.2 seconden in een met D5 verzadigde voorgemengde methaan-lucht vlam is gehouden. Uit de chemische analyse van deze kristallen valt op te maken dat deze kristallen het element silicium bevatten, dat afkomstig is van het D5 siloxaan. Silica kristallen Figuur 4: SEM foto van silicium kristallen gevormd op een molybdeen draad die 0.2 seconden in de vlam is gehouden. Naast het bepalen van de morfologie van de silicadeeltjes via TEM en SEM metingen zullen ook in-situ laser technieken worden toegepast voor het bepalen van concentraties en gemiddelde deeltjesgrootten om de fysica van clustervorming van silicadeeltjes kwantitatief te onderzoeken. Er kunnen twee mogelijke technieken worden toegepast: Dynamische Licht Verstrooiing en Asymmetrische Licht Verstrooiing. Experimenteel onderzoek moet uitwijzen welk van beide technieken het meest geschikt is. Op basis van de resultaten verkregen met de 1-D labbrander worden de meetcondities voor de praktische gastoestellen vastgesteld. Bij de praktische toestellen wordt o.a. de mate van afzetting van siloxanen aan het oppervlak van de warmtewisselaar bepaald. Ook zal de deeltjesgrootteverdeling van de silicadeeltjes in deze rookgassen wordt bepaald; dit moet inzicht geven in de mate waarin silicadeeltjes in een warmtewisselaar deponeren of doorstromen naar de uitlaat en in het milieu terechtkomen. Wij danken het EDGaR-programma (waarbinnen onderzoek wordt uitgevoerd naar een duurzame energievoorziening), de NV Nederlandse Gasunie, Enexis, Alliander en Stedin voor hun financiële steun aan dit project.