PROVINCIE VLAAMS-BRABANT GEMEENTE 1540 HERNE

advertisement
PROVINCIE VLAAMS-BRABANT
GEMEENTE 1540 HERNE
UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD
Vergadering van 21 december 2011
Aanwezig: Kris Poelaert, Burgemeester - Voorzitter, Marc Bombaert, Lieven
Vandenneucker, Marie-Lousie Devriese, Jean-Marie Dierickx, Carina Ricour,
Schepenen,
Nestor Cochez, Patrick De Vos, Hugo Moonens, Jeannine Berckmans, Lieven
Snoeks, Hilde Thiebaut, Kris Degroote, Marleen Heremans, Arlette Vierendeels,
Marc Vanaudenhove, Thierry Deblander, gemeenteraadsleden;
Ann Naert, Wnd secretaris
De voorzitter verontschuldigt Lieven Vandenneucker, Marc Vanaudenhove, Marleen
Heremans en Thierry Deblander.
Kris Degroote vervoegt de vergadering vanaf agendapunt 3.
De gemeenteraadsleden keuren met eenparigheid van stemmen de notulen van de
vorige raadszitting goed.
FINANCIEËN
1. Aanvullende belasting op de rijksbelastingen
Vaststelling van de opcentiemen op de onroerende voorheffing 2012
De gemeenteraad,
Aanleiding en doel
De opcentiemen op de onroerende voorheffing dienen voor 2012 vastgesteld te
worden.
De opcentiemen op de onroerende voorheffing zijn noodzakelijk om het
begrotingsevenwicht te bewaren en het meerjarige beleidsplan in evenwicht te
houden.
Bevoegdheid
Artikel 42§3 en 43§2, 15° van het gemeentedecreet.
Juridische gronden
Artikel 170 § 4 van de Grondwet
Gemeentedecreet artikel 42 en 43, inzonderheid 42 § 3
Wetboek van de inkomstenbelasting artikelen 464 1° en 471 e.v.
Decreet van 9 juni 1998 houdende bepalingen tot wijziging van het WIB voor wat
betreft de onroerende voorheffing, in werking getreden op 1 januari 1999
Het laatst herziene meerjarig financieel beleidsplan.
Externe adviezen
Niet van toepassing
Advies en motivering
In het meerjarig financieel beleidsplan zijn er 1400 opcentiemen voorzien.
Financieel advies en visum
Deze belasting is voorzien in het budget 2012 en in het meerjarig financieel
beleidsplan en het is noodzakelijk voor het behoud van een gezonde financiële
toestand van de gemeente.
Ontvangsten worden in de boekhouding geboekt onder artikel 040/371-01.
BESLUIT : met eenparigheid van stemmen
Artikel 1 : Voor het dienstjaar 2012 worden 1400 opcentiemen op de onroerende
voorheffing gevestigd.
Artikel 2 : Het aanslagjaar begint 1 januari en eindigt op de daaropvolgende 31ste
december.
Artikel 3 : Deze verordening wordt onverwijld aan de toezichthoudende overheid
overgemaakt.
1. Aanvullende belasting op de rijksbelastingen
Vaststelling van de aanvullende belasting op de personenbelasting 2012
Goedkeuring
De gemeenteraad,
Aanleiding en doel
De aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting dient terug gestemd te
worden.
De aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting is noodzakelijk om het
begrotingsevenwicht te bewaren en de strategische meerjarenplanning in evenwicht
te houden.
Bevoegdheid
Artikel 42§3 en 43§2, 15° van het gemeentedecreet.
Juridische gronden
Artikel 170 § 4 van de Grondwet
Artikelen 42 en 43 van het gemeentedecreet inzonderheid op artikel 42 § 3
Artikelen 465 tot 470 bis van het wetboek van de inkomstenbelastingen
Het laatst herziene meerjarig financieel beleidsplan.
Externe adviezen
Niet van toepassing
Advies en motivering
In het meerjarig financieel beleidsplan is er een aanvullende gemeentebelasting op
de personenbelasting voorzien van 7,5 %.
Financieel advies en visum
Deze belasting is voorzien in het budget 2012 en in het meerjarig financieel
beleidsplan en het is noodzakelijk voor het behoud van een gezonde financiële
toestand van de gemeente.
Ontvangsten worden in de boekhouding geboekt onder artikel 040/372-01.
BESLUIT : met eenparigheid van stemmen
Artikel 1: Voor het aanslagjaar 2012 wordt een aanvullende belasting gevestigd ten
laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het
aanslagjaar.
Artikel 2: De belasting wordt vastgesteld op 7,5% van het volgens artikel 353 van het
Wetboek van de Inkomstenbelasting berekend gedeelte van de personenbelasting
die aan het rijk verschuldigd is voor hetzelfde aanslagjaar. Deze belasting wordt
gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworden in het
aan het aanslagjaar voorafgaande jaar.
Artikel 3 : Het aanslagjaar begint op 1 januari en eindigt op de daaropvolgende 31ste
december.
Artikel 4 : Deze verordening wordt naar de toezichthoudende overheid gezonden.
2. Contante belasting bij de verkoop van huisvuilzakken (restafval),
PMD-zakken 2012
De gemeenteraad,
Aanleiding en doel
Tijdens de gemeenteraad van 09 december 1992 werd beslist dat het huisvuil enkel
nog mag worden meegegeven in huisvuilzakken die door de gemeente ter
beschikking worden gesteld van de inwoners. Tevens wordt er geen afzonderlijke
belasting op het ophalen van huishoudelijke afvalstoffen vastgesteld.
Bevoegdheid
Artikel 42§3 en 43§2, 15°van het gemeentedecreet.
Juridische gronden
Artikel 170 § 4 van de Grondwet;
Artikel 42 en 43 van het Gemeentedecreet;
Decreet 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de
geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
De gemeenteraadsbeslissing van 09 december 1992
Externe adviezen
/
Advies en motivering
Voor de kleine huisvuilzakken voor restafval wordt voorgesteld om de belasting vast
te leggen op de helft van de belasting van een gewone huisvuilzak.
De belasting voor een gewone huisvuilzak en voor PMD-zakken blijft behouden op
het bedrag van 2011.
In het meerjarenplanning financieel beleidsplan en in het budget 2012 werd de
opbrengst van deze belasting opgenomen.
Financieel advies en visum
Deze contantbelasting is voorzien in het meerjarenplanning financieel beleidsplan en
in het budget 2012 en is dus noodzakelijk voor het behoud van een gezonde
financiële toestand van de gemeente.
Ontvangsten worden in de boekhouding geboekt onder artikel 040/363-16
BESLUIT : met eenparigheid van stemmen
Artikel 1 : Met ingang van 1 januari 2012 wordt ten behoeve van de gemeente een
contantbelasting geheven op het afleveren van speciale huisvuilzakken en PMDzakken, welke door de gemeente ter beschikking van de bevolking worden gesteld.
Artikel 2 : De contantbelasting bedraagt €14,00 per rol gewone huisvuilzakken voor
restafval (10 zakken per rol), €7,00 per rol kleine huisvuilzakken voor restafval (10
zakken per rol), €3,10 per rol PMD-zakken (25 zakken per rol) en is ten laste van
diegene die er uitdrukkelijk om verzoekt.
Artikel 3 : De belasting is contant te betalen.
Artikel 4 : De belastingsschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen bij
het College van Burgemeester en Schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden
ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden
ingediend binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde kalenderdag volgend
op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de
aanslag of vanaf de datum van de contante inning.
Artikel 5 : Inzake bezwaar, beroep en voorziening in cassatie wordt gehandeld zoals
voorzien in het decreet van 30 mei 2008 inzake de vestiging, de invorderingen de
geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
Artikel 6 : Deze beslissing is onderworpen aan de artikelen 248 tot en met 264 van
het gemeentedecreet van 15 juli 2005.
3. Belasting per gebruikte containers bij de ophaling van huishoudelijke
afvalstoffen 2012
De gemeenteraad,
Aanleiding en doel
Een aantal handelsondernemingen en horecabedrijven maakt reeds een paar jaar
gebruik van een container 1100liter din voor de ophaling van huishoudelijk afval.
Op 22 december 2011 keurde de gemeenteraad een belastingsreglement goed voor
de ophaling van deze containers in 2011. Voor 2012 dient het belastingsreglement
opnieuw te worden vastgesteld.
Bevoegdheid
Artikel 42§3 en 43§2, 15° van het gemeentedecreet.
Juridische gronden
Artikel 170 § 4 van de Grondwet;
Artikel 42 en 43 van het Gemeentedecreet;
Decreet 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de
geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
De gemeenteraadsbeslissing van 09 december 1992
Externe adviezen
Niet van toepassing
Advies en motivering
Vermits de gemeente instaat voor de ophaling en verwerking van het huishoudelijk
restafval in containers is het aangewezen hiervoor een belasting te heffen op basis
van het principe “de vervuiler betaalt”
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om voor 2012 dezelfde belasting vast te
stellen als voor 2011.
Financieel advies en visum
Deze retributie is voorzien in het budget 2012 en in het meerjarig financieel
beleidsplan en is dus noodzakelijk voor een gezonde financiële toestand van de
gemeente.
Ontvangsten worden in de boekhouding geboekt onder artikel 040/363-18
BESLUIT : met eenparigheid van stemmen
Artikel 1 : Ingaande op 01 januari 2012 wordt ten behoeve van de gemeente een
forfaitaire belasting geheven op het gebruik van een container 1100 liter din bij de
ophaling van huishoudelijke afvalstoffen.
Artikel 2 : De forfaitaire belasting per container bedraagt €1500,00 (wekelijkse
ophaling) en €750,00 (tweewekelijkse ophaling) en is ten laste van diegene die op
vrijwillige basis gebruik maakt van een container. Indien het gebruik van de container
een aanvang neemt na 01 januari 2012 is er een forfaitaire belasting verschuldigd
van €125,00 (wekelijkse ophaling) en €62,50 (tweewekelijkse ophaling) per volledige
kalendermaand van 2012 waarin de container gebruikt wordt.
Voor de scholen van Herne bedraagt de belasting €375,00 per jaar.
Artikel 3 : De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld
wordt door het schepencollege en uitvoerbaar wordt verklaard door de
provinciegouverneur.
Artikel 4 : De belasting moet betaald worden binnen de 2 maanden na de toezending
van het aanslagbiljet.
Artikel 5 : De belastingsschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen bij
het College van Burgemeester en Schepenen.
Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en
op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden vanaf
de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of
vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning.
Artikel 6 : Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei
2008, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen),
hoofdstukken 1 (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4
(bewijsmiddelen van de administratie), 6 tot 9 (rechtsmiddelen, invordering van de
belasting waaronder nalatigheids- en moratoriumintresten; rechten en voorrechten
van de schatkist; strafbepalingen) van het W.I.B. (betreft o.m. de verjaring en de
vervolgingen) van toepassing voor zover zij met name niet de belastingen op de
inkomsten betreffen.
Artikel 7 : Deze beslissing is onderworpen aan de artikelen 248 tot en met 264 van
het gemeentedecreet van 15 juli 2005.
4. Milieubelasting 2012
De Raad,
Aanleiding en doel
Op 22 december 2010 werd de milieubelasting goedgekeurd. Voor 2012 dient de
milieubelasting opnieuw te worden vastgesteld.
Bevoegdheid
Artikel 42§3 en 43§2, 15° van het gemeentedecreet.
Juridische gronden
Artikel 170 § 4 van de Grondwet;
Artikel 42 en 43 van het Gemeentedecreet;
Decreet 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de
geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
invordering
en
de
Externe adviezen
Niet van toepassing
Advies en motivering
Om de sociale en maatschappelijke verschillen proberen te verminderen, stelt het
college voor om de milieubelasting als volgt vast te stellen :
De belasting wordt vastgelegd op :
€80,00 per belastingsplichtig gezin, handelszaak, vereniging of rechtspersoon
€40,00 voor:
- een eenpersoonsgezin d.i. een alleenstaande
- maar ook een gezinnen
bestaande uit één ouder EN
zelfstandig wonend d.i. apart (zonder ouders, grootouders, partners
enz.) en
met één of meerdere minderjarige kinderen (meerderjarigheid vanaf 18
jaar)
Indien het gezin zowel meerderjarige als minderjarige kinderen telt of
uitsluitend meerderjarige kinderen, dan geldt het tarief van 80,00€. Het
betreft hier wel meerderjarige kinderen die niet gehuwd zijn of die niet
samenwonen.
De vermindering van €40,00 kan worden toegestaan aan :
•
Een alleenstaande ouder met een meerderjarig kind, studerend of gehandicapt
•
Een gezin waarvan minstens één lid 66% gehandicapt is.
De vermindering van €20,00 kan worden toegestaan aan:
•
Een alleenstaande die minstens 66% gehandicapt is.
De verminderingen kunnen worden toegestaan mits voorlegging van een
bewijskrachtig document (in geval van handicap dient dit document afkomstig te zijn
van de FOD Sociale Zaken)
Financieel advies en visum
Deze belasting is voorzien in het budget 2012 en in het meerjarig financieel
beleidsplan en is dus noodzakelijk voor een gezonde financiële toestand van de
gemeente..
Ontvangsten worden in de boekhouding geboekt onder artikel 040/363-17.
BESLUIT : met eenparigheid van stemmen
Artikel 1 : Voor het dienstjaar 2012 wordt de milieubelasting goedgekeurd.
Artikel 2 : De belasting is eveneens verschuldigd door ieder persoon of hoofdelijk
door de leden van elke vereniging die op 1 januari van het belastingsjaar een
zelfstandig of vrij beroep uitoefenen of door ieder natuurlijk en rechtspersoon die op
dezelfde datum als hoofd- en/of bijkomende activiteit een commerciële, industriële,
landbouw- of dienstverlenende activiteit uitoefent op het grondgebied van de
gemeente, op een adres gelegen langs de omloop die door de ophaaldienst gevolgd
wordt. Indien het gezin van de belastingsplichtige op hetzelfde adres is gehuisvest, is
de belasting evenwel eenmaal verschuldigd.
De belasting is hoofdelijk verschuldigd door de leden van ieder gezin als zodanig
ingeschreven in de bevolkingsregisters of in het vreemdelingenregister en werkelijk in
de gemeente verblijvend op 1 januari van het belastingsjaar of geteld als hebbende
een tweede verblijf voor ditzelfde jaar, op een adres gelegen langs de omloop die
door de ophaaldienst gevolgd wordt”.
Artikel 3 : De belasting wordt vastgelegd op :
€80,00 per belastingsplichtig gezin, handelszaak, vereniging of rechtspersoon
€40,00 :
een éénpersoongezin d.i. een alleenstaande
maar ook gezinnen :
bestaande uit één ouder EN
- zelfstandig wonend d.i. apart (zonder ouders, grootouders,
partners enz.) en
- met één of meerdere minderjarige kinderen (meerderjarigheid
vanaf 18 jaar)
Indien het gezin zowel meerderjarige als minderjarige kinderen
telt of uitsluitend meerderjarige kinderen, dan geldt het tarief van
80€. Het betreft hier wel meerderjarige kinderen die niet gehuwd
zijn of die niet samenwonen.
De vermindering van €40,00 kan worden toegestaan aan :
•
Een alleenstaande ouder met een meerderjarig kind, studerend of
gehandicapt
•
Een gezin waarvan minstens één lid 66% gehandicapt is
De vermindering van €20,00 kan worden toegestaan aan:
•
Een alleenstaande die minstens 66% gehandicapt is
De verminderingen kunnen worden toegestaan mits voorlegging van een
bewijskrachtig document (in geval van handicap dient dit document afkomstig te zijn
van de FOD Sociale Zaken).
Artikel 4 : De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld
wordt door het College van Burgemeester en Schepenen en uitvoerbaar verklaard
door de provinciegouverneur.
Artikel 5 : De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de toezending
van het aanslagbiljet.
Artikel 6 : De belastingsschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen bij
het College van Burgemeester en Schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden
ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden
ingediend binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde kalenderdag volgend
op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de
aanslag of vanaf de datum van de contante inning.
Artikel 7 : Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van de wet van 24.12.1996, zijn
de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen),
hoofdstukken 1 (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4
(bewijsmiddelen van de administratie), 6 tot 9 (rechtsmiddelen, invordering van de
belasting waaronder nalatigheids- en moratoriumintresten; rechten en voorrechten
van de schatkist; strafbepalingen) van het W.I.B. (betreft o.m. de verjaring en de
vervolgingen) van toepassing voor zover zij met name niet de belastingen op de
inkomsten betreffen.
Artikel 8 : Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden
5. Belasting op de tweede verblijven 2012
De Raad,
Aanleiding en doel
Op 22 december 2010 werd de belasting op de tweede verblijven 2011 goedgekeurd.
Ook dit jaar dient deze belasting te worden gestemd.
Juridische gronden
Artikel 170 § 4 van de Grondwet;
Artikel 42 en 43 van het Gemeentedecreet;
Decreet 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de
geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
De meerjarenplanning
Gemeenteraadsbeslissing van 22 december 2010
invordering
en
de
Externe adviezen
/
Advies en motivering
De gemeente staat in voor de aanleg en het onderhoud van de infrastructuur zoals
waterleiding, wegen, fietspaden, openbare verlichting op haar grondgebied. Niet
alleen voor de woningen waarbij iemand in het bevolkingsregister is ingeschreven,
maar ook voor de andere.
Daarbij komt nog dat niet-gedomicilieerde personen bovendien ook geen
inkomstenbelasting betalen die ten goede komt aan onze gemeente.
De onroerende voorheffing en de aanvullende gemeentebelasting op de
personenbelasting die de stad heft liggen niet boven de gemiddelde aanslagvoeten
van vergelijkbare gemeenten.
Overwegende dat een aanslagvoet van €400,00 per tweede verblijf aanvaardbaar is.
Financieel advies en visum
Deze belasting is voorzien in het budget en is opgenomen als ontvangst in de
strategische meerjarenplanning en is dus noodzakelijk voor een gezonde financiële
toestand van de gemeente. Ontvangsten worden geboekt onder artikel 040/367-13.
BESLUIT : met eenparigheid van stemmen
Artikel 1 :
Er wordt voor het dienstjaar 2012 een directe gemeentebelasting gevestigd op de
tweede verblijven.
Artikel 2 :
Als tweede verblijf wordt beschouwd elke woongelegenheid waarvan degene die er
kan verblijven, voor deze woongelegenheid niet ingeschreven is in de
bevolkingsregisters, ongeacht het feit of het gaat om landhuizen, bungalows,
appartementen, grote of kleine weekendhuizen of buitengoederen, optrekjes, chalets
en andere vaste woongelegenheden, met inbegrip van de met chalets gelijkgestelde
caravans.
Als tweede verblijf worden niet beschouwd :
- de lokalen uitsluitend bestemd voor het uitoefenen van een beroepsactiviteit
- de verplaatsbare caravans en woonaanhangwagens, tenzij ze tenminste zes
maanden van het belastingsjaar opgesteld blijven om als woongelegenheid
aangewend te worden
- de leegstaande woongelegenheden waarvan het bewijs wordt voorgelegd dat zij
in de loop van het aan het belastingsjaar voorafgaande kalenderjaar niet als
tweede verblijf werden aangewend
- de tweede verblijven opgesteld op een reglementair erkend kampeerterrein of
kampeerverblijfpark.
Artikel 3:
De belasting valt ten laste van diegene die op het adres van het tweede verblijf niet
in de bevolkingsregisters of het vreemdelingenregister is ingeschreven voor het
hoofdverblijf en, hetzij als eigenaar, hetzij als huurder of gebruiker, een tweede
verblijf betrekt of kan betrekken.
De belasting is verschuldigd door diegene die het verblijf betrekt of kan betrekken op
1 januari van het belastingsjaar.
Artikel 4 :
De belasting wordt vastgesteld op €400,00 per tweede verblijf.
Artikel 5 :
De belasting is ondeelbaar en voor het gehele belastingsjaar verschuldigd door de
eigenaar op 01 januari van het belastingsjaar.
Artikel 6 :
De belastingsschuldigen of zijn vertegenwoordigers moeten uiterlijk op 31 januari van
het belastingsjaar bij het gemeentebestuur aangifte doen van elk tweede verblijf dat
zij in de gemeente bezitten door middel van het formulier waarvan het model door het
College van Burgemeester en Schepenen werd vastgesteld.
Artikel 7 :
Bij gebreke van een aangifte of bij onvolledige aangifte wordt de belastingsplichtige
van ambtswege belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur
beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep.
Artikel 8 :
De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld wordt door
het College van Burgemeester en Schepenen en uitvoerbaar verklaard door de
Gouverneur.
Artikel 9 :
De belasting moet betaald worden binnen de twee maanden na de verzending van
het aanslagbiljet.
Artikel 10 :
De belastingsschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen bij het
College van Burgemeester en Schepenen.
Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en
op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden vanaf
de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of
vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning.
Artikel 11 :
Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn de
bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken
1 (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de
administratie), 6 tot 9 (rechtsmiddelen, invordering van de belasting waaronder
nalatigheids- en moratoriumintresten; rechten en voorrechten van de schatkist;
strafbepalingen) van het W.I.B. (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van
toepassing voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen.
Artikel 12 :
Wanneer eenzelfde situatie aanleiding kan geven tot de toepassing van deze
verordening en de belastingverordening op de niet-gebouwde percelen begrepen in
een niet-vervallen verkaveling, is alleen deze laatste verordening van toepassing.
Artikel 13 :
Deze verordening wordt onverwijld aan de toezichthoudende overheid overgemaakt.
6. Belasting op het ophalen van sluikstorting 2012
De gemeenteraad,
Aanleiding en doel
Op 22 december 2010 werd de belasting op de sluikstorting 2011 goedgekeurd. Voor
2012 dient deze belasting opnieuw te worden vastgesteld.
Bevoegdheid
Artikel 42§3 en 43§2, 15° van het gemeentedecreet.
Juridische gronden
Artikel 170 § 4 van de Grondwet;
Artikel 42 en 43 van het Gemeentedecreet;
Decreet 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de
geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
De gemeenteraadsbeslissing van 22 december 2010
Externe adviezen
Niet van toepassing
Advies en motivering
De gemeente heeft tot taak te waken over de gezondheid van haar inwoners en over
de zindelijkheid van de openbare weg waardoor het aangewezen is initiatieven te
nemen om de verontreiniging die ontstaat door sluikstorten op de openbare weg
tegen te gaan. Indien er toch sluikstorting wordt vastgesteld dient de gemeente zo
spoedig mogelijk te zorgen voor het reinigen enerzijds en zo nodig het grondig
ontsmetten anderzijds.
Het opruimen, reinigen en eventueel ontsmetten van de openbare weg brengt hoge
kosten met zich mee.
Het achterlaten van afval op niet-reglementaire tijdstippen of plaatsen, of het
aanbieden van afval in niet-reglementaire recipiënten wordt beschouwd als
‘sluikstorten’. Het belastingreglement wil overtreders streng beboeten. Indien de
overtreder niet op heterdaad wordt betrapt, zal deze geïdentificeerd worden aan de
hand van briefomslagen, poststukken, enz...
Het opsporen van de sluikstorter vergt vaak heel wat inspanningen door het
opsporingswerk naar de identiteit van de sluikstorter.
Het doorrekenen van deze kosten aan de sluikstorter is daarom aangewezen. Het
geeft blijk van een maatregel van goed bestuur. Het College stelt daarom voor om
deze belasting vast te leggen op €250,00.
Financieel advies en visum
Deze retributie is voorzien in het budget 2012 en in het meerjarig financieel
beleidsplan en is dus noodzakelijk voor een gezonde financiële toestand van de
gemeente.
Ontvangsten worden geboekt op artikel 040/363-07.
BESLUIT : met eenparigheid van stemmen
Artikel 1 : Vanaf 01 januari 2012 zal er een indirecte belasting van €250,00 door de
gemeente aangerekend worden, buiten de gerechtelijke vervolgingen, voor het
ophalen van sluikstorting.
Artikel 2 : De belasting is verschuldigd door diegene, voor zover hij gekend is, de
voorwerpen en goederen weggeworpen, gestort of achtergelaten heeft op een
openbaar zowel op privaat domein, die de omgeving bevuilen, ontsieren,
verontreinigen of schade berokkenen.
Artikel 3 : De belasting wordt ingevorderd, na het ontvangen van een proces-verbaal
opgesteld door de bevoegde diensten, door middel van een invorderingsstaat.
Artikel 4 : De belasting moet betaald worden binnen de 30 dagen na de verzending
van het aanslagbiljet.
Artikel 5 : De belastingsschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen bij
het College van Burgemeester en Schepenen.
Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en
op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden vanaf
de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of
vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning.
Artikel 6 : Deze verordening wordt onverwijld aan de toezichthoudende overheid
overgemaakt.
7. Belasting op kampeerterreinen 2012
De gemeenteraad,
Aanleiding en doel
Op 22 december 2010 werd de belasting op kampeerterreinen 2011 goedgekeurd.
Ook in 2012 dient deze belasting te worden gestemd.
Bevoegdheid
Artikel 42§3 en 43§2, 15° van het gemeentedecreet.
Juridische gronden
Artikel 170 § 4 van de Grondwet;
Artikel 42 en 43 van het Gemeentedecreet;
Decreet 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de
geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
De gemeenteraadsbeslissing van 22 december 2011
Het meerjarig financieel beleidsplan
Externe adviezen
Niet van toepassing
Advies en motivering
De gemeente staat in voor de openbare nutsvoorzieningen. Niet alleen voor de
mensen die in het bevolkingsregister ingeschreven staan, maar voor iedereen die
hier tijdelijk verblijft.
Daarbij komt nog dat niet-gedomicilieerde personen bovendien ook geen
inkomstenbelasting betalen die ten goede komt aan onze gemeente.
Overwegende de aanslagvoet van €30,00 per perceel.
Financieel advies en visum
Deze belasting is voorzien in het budget 2012 en het meerjarig financieel beleidsplan
en is dus noodzakelijk voor een gezonde financiële toestand van de gemeente.
Ontvangsten worden geboekt op het nr. 040/364-27.
BESLUIT : met eenparigheid van stemmen
Artikel 1 :
Er wordt voor het dienstjaar 2012 een directe gemeentebelasting gevestigd op de
kampeerterreinen en kampeerverblijfparken, in de zin van artikel 1, §§2 en 3, van de
wet van 30 april 1970 op het kamperen.
Artikel 2 :
De belasting is verschuldigd door de exploitant; de eigenaar is hoofdelijk
aansprakelijk voor de betaling van de belasting.
Artikel 3 :
De belasting wordt vastgesteld :
- voor de kampeerterreinen : €30,00 per perceel
Artikel 4 :
De belastingsschuldige of zijn vertegenwoordiger ontvangt vanwege het
gemeentebestuur een aangifteformulier dat door hem, behoorlijk ingevuld en
ondertekend, voor de erin vermelde vervaldatum moet worden teruggestuurd.
De belastingsschuldige of zijn vertegenwoordiger, die geen aangifteformulier heeft
ontvangen, is gehouden, uiterlijk op 15 januari van het jaar volgend op het
belastingsjaar, aan het gemeentebestuur de voor de aanslag noodzakelijke
gegevens ter beschikking te stellen.
Artikel 5 :
Bij gebreke van een aangifte of bij onvolledige aangifte wordt de belastingsplichtige
van ambtswege belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur
beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep.
Artikel 6 :
Deze belasting is een kohierbelasting.
Artikel 7 :
De belasting moet betaald worden binnen de twee maanden na de verzending van
het kohier.
Artikel 8 :
De belastingsschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen bij het
College van Burgemeester en Schepenen.
Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en
op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden vanaf
de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of
vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning.
Artikel 10 :
Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn de
bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken
1 (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de
administratie), 6 tot 9 (rechtsmiddelen, invordering van de belasting waaronder
nalatigheids- en moratoriumintresten; rechten en voorrechten van de schatkist;
strafbepalingen) van het W.I.B. (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van
toepassing voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen.
Artikel 11 :
Deze verordening wordt onverwijld aan de toezichthoudende overheid overgemaakt.
8. Belasting op niet-bebouwde percelen in niet-vervallen verkavelingen 2012
De Raad,
Aanleiding en doel
Op 21 december 2010 werd de belasting op niet-bebouwde percelen in niet-vervallen
verkavelingen 2011 goedgekeurd. Ook voor 2012 dient deze belasting opnieuw te
worden vastgesteld.
Bevoegdheid
Artikel 42§3 en 43§2, 15°van het gemeentedecreet.
Juridische gronden
 Artikel 170 § 4 van de Grondwet
 Artikel 42 en 43 van het Gemeentedecreet
 Decreet 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de
geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen
 Het meerjarig beleidsplan
 Gemeenteraadsbeslissing van 22 december 2010
 Het decreet grond en pandenbeleid van 27 maart 2009
Externe adviezen
Niet van toepassing
Advies en motivering
Het is nodig om het vrijkomen van bouwgronden op het grondgebied van de
gemeente te bevorderen.
Daarom stelt het college voor om, net als vorige jaren, een belasting vast te stellen
op niet-bebouwde percelen in niet-vervallen verkavelingen.
Artikel 3.2.5§1-1° van het decreet grond en pandenbeleid bepaalt : “indien de
activeringsheffing wordt vastgesteld op een bedrag per strekkende meter lengte van
de bouwgrond of kavel, bedraagt de heffing ten minste €12,50 per strekkende
meter”.
Het college stelt dan ook voor om de belasting vast te stellen op €12,50 per
strekkende meter lengte van het perceel met een minimum van €150,00 per perceel.
Elk gedeelte van een meter zal als een volle meter beschouwd worden.
Financieel advies en visum
Deze contante belasting is voorzien in het meerjarenplanning financieel beleidsplan
en in het budget 2012 en is dus noodzakelijk voor het behoud van een gezonde
financiële toestand van de gemeente.
Ontvangsten worden geboekt op het artikel 040/367-09.
BESLUIT : met eenparigheid van stemmen
Artikel 1 :
Er wordt voor het dienstjaar 2012 een directe gemeentebelasting gevestigd op de
niet-gebouwde percelen, begrepen in een niet-vervallen verkaveling.
Als niet-gebouwd perceel wordt beschouwd elk perceel, als zodanig vermeld in de
verkavelingsvergunning, waarop de oprichting van een voor bewoning bestemd
gebouw niet is aangevat op 01 januari van het belastingsjaar.
Artikel 2 :
De belasting is verschuldigd door de eigenaar op 01 januari van het belastingjaar; in
geval van overdracht onder levenden, wordt de hoedanigheid van eigenaar
beoordeeld op de datum van de authentieke akte tot vaststelling van de overdracht.
In geval van mede-eigendom, is ieder mede-eigenaar belastingschuldig voor zijn
wettelijk deel.
Artikel 3 :
De jaarlijkse belasting wordt geheven op de niet-bebouwde percelen, gelegen in een
niet-vervallen verkaveling
Met betrekking tot de percelen begrepen in verkavelingen waarvoor de eerste maal
een verkavelingsvergunning werd of wordt afgegeven, is de belasting toepasselijk :
Vanaf 01 januari van het tweede jaar dat volgt op de afgifte van de
vergunning, wanneer de verkaveling geen werken omvat;
Vanaf 01 januari van het jaar dat volgt op het einde van de voorgeschreven
werken en lasten, in de andere gevallen; het einde van de werken wordt vastgesteld
door het College van Burgemeester en Schepenen.
Wanneer echter de werken door de verkavelaar worden uitgevoerd, geldt de
vrijstelling slechts gedurende maximaal drie jaar vanaf het jaar dat volgt op de afgifte
van de vergunning;
Wanneer de verkaveling in fasen mag worden uitgevoerd, zijn de bepalingen van dit
artikel “mutatis mutandis” op de kavels van elke fase van toepassing.
Artikel 4 :
Van de belasting zijn ontheven :
1.
de eigenaars van één enkel onbebouwd perceel bij uitsluiting van enig ander
onroerend goed;
2.
Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen
3.
de verkavelaars, indien de verkavelingsvergunning geen werken omvat, en dit
gedurende het jaar volgend op het jaar waarin de verkavelingsvergunning werd
toegekend;
4.
de verkavelaars, indien de verkavelingsvergunning werken omvat, en dit
gedurende het jaar volgend op het jaar waarin het attest werd toegekend, bedoeld in
art. 101 §3;
5.
de ouders met kinderen ten laste, beperkt tot één onbebouwd perceel per kind
ten laste.
6.
percelen die ingevolge de bepalingen van de wet op de landpacht niet voor
bebouwing kunnen worden bestemd;
In de punten 1 en 5 gelden de verleende ontheffingen slechts gedurende de vijf
kalenderjaren die volgen op de verwerving van het goed. Ze gelden gedurende de
vijf dienstjaren die volgen op de inwerkingtreding van de belastingsverordening,
indien het goed op dat tijdstip reeds verworven is.
Artikel 5 :
De belasting wordt vastgesteld op €12,50 per strekkende meter lengte van het
perceel palende aan een al dan niet verwezenlijkte weg die voorkomt in de
verkavelingsvergunning, met een minimum van €150,00 per perceel, elk gedeelte
van een meter wordt als een volle meter beschouwd.
Wanneer een perceel aan verscheidene straten paalt, is de langste gevellengte langs
één deze straten de grondslag van de belastingberekening.
Wanneer het perceel begrepen is in een afgesneden hoek, gevormd door twee
openbare wegen, is de belastbare lengte gelijk aan de langste van de rechte
gevellengten, vermeerderd met de helft van de afgesneden hoek.
Artikel 6 :
De belastingsschuldige of zijn vertegenwoordiger ontvangt vanwege het
gemeentebestuur een aangifteformulier dat door hem, behoorlijk ingevuld en
ondertekend, voor de erin vermelde vervaldatum moet worden teruggestuurd.
De belastingsschuldige of zijn vertegenwoordiger die geen aangifteformulier heeft
ontvangen, is gehouden, uiterlijk op 31 maart van het belastingsjaar, aan het
gemeentebestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te
bestellen.
Artikel 7 :
Bij gebreke van een aangifte of bij onvolledige aangifte wordt de belastingsschuldige
of zijn vertegenwoordiger van ambtswege belast volgens de gegevens waarover het
gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep.
Artikel 8 :
De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld wordt door
het College van Burgemeester en Schepenen en uitvoerbaar verklaard door de
Gouverneur.
Artikel 9 :
De belasting moet betaald worden binnen de twee maanden na de verzending van
het aanslagbiljet.
Artikel 10 :
De belastingsschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen bij het
College van Burgemeester en Schepenen.
Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en
op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden vanaf
de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of
vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning.
Artikel 11 :
Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn de
bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken
1 (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de
administratie), 6 tot 9 (rechtsmiddelen, invordering van de belasting waaronder
nalatigheids- en moratoriumintresten; rechten en voorrechten van de schatkist;
strafbepalingen) van het W.I.B. (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van
toepassing voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen.
Artikel 12 :
Wanneer eenzelfde situatie aanleiding kan geven tot de toepassing van deze
verordening en de belastingverordening op de niet-gebouwde percelen begrepen in
een niet-vervallen verkaveling, is alleen deze laatste verordening van toepassing.
Artikel 13:
Deze verordening wordt onverwijld aan de toezichthoudende overheid overgemaakt.
9. Belasting op kermiskramen 2012
De gemeenteraad,
Aanleiding en doel
Op 22 december 2010 werd de belasting op kermiskramen 2011 goedgekeurd. Voor
2012 dient deze belasting opnieuw te worden vastgesteld. Het college opteert er nu
voor om geen lijsten meer te maken met alle benamingen van kermiskramen, maar
een lijst te maken waarbij de kermiskramen ingedeeld worden op basis van hun
oppervlakte.
Bevoegdheid
Artikel 42§3 en 43§2, 15° van het gemeentedecreet.
Juridische gronden
Artikel 170 § 4 van de Grondwet
Artikel 42 en 43 van het Gemeentedecreet
Decreet 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de
geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen
Gemeenteraadsbeslissing van 22 december 2010
invordering
en
de
Externe adviezen
Niet van toepassing
Advies en motivering
Tweemaal per jaar organiseert de gemeente in het centrum een kermis. De
eigenaars van de kermiskramen maken hierbij gebruik van het openbaar domein. Het
is logisch dat hiervoor een bijdrage wordt gevraagd. Aan de gemeenteraad wordt
gevraagd om volgende bedragen goed te keuren :
Voor attracties ˂ 50m²
Voor attracties tussen 50m² en 80m²
Voor attracties ˃ 80m²
Voor kermiskramen met voedingswaren
€35,00
€75,00
€150,00
€25,00
Financieel advies en visum
Deze belasting is voorzien in het budget 2012 en in het meerjarig financieel
beleidsplan en is dus noodzakelijk voor een gezonde financiële toestand van de
gemeente.
Ontvangsten worden geboekt op artikel 040/366-03.
BESLUIT : met eenparigheid van stemmen
Artikel 1 : Vanaf 01 januari 2012 wordt ten behoeve van de gemeente een belasting
geheven op de kermis- en foorinrichtingen per kermis, te weten :
Voor attracties ˂ 50m²
Voor attracties tussen 50m² en 80m²
Voor attracties ˃ 80m²
Voor kermiskramen met voedingswaren
€35,00
€75,00
€150,00
€25,00
Artikel 2 :Het standplaatsrecht moet betaald zijn binnen de 30 dagen na de
standplaatstoekenning door het College van Burgemeester en Schepenen.
Artikel 3 :De te kwijten som moet betaald worden aan de gewestelijke ontvanger of
aan zijn afgevaardigde op basis van een invorderingsstaat.
Artikel 4 : Afschrift van dit besluit zal aan de gouverneur overgemaakt worden.
10. Belasting op de afgifte van administratieve bescheiden 2012
De gemeenteraad,
Aanleiding en doel
Op 22 december 2010 werd de belasting op de afgifte van administratieve
bescheiden 2011 goedgekeurd. Voor 2012 dient de belasting opnieuw te worden
vastgesteld.
Bevoegdheid
Artikel 42§3 en 43§2, 15° van het gemeentedecreet.
Juridische gronden
Artikel 170 § 4 van de Grondwet
Artikel 42 en 43 van het Gemeentedecreet
Decreet 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de
geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen
Artikel 6, §8 van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de
identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten
Gemeenteraadsbeslissing van 22 december 2010
Externe adviezen
Niet van toepassing
Advies en motivering
De gemeentelijke overheid staat in voor het afleveren van administratieve
bescheiden. Hieronder wordt verstaan : getuigschriften, identiteitskaarten,
identiteitsstukken voor kinderen, trouwboekjes en paspoorten.
Voor de identiteitskaarten dienen aanmaakkosten en zegelrechten doorgerekend
worden.
Tevens worden ook een aantal vrijstellingen voorzien.
Financieel advies en visum
Deze belasting is voorzien in het budget 2011 en het meerjarig financieel beleidsplan
en is dus noodzakelijk voor een gezonde financiële toestand van de gemeente.
Ontvangsten worden geboekt op artikel 040/361-04.
BESLUIT : met eenparigheid van stemmen
Artikel 1 : Er wordt voor het dienstjaar 2012 een indirecte gemeentebelasting
gevestigd op het afleveren door het gemeentebestuur van administratieve stukken.
Artikel 2 : De belasting is verschuldigd door de persoon die het stuk vraagt.
Artikel 3 : Geeft geen aanleiding tot de toepassing van de belasting de afgifte van :
stukken onderworpen aan de betaling van een speciaal recht ten voordele van
de gemeente krachtens een wet, een decreet of een reglement;
stukken die kosteloos moeten afgeleverd worden krachtens een wet, decreet
of een reglement;
stukken afgeleverd aan behoeftige personen; de behoeftigheid wordt door elk
overtuigend bewijsstuk gestaafd.
Tevens wordt voorzien in een vrijstelling met betrekking tot de stukken, welke
sommige personen nodig hebben wanneer ze voor een betrekking solliciteren.
Artikel 4 : De belasting is vastgesteld als volgt :
•
Getuigschriften :
€2,00 voor het eerste exemplaar
€1,00 voor het bijkomende exemplaar
•
Identiteitskaarten vanaf 12 jaar :
€14,00 (€12,00 opmaak + €2,00 gemeentetaks)
€15,00 voor het eerste duplicaat (€12,00 opmaak + €3,00 gemeentetaks)
€16,00 voor het tweede duplicaat (€12,00 opmaak + €4,00 gemeentetaks)
€17,00 voor elk volgend duplicaat (12,00 opmaak + €5,00 gemeentetaks)
•
Kinderen tot 12 jaar
Identiteitsstukken zijn gratis
Kids-ID : €4,00
•
Trouwboekjes
Samenwoningboekjes
€10,00
€5,00
•
Paspoorten
€5,00 voor een nieuw paspoort
.
Internationaal paspoort
€76,00 (€30,00 kanselarijrechten + €5,00
gemeentetaks + €41,00 opmaakkosten)
Artikel 5 : Bij de aanvraag zal een bedrag gelijk aan de belasting, vermeerderd met
de eventuele verzendingskosten, in consignatie worden gegeven aan de
gemeenteontvanger of aan zijn afgevaardigde.
Artikel 6 : De belasting en de eventuele verzendingskosten moeten bij het afleveren
van het stuk contant worden betaald, tegen afgifte van een vignet of kwitantie.
Indien de contante belasting niet kan worden geïnd wordt deze belasting een
kohierbelasting. Na de inkohiering krijgt de oorspronkelijke contantbelasting alle
kenmerken van een kohierbelasting. Dit impliceert dat die contante belasting niet
onmiddellijk eisbaar is, maar dat er een aanslagbiljet moet worden toegezonden, er
een betalingstermijn is van 2 maanden en een bezwaartermijn van drie maanden,
vanaf de verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 7 : De belastingsschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen bij
het College van Burgemeester en Schepenen.
Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en
op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden vanaf
de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of
vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning.
Artikel 8 : Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei
2008, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen),
hoofdstukken 1 (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4
(bewijsmiddelen van de administratie), 6 tot 9 (rechtsmiddelen, invordering van de
belasting waaronder nalatigheids- en moratoriumintresten; rechten en voorrechten
van de schatkist; strafbepalingen) van het W.I.B. (betreft o.m. de verjaring en de
vervolgingen) van toepassing voor zover zij met name niet de belastingen op de
inkomsten betreffen.
Artikel 9 : Deze verordening wordt onverwijld aan de toezichthoudende overheid
overgemaakt.
11. Retributie voor het verstrekken van stedenbouwkundige inlichtingen 2012
De gemeenteraad,
Aanleiding en doel
Zeer regelmatig worden door notarissen en vastgoedmakelaars stedenbouwkundige
inlichtingen opgevraagd. Het opzoeken en verstrekken van dergelijke informatie is
arbeidsintensief. Op 22 december 2010 besliste de gemeenteraad om voor 2011 een
retributie vast te leggen voor het verstrekken van dergelijke inlichtingen. Voor 2012
dient de retributie opnieuw vastgesteld te worden.
Bevoegdheid
Artikel 42§3 en 43§2, 15° van het gemeentedecreet.
Juridische gronden
Artikel 170 § 4 van de Grondwet
Artikel 42 en 43 van het Gemeentedecreet
Decreet 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de
geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen
Gemeenteraadsbeslissing van 22 december 2011
invordering
en
de
Externe adviezen
Niet van toepassing
Advies en motivering
Ook in 2012 verwachten we dat notarissen en immo-kantoren zeer regelmatig, bij de
verkoop of aankoop van woningen of bij herzieningen van akten om
stedenbouwkundige inlichtingen zullen vragen. De stedenbouwkundige ambtenaar
dient hiervoor het nodige opzoekingswerk te verrichten. Daarom stelt het College
opnieuw voor om aan immo-kantoren en notarissen een retributie te vragen van
€100,00.
Financieel advies en visum
/
BESLUIT : met eenparigheid van stemmen
Artikel 1 : Voor 2012 wordt een retributie gevestigd op de afgifte van
stedenbouwkundige inlichtingen aan notarissen en immo-kantoren.
Artikel 2 : Het bedrag van de retributie wordt vastgesteld op € 100.
Artikel 3 : Deze retributie wordt onmiddellijk contant betaald of na toezending van
een factuur of schuldvordering.
Artikel 94 °2 van het gemeentedecreet bepaalt dat met het oog op de invordering van
niet-betwiste en opeisbare niet-fiscale schuldvorderingen de financieel beheerder
een dwangbevel kan uitvaardigen. Het dwangbevel wordt betekend bij de
deurwaardersexploot.
Artikel 4 : Afschrift van deze beraadslaging zal ter kennisgeving overgemaakt worden
aan de Hogere Overheid.
12. Retributie voor het innemen van het openbaar terrein (terras) 2012.
De gemeenteraad,
Aanleiding en doel
Op 22 december 2011 werd de retributie vastgesteld voor het innemen van het
openbaar terrein voor een terras in 2011. Voor 2012 dient deze retributie opnieuw te
worden vastgesteld.
Bevoegdheid
Artikel 42§3 en 43§2, 15° van het gemeentedecreet.
Juridische gronden
Artikel 170 § 4 van de Grondwet
Artikel 42 en 43 van het Gemeentedecreet
Decreet 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de
geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen
Gemeenteraadsbeslissing van 22 december 2011.
invordering
en
de
Externe adviezen
Niet van toepassing
Advies en motivering
Handelszaken kunnen bij het college van burgemeester en schepenen een aanvraag
indienen voor het innemen van het openbaar terrein, voor het aanleggen van een
terras. Bij elke aanvraag moet de dienst Grondgebiedszaken nagaan of er
desbetreffend geen problemen bestaan inzake verkeersveiligheid.
Het college stelt voor om ook in 2012 bedrag van €125,00 aan te rekenen voor een
terras.
Financieel advies en visum
Niet van toepassing
BESLUIT : met eenparigheid van stemmen
Artikel 1 :
Er wordt voor het dienstjaar 2012 een gemeentelijke retributie gevestigd voor het
plaatsen van terrassen op het openbaar domein.
Artikel 2 :
De retributie is verschuldigd door de persoon die het openbaar domein in gebruik
neemt.
Artikel 3 :
De retributie wordt als volgt vastgesteld :
- €125,00 per jaar voor een terras.
Artikel 4 :
Deze retributie wordt onmiddellijk contant betaald of na toezending van een factuur
of schuldvordering.
Artikel 94 °2 van het gemeentedecreet bepaalt dat met het oog op de invordering van
niet-betwiste en opeisbare niet-fiscale schuldvorderingen de financieel beheerder
een dwangbevel kan uitvaardigen. Het dwangbevel wordt betekend bij de
deurwaarderexploot.
Artikel 5 :
Deze verordening wordt onverwijld aan de toezichthoudende overheid overgemaakt.
13. Retributie voor het gebruik van een container door verenigingen dienstjaar
2012.
De gemeenteraad,
Aanleiding en doel
Op 22 december 2010 werd de retributie voor het gebruik van een container door
verenigingen 2011 goedgekeurd. Ook voor 2012 dient deze retributie te worden
vastgesteld.
Bevoegdheid
Artikel 42§3 en 43§2, 15° van het gemeentedecreet.
Juridische gronden
Artikel 170 § 4 van de Grondwet
Artikel 42 en 43 van het Gemeentedecreet
Decreet 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de
geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen
Gemeenteraadsbeslissing van 22 december 2011
invordering
en
de
Externe adviezen
Niet van toepassing
Advies en motivering
Verenigingen doen regelmatig een aanvraag tot het bekomen van een container bij
de organisatie van evenementen, eetfestijnen, e.d….
Vermits de gemeente instaat voor de ophaling en verwerking van het afval wordt aan
de gemeenteraad voorgesteld om €50,00 te vragen voor het gebruik van een
container.
Financieel advies en visum
Deze retributie is voorzien in het budget 2012 en in het meerjarig financieel
beleidsplan en is dus noodzakelijk voor een gezonde financiële toestand van de
gemeente.
Ontvangsten worden in de boekhouding geboekt onder artikel 040/363-18
BESLUIT : met eenparigheid van stemmen
Artikel 1 :
Er wordt voor het dienstjaar 2012 een gemeentelijke retributie van €50,00 gevestigd
voor het gebruik van een container door verenigingen.
Artikel 2 :
De retributie is verschuldigd door de vereniging die de container vraagt.
Artikel 3 :
De retributie dient te worden betaald binnen de 30 dagen na de ontvangst van de
invorderingsstaat van de gemeente Herne.
Artikel 4 :
Deze verordening zal voor passend gevolg worden overgemaakt aan de gewestelijke
ontvanger, de rekendienst en toezichthoudende overheid.
14. Retributiereglement op de graf-, columbarium en asurnenveldconcessies
op de gemeentelijke begraafplaatsen – Dienstjaar 2012
De Gemeenteraad,
Aanleiding en doel
Bij besluit van de gemeenteraad van 22 december werd het retributiereglement
grafconcessies gemeentelijke begraafplaatsen + begraving niet-inwoners – dienstjaar
2011 goedgekeurd. Ook in 2012 dient dit retributiereglement te worden goedgekeurd.
Bevoegdheid
Artikel 43§2, 42§3, 15° van het gemeentedecreet
Juridische gronden
- De wet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging;
- Het decreet van 16 januari 2004 betreffende de begraafplaatsen en de
lijkbezorging, met latere wijzigingen;
- Besluit van de gemeenteraad van 27 december 2001 houdende de vaststelling van
het retributiereglement grafconcessies gemeentelijke begraafplaatsen + begraving
niet-inwoners.
Externe adviezen
Niet van toepassing
Advies en motivering
Het decreet van 16 januari 2004 bepaalt dat de gemeenteraad grafconcessies of
concessies voor columbaria kan toestaan op zijn gemeentelijke begraafplaatsen. De
concessies kunnen ten hoogste voor 50 jaar worden verleend maar ze kunnen wel
hernieuwd worden.
Het behoort tot de bevoegdheid van de gemeenteraad om de bedragen en de
voorwaarden voor het verlenen van concessies vast te stellen.
Het college stelt voor om in 2012 dezelfde bedragen aan te houden als in 2011.
Financieel advies en visum
Niet van toepassing
BESLUIT : met eenparigheid van stemmen
Artikel 1 : Er wordt voor het jaar 2012 een retributie gevestigd op de grafcolumbarium- en asurnenveldconcessies op de gemeentelijke begraafplaatsen.
Artikel 2 : Bij het verstrijken van de vergunningsperiode, kan de grondconcessie
vernieuwd worden, aan het tarief en voor de duur dat voor dat soort concessies op
dat ogenblik van kracht is met dien verstande dat geen concessie kan verleend
worden waarvan de duur groter zou zijn dan deze van de oorspronkelijke.
De hernieuwingen kunnen enkel geweigerd worden indien blijkt dat op het moment
van de aanvraag de concessie verwaarloosd is.
Indien er geen aanvraag voor een hernieuwing is gedaan dan vervalt de concessie.
Artikel 3 : De vergoeding voor een grafconcessie in volle grond zonder kelder voor de
duur van 50 jaar wordt vastgesteld op 620,00 euro voor alle begraafplaatsen. Deze
vergoeding geldt voor 1 of 2 personen en voor inwoners en niet inwoners.
Artikel 4 : De vergoeding voor een grafconcessie in een grafkelder voor de duur van
vijftig jaar voor de begraafplaatsen Herfelingen, Sint-Pieters-Kapelle en Kokejane
wordt vastgesteld op 620,00 euro. Deze vergoeding geldt voor 1, 2 of 3 personen en
voor inwoners en niet inwoners.
Artikel 5 : De vergoeding voor een grafconcessie in een grafkelder voor de duur van
50 jaar voor de begraafplaats Herne wordt vastgesteld op 620,00 euro en
- 300,00 euro voor een kelder voor 1 persoon
- 570,00 euro voor een kelder voor 2 personen
- 870,00 euro voor een kelder voor 3 personen
Deze vergoeding geldt voor inwoners en niet inwoners.
Artikel 6 : De vergoeding van een grafconcessie voor het bijzetten van een asurne in
het columbarium wordt vastgesteld op 620,00 euro. Per nis kan slechts één urne
worden bijgezet.
De kostprijs van een herinneringsmodule is in het bedrag van de concessie
inbegrepen. De graveringskosten zijn ten laste van de aanvrager.
Artikel 7 : Aan niet-inwoners die in Herne wensen begraven te worden, wordt
€75,00 aangerekend. Aan mensen die 20 jaar in Herne woonden en nu in een
rusthuis in een andere gemeente verblijven, dienen deze retributie niet te betalen.
Artikel 8 : De vergoeding van een grafconcessie voor het bijzetten van een asurn in
een urnekelder wordt vastgesteld op 910,00 euro. Per kelder kunnen 1 of 2 urnes
geplaatst worden.
De kostprijs van een herinneringsmodule is in het bedrag van de concessie
inbegrepen. De graveringskosten zijn ten laste van de aanvrager.
Artikel 9 : De vergoeding voor de aankoop van een herinneringsmodule aan de
strooiweide wordt vastgelegd op 160,00 euro. De graveringskosten zijn ten laste van
de aanvrager.
De vergoeding voor de aankoop van een gedenksteen voor het begraven van een
urne in volle grond bedraagt 184,00 euro. De graveringskosten zijn ten laste van de
aanvrager.
Artikel 10 : De retributie is verschuldigd door de aanvrager.
De te kwijten som moet betaald worden aan de gewestelijk ontvanger of aan zijn
afgevaardigde op basis van een invorderingsstaat.
Artikel 11 :Bij gebrek van betaling in der minne zal de retributie burgerrechterlijk
ingevorderd worden.
Artikel 12 : Dit besluit wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het
gemeentedecreet.
Artikel 13 : Overeenkomstig artikel 253 3° van het Gemeentedecreet wordt een kopie
van dit besluit voor kennisneming toegestuurd worden aan de provinciegouverneur.
15. Maandelijkse retributie voor het innemen van een wekelijkse standplaats in
de gemeente Herne – Dienstjaar 2012
De gemeenteraad,
Aanleiding en doel
Op 22 december 2010 werd de retributie voor het innemen van een wekelijkse
standplaats in het centrum van de gemeente Herne goedgekeurd. Voor 2012 dient
deze retributie opnieuw te worden vastgelegd.
Bevoegdheid
Art 42§3 en art 43§2, 15° van het gemeentedecreet
Juridische gronden
Artikel 170 § 4 van de Grondwet
Artikel 42 en 43 van het Gemeentedecreet
Decreet 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de
geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen
Gemeenteraadsbeslissing van 22 december 2010
Externe adviezen
Niet van toepassing
invordering
en
de
Advies en motivering
Wekelijks krijgen marktkramers de mogelijkheid om in het centrum van Herne een
standplaats in te nemen. Voor deze inname van het openbaar domein stelt het
College voor om een maandelijkse retributie van €25,00 aan te rekenen.
Financieel advies en visum
Niet van toepassing
BESLUIT : met eenparigheid van stemmen
Artikel 1 :
Er wordt voor het dienstjaar 2012 een maandelijkse retributie van €25,00 gevestigd
voor het innemen van een wekelijkse standplaats in de gemeente Herne.
Artikel 2 :
De retributie is verschuldigd door de aanvragers van een standplaats in de
gemeente.
Artikel 3 :
Deze retributie wordt onmiddellijk contant betaald of na toezending van een factuur
of schuldvordering.
Artikel 94 °2 van het gemeentedecreet bepaalt dat met het oog op de invordering van
niet-betwiste en opeisbare niet-fiscale schuldvorderingen de financieel beheerder
een dwangbevel kan uitvaardigen. Het dwangbevel wordt betekend bij de
deurwaarderexploot.
Artikel 4 :
Deze beslissing gaat in werking vanaf 1 januari 2012.
Artikel 5 :
Deze verordening zal voor passend gevolg worden overgemaakt aan de gewestelijke
ontvanger, de rekendienst en toezichthoudende overheid.
16. Verkoop strooizout - Vastlegging verkoopprijs 2012
De Raad,
Aanleiding en doel
Tijdens de wintermaanden stelt ons bestuur strooizout ter beschikking van de
inwoners. Het zout kan aangeboden worden in zakken van 5 of 10 kg. Voor 2012
dient de kostprijs vastgesteld te worden voor dit strooizout.
Bevoegdheid
Art 42§3 en art 43§2, 15° van het gemeentedecreet
Juridische gronden
Artikel 170 § 4 van de Grondwet
Artikel 42, 43 en 253§1,3° van het Gemeentedecreet
Externe adviezen
Niet van toepassing
Advies en motivering
Het college stelt voor om vanaf 1 januari 2012 de verkoopprijs van strooizout als
volgt vast te stellen :
- 25kg strooizout voor €5,00
- 50kg strooizout voor €10,00
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om deze bedragen goed te keuren.
Financieel advies en visum
Niet van toepassing
BESLUIT : met eenparigheid van stemmen
Artikel 1 : Vanaf 1 januari 2012 wordt aan de inwoners van de gemeente Herne
strooizout ter beschikking gesteld.
Artikel 2 : De verkoopprijs van strooizout wordt als volgt vastgesteld :
- 25kg strooizout voor €5,00
- 50kg strooizout voor €10,00
Artikel 3 : Dit bedrag dient contant betaald te worden.
Artikel 4 : Dit besluit wordt opgenomen op de overzichtslijst conform artikel 253 van
het gemeentedecreet.
17. Gemeentelijk subsidiereglement voor het aanwenden van alternatieve
energiebronnen
Overwegende dat de gemeente Herne streeft naar een milieu- en energiebeleid dat
gebaseerd is op de algemene beginselen van duurzame ontwikkeling;
Overwegende dat de algemene beginselen van duurzame ontwikkeling in het kader
van het gemeentelijk energiebeleid vertaald moeten worden in een beleid gericht op
rationeel energiegebruik en het gebruik van vernieuwbare energiebronnen;
Gezien het advies van de milieuraad terzake, dd. 8 november 2011.
BESLUIT : met 13 stemmen voor en 1 neen-stem(Nestor Cochez, VLD-fractie)
Artikel 1:
Het gemeentebestuur kan subsidies verlenen aan particulieren voor de aankoop en
de installatie van toestellen voor de opwekking en aanwending van alternatieve
energievormen welke geplaatst worden in regelmatig vergunde gebouwen volledig
gelegen op het grondgebied van de gemeente Herne.
Artikel 2:
Voor toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:
1. Installatie: deze die uitsluitend betrekking heeft op de opwekking en
aanwending van alternatieve energiebronnen.
2. Opwekking: de installatie moet met het oog op het vooropgestelde doel, nl. de
bescherming van het leefmilieu door de aanwending van alternatieve
energiebronnen, perfect kunnen functioneren.
3. Aanwending: het normaal en persoonlijk gebruik van de installatie gedurende
een opeenvolgende periode van tenminste 10 jaar, ingaand binnen de periode
van één jaar na het verlenen van de toelage. De installatie kan onder geen
beding verkocht of verwijderd worden, zoniet zal de toelage teruggevorderd
worden van de toelagetrekkers.
Zonnecollectoren voor zwembadverwarming komen niet in aanmerking voor
de gemeentelijke subsidie.
4. Alternatieve energievormen:
 Zonne-energie: zowel de thermische omzetting van zonne-energie in
warm water of warme lucht, als de omzetting van zonne-energie in de
rechtstreekse productie van elektriciteit.
 Windenergie: de omzetting van windenergie in de rechtstreekse
productie van mechanische kracht of elektriciteit.
 Productie van energie door de aanwending van biomassa,
uitgezonderd hout.
 Hydro-energie: omzetting van waterkracht in de rechtstreekse productie
van mechanische kracht of elektriciteit.
 Geothermische energie: het ontrekken van warmte aan de grond, de
lucht of het water.
Artikel 3:
De toelage wordt vastgesteld op 200,00 euro per gebouw. De premie kan slechts
éénmaal per adres worden toegepast.
Artikel 4:
Deze toelage kan gecumuleerd worden met andere bouw- of renovatiepremies van
om het even welke overheid of instelling op voorwaarde dat de globaal bekomen
subsidies de 90% van de aankoopsom niet overschrijden. Indien dit percentage toch
overschreden wordt, zal het bedrag van de gemeentelijke premie verminderd worden
tot een gecumuleerde subsidie van 90%.
Artikel 5:
De plaatsing moet geschieden in overeenstemming met bestaande wetten,
reglementen, verordeningen, gebruiken en de regels van goed vakmanschap.
Artikel 6:
De premie wordt toegekend aan de aanvrager. Deze persoon dient gerechtigd te zijn
tot het laten plaatsen van de installatie waarvoor de aanvraag wordt ingediend:
- de eigenaar van het gebouw
- de gebruiker of huurder van het gebouw mits de eigenaar het
aanvraagformulier voor akkoord heeft ondertekend
De subsidie kan enkel toegekend worden voor vergunde gebouwen, zoals bedoeld in
het decreet van 18 mei 1999 betreffende de organisatie van de ruimtelijke ordening.
Artikel 7:
Indien bij controle door de bevoegde ambtenaar frauduleuze praktijken worden
vastgesteld, vervalt de hele subsidie. Er kan een boete worden opgelegd die
maximaal het dubbele bedraagt van de uitgekeerde subsidie. Het schepencollege
behoudt zich het recht voor om subsidieaanvragen te weigeren die niet beantwoorden aan de geest van dit reglement.
Artikel 8:
Een aanvraag tot subsidie is slechts geldig bij het terugbezorgen van het daartoe,
volledig ingevulde aanvraagformulier aan de milieudienst van de gemeente Herne,
Centrum 17, 1540 Herne.
Na ontvangst van de schriftelijke aanvraag onderzoekt de betrokken gemeentelijke
ambtenaar het dossier. Binnen de 30 werkdagen na ontvangst wordt de aanvrager
schriftelijk in kennis gesteld van de beslissing van het gemeentebestuur.
Artikel 9:
Nadat de installatie volledig is uitgevoerd en bedrijfsklaar is, en ten laatste 6
maanden na principiële goedkeuring van het gemeentelijk subsidiedossier, kunnen
de facturen worden ingediend. Vervolgens zal de subsidie binnen een redelijke
termijn worden uitbetaald.
Het gemeentebestuur van Herne behoudt zich het recht toe om uitbetaling van de
subsidie te weigeren indien de installatie niet beantwoordt aan de regels van goed
vakmanschap. Om dit te controleren behoudt het gemeentebestuur van Herne zich
het recht voor om de installatie te keuren door een bevoegd ambtenaar. De
aanvrager wordt hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld.
Artikel 10:
De aanvrager verbindt er zich toe om de installatie goed te onderhouden. De
installatie moet minstens 10 jaar na de toekenning van de subsidie in goede staat
van werking blijven op hetzelfde adres en kan onder geen beding verkocht of
verwijderd worden. Bij het niet naleven van voorafgaande voorwaarden behoudt het
gemeentebestuur van Herne zich het recht toe de toegekende premie terug te
vorderen van de aanvrager. Om dit te controleren behoudt het gemeentebestuur van
Herne zich het recht voor ten allen tijden door plaatsbezoek na te gaan of aan de
bepalingen van dit reglement voldaan is.
Artikel 11:
Indien de aanvrager van de subsidie ook de huurder is van het desbetreffende
gebouw, en de huurovereenkomst houdt op te bestaan binnen de 10 jaar na
toekenning van de subsidie, dan zijn er twee mogelijkheden:
- ofwel wordt de eigenaar van het gebouw ook eigenaar van de installatie. Op
hem/ haar zijn dan de bepalingen in artikel 9 van toepassing
- ofwel wordt de installatie door de huurder meegenomen naar een nieuw
adres. In dit geval blijven de bepalingen in artikel 8 voor hem/haar van
toepassing. Bij verhuis binnen de gemeentelijke grenzen dient de installatie
wel binnen een redelijke termijn te worden heropgestart
Artikel 12:
De gemeente Herne toetst elke aanvraag aan de toepassingsvoorwaarden van het
reglement.
Artikel 13:
Dit reglement is van toepassing voor installaties die aangelegd/geplaatst zijn vanaf 1
januari 2012 en voldoen aan de bovenvermelde voorwaarden.
Artikel 14:
Een afschrift van dit reglement wordt ter kennisgeving gezonden aan de
provinciegouverneur.
Gemeenteraadslid Nestor Cochez verantwoordt zijn neen-stem door te stellen dat hij
vindt dat de subsidie niet verlaagd mag worden en dat deze behouden moet blijven
op €400,00.
18. OCMW – Meerjarenplanning 2012-2014 - goedkeuring
De Gemeenteraad,
Aanleiding en doel
Het OCMW diende de meerjarenplanning 2011-2014 in ter goedkeuring door de
gemeenteraad.
Deze werd vastgesteld door de OCMW-raad in vergadering van 12 december 2011
en gunstig geadviseerd door het College in vergadering van 23 november 2011.
Bevoegdheid
 Artikel 148 van het OCMW-decreet (decreet van 19 december 2008
betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk
welzijn)
Juridische gronden
 OCMW-decreet (decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie
van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn)
 Gemeentedecreet
 Besluit van de Vlaamse regering van 17 december 1997 betreffende de
boekhouding en de administratieve organisatie van de openbare centra voor
maatschappelijk welzijn
 Besluit van de Vlaamse regering van 13 juli 1999 tot bepaling van de
bevoegdheden van de leden van de Vlaamse regering, gewijzigd bij de
besluiten van de Vlaamse regering van 15 oktober 1999, 14 april 2000 en 26
mei 2000;
 Ministerieel besluit van 24 maart 1999 tot vaststelling van de bijzondere
voorwaarden betreffende de boekhouding en de administratieve organisatie
van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
 Ministerieel besluit van 20 juni 2001 tot vaststelling van de bijzondere
voorwaarden betreffende de boekhouding en de administratieve organisatie
van de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn.
 Advies van College van Burgemeester en Schepenen dd. 23 november 2011
Externe adviezen
/
Advies en motivering
Het OCMW- decreet bepaalt dat de meerjarenplanning ter goedkeuring aan de
gemeenteraad moet voorgelegd worden. De gemeenteraad kan deze
meerjarenplanning, goedkeuren, niet goedkeuren of aanpassen.
De meerjarenplanning 2012-2014 van het OCMW voorziet in de volgende
gemeentelijke bijdrage
- voor 2012 een bijdrage van €729.959,18 (+3%),
- voor 2013 een bijdrage van €751.857,95 (+3%).
- voor 2014 een bijdrage van €773.873,93 (+3%).
Het College verleende gunstig advies bij het ontwerp van meerjarenplanning 20122014 van het OCMW. De bedragen van de gemeentelijke toelage zijn voorzien in de
meerjarenplanning van de gemeente.
Bijgevolg wordt aan de gemeenteraad voorgesteld de meerjarenplanning 2012-2014
goed te keuren.
Financieel advies en visum
BESLUIT : met eenparigheid van stemmen
Artikel 1: De meerjarenplanning 2011-2013 van het OCMW goed te keuren met een
gemeentelijke bijdrage in:
2012: €729.959,18
2013: €751.857,95
2014: €773.873,93.
Artikel 2: Dit besluit wordt opgenomen op de overzichtslijst conform artikel 252 van
het gemeentedecreet
19. OCMW – Budget 2012 - kennisname
De Gemeenteraad,
Aanleiding en doel
Het OCMW van Herne bezorgde ons het budget 2011. Deze werd vastgesteld door
de OCMW-raad in vergadering van 12 december 2011.
Bevoegdheid
 Artikel 148 en 150 van het OCMW-decreet (decreet van 19 december 2008
betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk
welzijn)
Juridische gronden
 OCMW-decreet (decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie
van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn)
 Gemeentedecreet
 Besluit van de Vlaamse regering van 17 december 1997 betreffende de
boekhouding en de administratieve organisatie van de openbare centra voor
maatschappelijk welzijn
 Besluit van de Vlaamse regering van 13 juli 1999 tot bepaling van de
bevoegdheden van de leden van de Vlaamse regering, gewijzigd bij de
besluiten van de Vlaamse regering van 15 oktober 1999, 14 april 2000 en 26
mei 2000;
 Ministerieel besluit van 24 maart 1999 tot vaststelling van de bijzondere
voorwaarden betreffende de boekhouding en de administratieve organisatie
van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
 Ministerieel besluit van 20 juni 2001 tot vaststelling van de bijzondere
voorwaarden betreffende de boekhouding en de administratieve organisatie
van de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn.
 Advies van College van Burgemeester en Schepenen dd. 23 november 2011
Externe adviezen
Niet van toepassing
Advies en motivering
De totale gemeentelijke bijdrage in het budget 2012 van het OCMW bedraagt
€729.959,18 .
Het budget 2012 van het OCMW past binnen de meerjarenplanning 2012-2014 van
het OCMW. De gemeentelijke bijdrage 2012 is bovendien opgenomen in het
meerjarenplan van de gemeente.
Bijgevolg dient de gemeenteraad enkel kennis te nemen van het OCMW budget
2012.
Financieel advies en visum
Niet van toepassing
KENNISNAME :
Artikel 1: Kennis te nemen van het budget 2012 van het OCMW.
Artikel 2: Dit besluit wordt opgenomen op de overzichtslijst conform artikel 252 van
het gemeentedecreet
20. OCMW – Exploitatiebudget 2011 – wijziging nr. 1 kennisname
De Gemeenteraad,
Aanleiding en doel
Het OCMW van Herne bezorgde ons een wijziging van het exploitatiebudget 2011.
Deze werd vastgesteld door de OCMW-raad in vergadering van 14 november 2011.
Bevoegdheid
 Artikel 148 en 150 van het OCMW-decreet (decreet van 19 december 2008
betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk
welzijn)
Juridische gronden
 OCMW-decreet (decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie
van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn)
 Gemeentedecreet
 Besluit van de Vlaamse regering van 17 december 1997 betreffende de
boekhouding en de administratieve organisatie van de openbare centra voor
maatschappelijk welzijn
 Besluit van de Vlaamse regering van 13 juli 1999 tot bepaling van de
bevoegdheden van de leden van de Vlaamse regering, gewijzigd bij de
besluiten van de Vlaamse regering van 15 oktober 1999, 14 april 2000 en 26
mei 2000;
 Ministerieel besluit van 24 maart 1999 tot vaststelling van de bijzondere
voorwaarden betreffende de boekhouding en de administratieve organisatie
van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
 Ministerieel besluit van 20 juni 2001 tot vaststelling van de bijzondere
voorwaarden betreffende de boekhouding en de administratieve organisatie
van de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn.
 Advies van College van Burgemeester en Schepenen dd. 23 november 2011
Externe adviezen
Niet van toepassing
Advies en motivering
Het decreet voorziet dat de gemeenteraad kennis neemt van de budgetwijzigingen
van het OCMW. Alleen als die niet passen binnen het meerjarenplan van het OCMW
(of als er geen meerjarenplan is), moet de gemeenteraad die expliciet goedkeuren.
De voorgelegde budgetwijziging past binnen de gemeentelijke bijdrage zoals
opgenomen in het budget 2011
Bijgevolg wordt aan de gemeenteraad voorgesteld om kennis te nemen van de
budgetwijziging – Exploitatiebudget 2011 – wijziging nr. 1.
Financieel advies en visum
Niet van toepassing
BESLUIT :
Artikel 1: Kennis te nemen van de budgetwijziging – Exploitatiebudget 2011 –
wijziging nr. 1 van het OCMW.
Artikel 2: Dit besluit wordt opgenomen op de overzichtslijst conform artikel 252 van
het gemeentedecreet
21. OCMW – Meerjarenplanning 2012-2014 - goedkeuring
De Gemeenteraad,
Aanleiding en doel
Het OCMW diende de meerjarenplanning 2011-2014 in ter goedkeuring door de
gemeenteraad.
Deze werd vastgesteld door de OCMW-raad in vergadering van 12 december 2011
en gunstig geadviseerd door het College in vergadering van 23 november 2011.
Bevoegdheid
 Artikel 148 van het OCMW-decreet (decreet van 19 december 2008
betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk
welzijn)
Juridische gronden
 OCMW-decreet (decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie
van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn)
 Gemeentedecreet
 Besluit van de Vlaamse regering van 17 december 1997 betreffende de
boekhouding en de administratieve organisatie van de openbare centra voor
maatschappelijk welzijn
 Besluit van de Vlaamse regering van 13 juli 1999 tot bepaling van de
bevoegdheden van de leden van de Vlaamse regering, gewijzigd bij de
besluiten van de Vlaamse regering van 15 oktober 1999, 14 april 2000 en 26
mei 2000;
 Ministerieel besluit van 24 maart 1999 tot vaststelling van de bijzondere
voorwaarden betreffende de boekhouding en de administratieve organisatie
van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
 Ministerieel besluit van 20 juni 2001 tot vaststelling van de bijzondere
voorwaarden betreffende de boekhouding en de administratieve organisatie
van de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn.
 Advies van College van Burgemeester en Schepenen dd. 23 november 2011
Externe adviezen
/
Advies en motivering
Het OCMW- decreet bepaalt dat de meerjarenplanning ter goedkeuring aan de
gemeenteraad moet voorgelegd worden. De gemeenteraad kan deze
meerjarenplanning, goedkeuren, niet goedkeuren of aanpassen.
De meerjarenplanning 2012-2014 van het OCMW voorziet in de volgende
gemeentelijke bijdrage
- voor 2012 een bijdrage van €729.959,18 (+3%),
- voor 2013 een bijdrage van €751.857,95 (+3%).
- voor 2014 een bijdrage van €773.873,93 (+3%).
Het College verleende gunstig advies bij het ontwerp van meerjarenplanning 20122014 van het OCMW. De bedragen van de gemeentelijke toelage zijn voorzien in de
meerjarenplanning van de gemeente.
Bijgevolg wordt aan de gemeenteraad voorgesteld de meerjarenplanning 2012-2014
goed te keuren.
Financieel advies en visum
BESLUIT : met eenparigheid van stemmen
Artikel 1: De meerjarenplanning 2011-2013 van het OCMW goed te keuren met een
gemeentelijke bijdrage in:
2012: €729.959,18
2013: €751.857,95
2014: €773.873,93.
Artikel 2: Dit besluit wordt opgenomen op de overzichtslijst conform artikel 252 van
het gemeentedecreet
22. Budget 2012 - Beleidsnota en financiële nota - vaststelling.
De Gemeenteraad,
Aanleiding en doel
Artikel 148, §1 van het gemeentedecreet bepaalt dat voor het begin van ieder
boekjaar de gemeenteraad het budget moet vaststellen op basis van het
meerjarenplan.
Bevoegdheid
Artikel 43, §2, 3° van het gemeentedecreet
Artikel 148, §1 van het gemeentedecreet
Juridische gronden
De omzendbrief BB 2011/3 van 15 juli 2011 houdende de onderrichtingen
betreffende het opstellen van de budgetten en meerjarenplannen van 2012.
Externe adviezen
/
Advies en motivering
De financiële nota, bestaande uit het budget 2012, zoals voorgelegd door het college
van burgemeester en schepenen sluit met de volgende cijfers :
GEWONE DIENST
ontvangsten:
6.975.634,00 euro
uitgaven:
7.404.861,00 euro
negatief resultaat :
-.429.227 euro
vorige dienstjaren
positief saldo:
- 182,00 euro
overboekingen
negatief saldo:
- 257.250 euro
begrotingsresultaat vorig dienstjaar
3.785.649,04 euro
-----------------------3.098.990,07 euro
Algemeen begrotingsresultaat
BUITENGEWONE DIENST
ontvangsten:
3.402.000,00 euro
uitgaven:
3.886.750,00 euro
negatief resultaat: -484.750,00 euro
vorige dienstjaren
saldo:
overboekingen
positief saldo:
-0,00 euro
244.750,00 euro
begrotingsresultaat vorig dienstjaar
Algemeen resultaat
273. 862,19 euro
-----------------------33.862,19 euro
Gewone dienst
Ontvangsten
Prestaties
Overdrachten
Schuld
Algemeen totaal
Eigen + vorige dienstjaren
135.000 euro
6.468.924 euro
371.710 euro
Personeel
Werkingskosten
Overdrachten
Schuld
Vorige dienstjaren
Overboekingen
Algemeen totaal
Eigen + vorige dienstjaren
2.571.854 euro
1.749.390 euro
2.054.097 euro
1.029.520 euro
182 euro
257.250 euro
6.975.634 euro
Uitgaven
7.662.293 euro
Buitengewone dienst
Ontvangsten
Overdrachten
Investeringen
Schuld
Overboekingen
Algemeen totaal
Eigen + vorige dienstjaren
+ overboekingen
411.500,00 euro
0,00 euro
2.990.500,00 euro
244.750,00 euro
Overdrachten
Investeringen
Schuld
119.000,00 euro
3.725.750,00 euro
42.000 euro
Algemeen totaal
Eigen + vorige dienstjaren
+ overboekingen
3.886.750,00 euro
3.646.750,00 euro
Uitgaven
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om in te stemmen met het budget 2011
Financieel advies en visum
Advies managementteam
Het voorgelegde ontwerp is opgesteld conform de hoger vermelde
begrotingsonderrichtingen
BESLUIT : met eenparigheid van stemmen
Artikel 1: Het budget 2012 bestaande uit de beleidsnota en de financiële nota, met de
hierboven vermelde cijfers en volgens kopie bij dit besluit wordt vastgesteld door de
gemeenteraad en zal na afkondiging voor goedkeuring worden overgemaakt aan de
Gouverneur.
Artikel 2: Dit besluit wordt opgenomen op de overzichtslijst conform artikel 252 van
het gemeentedecreet.
23. Uitvoering beleidsplan 2020 – Mededeling stappenplan
De Gemeenteraad,
Aanleiding en doel
Het gemeentedecreet bepaalt dat de gemeentebesturen verantwoordelijk zijn voor
het vastleggen van de langetermijnstrategie en –planning van hun gemeente. Ter
voorbereiding van deze langetermijnplanning organiseerde de gemeente op 24
november 2011 een beleidsdag 2020 voor alle mandatarissen uit de gemeente– en
OCMW-raad. Het doel was om hen actief te betrekken bij het vastleggen van het
toekomstig beleid.
Tijdens de beleidsdag werd gewerkt rond 7 beleidsdomeinen:
1. Informatie en communicatie
2. Interne organisatie & dienstverlening
3. Ruimtelijke ordening
4. Verkeer en mobiliteit
5. Natuur, milieu en landbouw
6. Vrije tijd: sport, cultuur en jeugd
7. Wonen & welzijn.
Per beleidsdomein werd nagegaan welke acties nodig zijn op korte termijn (= nu
goed realiseerbaar), middellange termijn (veel belovend, goed realiseerbaar) en
lange termijn (veelbelovend, moeilijk realiseerbaar) om de vooropgestelde
doelstellingen te bereiken.
Het was de bedoeling om het resultaat van de beleidsdag te verwerken in het
algemeen beleidsprogramma dat de gemeenten bij het begin van de nieuwe
legislatuur moeten opstellen en hiervoor een vervolgdag op de beleidsdag 2020 te
organiseren.
Artikel 242bis van de nieuwe gemeentewet bepaalt immers het volgende: “Binnen drie
maanden na de verkiezing van de schepenen, legt het college aan de gemeenteraad een
algemeen beleidsprogramma voor de duur van zijn mandaat voor, dat minstens de
belangrijkste beleidsplannen bevat”.
Het besluit van de Vlaamse Regering betreffende de beleids- en beheerscyclus van
de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn
van 25 juni 2010 wijzigt echter erg ingrijpend de wijze waarop gemeenten, OCMW’s
en provincies hun beleid voorbereiden, budgetteren, uitvoeren, opvolgen en
evalueren. De nieuwe regelgeving gaat verplicht in vanaf 2014. Gemeenten konden
beslissen om vervroegd in te stappen. Voor hen gaat de nieuwe regelgeving in vanaf
2011, 2012 of 2013 afhankelijk van hun keuze.
Het college van burgemeester en schepenen besliste op 29 december 2010 om niet
vervoegd in te stappen in de nieuwe regelgeving. Dit houdt in dat wij uiterlijk eind
maart 2013 een algemeen beleidsprogramma ter goedkeuring aan de gemeenteraad
moeten voorleggen.
Dit algemeen beleidsprogramma moet dan eind 2013 vertaald worden in een meerjarenplan
volgens de regels betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten
omdat vanaf 2014 de BBC regelgeving van toepassing is.
Ten einde dubbel werk te vermijden werd aan de gemeentes die niet vervroegd
intreden geadviseerd om de opstelling van het beleidsplan onmiddellijk te doen
volgens de regels van de BBC.
Hiervoor is het echter nodig om eerst de nieuwe regelgeving grondig door te nemen
vooraleer verdere stappen te zetten in de uitvoering van de resultaten van de
beleidsdag 2020.
Bevoegdheid
 Artikel 42 en 42 van het gemeentedecreet.
Juridische gronden
 Het ‘Besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2010 betreffende de
beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare
centra voor maatschappelijk welzijn, kortweg BBC
 Ministerieel besluit van 1 oktober 2010 tot vaststelling van de modellen en de
nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van
de rekeningstelsels van de gemeenten, de provincies en de openbare centra
voor maatschappelijk welzijn.
 Artikel 146 e.v van het gemeentedecreet.
 Artikel 242bis van de nieuwe gemeentewet
 Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 29 december
2010 houdende start nieuwe beleids- en beheerscyclus – bepaling startdatum
 Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 21 september
2011 betreffende de aanpak van beheers-en beleidscyclussen (BBC) van de
gemeenten en OCMW’s
Externe adviezen
Niet van toepassing
Advies en motivering
De regelgeving BBC schaft het algemeen beleidsprogramma dus af en vervangt dit
door een meerjarenplan dat moet bestaan uit een strategische nota en een financiële
nota.
In de strategische nota moeten de prioritaire beleidsdoelstellingen worden vermeld.
Dat zijn die beleidsdoelstellingen waarover het bestuur expliciet en uitgebreid wil
rapporteren omdat het die zo belangrijk vindt.
Het meerjarenplan moet door een bestuur goedgekeurd tijdens het eerste jaar van
de legislatuur (2013) en heeft betrekking op de zes jaar die daarop volgen (20142019). Het is dus voor een jaar legislatuuroverschrijdend, vanuit de idee dat een
nieuwe bestuursploeg onmogelijk al meteen voor het eerste jaar een nieuw
meerjarenplan kan maken. Aan de goedkeuring van de strategische nota gaat
uiteraard een heel proces vooraf. Om dit op een degelijke manier te doen wordt
voorgesteld om hiervoor het stappenplan te volgen dat het college opstelde.
De goedkeuring van het meerjarenplan is uiteraard een exclusieve bevoegdheid van
Financieel advies en visum
Niet van toepassing
KENNISNAME:
Artikel 1: Kennis te nemen van het stappenplan voor de uitvoering van het
beleidsplan 2020.
Artikel 2: Dit besluit wordt opgenomen op de overzichtslijst conform artikel 252 van
het gemeentedecreet
24. RIOBRA
Buitengewone algemene vergadering op 26 januari 2012
- aanduiding van een afgevaardigde en een plaatsvervanger voor de
buitengewone algemene vergadering.
- mandaat aan de afgevaardigde om de agenda goed te keuren.
De gemeenteraad,
Gelet op het feit dat de gemeente HERNE aangesloten is bij de opdrachthoudende
vereniging Riobra;
Gelet op de uitnodigingsbrief van 1 oktober 2010 van Riobra voor de buitengewone
algemene vergadering van 26 januari 2012 met agenda, documentatie en toelichting;
Gelet op het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking;
Overwegende dat artikel 44, 3° alinea van het decreet van 6 juli 2001 houdende de
intergemeentelijke samenwerking, bepaalt dat de benoemingsprocedure met de
vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger wordt herhaald voor elke
algemene vergadering;
Overwegende dat de gemeente recht heeft op maximum 2 afgevaardigden op de
buitengewone algemene vergadering van Riobra en dat de volmacht het aantal
aandelen moet bepalen voor dewelke iedere lasthebber aan de stemming zal
deelnemen;
Overwegende dat de gemeente op de buitengewone algemene vergadering van
Riobra beschikt over 166.605 stemmen;
Gaat over, bij geheime en afzonderlijke stemmingen tot de aanduiding van de
volmachtdragers op de buitengewone algemene vergadering van Riobra;
BESLUIT : met eenparigheid van stemmen
Artikel 1 :
De punten vermeld op de agenda van de buitengewone algemene vergadering van
Riobra van 26 januari 2012 goed te keuren.
Artikel 2 :
De heer Moonens Hugo en de heer De Vos Patrick, aan te duiden als
volmachtdragers van de gemeente op de buitengewone algemene vergadering van
Riobra die zal plaatsvinden op 26 januari 2012 waarbij de volmachtdragers eveneens
plaatsvervanger van elkaar zijn.
Artikel 3 :
Bovengenoemde volmachtdragers te mandateren om op de buitengewone
algemene vergadering van Riobra van 26 januari 2012 te handelen en te
beslissen conform de beslissing van de gemeenteraad.
Artikel 4 :
Het College van Burgemeester en Schepenen te belasten met de
uitvoering van de hierbij genomen beslissing en deze over te maken aan de
toezichthoudende overheid en er kennis van te geven aan Riobra, t.a.v. Paul
Bouwens, Oude Baan 148, 3210 Lubbeek.
Gemeentesecretaris A.I.
De burgemeester-voorzitter
NAERT A.
POELAERT K.
Download