sociale aspecten van smaak- en reukstoornissen

advertisement
A. Vissink, H. Jager-Wittenaar, A. Visser, F.K.L. Spijkervet, R. van
Onderzoek en wetenschap
Weissenbruch, A. van Nieuw Amerongen
Oral medicine 5. Voedingsadviezen bij en psychosociale aspecten van smaak- en reukstoornissen
Smaak- en reukstoornissen kunnen leiden tot gewichtsverlies
en soms tot gewichtstoename. Daarom vormt voedingsvoorlichting een essentieel onderdeel van de begeleiding en behandeling
van een patiënt met een smaak- en reukstoornis. Bij reuk- en
smaakstoornissen dient onderscheid te worden gemaakt tussen
algemene voedingsadviezen en voedingsadviezen tijdens en na
behandeling van een oncologisch proces door radio- en/of chemotherapie hiervan. Voedingsadviezen dienen ter verbetering van de
voedingstoestand en het welbevinden van de patiënt. Bij ernstige
problemen met de verwerking van een reuk- en/of smaakstoornis
kan psychosociale ondersteuning worden overwogen.
Vissink A, Jager-Wittenaar H, Visser A, Spijkervet FKL, Weissenbruch R van,
Nieuw Amerongen A van. Oral medicine 5. Voedingsadviezen bij en psychosociale
aspecten van smaak- en reukstoornissen
Ned Tijdschr Tandheelkd 2013; 120: 208-211
doi: 10.5177/ntvt.2013.04.12137
Inleiding
Smaakperceptie en -genot zijn onderhevig aan een heel
scala van individuele en culturele factoren (Vissink et al,
2013a; Vissink et al, 2013b). In het geval van smaak- en/
of reukstoornissen kunnen bijvoorbeeld de lekkerste gerechten smakeloos zijn of soms vies smaken. De levenskwaliteit kan hierdoor sterk verminderen en dat kan er
soms toe leiden dat men in een vorm van sociaal isolement
terechtkomt (Ship en Weiffenbach 1993; Ship, 1999; Van
Nieuw Amerongen et al, 2008). In deze bijdrage wordt ingegaan op voedingsadviezen die ervoor kunnen zorgen dat
een persoon met een smaak- en/of reukstoornis toch nog
enigszins kan genieten van eten of in elk geval ervoor zorgen dat zo’n persoon toch blijft eten.
Afb. 1. a. Aan een gestoorde smaak- en/of reukstoornis kan een zeer matige mond-
Anamnese
hygiëne ten grondslag liggen. De vraag is of deze patiënt ook na instructie wel zodanig
Onderzoeken naar de oorzaak en objectiveren van reuk- en
smaakstoornissen zijn belangrijk voor het vaststellen van
de mate en de ernst van de klacht(en) (afb. 1). Het effect
van behandelingen moet worden beoordeeld en een eventuele verslechtering kan worden gesignaleerd. Uiteindelijk
kan de ernst van de beperking worden vastgesteld en kunnen gepaste revalidatiemethoden worden voorgesteld.
Door gebruik te maken van gestandaardiseerde vragenlijsten kan niet alleen de mate van de reukstoornis worden
vastgesteld, maar wordt ook een indruk verkregen van de
smaak, de eetlust en het hongergevoel.
Een zorgvuldige voedingsanamnese laat zien of er
sprake is van een vermindering, een verandering of een totaal verlies van de smaak- en/of reukperceptie. Van belang
is dat ook wordt geïnformeerd of er sprake is van aversie
tegen bepaalde voedingsmiddelen, omdat als gevolg van
zijn mond zal verzorgen dat de storende smaak- en/of reuksensatie op de achter-
Nederlands Tijdschrift voor Tandheelkunde
grond komt te staan.
b. Een andere factor voor een gestoorde smaakstoornis is ernstige monddroogheid,
waardoor tal van voedingsmiddelen als irriterend worden ervaren en/of niet goed
worden geproefd omdat er vocht nodig is om die te kunnen proeven.
aversie een eenzijdig, onvolwaardig voedingspatroon kan
ontstaan. De voedingsadviezen dienen te zijn afgestemd
op de soort stoornis.
Voedingsadviezen
Algemeen
De doelen van voedingsadviezen zijn het eten aantrekkelijker maken, het voedselgenot verhogen, alternatieven bieden bij aversie en de voedingstoestand handhaven
208
120 | april 2013
Vissink e.a.: Oral medicine 5
- Het smaakgeheugen komt niet overeen met de actuele smaak-
- Minimaal 1.500 ml vocht per dag drinken. Een vieze smaak in de mond
perceptie. Vraag daarom niet waar de patiënt trek in heeft,
maar laat dingen uitproberen
wordt soms veroorzaakt door te weinig drinken
- Verzorg de mond met behulp van een speciale tandpasta of mondwater
- Wees eerlijk; suggereer geen aangename smaken bij smaakverlies
(tijdelijk). De vieze smaak kan daardoor verminderen
- Probeer verschillende smaken uit. Adviseer hierbij de smaken zoet,
- Vraag na of er aversies bestaan (de patiënt is zich hiervan niet
altijd bewust)
zuur, zout (en bitter) af te wisselen
- Laat niets bij voorbaat weg uit de voeding (behalve de voedingsmidde-
- Adviseer geen voedingsmiddelen die een aversie oproepen, pas
len die aversie oproepen) en probeer veel verschillende producten uit.
de voeding aan de huidige smaakvoorkeur aan
Gerechten die vroeger niet zo lekker smaakten, worden nu wellicht wel
- Bedenk dat iedere patiënt een eigen benadering nodig heeft,
gewaardeerd en andersom
omdat veranderingen en het verloop niet zijn te voorspellen
- Gebruik ook producten en gerechten die minder bekend zijn; de smaak
Tabel 1.Uitgangspunten bij het geven van voedingsadviezen aan patiënten
- Probeer bij een reuk- en/of smaakverandering neutrale voedings-
van bekende voedingsmiddelen kan tegenvallen
middelen, zoals pasta (macaroni, spaghetti), rijst of pap
met een smaak- en/of reukstoornis.
- Eet bij een verminderde smaak producten met een sterk uitkomende
respectievelijk verbeteren. In tabel 1 staan de uitgangspunten die bij deze doelen horen.
In het algemeen dient de voeding van patiënten met
smaak- en reukstoornissen adequaat te zijn, zo nodig ondersteund met energie- en eiwitrijke voedingsmiddelen.
Bij ondervoede patiënten dient de voeding met energie en
eiwit verrijkt te zijn. Wanneer dit niet te realiseren is met
gangbare voedingsmiddelen, dient dieetvoeding, bijvoorbeeld drinkvoeding, te worden overwogen. Op grond van
de informatie van de patiënt en de beschreven doelen en
uitgangspunten kunnen adequate voedingsadviezen worden opgesteld (tab. 2).
smaak
- Voeg bij een verminderde smaak zout, kruiden, specerijen en andere
smaakmakers, zoals ketchup toe aan het eten
- Voeg bij een verminderde smaak suiker toe aan zoete gerechten
- Eet bij een aversie voor vlees vis, (koude) kip, vleeswaren, kaas, vegetarische producten (Quorn, Tivall, tahoe, tempeh) of een eiergerecht
- Probeer bij een veranderde reuk een koude maaltijd(salade) of de (kanten-klare) maaltijd in de magnetron te bereiden. Hierbij komen minder
geuren vrij
- Gebruik bij een verminderde smaak gerechten die er aantrekkelijk en
kleurrijk uitzien. Dit nodigt meer uit om te eten
- Kijk op welke temperatuur gerechten of dranken het beste smaken,
want temperatuur kan de smaak beïnvloeden. Koude gerechten/voe-
Bij kanker
Bij patiënten met kanker komt het smaakgeheugen niet
meer overeen met de actuele smaakperceptie. Hoewel
aversies voor voedingsmiddelen individueel heel verschillend kunnen zijn, ontwikkelen veel patiënten een afkeer
van warme en sterk geurende voedingsmiddelen, zoals gebraden vlees, koffie, alcohol en chocolade. Deze voedingsmiddelen geven een bittere smaak bij patiënten met een
verlaagde smaakdrempel voor bitter. Ook geurende cosmetica, bloemen, tabak en schoonmaakmiddelen kunnen
aversie oproepen. Producten met een frisse of weinig op de
voorgrond tredende smaak, zoals zuivel- en graanproducten, fruit, salades of koude gerechten, roepen doorgaans
minder aversie op.
De in tabel 2 genoemde algemene voedingsadviezen
kunnen ook worden gegeven aan patiënten die vanwege
een oncologische aandoening worden behandeld. Daarnaast zijn er specifieke voedingsadviezen voor patiënten
die chemo- of radiotherapie ondergaan vanwege een oncologische aandoening in het hoofd-halsgebied (tab. 3). Bij
deze patiënten kan als gevolg van een combinatie van factoren zoals smaak- en reukstoornissen, mucositis, slikklachten en xerostomie, sprake zijn van een ernstig
verslechterde voedselinname waardoor sondevoeding
noodzakelijk is.
dingsmiddelen hebben een minder sterke smaak dan warme. Ook zoete
dranken zijn minder zoet als ze koud worden geserveerd
- Eet een vet gerecht of vette producten, zoals gebakken vis, kroket of
gebakken aardappelen. Verwerk vet door rijst- en pastagerechten, bijvoorbeeld met behulp van (plantaardige) room, roomkaas, kaas, boter
of olie. Vet kan extra smaak aan het eten geven
- Zet bij een veranderde reuk het raam open en/of een afzuigkap aan
tijdens het koken en ervoor te zorgen dat de kookluchten zich niet door
het hele huis verspreiden
- Zoek tijdens het eten afleiding, bijvoorbeeld door televisie te kijken of
een boek, een krant of een tijdschrift te lezen
- Vermijdt geuren van voedingsmiddelen die aversie oproepen
- Laat familie en vrienden rekening houden met mogelijke geuraversies
- ‘Eet verstandig’ wanneer het eten helemaal niet smeer smaakt, dat wil
zeggen eet voornamelijk voedingsmiddelen die bijdragen aan de handhaving/verbetering van de voedingstoestand
Tabel 2. Voedingsadviezen voor patiënten met smaak- en reukstoornissen.
Het psychisch welbevinden wordt voornamelijk bepaald
door organen en orgaansystemen waarvan de mens de
werking niet bewust merkt. De gevolgen ervan worden wel
opgemerkt, maar worden vaak niet aan de eigenlijke oorzaak toegeschreven. Zo wordt ook de bijdrage van het
reukzintuig aan het alledaagse gevoelsleven pas opgemerkt als er een verandering in de smaak- en/of reukgewaarwording is opgetreden.
Eten is voor veel mensen een sociale aangelegenheid.
Velen genieten ervan om gezellig uit eten te gaan of vrienden voor het eten uit te nodigen. Veel personen met een
smaak- en/of reukstoornis ervaren eten in een restaurant
Nederlands Tijdschrift voor Tandheelkunde
209
Psychosociale aspecten
120 | april 2013
Vissink e.a.: Oral medicine 5
- Laat niets bij voorbaat weg uit de voeding, behalve zoute en
sterk gekruide voedingsmiddelen (deze kunnen namelijk het
mondslijmvlies irriteren) en voedingsmiddelen die aversie oproepen
- Probeer veel verschillende producten uit. Gerechten die vroeger niet zo lekker smaakten, worden nu wellicht wel gewaardeerd en andersom.
- Serveer de maaltijdonderdelen apart in geval van een gemalen
of gepureerde voeding. Hierdoor kan de smaak van de verschillende onderdelen beter worden geproefd
- Eet bij een geconditioneerde smaakaversie niet vlak voor of
vlak na radiotherapie
- Medicamenteuze stimulatie van de speekselsecretie kan bij
een verminderde smaak als gevolg van een lage speekselproductie worden overwogen (pilocarpine; maximaal 4 dd 5 mg).
Een tandarts of een mondhygiënist kan de patiënt hierover informeren.
Tabel 3. Specifieke voedingsadviezen voor patiënten met smaak- en reukstoornissen ten gevolge van kanker.
echter niet meer als gezellig omdat de kenmerkende restaurantgeur niet meer wordt waargenomen. Ook het eten
met vrienden of familie kan teleurstellend zijn, zowel voor
de persoon met een smaak- en/of reukstoornis zelf als
voor zijn gezelschap. Het eten dat met de grootste zorgvuldigheid is bereid, wordt door de persoon met de reuk- en/
of smaakstoornis als smakeloos of zelfs vies ervaren. Bij de
persoon zelf kan dit leiden tot schuldgevoelens en het gevoel niet te worden begrepen. Een veelvuldig gehoorde opmerking van familieleden van iemand met een smaak- en/
of reukstoornis is dat het eten dat de patiënt voor hen
kookt veel te zout en te scherp is. Mensen die plezier hadden in koken, kunnen ten gevolge van de smaak- en/of
reukstoornis hun hobby of zelfs hun beroep verliezen.
Niet alleen aan de smaak, ook aan het gevoel van veiligheid en vertrouwdheid dragen geuren bij. Iemand die
zijn reukperceptie heeft verloren, mist een belangrijk
alarmzintuig. Bedorven voedsel, brandlucht en rook kunnen niet (goed) meer worden waargenomen. Als mensen
hun reukperceptie kwijtraken, kunnen zij zich angstig en
onveilig gaan voelen. Algemeen kan worden gesteld dat
smaak- en reukstoornissen een ernstige, negatieve invloed
hebben op het psychisch welbevinden.
Een patiënt kan op verschillende manieren omgaan
met zijn reuk- en/of smaakstoornis. De volgende copingstrategieën worden gebruikt door mensen met smaak- en/
of reukstoornissen (Getchell et al, 1991): wegvluchten van
het probleem, steun zoeken bij anderen, de ernst van de
aandoening bagatelliseren, zoeken naar de zogenaamde
‘betekenis’ van de stoornis, verantwoordelijkheid nemen
voor de aandoening en/of actie ondernemen om het probleem (proberen) op te lossen. Deze copingstrategieën dragen bij aan het psychische welbevinden van de patiënt,
ongeacht de ernst en de mate van de smaak- en/of
reukstoornis. Begrip en steun van naasten blijkt een belangrijke factor te zijn voor het al dan niet kunnen verwer-
Nederlands Tijdschrift voor Tandheelkunde
O n d e r zo e k e n w e t e n s c h a p
ken van de stoornis. De oorzakelijke verklaring die de
patiënt zelf geeft voor de smaak- en/of reukstoornis hoeft
niet altijd overeen te komen met de werkelijke medische
oorzaak, maar speelt wel een belangrijke rol bij de acceptatie van de stoornis.
Het is niet duidelijk wat de beste opstelling van zorgverleners is. Omdat patiënten verschillende copingstrategieën
hanteren, kunnen goedbedoelde adviezen van zorgverleners
en naasten soms meer kwaad dan goed doen. Zeker voor
diëtisten is het belangrijk rekening te houden met het feit
dat iedere patiënt op zijn eigen manier omgaat met een
smaak- en/of reukstoornis. Omdat eten een sociale aangelegenheid is, kan het praten over smaak- en/of reuk (negatieve) emoties oproepen. Diëtisten dienen hierop voorbereid
te zijn en er respectvol mee om te gaan.
Vooral permanente smaak- en/of reukstoornissen door
soms een onduidelijke oorzaak en smaak- en reukstoornissen als gevolg van radio- en/of chemotherapie in het
hoofd-halsgebied kunnen de levenskwaliteit drastisch verminderen. Als een patiënt problemen ondervindt met de
verwerking van een chemosensorische stoornis dient niet
alleen de expertise van een diëtist maar ook die van een
maatschappelijk werker of psycholoog te worden ingeroepen, waarbij het doel van de interventie acceptatie van het
probleem is.
Slotbeschouwing
Smaak- en reukstoornissen kunnen een belangrijke invloed hebben op de voedselinname. Hoewel ook het tegenovergestelde voorkomt in de vorm van gewichtstoename,
leiden smaak- en reukstoornissen in de meeste gevallen
tot ongewenst gewichtsverlies. Dit is vooral het geval bij
smaak- en reukstoornissen als gevolg van kanker of de behandeling ervan. Niet alleen tijdens maar ook na radioen/of chemotherapie in het hoofd-halsgebied kan de
smaak- en reukperceptie langdurig en soms permanent
zijn verstoord. Hoewel genezing van de kanker kan zijn bereikt, kan de levenskwaliteit negatief worden beïnvloed
door een smaak- en/of reukstoornis. Voedingsadviezen
dienen daarom niet alleen ter verbetering van de voedingstoestand, maar ook ter verbetering van de levenskwaliteit
van zowel de patiënt als de mensen in zijn omgeving. Diëtisten dienen hierop alert te zijn en zo nodig de hulp van
andere zorgverleners in te schakelen. De rol van mondhygiënisten en tandartsen betreft vooral het geven van adviezen over de mondverzorging en het gebruik van
mondspoelmiddelen.
Literatuur
* Getchell TV, Doty RL, Bartoshuk LM. Smell and taste in health and
disease. New York: Raven Press, 1991.
* Nieuw Amerongen A van, Veerman ECI, Vissink A. Speeksel, speekselklieren en mondgezondheid. Houten: Bohn Stafleu van Loghum,
2008.
* Ship JA, Weiffenbach JM. Age, gender, medical treatment, and medication effects on smell identification. J Gerodontol 1993; 48: M26-M32.
* Ship JA. The influence of aging on oral health and consequences for
210
120 | april 2013
Vissink e.a.: Oral medicine 5
O n d e r zo e k e n w e t e n s c h a p
taste and smell. Physiol Behav 1999; 66: 209-215.
* Vissink A, Jager-Wittenaar H, Visser A, Spijkervet FKL, Weissenbruch
R van, Nieuw Amerongen A van. Oral medicine 3. Anatomie, fysiologie
en diagnostische overwegingen bij smaak- en reukstoornissen. Ned
Tijdschr Tandheelkd 2013a; 120: 36-41.
* Vissink A, Jager-Wittenaar H, Visser A, Spijkervet FKL, Weissenbruch R
van, Nieuw Amerongen A van. Oral medicine 4. Klinische aspecten, gevolgen en behandeling van smaak- en reukstoornissen. Ned Tijdschr
Tandheelkd 2013b; 120: 155-162.
Summary
Oral medicine 5. Dietary counselling and psycho-social aspects of
chemosensory disorders
Chemosensory disorders may result in loss of body weight and sometimes
in gain of body weight. Therefore, dietary advice is an essential part of the
counselling and treatment of patients with a chemosensory disorder. In cases
involving a chemosensory disorder, a distinction has to be made between
general dietary advice and advice during and after a patient’s period of chemotherapy or radiotherapy. The aim of dietary advice is the improvement of a
patient’s nutritional condition and the patient’s well-being. In case of serious
problems related to dealing with a chemosensory disorder, psycho-social
counselling may be considered.
Bron
A.Vissink1, H. Jager-Wittenaar1, A. Visser1, F.K.L. Spijkervet1, R. van
Weissenbruch2, A. van Nieuw Amerongen3
Uit 1de afdeling Kaakchirurgie van het Universitair Medisch Centrum
Groningen, 2de afdeling Keel-, Neus- en Oorheelkunde van het Wilhelmina Ziekenhuis in Assen en 3de afdeling Conserverende en Preventieve
Tandheelkunde van het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam
(ACTA)
Datum van acceptatie: 14 oktober 2012
Adres: prof. dr. A. Vissink, UMC Groningen. postbus 30.001, 9700 RB
Groningen
[email protected]
Verantwoording
Dit artikel is een actualisering van een eerder in dit tijdschrift gepubliceerd
artikel: Vissink A, Weissenbruch R van, Nieuw Amerongen A van. Smaaken reukstoornissen Ned Tijdschr Tandheelkd 2001; 108: 229-236.
Nederlands Tijdschrift voor Tandheelkunde
211
120 | april 2013
Download