EUROPESE COMMISSIE Brussel, 26.4.2016 COM(2016) 232 final 2016/0122 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie en haar lidstaten, en de voorlopige toepassing van een protocol bij de Europees-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Arabische Republiek Egypte, anderzijds, in verband met de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie NL NL TOELICHTING De Europees-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Arabische Republiek Egypte, anderzijds (hierna "de overeenkomst" genoemd), is op 25 juni 2001 ondertekend. De overeenkomst is op 1 juni 2004 in werking getreden. Overeenkomstig zijn Akte van toetreding stemt de Republiek Kroatië ermee in toe te treden tot de ondertekende of gesloten internationale overeenkomsten van de Europese Unie en haar lidstaten door middel van een protocol bij die overeenkomsten. Bijgaand voorstel vormt het rechtsinstrument voor de ondertekening en voorlopige toepassing van het protocol bij de overeenkomst, in verband met de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie. Wat de oorsprongsregels betreft, zijn de EU en de Arabische Republiek Egypte overeengekomen, bij Besluit nr. 1/2015 van de Associatieraad EU-Egypte van 21 september 20151, dat het nieuwe protocol 4 bij de overeenkomst dient te verwijzen naar de Regionale Conventie betreffende de pan-Europees-mediterrane preferentiële oorsprongsregels, waarin de oorsprongsregels zijn neergelegd en waarin is voorzien in cumulatie van oorsprong tussen de Europese Unie, Egypte en andere overeenkomstsluitende partijen met ingang van 1 februari 2016. Om die reden zal artikel 3 (oorsprongsregels) van het protocol dat aan dit besluit is gehecht, slechts de periode beslaan tussen de toetreding van de Republiek Kroatië tot de EU en de inwerkingtreding van Besluit nr. 1/2015. Bij een besluit van de Raad van 14 september 20122 heeft de Raad de Commissie gemachtigd onderhandelingen te openen met de betrokken derde landen over de sluiting van de desbetreffende protocollen. De onderhandelingen met de Arabische Republiek Egypte zijn succesvol afgesloten op 29 oktober 2015. Het voorgestelde protocol maakt de Republiek Kroatië overeenkomstsluitende partij bij de overeenkomst en verbindt de Unie ertoe een authentieke versie van de overeenkomst in de Kroatische taal voor te leggen. De Commissie acht de resultaten van de onderhandelingen bevredigend en verzoekt de Raad zijn goedkeuring te hechten aan bijgaand besluit betreffende de ondertekening en de voorlopige toepassing van het protocol. 1 PB L 334 van 22.12.2015, blz. 62. Besluit van de Raad waarbij machtiging wordt verleend tot het openen van onderhandelingen over aanpassing van door de Europese Unie of door de Europese Unie en haar lidstaten ondertekende of gesloten overeenkomsten met een of meer derde landen of internationale organisaties, in verband met de toetreding tot de Europese Unie van de Republiek Kroatië (Raadsdocument 13351/12 LIMITED). 2 NL 2 NL 2016/0122 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie en haar lidstaten, en de voorlopige toepassing van een protocol bij de Europees-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Arabische Republiek Egypte, anderzijds, in verband met de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 217, in samenhang met artikel 218, lid 5, Gezien de Akte van toetreding van de Republiek Kroatië, en met name artikel 6, lid 2, Gezien het voorstel van de Europese Commissie, Overwegende hetgeen volgt: NL (1) De Europees-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Arabische Republiek Egypte, anderzijds3 (hierna "de overeenkomst" genoemd), is op 25 juni 2001 ondertekend. De overeenkomst is op 1 juni 2004 in werking getreden. (2) De Republiek Kroatië is op 1 juli 2013 toegetreden tot de Europese Unie. (3) Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van de Akte van toetreding van de Republiek Kroatië, dient de toetreding van de Republiek Kroatië tot de overeenkomst te worden geregeld door middel van een protocol bij de overeenkomst. Daarbij wordt een vereenvoudigde procedure toegepast, waarbij een protocol wordt gesloten door de Raad, handelend met eenparigheid van stemmen namens de lidstaten, en het betrokken derde land. (4) Op 14 september 2012 heeft de Raad de Commissie gemachtigd onderhandelingen te openen met de betrokken derde landen in verband met de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Unie. De onderhandelingen met de Arabische Republiek Egypte zijn succesvol afgesloten met de parafering van het protocol in Brussel op 29 oktober 2015. (5) Het protocol dient namens de Europese Unie en haar lidstaten te worden ondertekend, onder voorbehoud van de sluiting ervan op een later tijdstip. (6) Het protocol dient voorlopig te worden toegepast in afwachting van zijn inwerkingtreding, overeenkomstig artikel 8, lid 3, van het protocol, 3 PB L 304 van 30.9.2004, blz. 39. 3 NL HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD: Artikel 1 Er wordt namens de Unie en haar lidstaten machtiging verleend voor de ondertekening, namens de Unie en haar lidstaten, van het Protocol bij de Europees-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Arabische Republiek Egypte, anderzijds, in verband met de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie, onder voorbehoud van de sluiting ervan. De tekst van het protocol is aan dit besluit gehecht. Artikel 2 Het secretariaat-generaal van de Raad stelt het volmachtinstrument op waarbij de persoon (personen) die daartoe door de onderhandelaar over het protocol is (zijn) aangewezen, machtiging wordt verleend het protocol, onder voorbehoud van de sluiting ervan, te ondertekenen. Artikel 3 Het protocol wordt voorlopig toegepast met ingang van 1 juli 2013, overeenkomstig artikel 8, lid 3, van het protocol, in afwachting van de inwerkingtreding. Artikel 4 Dit besluit treedt in werking op … Gedaan te Brussel, Voor de Raad De voorzitter NL 4 NL