Sara Billens Kay Sanders 2 BALO B Inhoudstafel – Volksliederen Binnen welke thema’s kan je dit gebruiken? .................................................................... 3 Wat is een volkslied?............................................................................................................. 3 Ontstaan van volksliederen .................................................................................................. 3 Wat is er kenmerkend aan de melodie van een volkslied? ............................................ 3 Wanneer wordt een volkslied gespeeld en/of gezongen? ............................................. 3 Het Belgisch volkslied (= De Brabançonne) ...................................................................... 4 Bladmuziek ........................................................................................................................... 6 Het Vlaams volkslied.............................................................................................................. 7 Bladmuziek ........................................................................................................................... 7 Verschillende genres ............................................................................................................. 8 Jazz ....................................................................................................................................... 8 Rappen ................................................................................................................................... 9 Rock ..................................................................................................................................... 10 R&B ...................................................................................................................................... 11 Bibliografie ............................................................................................................................ 12 PIMP MY VOLKSLIED ................................................................................................... 13 Voor lesfase 1 .............................................................................................................. 15 Voor lesfase 2 .............................................................................................................. 15 Voor lesfase 3 .............................................................................................................. 15 Voor lesfase 4 .............................................................................................................. 16 Andere ideeën.............................................................................................................. 17 ______________________ 1 Volksliederen Voorwoord Voor onze examenopdracht hebben we gewerkt rond ‘volksliederen’. Niet omdat dit het onderwerp is dat ons het meeste aansprak maar wel omdat we regelmatig naar de voetbal kijken en zagen dat het volkslied bij vele niet meer gekend is. We weten dat dit kan zijn omdat de spelers de taal niet kennen, omdat ze te geconcentreerd zijn op de match, omdat het hen niet boeit, … Maar volgens ons heeft het ook wel een beetje te maken met het feit dat de melodie van het volkslied verouderd is. Met andere woorden, het is niet meer in. We vonden dat hier iets moest aan gedaan worden zodat zowel voetballers als alle andere Belgen het lied aantrekkelijker vinden en het een eer vinden om hun volkslied te mogen zingen. 2 1. Binnen welke thema’s kan je dit gebruiken? - België Olympische spelen Koningshuizen … 2. Wat is een volkslied? De term ‘volkslied’ heeft twee betekenissen en kan dus ook op twee manieren omschreven worden. Een eerste omschrijving is een lied dat leeft in de mond van het volk. Dit is een lied waarbij vooral de actieve zang centraal staat, het is in de eerste plaats om gezongen te worden en niet om gehoord te worden. Een tweede omschrijving van het begrip ‘volkslied’ is een lied dat dienst doet als volks- of staatssymbool voor een volk, al dan niet samenvallend met of in een staatkundig verband. Dit wil dus zeggen dat ook een volk of natie zonder eigen staat ook een eigen volkslied kan hebben, net als een regio of soms zelfs een stad of een dorp. 3. Ontstaan van volksliederen Sommige volksliederen zijn echt al heel. In de 18de en 19de eeuw is de trend van volksliederen pas echt opgekomen. Het was in die tijd dat volkeren of staten een eigen volkslied gingen kiezen. Deze volksliederen kwamen echter op onder invloed van de Romantiek en het opkomend nationalisme in Europa. 4. Wat is er kenmerkend aan de melodie van een volkslied? Weinig volksliederen zijn geschreven door bekende auteurs of componisten. Ze zijn relatief kort en eenvoudig. Verder is de melodie meestal sterk tijdgebonden waardoor hun muzikale waarde meestal verschillend beoordeeld wordt. Deze melodie heeft bijna altijd een marstempo. Dit wil zeggen dat het haast altijd in ¾ wordt gespeeld. Er zijn natuurlijk wel enkele uitzonderingen op deze typische kenmerken. 5. Wanneer wordt een volkslied gespeeld en/of gezongen? Het is een traditie om het staats-volkslied te spelen bij het ontvangst van een staatshoofd. Maar ook bij het begin van een internationale sportwedstrijd of voor het eren van de winnaars van een internationale sportwedstrijd. Verder wordt het ook vaak gespeeld bij plechtige gelegenheden. Het is zo dat de luisteraars, afkomstig uit het land waarvan het volkslied gespeeld wordt, opstaan 3 en meezingen tijdens het spelen. In sommige landen is het ook de gewoonte om bij het zingen de rechterhand op hun hart te leggen. Normaal gesproken wordt er niet mee gezongen met het volkslied van een ander land. 6. Het Belgisch volkslied (= De Brabançonne) De Brabançonne is het nationaal volkslied van België. Oorspronkelijk werd het in het Frans geschreven maar later is er ook een Nederlandse en een Duitse versie van geschreven. Het Belgisch nationaal volkslied werd geschreven door Louis Alexandre Dechet. Hij was een toneelspeler in de Brusselse muntschouwburg waar in Augustus 1830 de Belgische omwenteling begon. Dit was een burgerlijke revolutie tegen Willem I die tot de onafhankelijkheid van België heeft geleid. Louis Alexandre Dechet, beter gekend als Jenneval, wilde de grieven van de Belgen in enkele coupletten samenvatten en koning Willem I herinneren aan de verwachtingen van het volk. De eerste versie van het lied vraagt dus niet naar de Belgische onafhankelijkheid maar Jenneval wou wel dat de Nederlandse koning de rechten der Belgen ging erkennen. In 1860 werd de tekst door de toenmalige eerste minister Charles Rogier aangepast. In 1926 preciseerde een rondschrijven van het ministerie van Binnenlandse zaken dat enkel de laatste strofe van de tekst van Charles Rogier als de officiële versie van de hymne beschouwd moest worden. De huidige Nederlandstalige versie werd pas in 1938 officieel goedgekeurd. De bijhorende muziek werd gecomponeerd door François Van Campenhout. In Brussel staat er een monument dat de Brabançonne heet. Op dit monument staat voor een stuk de Nederlandse en Franse tekst van het volkslied gebeiteld. Nederlandse tekst O dierbaar België O heilig land der Vaad'ren Onze ziel en ons hart zijn u gewijd. 4 Aanvaard ons kracht en het bloed van onze ad'ren, Wees ons doel in arbeid en in strijd. Bloei, o land, in eendracht niet te breken; Wees immer u zelf en ongeknecht, Het woord getrouw, dat g' onbevreesd moogt spreken: Voor Vorst, voor Vrijheid en voor Recht. Het woord getrouw, dat g' onbevreesd moogt spreken: Voor Vorst, voor Vrijheid en voor Recht. Voor Vorst, voor Vrijheid en voor Recht. Voor Vorst, voor Vrijheid en voor Recht. Franse tekst O Belgique, ô mère chérie, A toi nos coeurs, à toi nos bras, A toi notre sang, ô Patrie ! Nous le jurons tous, tu vivras ! Tu vivras toujours grande et belle Et ton invincible unité Aura pour devise immortelle : le Roi, la Loi, la Liberté ! Aura pour devise immortelle : le Roi, la Loi, la Liberté ! le Roi, la Loi, la Liberté ! le Roi, la Loi, la Liberté ! Duitse tekst O liebes Land, o Belgiens Erde, Dir unser Herz, Dir unsere Hand, Dir unser Blut, dem Heimatherde, Wir schwören's Dir, o Vaterland! So blühe froh in voller Schöne, Zu der die Freiheit Dich erzog, Und fortan singen Deine Söhne; Gesetz und König und die Freiheit hoch! Und fortan singen Deine Söhne; Gesetz und König und die Freiheit hoch! Gesetz und König und die Freiheit hoch! (bis) 5 6.1 Bladmuziek 6 7. Het Vlaams volkslied Het Vlaams volkslied, beter gekend als de Vlaamse leeuw bestaat in zeven versies. De tekst en het lied ontstonden in 1847 naar aanleiding van een discussie over volks- en nationale liederen. Bij deze discussie was Hippoliet van Peene ( 1811 – 1864) aanwezig en het was voor hem de aanleiding om de Vlaamse Leeuw te dichten. Hierbij heeft hij zich laten inspireren door het strijdgedicht van de Duitser Nikolaus Beckers. De Vlaamse Leeuw is dus een strijdlied dat later algemeen erkend werd als nationaal lied van de Vlamingen. De melodie van het lied is gecomponeerd door Karel Miry. 7.1 Bladmuziek 7 8. Verschillende genres Een muziekgenre is een categorisch en typologisch concept dat muzikale geluiden zoals behorend tot een bepaalde categorie en een type van muziek identificeert die van andere soorten muziek kunnen worden onderscheiden. Het genre is een gemeenschappelijk concept dat groot commercieel en esthetisch belang heeft. Er bestaan altijd meningsverschillen over de definitie van een genre. Een muziekgenre, of een subgenre, kan worden bepaald door technieken, de stijl, de context en de thema’s. Ook geografische oorsprong wordt soms gebruikt om een genre te bepalen, hoewel één enkele geografische categorie normaal een grote verscheidenheid van subgenres zal omvatten. 8.1 Jazz Met de term ‘jazz’ wordt een op improvisatie gebaseerde muziekstijl bedoeld die ontstaan is in New Orleans uit een kruisbestuiving van folk, blues, negrospirituals, ragtime en klassieke muziek. De bijbetekenis van het woord jazz is zeer energieke dans. De belangrijkste bron van de jazz ligt waarschijnlijk in Afrika. De Afrikanen die als slaven naar Amerika gebracht werden, brachten hun traditionele, sterk ritmische muziek mee. 8 8.2 Rappen Het woord ‘rappen’ komt uit de Amerikaanse straattaal en betekent praten. Verder is rap de afkorting voor Rhymes en Poetry. Rap is één van de elementen van de hiphopcultuur. Een rapper is de uitvoerende artiest en wordt ook wel Master of Ceremonies genoemd. Veel artiestennamen van rappers beginnen van ook met MC. Een rapper vertelt op een ritmische wijze een tekst of improviseert, meestal op een beat, maar soms ook a capella. 9 8.3 Rock Rock is subgenre van popmuziek. Het wordt meestal gekenmerkt door een bezetting van gitaar, basgitaar en drums, aangevuld met zang en/of andere instrumenten. Rock werd populair in de Verenigde Staten tijdens de jaren vijftig, waar het evolueerde uit genres zoals rythem en blues en country. Naast rock is er ook nog hardrock. Hardrock is de muziekstroming die is voortgevloeid uit rock. Deze stroming wordt gekenmerkt door een hard klinkende elektrische gitaar. Het tempo in de muziek is vaak hoog, de zang-, gitaar-, en orgelpartijen wisselen elkaar en vullen elkaar aan. Net zoals bij jazz is een pakkende riff belangrijk om als kapstok voor de song te fungeren. Ook het stevige zangwerk waarin fors wordt uitgehaald met de stem mag niet ontbreken. 10 8.4 R&B R&B is een verzamelnaam voor vele soorten muziek. Oorspronkelijk is het een afkorting van Rythem en Blues, een muziekstijl die in de jaren veertig onstond uit een vermenging van jazz, bleus en gospel. De muziek werd voornamelijk gemaakt door zwarte muzikanten en beluisterd door zwarte mensen. Tegenwoordig is R&B een zeer populaire muziekstijl, die geproduceerd en beluisterd wordt door een veel breder publiek. Door de jaren heen zijn er uit R&B weer verschillende andere stijlen onstaan. Soul, funck en hiphop zijn hier goede voorbeelden van. R&B en hiphop worden vaak ook gemengd in liedjes 11 Bibliografie Boeken FOGTELOO, M , Het nationale volkslied, A.W. Bruna Uitgevers, Utrecht, 2000, 554 CD’s Het nationale volkslied, A.W. Bruna Uitgevers, Utrecht, 2000 Internet R&B, internet, 15 mei 2010, (http://intranet.grundel.nl/grassroots/Mijn%20webs/R%20and%20B.htm) Hardrock, 15 mei 2010, (http://www.muziekweb.nl/WW/WW033/onderwerp.php?h=198) 12 PIMP MY VOLKSLIED Lesdoelen - - Materiaal - Leeftijdsgroep Lesduur Leerplan Lesverloop 1 - De leerlingen kunnen een bestaand volkslied opfrissen door gebruik te maken van verschillende, andere muziekstijlen, zoals: rappen, jazz, rock en R&B. De leerlingen kunnen de kenmerken van de muziekstijlen (rappen, jazz, hardrock en R&B) achterhalen en opsommen. De leerlingen kunnen afstand nemen van de bestaande melodie. De leerlingen kunnen hun opgefrist volkslied voorbrengen voor de klas, rekening houdend met de verschillende kenmerken van de muziekstijl waarop zij hun volkslied hebben toegepast. De leerlingen kunnen elkaars voorstelling kritisch beoordelen door gebruik te maken van een waardeschaal. De leerlingen kunnen verwoorden wat ze van de opdracht vonden. - Cd met voorbeelden van de verschillende muziekstijlen (rappen, jazz, hardrock en R&B). 4 Cd’s met loops van elke muziekstijl. 4 Cd-spelers de tekst van de Brabançonne (Belgisch volkslied) naamkaartjes van de verschillende stijlen waardeschaal - derde graad 100’ VVKBaO: 1.3 – 5.1 – 7.1 – 9.2 – 11.1 – 12.1 OVSG: 4.3 GO: 2.3 – 2.3 a – 2.4 Lkr laat een fragment zien van het begin van een voetbalmatch waarbij de spelers hun nationaal volkslied zingen en hierbij hun hand op hun hart plaatsen. Lkr stelt volgende vragen aan de leerlingen: Wat hebben jullie gezien? Wat doen de voetballers? Welke beweging maken ze hierbij? Doet iedereen hetzelfde of zie je verschillen? Wat zingen ze? Kenden jullie dit al? Vanwaar kende je dit? Zingt iedereen mee? Waarom zouden ze niet meezingen? Vinden jullie dit een leuk/hip liedje, melodie? Zouden we dit leuker kunnen maken? Kunnen opfrissen? Hoe zouden we het lied hipper kunnen maken? … - In het fragment is er te zien en te horen dat de Brabançonne wordt afgespeeld. Je kan ook zien dat de meeste voetballers het lied niet meezingen omdat ze het niet kennen, omdat ze anderstalig zijn, omdat ze geen zin hebben of gewoon omdat het geen aantrekkelijke melodie 13 2 - - - is. Je kan het lied hipper maken door gebruik te maken van een andere, meer modernere muziekstijl. - Lkr bespreekt dit verder met de leerlingen. Lkr zegt dat ze nu de Brabançonne hipper gaan maken door gebruik te maken van verschillende, andere muziekstijlen. Vooraleer de leerlingen dit kunnen uitvoeren moeten ze eerst kennismaken met de verschillende stijlen en hun kenmerken. Lkr hangt naamkaartjes van 4 verschillende stijlen aan bord, namelijk: rappen, jazz, hardrock en R&B. Lkr legt de opdracht uit: Lkr laat verschillende fragmenten (één van elk: rappen, jazz, hardrock en R&B) horen. Het is de bedoeling dat de leerlingen het juiste naamkaartje bij de juiste stijl kunnen plaatsen. Wanneer er onenigheid bestaat onder de leerlingen wordt er gestemd om tot een unaniem besluit te komen. Lkr bespreekt elk fragment aan de hand van volgende vragen: Waardoor denk je dat dit liedje deze stijl is? Kan je bepaalde kenmerken geven of achterhalen, door naar de muziek te luisteren, die typisch zijn voor deze muziek? … Kenmerken rappen - praten op muziek, op een ritmische manier - over alledaagse dingen - (rijm)tekst of improvisatie jazz - improvisatie swing gebruik van instrumenten zoals: saxofoon, … verschillende melodieën door elkaar met een harmonische klank pakkend riff hardrock - vooral gitaar, basgitaar en drum - hard klinkende elektrische gitaar - vaak hoog tempo R&B 3 invloeden uit jazz Lkr schrijft de voornaamste kenmerken aan bord. - De groepen worden verdeeld (4 groepen van 4) en elke groep krijgt een Cd met loops, een Cd-speler en de tekst van de Brabançonne ter beschikking. De leerlingen kiezen 1 loop waar ze de tekst van de Brabançonne moeten op toepassen en houden hierbij rekening met de geziene kenmerken. Lkr gaat rond en stuurt bij waar nodig. Afstappen van de melodie doe je door: - door de melodie te vergeten; - door een paar keer naar de nieuwe melodie/het ritme te luisteren; 14 - door de tekst toe te passen op de nieuwe melodie. De leerlingen krijgen 40 minuten de tijd om dit voor te bereiden. 4 - 5 - De leerlingen komen groepje per groepje naar voor en laten horen wat zij ervan hebben gemaakt. De andere leerlingen moeten niet alleen luisteren maar worden ook omgetoverd tot juryleden. Hiervoor krijgen zij een waardeschaal waar zij, volgens verschillende criteria, moeten aanduiden of het groepje hier al dan niet aan voldeed. Lkr bespreekt na elk groepje de waardeschalen van de andere leerlingen. Lkr laat zo alle groepjes aan bod komen. Lkr bespreekt met de leerlingen wat zij van de les vonden aan de hand van volgende vragen: Was het moeilijk om de oude melodie te vergeten? Ging het vlot om de tekst op een nieuwe melodie te zetten? Vonden jullie dit een leuke opdracht? Denk je dat de voetballers en al de andere mensen die dit soms moeten zingen, jullie versie liever zullen zingen dan de oude versie? … Voor lesfase 1 Een fragment van een voetbalmatch waarbij de meeste spelers de Brabançonne niet meezingen. Tijdens het volkslied is het de bedoeling dat de spelers hun hand op hun hart plaatsen. Belgisch volkslied = Brabançonne: De muziek is gecomponeerd door François van Campenhout. http://www.youtube.com/watch?v=eTRugUETCYo Voor lesfase 2 Rappen liedje: Bad Influence zanger, zangeres of groep: Eminem Jazz liedje: Israël zanger, zangeres of groep: Bill Evans Hardrock liedje: Highway to hell zanger, zangeres of groep: ACDC R&B liedje: Yeah! zanger, zangeres of groep: Usher Voor lesfase 3 Cd met loops 15 Tekst Brabançonne O dierbaar België O heilig land der Vaad'ren Onze ziel en ons hart zijn u gewijd. Aanvaard ons kracht en het bloed van onze ad'ren, Wees ons doel in arbeid en in strijd. Bloei, o land, in eendracht niet te breken; Wees immer u zelf en ongeknecht, Het woord getrouw, dat g' onbevreesd moogt spreken: Voor Vorst, voor Vrijheid en voor Recht. Het woord getrouw, dat g' onbevreesd moogt spreken: Voor Vorst, voor Vrijheid en voor Recht. Voor Vorst, voor Vrijheid en voor Recht. Voor Vorst, voor Vrijheid en voor Recht. Partituur http://home.planet.nl/~jschoone/be_nl.pdf Voor lesfase 4 Waardeschaal Namen Liep de tekst mooi gelijk met de nieuwe melodie? Hebben ze zich aan het gekozen genre gehouden? Hebben ze zich aan de tekst gehouden? groep 1: groep 2: groep 3: groep 4: 16 Andere ideeën - - - De leerlingen krijgen de melodie van het Belgisch volkslied te horen. Het is de bedoeling dat zij op deze melodie een eigen klaslied gaan ontwerpen. Dit zouden we doen door het refrein met heel de klas samen te maken zodat de leerlingen duidelijk weten wat de bedoeling is. Nadien wordt de klas in groepen opgedeeld en mag elke groep een strofe bedenken voor het klaslied. Om ervoor te zorgen dat de leerlingen niet teveel gaan afwijken van de originele versie en om het goed op de melodie te laten passen moeten de leerlingen rekening houden met het aantal lettergrepen, het aantal zinnen, het aantal woorden, … De leerlingen krijgen de melodie van het Belgisch volkslied te horen. Het is de bedoeling dat zij op deze melodie een nieuwe tekst gaan verzinnen waarin ze België gaan opwaarderen. Ze doen dit door het vermelden van: typische producten, belangrijke personen, mooie plekjes, … Hierdoor gaan de leerlingen ook kennismaken met de typische kenmerken van België. Je zou dit eventueel kunnen gebruiken als verwerking van je thema ‘België’ omdat de leerlingen alles wat ze hebben geleerd kunnen toepassen. … opmerkingen dirk: om deze les te optimaliseren werk je beter met loops uit allerlei muziekgenres. Deze loops zijn te vinden op de andere dvd’s onder de term muziekgenres. De waardenschaal meer zoals in het hoekenwerkfiche 4e lj “ik vind deze muziek..” 17