RECHT & INFOMATICA Dr. Bertel de Groote Contracteren in het buitenland IPR 3de lic rechten UGent – academiejaar 2003-2004 Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Elektronische handel – een uitdaging voor het internationaal privaatrecht • Toename van grensoverschrijdende activiteit • Mogelijkheden van het medium • Werking van het medium • Aanbieder: verminderde keuzemogelijkheid al dan niet op de globale markt op te treden • Rol aanbieder • Rol afnemer Enkele internationaal privaatrechtelijke bedenkingen Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Elektronische handel – situering van de internationaal privaatrechtelijke vragen Frictie • Afbakening soevereiniteitsuitoefening : territoriale begrenzing • Menselijke activiteit – Technologische ontwikkeling ~ toenemende grensoverschrijding IPR bepaalt welke elementen (bevoegdheids-, aanknopingsfactoren) een casus binnen de soevereiniteitsuitoefening van een staat brengen – Ordening van internationaal rechtsverkeer Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Internationaal privaatrechtelijke vragen – uitingsvormen Rechterlijke bevoegdheid Rechtskeuzerecht Erkenning/Tenuitvoerlegging Antwoord: internationaal privaatrecht s.l. Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Internationaal privaatrechtelijke bronnen – selectie – Internationale bevoegdheid • • • • • EEX EVEX EEX-Verordening Gemeen recht (ipr-codex ?) Initiatieven Haagse Conferentie Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Internationaal privaatrechtelijke bronnen – selectie – Conflictenrecht • EVO (verbintenissen uit overeenkomst) • EVO-II (?? verbintenissen uit onrechtmatige daad) • Haagse Koopverdragen (conflictenrecht/materieel recht) • Weens Koopverdrag ! materieel recht ! • E-commerce Richtlijn herkomstlandbeginsel • Gemeen recht (IPR-codex) Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR EEX-Verordening Algemene bevoegdheidsregel Bijzondere bevoegdheidsregel Forumclausule Consumentenovereenkomsten Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR EEX-Verordening – Algemene bevoegdheidsregel Art. 2 – Forum rei – Verweerder geniet thuisvoordeel • Aanbieder of afnemer leidt procedure in • E-commerce – elektronisch contact vaak geïnitieerd (?) door afnemer => gevolg – Bedenkingen • Elektronische omgeving doet geen afbreuk aan belang van onderliggende principe • Belangrijk vangnet • Belang van alternatieven Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR EEX-Verordening – Bijzondere bevoegdheidsregel Art. 5, 1 – Verbintenissen uit overeenkomst Plaats van verbintenis die aan de eis ten grondslag ligt • Quid? • Rol van conflictenrecht Bijkomende complexiteit: plaatsbepaling en onlinediensten • Plaats van ontvangst (?) – (analoog: art. 21,7°, k) BTWWetboek (03-07-1969)) • Oplossing: overeenkomst – Let op: fictieve plaatsbepaling Elektronisch contract versus geschreven document: • betwisting betreffende bestaan van de overeenkomst: gevolg • Parallel met forumclausules (EEX-Vo) Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR EEX-Verordening – Bijzondere bevoegdheidsregel Art. 5, 1 – Verbintenissen uit overeenkomst EEX-Verordening -> vermoede plaats van uitvoering Basis van vermoeden: centrale rol van leveringsverplichting bij geschillen VERMOEDEN • Lokalisatie van plaats van uitvoering die aan de eis ten grondslag ligt • Plaats in lidstaat waar de verkochte roerende lichamelijke zaken volgens de overeenkomst geleverd werden of hadden moeten worden • Analoog voor dienstverlening – Interpretatie: volgens overeenkomst ??? • Geen bepaling van plaats van levering bij onlinediensten Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR EEX-Verordening – Bijzondere bevoegdheidsregel Art. 5, 3 – Verbintenissen uit onr. daad EEX-Verordening -> vermoede plaats van uitvoering Schadebrengende feit: ontdubbelde interpretatie Omvang van uitgeoefende bevoegdheid Gevaar van mondiale bevoegdheidsuitoefening • Schade en toegankelijkheid (Payline) • Schade en bestemming (Koi) • Dow Jones v. Gutnick (publicatie – plaats server) Stakingsvordering • EEX-Verordening – dreigende schade Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR EEX-Verordening – Forumclausule Art. 24 – Stilzwijgen Art. 23 – Expliciet • 1 der partijen woonplaats in lidstaat • Beperkingen bij consumentenovereenkomsten • Voorrang op art. 2 en op art. 5 • Vormvereisten => waarborgen van toestemming • Schriftvereiste – Elke elektronische mededeling waardoor de overeenkomst duurzaam geregistreerd wordt • Algemene voorwaarden – Click-wrap • Taal Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR EEX-Verordening – Consumentenovereenk. Art.15 – Uitgangspunt: forum consument (als eiser – daarenboven forum verkoper -of verweerder) – Voorwaarde in EEX-Verdrag: Cons.-overeenko. plus • Bij overeenkomst met betrekking tot verstrekking van diensten of levering van roerende lichamelijke zaken (! Afbetaling !) • sluiting van de overeenkomst in de staat waar de consument woonplaats heeft voorafgegaan door bijzonder voostel of reclame EN • consument heeft in die Staat de voor de sluiting van die overeenkomst noodzakelijke handelingen verricht. Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR EEX-Verordening – Consumentenovereenk. – Moeilijkheden in elektronische handel – Bijzonder voorstel of reclame : quid ? • Webiste, e-mail, banner, zoekmachine – Oplossing: EEX-Vo • In alle andere gevallen, de overeenkomst is gesloten met een persoon die commerciële of beroepsactiviteiten ontplooit in de lidstaat waar de consument woonplaats heeft, of dergelijke activiteiten met ongeacht welke middelen richt op die lidstaat of op meerdere staten met inbegrip van die lidstaat, en de overeenkomst onder die activiteiten valt. Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR EEX-Verordening – Consumentenovereenk. • Bedenkingen – Actief/passief (cfr. V.S. Zippo) – Andere marketing-activiteiten – Afbakenbaarheid – honereren redelijke inspanningen? – Impact vrij verkeer: consument & aanbieder – Resultaat: voorlopig onzekerheid Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR EVO Basis: Rechtskeuze door partijen “Een overeenkomst wordt beheerst door het recht dat partijen hebben gekozen” (art. 3) – rechtskeuze in algemene voorwaarden : geldigheid • geldigheid van rechtskeuze gekozen recht (art. 3, 4 juncto 8,1) • partij kan, om te bewijzen dat zij haar toestemming niet heeft verleend, beroep doen op recht van land van haar gewone verblijfplaats, indien het niet redelijk zou zijn de gevolgen van haar gedrag te bepalen aan de hand van gekozen lex causae (art. 8, 2) Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR EVO Afwezigheid rechtskeuze – nauwste verbondenheid (art. 4) “Voor zover geen keuze overeenkomstig art. 3 van het op de overeenkomst toepasselijke recht is gedaan, wordt de overeenkomst beheerst door het recht van het land waarmee zij het nauwst is verbonden” Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR EVO Consumentenovereenkomsten • Inhoud Waarborg bescherming wet staat verblijfplaats consument Beperking wilsautonomie (bescherming niet wegbedingbaar) Aanknoping bij aanwezigheid van rechtskeuze Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR EVO Voorwaarden consumentenbescherming • Rechtskeuze kan consument niet de bescherming ontnemen die hij geniet op grond van de dwingende bepalingen van het land waar hij zijn gewone verblijfplaats heeft indien • Sluiting van de overeenkomst in dat land voorafgegaan door bijzonder voorstel of publiciteit en • indien consument in dat land de voor de sluiting van de overeenkomst noodzakelijke handelingen heeft verricht • Geen afwijking voor overeenkomst op afbetaling Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR EVO Consumentenbescherming - bedenkingen • Ratio : Bescherming van passieve consument Moeilijkheid in virtuele context onderscheid toe te passen tussen actieve en passieve consument • Kwalificatieproblematiek: • bijzonder voorstel of reclame • Wanneer is sprake van “webvertentie”? • In staat van verblijfplaats consument • Geografische afbakenbaarheid • Relevantie van verplichting dat consument in staat van verblijfplaats handelingen voor tostandkoming overeenkomst stelt ?? Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR EVO Consumentenbescherming - bedenkingen • Evaluatie beschermingsniveau • Uit oogpunt consument • Uit oogpunt van “verkoper” • Internet als distributiekanaal • Ontwikkeling e-commerce • Belang van harmonisatie inzake consumentenbescherming • Verschillen EEX-Vo en EVO • RomeI-Vo op komst gelijkschakeling? Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR EVO Consumentenbescherming – bijk. hypotheses • Heeft de wederpartij van de consument of zijn vertegenwoordiger de bestelling van de consument in land van gewone verblijfplaats consument ontvangen? moeilijk toepasbaar bij verkoop op afstand in virtuele omgeving • Kaffeefahrten • Assimilatie: virtuele kaffeefahrten Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR EVO Dwingende bepalingen • Art. 7 EVO – Gevolg toekennen aan het recht van een ander land waarmede het geval nauw is verbonden – indien en voor zover deze bepalingen volgens het recht van het laatstgenoemde land toepasselijk zijn, ongeacht het recht dat de overeenkomst beheerst. – Rekening houden met: aard en strekking, alsmede met de gevolgen die uit de toepassing of niet-toepassing van deze bepalingen zouden voortvloeien. – toepassen van bepalingen van het recht van het land van de rechter die ongeacht het op de overeenkomst toepasselijke recht, het geval dwingend beheersen Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR EVO Openbare Orde • Art. 16 EVO – De toepassing van het aangewezen recht kan slechts terzijde worden gesteld indien deze toepassing kennelijk onverenigbaar is met de openbare orde van het land van de rechter Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR EXCURSUS – Rome II VOORSTEL VAN DE COMMISSIE VOOR EEN ERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN VAN DE RAAD BETREFFENDE HET RECHT DAT VAN TOEPASSING IS OPNIETCONTRACTUELE VERBINTENISSEN ("ROME II") Brussel, 22.7.2003 COM(2003) 427 definitief Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR EXCURSUS – Rome II Art. 3 – Algemene regel 1. Het recht dat van toepassing is op de niet-contractuele verbintenis is het recht van het land waar de schade is ontstaan of dreigt te ontstaan, ongeacht in welk land de schadeveroorzakende gebeurtenis zich heeft voorgedaan en ongeacht in welk(e) land(en)sprake is van indirecte gevolgen van de schade. 2. Wanneer evenwel de persoon die aansprakelijk wordt gesteld, en de persoon die schade lijdt, hun gewone verblijfplaats in hetzelfde land hebben op het tijdstip waarop de schade zich voordoet, wordt de nietcontractuele verbintenis beheerst door het recht van dit land. 3. Wanneer, in weerwil van de leden 1 en 2, uit het geheel der omstandigheden blijkt dat de niet-contractuele verbintenis kennelijk nauwere banden met een ander land heeft, is het recht van dat andere land van toepassing. Een kennelijk nauwere band met een ander land kan met name berusten op een reeds bestaande betrekking tussen de partijen, zoals een contract dat een nauwe band heeft met de desbetreffende niet-contractuele verbintenis. Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR EXCURSUS – Rome II Art. 4 – Aansprakelijkheid voor producten met gebreken Art. 5 – Oneerlijke concurrentie 1. Op een niet-contractuele verbintenis die voortvloeit uit een daad van oneerlijke concurrentie is het recht van toepassing van het land waar de concurrentieverhoudingen of de collectieve belangen van consumenten rechtstreeks en aanzienlijk worden geschaad of dreigen te worden geschaad. 2. Indien een daad van oneerlijke concurrentie uitsluitend de belangen van een bepaalde concurrent schaadt, is artikel 3, leden 2 en 3, van toepassing [lees: recht van diens verblijfplaats]. Analogie: locus delicti, als plaats van intreden van schade Markt waarop daad van oneerlijke concurrentie betrekking heeft Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR EXCURSUS – Rome II 6 – Inbreuken op de persoonlijke levenssfeer en op persoonlijkheidsrechten .Art. Art. 7 – Milieu-inbreuk Art. 8 – Inbreuk op intellectuele eigendomsrechten Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR WHP Omzetting richtlijn verkoop op afstand – art. 82, § 4 WHP : “Een beding dat de wet van een Staat die geen lid is van de Europese Unie op de overeenkomst toepasselijk verklaart, wordt wat de in deze afdeling geregelde aangelegenheden betreft als nietig en verboden gehouden wanneer de overeenkomst een nauwe band vertoont met het grondgebied van één of meerdere lidstaten”. Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR WHP Omzetting richtlijn verkoop op afstand • Basis: art. 20 EVO voorrang van internationaal privaatrechtelijke bepalingen voor bijzondere gebieden in het gemeenschapsrecht • Nauwe band :bij. verblijfplaats van consument in een lidstaat • Gevolg : gewaarborgde toepassing van geharmoniseerde bepalingen inzake verkoop op afstand Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR WHP Omzetting richtlijn onrechtmatige bedingen – art. 33, § 2 WHP : “ Een beding dat de wet van een Staat die geen lid is van de Europese Unie op de overeenkomst toepasselijk verklaart, wordt wat de in deze afdeling geregelde aangelegenheden betreft voor niet geschreven gehouden wanneer bij gebreke van dat beding de wet van een Lidstaat van de Europese Unie toepasselijk zou zijn en die wet de consument in de genoemde aangelegenheden een hogere bescherming verleent” Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Wet E-handel Het beginsel van vrij verrichten van diensten herkomstlandbeginsel Art. 5 Wet E-handel Afwijkingen van het beginsel van vrij verrichten van diensten herkomstlandbeginsel Art. 6 Wet E-handel ? Internationaal privaatrechtelijke impact ? Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Wet E-handel Basis: art. 3 Rlijn 2000/31 – interne marktbepaling 1. Iedere lidstaat zorgt ervoor dat de diensten van de informatiemaatschappij die worden verleend door een op zijn grondgebied gevestigde dienstverlener voldoen aan de in die lidstaat geldende nationale bepalingen die binnen het gecoördineerde gebied vallen. 2. De lidstaten mogen het vrije verkeer van diensten van de informatiemaatschappij die vanuit een andere lidstaat worden geleverd, niet beperken om redenen die vallen binnen het gecoördineerde gebied. Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Wet E-handel Basis: art. 3 Rlijn 2000/31 – interne marktbepaling 1. Broncontrole Overweging 22 – bescherming algemene belangen en verbetering wederzijds vertrouwen tussen lidstaten Overweging 22 - Waarborgen vrij dienstverkeer en rechtszekerheid voor diensteverleners en afnemers onderwerping dienst aan rechtstelsel van lidstaat van vestiging dienstverlener Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Wet E-handel Basis: art. 3 Rlijn 2000/31 – interne marktbepaling 2. verbod vrij verkeer te beperken om redenen die binnen gecoördineerd gebied vallen Gecoördineerd versus geharmoniseerd bedenkingen Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Wet E-handel Gecoördineerd gebied? (art. 2,h Rlijn 2000/31) “…de in de nationale rechtsstelsels vastgelegde vereisten voor dienstverleners van de informatiemaatschappij en diensten van de informatiemaatschappij, ongeacht of die vereisten van algemene aard zijn dan wel specifiek daarop zijn toegesneden: i) Het gecoördineerde gebied omvat vereisten waaraan de dienstverlener moet voldoen met betrekking tot: - het starten van een activiteit van een dienst van de informatiemaatschappij, zoals vereisten inzake kwalificatie, vergunning en aanmelding, Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Gecoördineerd gebied? (art. 2,h Rlijn 2000/31) - het uitoefenen van een activiteit van een dienst van de informatiemaatschappij, zoals vereisten inzake gedrag van de dienstverlener, vereisten inzake kwaliteit en inhoud van de dienst inclusief inzake reclame en contracten, of vereisten inzake aansprakelijkheid van de dienstverlener. ii) Het gecoördineerde gebied omvat niet vereisten met betrekking tot: - goederen als zodanig, - de levering van goederen, - diensten die niet langs elektronische weg verleend worden. Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Overweging 21 Rlijn 2000/31 – toelichting bij gebrip “gecoördineerde gebied” “… Het gecoördineerde gebied heeft alleen betrekking op vereisten voor on-lineactiviteiten zoals on-lineinformatie, on-linereclame, on-linewinkelen en onlinecontracten, en niet op wettelijke vereisten van de lidstaten voor goederen, zoals veiligheidsnormen, etiketteringsvoorschriften of aansprakelijkheid van goederen, dan wel de vereisten van de lidstaten in verband met de levering of het vervoer van goederen, met inbegrip van distributie van geneesmiddelen. De uitoefening van het preferentiële recht door overheidsinstanties met betrekking tot bepaalde goederen, zoals kunstwerken, valt niet onder het gecoördineerde gebied”. Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Wet E-handel Basis: art. 3 Rlijn 2000/31 – interne marktbepaling Discussie: invloed op de werking van het internationaal privaatrecht? Piste 1: art. 3 verwijzingsregel (aanwijzing land van “oorsprong”) Variant: recht van land van oorsprong, m.i.v. internationaal privaatrecht Piste 2: art. 3 règle d’application immédiate Piste 3: art. 3 – correctie op werking ipr Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Wet E-handel Basis: art. 3 Rlijn 2000/31 – interne marktbepaling Invloed op werking van internationaal privaatrecht - overwegingen Art. 1,4 Richtlijn 2000/31 Deze richtlijn bevat geen aanvullende regels op het gebied van het internationale privaatrecht en laat de bevoegdheid van de rechtelrijke instanties onverlet Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Wet E-handel Basis: art. 3 Rlijn 2000/31 – interne marktbepaling Invloed op werking van internationaal privaatrecht – overwegingen Overweging 23 Rlijn 2000/31 Deze richtlijn heeft niet ten doel aanvullende regels op het gebied van het internationale privaatrecht voor wetsconflicten vast te stellen en laat de bevoegdheden van de rechterlijke instanties onverlet. Bepalingen van het aan de hand van het internationale privaatrecht aangewezen toepasselijke recht mogen niet leiden tot een beperking van de vrijheid om diensten van de informatiemaatschappij aan te bieden zoals die zijn omschreven in deze richtlijn. Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Wet E-handel Basis: art. 3 Rlijn 2000/31 – interne marktbepaling Invloed op werking van internationaal privaatrecht - overwegingen Bevoegdheid terugvallen op klassieke bevoegdheidsregelen Toepasselijk recht betekenis van art. 3, rekening houdend met art. 1, 4 Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Wet E-handel Basis: art. 3 Rlijn 2000/31 – interne marktbepaling Invloed op werking van internationaal privaatrecht – Nuances bij belang van discussie - Art. 1, h gecoördineerd gebied - Art.3, 3 uitsluiting van in bijlage genoemde gebieden - Art. 3, 4 conditionele mogelijkheid beperkende maatregelen te treffen voor bepaalde dienst van de informatiemaatschappij - Contractuele context art. 4,1 EVO leidt vaak tot recht van lidstaat van oorsprong - Belang vooral extra-contract.: bijv. reclame (klassiek IPR; marktprincipe) Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Wet E-handel Basis: art. 3 Rlijn 2000/31 – interne marktbepaling Invloed op werking van internationaal privaatrecht – Nuances bij belang van discussie Uitsluitingen Bijlage I - Wilsautonomie - Consumentenovereenkomsten - Vormvereisten contracten onr. goed. - Ongevraagde commerciële communicatie Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Wet E-handel Bijlage I In artikel 3, lid 3, bedoelde gebieden waarop artikel 3, leden 1 en 2, niet van toepassing zijn: - auteursrechten, naburige rechten, rechten bedoeld in Richtlijn 87/54/EEG en in Richtlijn 96/9/EG, alsmede industriëleeigendomsrechten; - de uitgifte van elektronisch geld door instellingen waarvoor de lidstaten een van de in artikel 8, lid 1, van Richtlijn 2000/46/EG, bedoelde afwijkingen hebben toegepast; - artikel 44, lid 2, van Richtlijn 85/611/EEG; - artikel 30 en titel IV van Richtlijn 92/49/EEG, titel IV van Richtlijn 92/96/EEG, de artikelen 7 en 8 van Richtlijn 88/357/EEG en artikel 4 van Richtlijn 90/619/EEG(8); Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Wet E-handel Bijlage I - de vrijheid van de partijen om het op hun contract toepasselijke recht te kiezen; - contractuele verplichtingen betreffende consumentenovereenkomsten; - de formele geldigheid van contracten waarbij rechten op onroerende zaken ontstaan of worden overgedragen, indien op deze contracten ingevolge het recht van de lidstaat waar de onroerende zaak is gelegen, verplichte vormvereisten van toepassing zijn; - de toelaatbaarheid van ongevraagde commerciële communicatie per elektronische post. Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Wet E-handel Basis: art. 3 Rlijn 2000/31 – interne marktbepaling Invloed op werking van internationaal privaatrecht – Nuances bij belang van discussie Conditionele mogelijkheid beperkende maatregelen te nemen Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Conditionele mogelijkheid beperkende maatregelen te nemen Materieel - Noodzaak in functie van volgende doelstellingen: openbare orde, volksgezondheid, openbare veiligheid, bescherming van consumenten - Ten aanzien van dienst die hieraan afbreuk doet of dreigt te doen (ernstig gevaar) - Evenredigheid Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Conditionele mogelijkheid beperkende maatregelen te nemen Formeel - Verzoek aan lidstaat van vestiging om nodige maatregelen te treffen - Bedkendmaking Commissie en lidstaat van voornemen beperkende maatregelen te treffen - Uitzondering bij urgentie - Controle door Commissie Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Conditionele mogelijkheid beperkende maatregelen te nemen Toelichting Overweging 24 – Rlijn 2000/31 Ook in burgerlijke procedure Overweging 25 Nationale rechtbanken, met inbegrip van burgerlijke rechtbanken, die privaatrechtelijke geschillen behandelen, kunnen onder de in deze richtlijn gestelde voorwaarden maatregelen nemen om af te wijken van de vrijheid om diensten van de informatiemaatschappij aan te bieden. Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Conditionele mogelijkheid beperkende maatregelen te nemen Toelichting Overweging 26 – Rlijn 2000/31 Lidstaten mogen hun nationale voorschiftten op het strafrecht en de strafvervolging toepassen om alle onderzoeks-of andere maatregelen te kunnen nemen die nodig zijn voor de opsporing en vervolging van strafbare feiten Onder de in deze richtlijn gestelde voorwaarden Geen noodzaak om Commissie in te lichten Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Conditionele mogelijkheid beperkende maatregelen te nemen Bedenkingen bij Belgische omzetting: art. 2 Wet 11 maart 2003 betreffende bepaalde juridische apsecten van de deisnten van de ifnromatiemaatschappij als bedoeld in art. 77 G.W. Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Art. 3, 4-6 Rlijn 2000/31 4. De lidstaten kunnenm aatregelen nemen om voor een bepaalde dienst van de informatiemaatschappij van lid 2 af te wijken, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan: a) De maatregelen moeten: i) Noodzakelijk zijn voor één van de volgende doelstellingen: - de openbare orde, in het bijzonder de prventie van, het onderzoek naar, de opsporing en de vervolging van strafbare feiten, waaronder de bescherming van minderjarigen en de bestrijding van het aanzetten tot haat wegens, ras, geslacht, godsdienst of nationaliteit en van schendingen van de menselijke waardigheid ten aanzien van individuen, Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Art. 3, 4-6 Rlijn 2000/31 - De bescherming van de volksgezondheid, - De openbare veiligheid, met inbegrip van het waarborgen van de naitonale veiligheid en defensie, - De bescherming van consumenten, met inbegrip van beleggers; i) worden genomen gen aanzien van een bepaalde diesnt van de informatiemaatschappij waardoor afbreuk wordt gedaan aan de onder i) genoemde doelstellingen of een ernstig gevaar daarvoor onststaat; ii) Evenredig zijn aan die doelstellingen Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Art. 3, 4-6 Rlijn 2000/31 b) De lidstaat moet, alvorens de betrokken maatregelen te nemen en onverminderd eventuele rechtszaken, met inbegrip van het vooronderzoek en in het kader van een strafrechtelijk onderzoek verrichte handelingen: - de in lid 1 bedoelde lidstaat verzoeken maatregelen te nemen, maar deze is daar niet of onvoldoende op ingegaan - De Commissie en de in lid 1 bedoelde lidstaat in kennis stellen van zijn voornemen om de betrokken maatregelen te nemen Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Art. 3, 4-6 Rlijn 2000/31 5. In urgente gevallen kunnen de lidstaten afwijken van de in lid 4, onder b), genoemde voorwaarden. In dat geval moeten de Commissie en de in lid 1 bedoelde lidstaat onverwijld in kennis gesteld worden van de maatregelen en van de redenen van de urgentie. 6. Onverminderd de mogelijkheid voor de lidstaat om de uitvoering van de betrokken maatregelen voort te zetten, gaat de Commissie zo spoedig mogelijk na of de haar ter kennis gebrachte maatregelen verenigbaar zijn met het Gemeenschapsrecht. Concludeert zij dat de maatregelen niet verenigbaar zijn, dan verzoekt zij de lidstaat in kwestie om van beoogde maatregelen af te zien of om de uitvoering onmiddellijk te staken. Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Wet E-handel Omzetting art. 3 Rlijn Art. 5 Wet 11 maart 2003 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij Art. 2 Wet 11 maart 2003 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Wet E-handel Omzetting art. 3 Rlijn Art. 5 Wet 11 maart 2003 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij Art. 2 Wet 11 maart 2003 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Wet E-handel Art. 5, lid 1 (Broncontrole) Het verrichten van diensten van de informatiemaatschappij door een op Belgisch grondgebied gevestigde dienstverlener moet aan de in België van toepassing zijnde vereisten voldoen Interpretatie? Van toepassing zijn => ruimte voor ipr? Règle d’application immédiate => afbakening toepassingsgebied Belgisch recht Multilateraliseerbaar? (“echte verwijzingsregel) Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Wet E-handel Art. 5, lid 2 (interne markt – afbouw beperkingen vrij verkeer) Het vrije verkeer van diensten van de informatiemaatschappij op Belgisch grondgebied, verricht door een in een andere lid-Staat van de Europese Unie gevestigde dienstverlener, is niet beperkt door de vereisten toepasselijk in België of in andere staten Interpretatie? Controle op gevolgen van aanwijzing van toepasselijk recht? Of, samengelezen, met art. 5, lid 2 multilateralisering van aanwijzing van recht van lidstaat van vestiging van dienstverlener Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Wet E-handel Interpretatie? Controle op gevolgen van aanwijzing van toepasselijk recht? Of, samengelezen, met art. 5, lid 2 multilateralisering van aanwijzing van recht van lidstaat van vestiging van dienstverlener Of, onderscheid, tussen behandeling door Belgische rechter van in België of in lidstaat gevestigde dienstverlener: Respectievelijk art. 5, lid 1 & art. 5, lid 2 Alternatief: ongeacht, teneinde dit onderscheid te vermijden, ongeacht plaats van vestiging: toepassing van recht van lidstaat van vestiging als minimum, toepassing van door conflictenrecht aangewezen recht in zoverre verenigbaar met beginsel van vrij verkeer van diensten Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Wet E-handel Bedenkingen Geen houvast in M.v.T. bij Wet E-handel Betekenis: overeging 23 Rlijn en art. 1,4 Rlijn (hernomen in M.v.T., p. 27) ?? Verantwoording onderscheid ipr e-handel en andere vormen van handel op afstand Verantwoording onderscheid Belgische rechter ten aanzien van in België of in andere lidstaat gevestigde dienstverlener Cumul: recht van lidstaat van vestiging als (minmum) + door “klassiek” conflictenrecht aangewezen recht ?? Ongeacht lidstaat van vestiging Correctie: vrij verkeer Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Wet E-handel Omzetting “gecoördineerd gebied” Art. 5, lid 3 Wet E-handel “Het eerste en het tweede lid zijn gericht op de specifieke of algemene vereisten inzake de diensten van de informatiemaatschappij en de verleners van deze diensten. Zij hebben geen betrekking op de vereisten inzake goederen als zodanig”. Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Wet E-handel Omzetting uitsluiting materies in Bijlage I bij Rlijn 2000/31 Art. 6 Wet E-handel In afwijking van artikel 5, blijven de hoofdstukken IIIbis, IIIter, Vbis en Vter van de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen van toepassing. In afwijking van artikel 5 is de reclame voor de verhandeling van aandleen van maatschappijen die collectief beleggen in effecten, zoals bedoeld in artikel 105 van de wet van 4 december 1990 op de financiële transacties en de financiële martken, onderwropen aan de wetgeving van de staat van verhandeling Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Wet E-handel Omzetting uitsluiting materies in Bijlage I bij Rlijn 2000/31 Art. 6 Wet E-handel Artikel 5 is niet van toepassing: 1° op de vrijheid van de partijen om het op hun contract toepasselijke recht te kiezen; 2° op de contractuele verplichtingen betreffende consumentenovereenkomsten … Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Wet E-handel Omzetting uitsluiting materies in Bijlage I bij Rlijn 2000/31 … 3° op het auteursrecht en de naburige rechten, rechten met betrekking tot de ligging van halfgeleidende producten, rechten sui generis inzake gegevensbanken, indsutriële eigendomsrechten; 4° wat betref de formele geldigheid van contracten waarbij rechten op onroerende zaken ontstaat of worden overgedragen, indien op die contracten ingevolge het recht van de lid-Staat van de Europese Unie waar de onroerende zaak is gelegen, verplichte vormvereisten van toepassing zijn; 5° op de toelating vna ongevraagde reclame via elektronische post. Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Wet E-handel Uitsluiting herkomstlandbeginsel – toelichting 1° WILSAUTONOMIE Rechtskeuzeclausule, waarmee beide partijen hebben ingestemd aanwijzing van recht van andere staat dan lidstaat van vestiging geen belemmering van vrij verkeer (precies omdat het een gevolg is van de wilsautonomie). Bedenking: wat met broncontrole? Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Wet E-handel Uitsluiting herkomstlandbeginsel – toelichting 2° CONTRACTUELE VERPLICHTINGEN BETREFFENDE CONSUMENTENOVEREENKOMSTEN Uitgangspunt: bescherming van de consument van de dwingende bepalingen betreffende contractuele verplichtingen van het recht van de lidstaat waar hij zijn gewone verblijfplaats heeft (overweging 55 Rlijn) Lijkt toegeschreven op art. 5, 2 EVO consument ontvangt bijzonder voorstel of publicatie Of veeleer iedere “consumentenovereenkomst” (art. 5, 1 EVO) Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Wet E-handel Uitsluiting herkomstlandbeginsel – toelichting 2° CONTRACTUELE VERPLICHTINGEN BETREFFENDE CONSUMENTENOVEREENKOMSTEN Contractuele verplichtingen Overweging 56 “…moeten deze verplichtingen aldus worden uitgelegd, dat zij informatie bevatten over de wezenlijke elementen van de contractinhoud, waaronder bepegrepen de rechten van de consument, die voor de beslissing om een overeenkomst aan te gaan doorslaggevend is” niet: voeren van publiciteit Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Wet E-handel Toegelaten beperking van het vrije verkeer Art. 2, Wet E-handel (art. 77 GW) §1 Onder de in §§2 tot 5 genoemde voorwaarden stelt de Koning, in afwijking van de bepalingen van artikel 5 [van de Wet E-handel], de modaliteiten vast volgens dewelke de overheden die hij aanduidt maatregelen kunnen nemen tot beperking van het vrije verkeer van een dienst van de informaatschappij geleverd door een in een andere lidstaat van de Europese Unie gevestigde dienstverlener Merk op Strekking van de maatregelen: t.a.v. individuele dienst(verlener), of groep diensten die bepaalde gemeenschappelijke kenmerken vertoont Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Wet E-handel Toegelaten beperking van het vrije verkeer Art. 2, Wet E-handel (art. 77 GW) §2 - 1° Rechtvaardigende doelstellingen - 2° Noodzaak van maatregelen - 3° Evenredigheid Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Wet E-handel Toegelaten beperking van het vrije verkeer Art. 2, Wet E-handel (art. 77 GW) Procedure § 3 Onverminderd de gerechtelijke procedures, met inbegrip van de daden in eht kader van een opsporingsonderzoek of een gerechtelijk onderzoek, moeten de overheden, bedoeld in § 1, alvorens maatregelen te nemen, de lid-Staat waarin de betrokken diesntverlener is gevestigd, verzoeken de nodige maatregelen te nemen om de in § 2, 1° bedoelde doelstellingen te waarborgen … Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Wet E-handel Toegelaten beperking van het vrije verkeer Art. 2, Wet E-handel (art. 77 GW) Procedure § 4 Indien de betrokken lid-Staat geen gevolg geeft aan dat verzoek of geenvoldoende maatregelen neemt, delen de overheden bedoeld in § 1 dit aan de onderzoeksrechter van het gerechtelijk arrondissement Brussel mee Eerst informeren zij de betrokken lid-Staat en de Europese Commissie van hun voornemen Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Wet E-handel Toegelaten beperking van het vrije verkeer Art. 2, Wet E-handel (art. 77 GW) Procedure § 5 In dringende gevallen en onder de voorwaarden vermeld in § 2, kunnen de overheden bedoeld in § 1 de mededeling aan de onderzoeksrechter onmiddellijk doen, op voorwaarde dat zij de Europese Commissie alsook de betrokken lid-Staat onverwijld van dit feit in kennis stellen. Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Wet E-handel Toegelaten beperking van het vrije verkeer Art. 2, Wet E-handel (art. 77 GW) Procedure § 5 Wanneer de onderzoeksrechter een mededeling ontvangen heeft…, kan hij middels een met redenen omkelede beschikking de dienstverleners die daartoe in staat zijn, gelasten de communicatietechniek die gebruikt wordt om de handelingen uit te voeren die het naleven van de doelstellingen in § 2, 1° in gevaar brengen of kunnen brengen, niet meer ter beschikking te stellen van de dienstverlener die gevestig is in een andere lid-Staat van de Europese Unie en dit binnen de perken en voor de duur die hij bepaalt en die één maand niet kan overschrijden De onderzoeksrechter kan de uitwerking van zijn beschikking één of meerdere keren verlengen; hij moet er een einde aan steleln zodra de omstandigheden die ze rechtvaardigen verdwenen zijn. Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Wet E-handel Toegelaten beperking van het vrije verkeer Art. 2, Wet E-handel (art. 77 GW) - Bedenkingen Art. 2 toepasselijk voor rechter, geconfronteerd met privaat geschil betreffende e-contract? • Hypothese 1: ja, gebonden door doelstellingen in § 2, 1°-3° en procedure in §3-§5 • Merk op: door Koning aangeduide “overheden” • Merk op: draagwijdte van “onverminderd gerechtelijke procedures…moeten de overheden” (§3 – vergelijk Rlijn Art. 3, 4, b)) • Merk op: overweging 26 Rlijn 2000/31 • Merk op: maatregelen nemen Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Wet E-handel Toegelaten beperking van het vrije verkeer Art. 2, Wet E-handel (art. 77 GW) - Bedenkingen Hypothese 2: ja, gebonden door doelstellingen in § 2, 1°-3° en niet door procedure in §3-§5 • Zie bedenkingen onder hypothese 1 • M.v.T., p. 29 voorrang afgeleid communautair recht, dus: buiten deze procedure geen mogelijkheid tot afwijking van “herkomstlandbeginsel” Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Wet E-handel Toegelaten beperking van het vrije verkeer Art. 2, Wet E-handel (art. 77 GW) - Bedenkingen Hypothese 3: niet in toepassingsgebied van art. 2 • Correcte omzetting van art. 3 Rlijn 2000/31? • Overweging 26 Rlijn 2000/31 • Recht toepasen dat vrij verkeer beperkt • Gronden in art. 2, §2 • Geen rechtvaardiging mogelijk • Rechtvaardiging primair EU-recht? Grensoverschrijdend contracteren – vragen van IPR Excursus – Vrijheid van vestiging Art. 4 Wet E-handel omzetting Art. 4 Rlijn 2000/31 1. Geen voorafgaandelijke vergunning of andere vereiste met gelijke werking nodig voor - starten/uitoefenen van activiteit van dienstverlener van de informatiemij. 2. Uitz.: vergunningen die niet specifiek en uitsluitend betrekking hebben op diensten van de informatiemaatschappij. Uit.z.: vergunningen – Titel III wet 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven (telecommunicatiediensten) Elektronisch factureren E-invoice specifieke les Conclusie Slotbedenkingen • Complexiteit • Juridische gelaagdheid • • • • Algemeen verbintenissenrecht Wet handelspraktijken (verkoop op afstand) Wet E-handel Internationaal privaatrecht • Internationale bevoegdheid • Toepasselijk recht herkomstlandbeginsel • Diversiteit aan (tegenstrijdige) belangen • • Aanbieder – vrij verkeer consument Conclusie Slotbedenkingen • Transparantie • Regelgevend • • Aantrekkelijkheid medium voor consument en aanbieder Informatieverplichting • Uit oogpunt van consument • Uit oogpunt van vrij verkeer • Consumentenbescherming • Kosten versus baten (aanbieders en consumenten) • Reëel of nog slechts formeel • Vereisten uit papieren omgeving naar elektronische omgeving • Spam Feed-back VRAGEN [email protected]