Visiedocument Cultuur Carintreggeland

advertisement
“Oprechte aandacht”
Visiedocument Cultuur
Carintreggeland
Hengelo, 30 oktober 2011
Werkgroep Visie Cultuur
Carintreggeland
Barry Kwast, Jos Olde Engberink,
Alouis Otten, Jos Otter,
Eric van Putten, Ruth Semmekrot
Inhoudsopgave
1.Inleiding…………………………………………………………………………….…3
2.Samenstelling en werkwijze werkgroep………………………….……3
3.Stilstaan of verder gaan?.........................................................3
4.Organisatie en cultuuraspecten…………………………………….……..4
5.Diagnose Carintreggeland……………………………………………….…...7
6.Gewenste waarden………………………………………………………….…11
7.Carintreggeland Cultuurontwikkeling………………………………………….13
7.1.Van nu naar de toekomst…………………………………………………………13
7.2.Wat is daarvoor nodig?...............................................................14
7.3.Succesfactoren…………………………………………………………………………16
7.4.Plan van aanpak……………………………………………………………………….17
8.Aanbevelingen aan de Raad van Bestuur…………………………………….18
Bijlagen
1.Het organisatieprofiel – hoofdvormen van organisatiecultuur…..19
2.HPO (High Performance Organization)……………………………………….20
3.Een ingangstoets om inzicht……………………………………………………...21
4.De kenmerken van de Nederlandse HPM………………………………....23
2
1.Inleiding
Het Strategisch Meerjarenbeleid 2012-2015 van Carintreggeland is vastgesteld en per 1 juli
2011 is er een naamswijziging. De Carint Reggeland Groep wordt Carintreggeland. De
verbinding en eenduidigheid van de organisatie wordt daarmee benadrukt. De huisstijl is
aangepast en vernieuwd. Daarnaast is de nota Krachtig en kansrijk (Contourennota voor een
‘Toekomstbestendige organisatiestructuur’) gepresenteerd aan alle medewerkers.
De ambitie is om vanuit een goede uitgangspositie, vanuit kracht, de Carintreggeland
organisatie in een zodanig kansrijke positie te brengen dat voor de lange termijn klanten
wederzijds profijtelijk geholpen kunnen worden door maximaal gebruik te maken van de
aanwezige talenten. Medewerkers moeten op een goede wijze tegemoet komen aan de
(zorg)vraag van de klant. Wij willen de klant én de medewerker faciliteren om ruimte te
geven aan de regie van de klant en zelfstandigheid van medewerkers.
Carintreggeland wil onderscheidend zijn, wil weten wat klanten willen en wil herkenbaar
zijn voor belanghebbenden. Externe ontwikkelingen vragen om daadkracht en
ondernemingskracht, maar zeker ook vertrouwen om duurzame relaties aan te gaan.
Wij willen daarvoor een cultuur ontwikkelen, waarin de identiteit herkenbaar is, waarden
duidelijk zijn en het gedrag consistent. De ambitie is het leveren van diensten op een
kwalitatief hoog niveau, waarbij de klanttevredenheid groot is, medewerkers deskundig en
trots kunnen zijn en de onderneming een goed imago heeft.
De Raad van Bestuur gaf ons als werkgroep ‘Visiedocument Cultuur Carintreggeland’ de
opdracht een voorstel te doen op welke wijze toe te groeien naar een herkenbare cultuur
voor Carintreggeland.
2.Samenstelling en werkwijze werkgroep
De werkgroep was als volgt samengesteld:
o Barry Kwast, programmamanager
o Jos Olde Engberink, directeur Regio Noord
o Alouis Otten, beleidsmedewerker
o Jos Otter, manager HRM
o Eric van Putten, manager P & O
o Ruth Semmekrot, manager Concernstaf
Lilian Kolker (research director health care HPO Center) gaf een presentatie over
‘Veranderen en verbeteren’.
In enkele brainstormsessies werden motieven en visies verkend, organisatie- en
cultuuraspecten gedefinieerd, een diagnose voor Carintreggeland gesteld, gewenste
waarden en accenten vastgesteld en tot slot een plan van aanpak opgesteld. De aanpak van
de werkgroep is terug te vinden in deze notitie: brainstormen, inventariseren en analyseren,
keuzes maken, het benoemen van succesfactoren, een plan van aanpak en uiteindelijk
aanbevelingen voor de Raad van Bestuur. Na presentatie en bespreking in het
Concernberaad zijn nog enkele aanpassingen aangebracht.
3
3.Stilstaan of verder gaan?
De tijd van stilstaan ligt ver achter ons. Het gevoel van tijdloosheid, dat omstandigheden niet
lijken te veranderen, zal mogelijk voor sommigen nostalgisch in de oren klinken, de realiteit
is allang een andere. Klanten denken en handelen vanuit een meerkeuzeperspectief,
medewerkers oriënteren zich in een meer flexibele arbeidsmarkt en zijn meer gericht op
eigen ontwikkeling, organisaties zijn maatschappelijk ondernemer, overheden
decentraliseren en markten worden geliberaliseerd. De realiteit verandert, maar de zorg
blijft vragen om daadkrachtige antwoorden met mensgerichte aandacht, verantwoorde zorg
en kwaliteit van dienstverlening. De transitie van de oude naar de nieuwe realiteit is in
onderstaande figuur weergegeven:
Figuur 1: transitie oude en nieuwe realiteit
Transitie--
Oude realiteit ------------------
Nieuwe realiteit
Overheid regulering
Verzorgingsstaat
Samenwerken
Zekerheid
Beheersen
Beleid
AWBZ
Zorg in natura
Overheid als overlegpartner
Sober pakket zorg
Forse marges
Markt
Civil society
Concurreren, samenwerken en
ontwikkelen
Onzekerheid en competitie
Ondernemen
Actieplannen
1
WMO, AWBZ, ZvW ,
particuliere markt
PGB, ZZP, particuliere inkoop
Cliënt als overlegpartner
Breed pakket diensten
Schrale basis in de WMO en AWBZ, winst
wellicht in ZvW en particulier
In dat kader is er niet een keuze van ‘stilstaan of verder gaan’, maar is het een consequent
anticiperen in een veranderend perspectief. Niet vanuit een overleven, maar gericht op het
bestendigen en versterken van de positie van Carintreggeland, voortbouwend op een
positief imago van haar voorgangers in Twente en omgeving.
Voldoende motieven om het cultuurprofiel van Carintreggeland onder de loep te nemen met
het doel een ontwikkeling in gang te kunnen zetten naar een herkenbare organisatie met
gedeelde waarden. Gedrag en competenties van medewerkers én de managementstijl
binnen Carintreggeland worden daarvan afgeleid.
In deze notitie wordt een aanzet gegeven voor een plan van aanpak voor het
ontwikkelproces.
4
4.Organisatie- en cultuuraspecten
Alvorens in te gaan op de cultuur van Carintreggeland wordt ingegaan op organisatie- en
cultuuraspecten. Om een diagnose te maken van de organisatiecultuur is ervoor gekozen
het onderzoeksmodel van Cameron en Quinn 2 te gebruiken. Het model is eveneens
gehanteerd bij een OCAI3 voor zorgondernemers (2008) en Reggeland (2008).
‘De organisatiecultuur is de belangrijkste factor die van invloed is op de resultaten. Dit
gegeven werd echter lange tijd genegeerd, wat zijn oorzaak vindt in het feit dat ze verwijst
naar waarden die als vanzelfsprekend worden beschouwd, naar onderliggende
veronderstellingen, naar verwachtingen, collectieve geheugens en definities die in de
organisaties aanwezig zijn. Ze heeft te maken met de ‘manier waarop het hier nu eenmaal
toegaat’. Ze weerspiegelt de dominante ideologie, die mensen in hun hoofd hebben zitten.
Ze verschaft de medewerkers een gevoel van identiteit, benevens een aantal ongeschreven
en vaak onuitgesproken richtlijnen voor het gedrag in de organisatie en ze vergroot de
stabiliteit van het sociale systeem zoals zij dat ervaren.’
Cameron en Quin onderscheiden 4 hoofdvormen:
- de hiërarchische cultuur
- de marktcultuur
- de familiecultuur en
- de adhocratiecultuur.
De vier hoofdvormen worden verbonden aan de verschillende waarden van
beheersbaarheid en stabiliteit, flexibiliteit en vrijheid van handelen, interne instandhouding
en integratie én externe positionering en differentiatie. Verder worden waarden toegekend
aan het type leiderschap, de effectiviteit en managementtheorie. Het model is hierna
schematisch weergegeven in figuur 2 en wordt in bijlage 1 uitgebreid beschreven.
2
3
‘Onderzoeken en veranderen van organisatiecultuur’ K.S.Cameron en R.E.Quin (2007, Academic Service)
OCAI = Organizational Culture Assessment Instrument
5
Fig.2: OCAI-model
Flexibiliteit
Adhocratiecultuur
Familiecultuur
•Loyaliteit
•Betrokkenheid
•Vriendelijke
werkomgeving
•Zorg voor elkaar
•Teamwork
•Innovatief
•Ondernemerschap
•Creativiteit
•Grenzen verleggen
•Procesvernieuwing
Interne Focus
Externe Focus
•Formeel
•Procedures
•Efficientie
•Hierarchie
•Soepele planning
•Voorspelbaarheid
•Resultaatgericht
•Competatief
•Marktwerking, aandeel
•Winstgevendheid, winnen
•Marktpositie ontwikkelen
•Interne concurrentie
•Klant als uitgangspunt
Hiërarchiecultuur
Marktcultuur
Stabiliteit/beheersing
Het model wordt gehanteerd bij de diagnose en keuze van culturen binnen organisaties en
zijn daarmee een uitgangspunt voor veranderstrategieën.
Carintreggeland streeft er naar om tot de best practice organisaties binnen de branche te
behoren en wil daarbij verder het model van de HPO (High Performance Organization) als
uitgangspunt hanteren. (Een uitgebreidere beschrijving van de peilers is in de bijlage 2 beschreven).
De definitie van HPO luidt als volgt:
“Een High Performance Organization (HPO) is een organisatie die betere resultaten behaalt
dan vergelijkbare organisaties, over een periode van tenminste 5 tot 10 jaar."
(A. de Waal, 2009)
De 5 HPO factoren die bepalen wat een organisatie een High Performance Organization
(HPO) maakt , zijn:
1. Kwaliteit van Management
Het management van een HPO is van een hoge kwaliteit en combineert integriteit en
coachend leiderschap met snelle besluitvorming.
2. Kwaliteit van Medewerkers
De werknemers van een HPO zijn divers, complementair en kunnen goed
samenwerken. Ze zijn flexibel en veerkrachtig ten dienste van het resultaat.
3. Openheid & Actiegerichtheid
De cultuur van een HPO betrekt iedereen intensief via dialoog en acties naar betere
prestaties.
6
4. Lange termijngerichtheid
De lange termijngerichtheid van een HPO geldt voor klanten en samenwerkingsorganisaties, maar vooral ook voor medewerkers. Management wordt door
promoties van binnenuit aangevuld.
5. Continue Verbetering & Vernieuwing
Een HPO kent haar onderscheidende kenmerk in de markt en laat alle medewerkers
continu bijdragen aan het verbeteren van haar processen, diensten en producten.
Figuur 3: De vijf factoren van een High Performance Organization
4
4
.Bron: www.hpocenter.nl/hpokenniscentrum
7
5.Diagnose Carintreggeland
Rapport :’Onderweg naar een zorgbedrijf’5
In het rapport ‘Onderweg naar een zorgbedrijf’ (2009) zijn resultaten beschreven van een
onderzoek op basis van de OCAI-methode. Het onderzoek werd gehouden bij managers CRG
(Regio Noord). Geconcludeerd wordt dat er in CRG een mix van culturen is met een accent
op de mensgerichte werksfeer, waarin collega’s en teamwork belangrijk zijn. Dominant is
de familiecultuur, een vriendelijke werkomgeving waar mensen veel met elkaar gemeen
hebben en een grote betrokkenheid heerst. Daarnaast is de adhocratiecultuur en in mindere
mate de hiërarchie- en marktcultuur aanwezig.
Als een meer ‘passende’ nieuwe cultuur wordt de adhocratiecultuur gezien, waar er iets
minder familiecultuur kan, maar wel belangrijk moet blijven. De gerichtheid op de
marktcultuur kan gelijk blijven, terwijl minder dominantie van een hiërarchiecultuur gewenst
is. In onderstaande figuur is de huidige cultuur rood weergegeven en in blauw de gewenste
cultuur. (Een meting in het Concernberaad (19-09-2011) naar het huidige en wenselijke
cultuurprofiel liet een nagenoeg gelijk beeld zien.)
Figuur 3: Huidige en gewenste cultuur.
Flexibiliteit
Familie
Intern
Adhocratie
40
30
20
10
0
Hiërarchie
Extern
Markt
Stabiliteit
Het onderzoek wijst uit dat managers zich vernieuwingsgezind opstellen en bereid zijn
risico’s te nemen, kenmerkend voor een adhocratiecultuur. Daarnaast faciliteren en
stimuleren zij (familiecultuur) en zijn ze producenten en concurrenten, hard en /of
veeleisend (marktcultuur). Managers worden minder ervaren als goede coördinatoren en
organisatoren (hiërarchiecultuur).
Om de nieuwe realiteit tegemoet te treden is een gedragsverandering vereist, waarbij het
gewenst is te komen tot een sterk collectief van managers. Zij spelen een cruciale rol in de
organisatiecultuur. Zij zijn de cultuurdragers, die gedrag voor een belangrijk deel afdwingen
en het patroon van gezag bepalen. Een absoluut commitment van managers is noodzakelijk
voor organisatie- en cultuurontwikkeling.
5
‘Onderweg naar een zorgbedrijf’ - Jos Olde Engberink MBA 2009
8
Het verbinden van de marktcultuur met de familie - en adhocratiecultuur is mogelijk door
hard op de inhoud en zacht op de mens te sturen. De ontwikkeling van de adhocratiecultuur
vraagt enerzijds meer ruimte, maar vraagt aan de andere zijde minder regels maar wel een
sterke sturing. Dit laatste gebeurt in de praktijk vaak onvoldoende. De hiërarchiecultuur
moet minder worden, maar wel goed ondersteund door ICT en sterke sturing.
figuur 4: Managen met twee handen
MANAGEN MET TWEE HANDEN
HARDE HAND, duidelijk zijn
ZACHTE HAND, leercontext creëren
-richting geven; doelen en resultaten
-ruimte geven; loslaten en stimuleren
-speelvelden afbakenen
dit is voor jou, dat is voor mij
-de ander in zijn rol helpen en ondersteunen
-commitment eisen
-vertrouwen en veiligheid bieden
-aanspreken; confronteren, druk zetten,
resultaten eisen, strepen trekken
-aanspreken; begrip en betrokkenheid tonen
zelf kwetsbaar opstellen
De stok achter de deur
Het warme bad
HPO Rapportage (2008)6
Op basis van een analyse van de scores van gezondheidsorganisaties in de HPO-database
komt naar voren dat een organisatie weliswaar moet werken aan alle vijf peilers (zie ook bijlage
2), om een excellerende organisatie te worden en te blijven, maar dat de prioriteit moet
liggen bij het aanpakken van de factoren ‘continu verbetering en vernieuwing’ en de
‘kwaliteit van het management’. Het verbeteren van deze twee factoren zal het snelst de
grootste impact op de (gezondheids)organisatie hebben. Een aantal zaken vallen daarbij op:
Alle organisaties leggen een grote nadruk op verbetering van de diensten,
processen, producten en kerncompetenties, waardoor de organisaties ‘fris’ blijven
en een leidende rol spelen in de sector. Helaas blijkt wel dat te vaak vooral de
processen onvoldoende echt worden verbeterd, versimpeld en goed op elkaar
afgestemd.
Alle organisaties zijn sterk klantgericht, waarbij veel van de organisaties ook
nadrukkelijk aandacht besteden aan de overige stakeholders en aan samenwerking
met partners. Hiermee verdienen de organisaties nadrukkelijk hun plaats in de
samenleving.
Veel van de organisaties hebben in potentie sterk en kwalitatief hoog management.
Echter, die potentie komt er nog te vaak onvoldoende uit waardoor het
management als onvoldoende sterk gekenschetst wordt. Met name wordt
onvoldoende voortvarend omgegaan met de niet-presteerders in de organisatie.
6
HPO Rapportage Carint Reggeland Groep (2008 – André de Waal Center for Orgazational Performance)
9
Medewerkers in de meeste organisaties moeten flexibeler en veerkrachtiger
worden, om zodoende de organisatie beter en effectiever te kunnen helpen bij de
transitie naar de HPO-status.
In de HPO-rapportage (2008) werden aan CRG een aantal verbeterpunten voorgesteld met
betrekking tot de factoren ‘continu verbetering en vernieuwing’ en ‘kwaliteit van het
management’. Een aantal acties is afgerond cq in gang gezet:
Het Strategisch Meerjarenbeleidsplan 2012 – 2015 is inmiddels vastgesteld met een
onderscheidende ambitie, programmalijnen en resultaatgerichte eindperspectieven.
Het programmamanagement is geborgd in het Strategisch Proces Model. Er wordt
gewerkt volgens de methodiek ‘projectmatig creëren’.
De onderlinge communicatie en kennisuitwisseling om tot meer en betere ideeën te
komen kan nog worden versterkt. Het management speelt een actieve rol in het
uitwisselingsproces.
De langetermijngerichtheid heeft accenten in het Strategisch Meerjarenperspectief
op basis waarvan duurzame relaties worden aangegaan met stakeholders.
De dialoog van het management en de betrokkenheid van medewerkers bij
bedrijfsprocessen wordt verstekt door een Krachtige en kansrijke transitie in een
organisatie vol talenten. 7
Er zijn verschillende trainingsprogramma’s voor het management, waarbij training
on-the-job en coaching-on-the-job onderdelen zijn en aandacht wordt besteed aan
het verhogen van de besluitvaardigheid, actiegerichtheid en effectiviteit.
Om een indruk te krijgen of de transitie van Carintreggeland naar een HPO kans van slagen
heeft, heeft de werkgroep ‘Visiedocument Cultuur Carintreggeland’ een HPO-ingangstoets
(zie bijlage 3) gedaan. De 10 vragen dienen als criteria alvorens een transitie in gang te zetten.
(Deze ingangstoets is herhaald in het Concernberaad 19-09-2011. De resultaten daarvan
worden cursief samengevat weergegeven in de bijlage 3).
Met zorg voor de toekomst (2010)8
Het visiedocument “Met zorg voor de toekomst” is een uiteenzetting van de zoektocht naar
balans. Balans in een organisatie in de turbulente zorgsector tussen ziel en zakelijkheid,
tussen zorg en zelfredzaamheid, tussen sturing en ondernemerschap en tussen
administratief expert en strategisch HR-partnerschap.
Conclusie van de zoektocht is dat het perspectief binnen de zorg dusdanig veranderd en nog
aan verandering onderhevig is, dat medewerkers en cliënten van een Carint Reggeland
Groep behoefte hebben aan een heldere, concrete en consistente visie op kwaliteit. Deze
visie zal van invloed zijn op het beleid, de structuur, de werkprocessen, de cultuur, de
besturing, het management en de medewerkers van de organisatie.
7
‘Krachtig & Kansrijk’ – transitie in een organisatie vol talenten - Projectgroep toekomstbestendige organisatie
(2011)
8
‘Met zorg voor de toekomst’ - (2010 – Jos Otter)
10
In een verdiepende analyse wordt het huidige profiel en het streefprofiel tegenover elkaar
geplaatst.
Figuur 5: Verdiepende analyse (deel van de analyse)
Verdiepende analyse
Huidige profiel
Streefprofiel
Cultuur
Cultuur
Couleur locale. Cultuur is in verschillende regio’s Cultuur gaat meer eenheid uitstralen van
en op verschillende locaties verschillend.
gedeelde waarden, waarbij de lokale eigenheid
ruimte krijgt om te blijven bestaan. Cultuur
draag de basiswaarde klantgerichtheid uit.
Besturing
Besturing
Formeel en centralistisch. Gestoeld op de Centralistische kaders met gedelegeerde
uitgangspunten van het HKZ, kwaliteitskeurmerk verantwoordelijkheden en bevoegdheden.
in de zorg. Sterk proceduregericht zonder dat Ruimte voor lokaal ondernemerschap. Vanuit
daar op output heldere managementinformatie centrale kaders met bijbehorende voordelen
sturen op output en resultaten.
voor beschikbaar is.
Management
Management
Binnen het management is er sprake van verschil Vakvolwassen integrale managers op alle lagen.
Management die coachend kunnen zijn richting
in kwaliteit. Het lager management is vaak nog
medewerkers in uitvoerende zorgfuncties.
kortdurend in dienst. Er is ook veel verloop
binnen deze managementlaag.
Management dat vanuit een voorbeeldfunctie
leiderschap toont en medewerkers in hun kracht
Middelmanagement is vaak al langere tijd in
zet. (KSF)
dienst. Het hoger management is ook nog maar
kort binnen de organisatie.
Medewerkers
Medewerkers
nemen
hun
eigen
Personeel is erg betrokken bij het vakgebied en Medewerkers
de zorgvrager. Medewerkers hebben gemiddeld verantwoordelijkheid om op een gezonde
een langdurig dienstverband. Gemiddelde manier duurzaam inzetbaar te zijn. Personeel is
leeftijd staat op 44 jaar. Er is binnen de herkenbaar op de kerncompetenties, klantsamenstelling sprake van 20% flexibele schil, gericht, kwaliteitsgericht en resultaatgericht.
over 2009 lag het ziekteverzuimpercentage op Medewerkers ervaren het als positief om deel uit
6,87% waarbij met name het langdurig verzuim te maken van een grote organisatie en voelen
opvallend te noemen was ten opzichte van de zich verbonden.
regio en de branche totaal.
Benchmark in de zorg 2011
In april 2011 werd door PWC in opdracht van Actiz de Benchmark in de zorg 2011 uitgevoerd
door middel van een medewerstevredenheidsonderzoek. De conclusies van het onderzoek
worden door managers met de teams besproken om na te gaan of medewerkers zich
herkennen in de resultaten van het onderzoek. Daarna worden verbeterpunten opgepakt.
Alhoewel het onderzoek niet specifiek gericht is op cultuuraspecten en hieronder slechts een
beperkte weergave wordt gegeven, zijn er bevindingen die in relatie gebracht kunnen
worden met de huidige cultuur in Carintreggeland:
o bijna 40% (iets lager dan gemiddeld in de sector) heeft van Carintreggeland heeft de
medewerkermonitor ingevuld
o over het algemeen zijn de scores in de thuiszorg positiever dan in de intramurale
onderdelen
o medewerkers hebben weinig vertrouwen dat er ook daadwerkelijk iets gebeurt met
de uitkomsten
11
o
o
o
o
o
o
o
ook wordt aangegeven dat er te weinig naar ze wordt geluisterd, dat ze te weinig
worden geïnformeerd en graag mee willen praten over keuzes die gemaakt worden
rondom de zorg aan cliënten
de werkbeleving scoort met 7,1 gelijk aan de score van de middengroep in de sector.
de socre op inspirerend leiderschap is met 6,3 lager dan de middengroep en de
communicatie is eveneens lager dan de middengroep
op het aspect van ondernemerschap wordt positiever gescoord dan de middengroep
de veranderingsbereidheid scoort doorgaans hoger bij een laag aantal dienstjaren en
grotere dienstverbanden
de werkbeleving, de aantrekkelijkheid van het werk en de toekomstgerichtheid
scoort hoger bij medewerkers die nog maar kort in dienst zijn
medewerkers met een functie paramedisch / medisch scoren op alle thema’s lager
dan medewerkers in alle andere functies binnen Carintreggeland.
6.Gewenste waarden
Het Strategisch Meerjarenbeleidsplan 2012-2015 geeft een beeld van de corporate identity
van Carintreggeland. Daarin zijn kernwaarden per programmalijn uitgewerkt.
Corporate identity
(Strategisch Meerjarenbeleidsplan Caringreggeland)
“Wij voegen waarde toe aan de kwaliteit van leven van onze klanten”
“Vertrouwd – dienstbaar – daadkrachtig”
o
o
o
o
o
Brede zorgopvatting: ‘mensen laten meedoen in / met het leven’
Topkwaliteit in alle schakels
Zowel interventie als preventie
Initiatiefrijk : dichtbij de cliënt en in de buurt
Respect voor persoonlijke waarden
De kernwaarden van de programmalijnen worden hieronder verbonden aan enkele citaten:
Programmalijn 1 : “De klant als regisseur”
Kernwaarden: Vertrouwd – servicegericht – daadkrachtig
‘Maartje komt morgen, ik kan haar alles vertellen en dan overleg ik met haar wat ik zal doen,
ze komt hier al jaren, ze kent me goed’
(oudere die twijfelt over haar ziekte en de wijkverpleegkundige van Carintreggeland vraagt wat ze kan doen)
‘Hier is een goede sfeer, de medewerkers zijn vriendelijk en behulpzaam. Ze staan altijd klaar.”
(bewoner over een locatie van Carintreggeland)
‘’Onze dank gaat uit naar de liefdevolle zorg door de medewerkers van Carintreggeland”
(familie over medewerkers Carintreggeland na overlijden ouder)
12
Programmalijn 2: “Meedoen in de wijk”
Kernwaarden: Zichtbaar – betrokken - gekend
“Ze zijn op de hoogte van wat er gebeurt in de buurt en ze praten en denken mee
wat er bij ons in de omgeving nodig is en als je ze nodig hebt dan kun je bellen en dan zijn ze er zo.”
(buurtbewoners over Carintreggeland)
“Er wordt goed samengewerkt hier. Carintreggeland heeft veel deskundigheid, niet alleen op het
gebied van thuiszorg, ook op veel andere terreinen. We hebben afspraken voor een lange tijd, kennen
elkaar en we hechten aan een stevige relatie.”
(gemeenten, woningcorporaties en eerstelijnswerkers over Carintreggeland)
‘Bij ons in de buurt is een woonzorgcentrum, waar ook buurtbewoners naar toe kunnen.
Je merkt dat we daar welkom zijn, er is veel te doen en het houdt de buurt levendig.”
(buurtbewoners over Carintreggeland)
Programmalijn 3: “Ondernemend en trots”
Kernwaarden : Professioneel – proactief - verantwoordelijk
“We kunnen zelfstandig werken en je hebt een eigen verantwoordelijkheid.
Ik weet wat ik zelf kan en mag doen en als ik iets nieuws wil oppakken dan is daar ruimte voor.”
(medewerker over Carintreggeland)
“Ik merk dat ook mijn manager enthousiast is. Zij geeft me veel vertrouwen en komt zelf met ideeën,
waar ik van kan leren. Ik weet wat er van mij wordt gevraagd en bespreek regelmatig de voortgang
met haar”
(medewerker over de manager binnen Carintreggeland)
“Ik werk graag bij Carintreggeland en heb er een goed gevoel bij. Ik ben tevreden en best trots op
Carintreggeland, och er is altijd wel wat, maar dan bespreek ik dat rechtstreeks met mijn collega of
manager; dat is het beste, want dan weet je ook hoe het zit!”
(medewerker over de communicatie binnen Carintreggeland)
Programmalijn 4: Gezond ondernemen
Kernwaarden: solidair – daadkrachtig – dienstbaar
“We hebben de zaakjes goed op orde.
Je merkt dat collega’s vertrouwen hebben in elkaar en dat er veel deskundigheid is binnen
Carintreggeland. Daar heb je gemak van en ik maak er dan ook graag gebruik van.”
(medewerkers over deskundige collega’s en de faciliteiten binnen Carintreggeland)
“We weten dat we goed met onze middelen moeten omgaan om goede zorg te blijven bieden.
Daar zijn we allemaal verantwoordelijk voor. We willen ook goede zorg bieden.
Iedereen voelt zich daar binnen Carintreggeland verantwoordelijk voor.
Ik besef dat we samen moeten werken aan het beste resultaat.”
(medewerkers van Carintreggeland over het gezamenlijke belang)
“We behoren tot de beste zorgorganisaties van het land. Dat is mooi, maar ik vind het belangrijker
dat ik met plezier mijn werk kan doen, dat de klanten dat waarderen en dat ik zie dat er steeds meer
nieuwe collega’s komen, die bij ons willen werken.”
(medewerkers over de resultaten van gezond ondernemen binnen Carintreggeland)
13
De kernwaarden zijn uitgewerkt in gewenste waarden en competenties gebaseerd op de
pijlers van HPO.
Figuur 6: Carintreggeland waarden (i.r.t. HPO pijlers):
Gewenste waarden Carintreggeland (i.r.t. HPO)
Oprechte aandacht
Hoge kwaliteit
Management
Open dialoog
Hoge kwaliteit
Medewerkers
Verantwoordelijk
Lange termijnGerichtheid
Duurzame relaties
Open en
Actiegerichtheid
Prestatiegericht
Continue
Verbetering en
vernieuwing
Ontwikkeling
7.Carintreggeland Cultuurontwikkeling
7.1.Van nu naar de toekomst
Onze verbindende ambitie en corparate identity is verwoord in het Strategische
Meerjarenbeleid. Wij delen de waarden vertrouwd, dienstbaar en daadkracht en onze
missie
“Wij voegen waarde toe aan de kwaliteit van leven van onze klanten”.
Wij kiezen voor de versterking van de adhocratie- en familiecultuur. Wij investeren in een
toekomstbestendige organisatie , waarin medewerkers initiatief en verantwoordelijkheid
nemen en kunnen rekenen op coaching en inspiratie van management, directie en Raad van
Bestuur.
Dit houdt tevens in een veranderend perspectief met een HPO-gerichtheid op verbetering en
ontwikkeling op basis van Passie voor de klant en Focus op resultaat. Gelijktijdig met de
verandering voor een Toekomstbestendige Organisatiestructuur wordt een proces van
cultuurontwikkeling in gang gezet. In deze ontwikkeling is het management als linkin-pin
tussen beleid en uitvoering de wezenlijke schakel om succesvol te kunnen zijn.
Kenmerken daarin zijn:
o Een platte organisatiestructuur
o Bereidheid tot veranderen van proces en gedrag
o Aandacht voor versterken van verantwoordelijkheid en teamwork
o Leren en participeren.
14
Figuur 7: Transformatie verbeterperspectief
Hpo’s:
- platte structuur
- bereid tot veranderen van proces en gedrag
- hebben veel aandacht voor versterken van
verantwoordelijkheden & teamwerk
- leren en participeren.
Focus op
verbeteren
Betrokkenheid
en leren
Passie voor
de klant
Focus op
resultaat
Het management moet hierin het goede voorbeeld geven.
© HPO Center
Om tot dit gewenste perspectief te komen is een excellent leiderschap nodig. Een excellent
leider wordt gekend in persoonlijke kwaliteiten en managementgedrag gericht op de
omgeving en organisatie. In de bijlage 5 is een algemeen profiel weergegeven van een High
Performance Manager. (Ook is daarin meegenomen het ‘gewenste’ profiel dat naar voren
kwam in de bespreking met Concernberaad en OR). Binnen de werkgroep is uitgebreid
gesproken over een profiel van Carintreggeland leiderschap. Wij vinden dat daarin de
volgende kwaliteiten naar voren moeten komen (figuur 8):
Figuur 8: Kwaliteiten excellent leiderschap
Excellent leiderschap
‘Je blijft voortdurend leren hoe prestaties te verbeteren zijn en
je creëert een gevoel van zingeving en enthousiasme op de werkplek’
Persoonlijke kwaliteiten
Je persoonlijke
kwaliteiten die je helpen
om een excellente
manager te zijn:
o Je bent betrouwbaar
en geloofwaardig
o Je accepteert dat
anderen fouten zullen
maken
o Je neemt initiatief
Managementgedrag
De stijlen die je gebruikt
en de acties die je neemt
tijdens je werk:
o Je vertrouwt
medewerkers aan wie
werk is gedelegeerd
o Je geeft medewekers
bepaalde bevoegdheden en autonomie
Omgevingsgerichtheid
‘De manieren waarop je
omgaat met veranderingen in de omgeving:
o Je gedraagt je sociaal
en maatschappelijk
verantwoordelijk
o Je identificeert (sociale)
ontwikkelingen die het
werk kunnen
beïnvloeden
Organisatiegericht
De manier waarop je
omgaat met de doelen en
problemen van de
organisatie:
o Je ondersteunt
besluiten die
gezamenlijk genomen
zijn
o Je geeft prioriteit aan
het behalen van lange
termijndoelen
o Je draagt het
bedrijfsimago uit
7.2.Wat is daarvoor nodig?
Cultuur in een organisatie wordt bepaald door het gedrag van mensen, de omgang met
elkaar, de wijze waarop resultaten tot stand komen en er onderling soms onuitgesproken
verwachtingen zijn. Cultuurontwikkeling appelleert op gedrag van mensen: het willen en
kunnen inzien en het willen en kunnen ontwikkelen.
15
Dialoog en commitment vormen de basis om richting aan de gewenste ontwikkeling te
geven Draagvlak is nodig om voldoende vertrouwen te creëren en om motiverend te zijn.
‘We zien de zin er van in en hebben er zin in!’ 9 zou het motto kunnen zijn vanuit een aantal
powerprincipes en zin-dimensies.
Figuur 9: Powerprincipe en zindimensie
o
o
o
o
Powerprincipe
Bewuste aandacht
Positieve verbinding
Zelfgekozen ambitie
Actieve gedrevenheid
o
o
o
o
Zindimensie
Betekenisgeving
Emotie
Doel
motivatie
Dit betekent daadwerkelijk Krachtig en kansrijk gaan voor een organisatie, waarin
persoonlijke talenten de basis vormen voor transitie en het creëren van het
toekomstperspectief. Het aanspreekbaar zijn op de persoonlijke motivatie en ambities om
gezamenlijke doelen na te streven en het erkennen van de professionele collegialiteit
vormen daarbij belangrijke uitgangspunten.
In de werkgroep manifesteerde zich dat in het kernachtige thema van de
cultuurontwikkeling:
Oprechte aandacht
‘Aandacht’ – hét thema dat in alle relaties en dimensies van onze organisatie van belang is:
van medewerker naar klanten, als collega’s onderling, van medewerkers, management,
directies en Raad van Bestuur. Oprechte aandacht als verbindende en motiverende kracht.
Carintreggeland wil zich continue verbeteren tot een HPO-organisatie. Daarbij hebben we
een cultuurontwikkeling voor ogen met behoud van de familiecultuur en het versterken van
de adhocratiecultuur.
Kenmerkend voor deze ontwikkelingen zijn:
Figuur 10: Kenmerken familie- en adhocratiecultuur
De familiecultuur
Een organisatie die zich richt op de zorg voor
goede interne verhoudingen, gekoppeld aan
flexibiliteit, zorg voor het personeel en
klantgevoeligheid
Meer familiecultuur houdt in:
meer zeggenschap voor het personeel
meer participatie en betrokkenheid
meer teamwerk tussen functiegebieden
meer horizontale communicatie
een sfeer met meer zorg voor elkaar
meer waardering voor de medewerkers
Meer familiecultuur houdt niet in:
een cultuur van ‘lief zijn voor elkaar’
9
De adhocratiecultuur
Een organisatie die zich richt op externe
positionering, gekoppeld aan een grote mate van
flexibiliteit en individualiteit
Meer adhocratiecultuur houdt in:
meer suggesties van het personeel
meer procesvernieuwing
meer weloverwogen risicobereidheid
tolereren dat de eerste maal iets fout
gaat
meer luisteren naar klanten
Meer adhocratiecultuur houdt niet in:
ieder voor zich en God voor ons allen
‘We hebben er zin in’ – Hans van der Loo (2011 – van Duuren Management)
16
De familiecultuur
gebrek aan normen en striktheid
geen moeilijke beslissingen nemen
de boel laten versloffen
middelmatigheid toestaan
De adhocratiecultuur
fouten verdoezelen
zonder nadenken risico’s nemen
niet scherp blijven
geld uitgeven aan de waan van de dag
geen coördinator en uitwisseling van
ideeën
Zoals opgemerkt wordt sterk een appèl gedaan op de vaardigheden van managers. Aandacht
wordt gevraagd op verschillende terrein van het management van de teams, de interpersoonlijke verhoudingen, de ontwikkeling van anderen, innovatie, visieontwikkeling en
voortdurende verbetering.
Figuur 11: Familie- / adhocratievaardigheden
Familievaardigheden
Managen van teams
Bevorderen van een effectief, samenhangend en
soepel functioneren en van teamwork, dat
uitstekende resultaten oplevert
Adhocratievaardigheden
Innovatiemanagement
Mensen aanzetten tot vernieuwing, tot het
zoeken naar meer alternatieven, tot meer
creativiteit, en het hen gemakkelijker maken met
nieuwe ideeën te komen.
Managen van inter-persoonlijke verhoudingen
Bevorderen van effectieve persoonlijke
verhoudingen, waaronder ondersteunende
feedback geven, luisteren en oplossen van interpersoonlijke problemen
Managen van de ontwikkeling van anderen
Mensen helpen hun prestaties te verbeteren,
hun capaciteiten te vergroten en kansen
scheppen voor persoonlijke ontwikkeling.
Toekomstmanagement
Een duidelijke toekomstvisie verwoorden de
verwezenlijking ervan bevorderen
Management van voortdurende verbetering
Ervoor zorgen dat men zich concentreert op
voortdurende verbetering, evenals bevorderen
van flexibiliteit en productieve verandering van
mensen gedurende hun gehele werkende
bestaan.
7.3.Succesfactoren
Binnen Carintreggeland zullen voorwaarden gecreëerd moeten worden om deze cultuurontwikkeling te laten slagen:
commitment voor de gewenste ontwikkeling: ‘de neuzen in dezelfde richting’ – de
noodzaak, zin en betekenis er van inzien
investeren in deskundigheid (kwaliteit) van het management om de gewenste
ontwikkeling te kunnen begeleiden – bewustwording van gedragsontwikkeling –
coaching van management en elkaar te ontmoeten om gezamenlijk te leren van de
ingeslagen route
ruimte geven aan cultuurverandering door beschikbaarheid van ruimte en tijd
actieve dialoog van management (voorbeeldfunctie) met medewerkers
komen tot inzicht (diagnose) van de lokale / regionale (werk)situatie: niet elke
situatie is gelijk en de werkwijzen kunnen verschillen
formuleren van concrete doelstellingen voor korte en langetermijn en monitoren
van resultaten
17
het instellen van een kerngroep, bestaande uit een brede afspiegeling uit de
organisatie om te komen tot kennisdeling en evaluatie van cultuurontwikkeling. Dit
zal worden ingebed in het projectmatig creëren en programmamanagement.
7.4.Plan van aanpak
Cultuurontwikkeling is niet een proces, dat projectmatig in tijd af te bakenen is. Cultuur
binnen organisaties ontwikkelt zich elke dag , op ieder moment en op elke plaats en na
verloop van tijd wordt een gezamenlijke identiteit herkend. Onze hogere doelstelling is deze
identiteit ook in overeenstemming te brengen met onze ambities en het goede dat er al is te
benoemen.
Deze notitie is een aanzet tot deze cultuurontwikkeling met de bedoeling te komen tot een
herkenbare identiteit van Carintreggeland en om een proces daarvoor in gang te zetten. Dat
wil niet zeggen dat er (mogelijk) op veel plekken in onze organisatie al sprake is van de
gewenste cultuur. Belangrijk daarbij is de kennis, ervaringen en wenselijke voorbeelden
daarvan te delen.
Hieronder wordt een Plan van aanpak beschreven, dat als een cyclisch proces kan worden
gezien en moet resulteren in een activiteitenplan en toetsbare resultaten.
Fase 1 :Bewustwording en Commitment
De Raad van Bestuur / Concernberaad bespreekt de gewenste Cultuur van Carintreggeland
om tot een commitment in de beeldvorming (HPO) en de gewenste cultuurrichting
(adhocratie- / familiecultuur) te komen. Deze notitie kan daarbij als leidraad dienen.
Na dit commitment worden bijeenkomsten met het management georganiseerd om de
beeldvorming en gewenste cultuurrichting op elkaar af te stemmen.
Deze fase 1 wordt gelijktijdig ingezet met de besluitvorming en implementatie van de
contourennota Toekomstbestendige organisatie.
Fase 2: Definitie- en organisatiefase
De Raad van Bestuur / Concernberaad stelt het Cultuurprofiel vast op basis van de
beschreven huidige en gewenste cultuuraspecten van Carintreggeland.
Tegelijkertijd worden afspraken gemaakt om in een Plan van Aanpak de Cultuurontwikkeling
in gang te zetten. Voorgesteld wordt hiervoor de werkwijze projectmatig creëren te
hanteren en een project ‘Cultuurontwikkeling Carintreggeland’ voor een periode van 3 jaar
in te richten, een projecteigenaar en een projectleider te benoemen. Hierdoor kan de
cultuurontwikkeling voor een langere periode worden begeleid en continu worden
geëvalueerd. Ook wordt de communicatie hierin meegenomen om op de hoogte te zijn van
de voortgang en om wederzijds te leren van elkaars ervaringen. Het hanteren van een
‘profiel van cultuurdragers’ kan de transite verserken. Welke mensen kunnen als goede
voorbeelden dienen en geven door een authentiek gedrag energie voor de ontwikkeling?
Onderdeel daarvan is de bijscholing van managers in het HPO (High Performance
Organisation), bewustwording van het HPM (High Performance Management) en
Cultuurontwikkeling. Zij kunnen gedurende het gehele traject rekenen op coaching van
directies en managers.
Fase 3:Diagnose
Het is mogelijk dat de cultuurontwikkeling niet overal gelijktijdig binnen de gehele
organisatie wordt ingezet. Er is immers samenhang met de inrichting van de clusters, zoals
deze worden genoemd in de contourennota Toekomstbestendige organisatie.
18
Gelijktijdig met de inrichting van de clusters maken managers een diagnose van het huidige
cultuurprofiel in vergelijking met het gewenste cultuurprofiel (OCAI-model). Bij dit proces
gaan managers in dialoog met medewerkers. Er kunnen medewerkers en/of teams met
talenten ingezet worden op deelaspecten.
Fase 4:Interpretatie
Op basis van de diagnose worden conclusies en aanbevelingen geformuleerd, waarna
verbeter-/ontwikkelacties worden vastgesteld om tot het gewenste cultuurprofiel te
komen. In een plan van aanpak maken managers duidelijk op welke wijze de
cultuurontwikkeling wordt uitgevoerd, waarbij medewekers ook voorbeelden kunnen
aandragen om gewenst gedrag nog meer ruimte en aandacht te geven binnen de gestelde
(financiële) kaders.
Fase 5: Implementatie
Resultaatgericht en met goede communicatie wordt een actieplan uitgevoerd om tot de
gewenste persoonlijke en organisatieontwikkeling te komen.
Fase 6: Evaluatie
Resultaten worden op individueel, team- en organisatieniveau geëvalueerd. Mede op basis
van deze evaluatie en een nieuwe diagnose (fase 3) wordt een nieuw actieverbeterplan
ingezet.
Figuur 12: Plan van aanpak (af te stemmen op Implementatie Toekomstige organisatiestructuur)
Fase
1.Bewustwording - /
commitment
2.Definitie- / organisatie
3.Diagnose
4.Interpretatie
5.Implementatie
6.Evalautie
09-2011
xxx
11-2011
01-2012
04-12
07-2012
12-2012
xxx
xxx
xxx
xxx
xxx
19
Bijlage 1: Het organisatieprofiel – hoofdvormen van organisatiecultuur
De familiecultuur
De adhocratie cultuur
Een zeer vriendelijke werkomgeving waar mensen
veel met elkaar gemeen hebben en die veel weg
heeft van een grote familie. De leiders, of de
hoofden van de organisaties, worden beschouwd als
mentoren en misschien zelfs als vaderfiguren. De
organisatie wordt bijeengehouden door loyaliteit en
traditie. De betrokkenheid is groot. In de organisatie
ligt de nadruk op de langetermijnvoordelen van
human-resources-ontwikkeling en hecht men grote
waarde aan onderlinge samenhang en moreel.
Succes wordt gedefinieerd binnen het kader van
ontvankelijkheid voor de behoeften van de klant en
zorg voor de mensen. De organisatie hecht grote
waarde aan teamwerk, participatie en consensus.
Een dynamische, ondernemende en creatieve
werkomgeving. De mensen steken hun nek uit en
nemen risico’s. De leiders worden beschouwd als
innovators en risiconemers. Het bindmiddel dat de
organisatie bijeenhoudt, is inzet voor experimenten
en innovaties. De nadruk ligt op toonaangevendheid.
Voor de lange termijn ligt in de organisatie de
nadruk op groei en het aanboren van nieuwe
bronnen. Succes betekent de beschikking hebben
over nieuwe producten of diensten; hierin voorop te
lopen wordt als belangrijk beschouwd. De
organisatie bevordert individueel initiatief en
vrijheid.
De hiërarchische cultuur
De marktcultuur
Een zeer geformaliseerde en gestructureerde
werkomgeving. Procedures bepalen wat mensen
doen. De leiders zijn er trots op dat e goede, op
efficiëntie gerichte coördinatoren en organisatoren
zijn. Instandhouding van een soepel draaiende
organisatie is het cruciaalst. Formele regels en
beleidsstukken houden de organisatie bijeen. De
zorg voor de lange termijn gaat uit naar stabiliteit en
resultaten, gepaard gaande met een efficiënte en
soepel verlopende uitvoering van taken. Succes
wordt gedefinieerd in het kader van betrouwbare
levering, soepele planning en lage kosten. Het
personeelsmanagement moet zorgen voor zekerheid
over de baan en voorspelbaarheid.
Een resultaatgerichte organisatie, waarin de grootste
zorg uitgaat naar afronding van het werk. De
mensen zijn er competitief ingesteld en doelgericht.
De leiders zijn opjagers, producenten en
concurrenten tegelijk. Zij zijn hard en veeleisend. Het
bindmiddel dat de organisatie bijeenhoudt is de
nadruk op winnen. Reputatie en succes zijn
belangrijke aandachtspunten. Voor de lange termijn
richt mens zich op concurrerende activiteiten het
bereiken van meetbare doelen en doelstellingen.
Succes wordt gedefinieerd binnen het kader van
marktaandeel en marktpenetratie. Concurrerende
prijsstelling en marktleiderschap zijn belangrijk. De
organisatorische stijl is er een van niets ontziende
competitie.
20
Bijlage 2: HPO – High Performance Organization
Een High Performance Organization (HPO) is een organisatie die zowel op financiële als nietfinanciële parameters beter presteert dan concurrenten of vergelijkbare organisaties uit
dezelfde sector voor een periode van tenminste 5 tot 10 jaar.
De niet-financiële prestaties zijn: hogere klant- en medewerkerstevredenheid, hogere
klanten- en werknemersloyaliteit, en betere kwaliteit van producten en diensten.
Een HPO neemt 5 peilers als onderscheidende factoren.
1.Hoge kwaliteit management
Bouwen aan sterke vertrouwensrelatie op met medewerkers op alle organisatieniveaus
Zijn integer
Hebben een sterke voorbeeldrol
Zijn besluitvaardig
Zijn actiegericht
Coachen en faciliteren
Zijn sterk gericht op het behalen van resultaten
Zijn effectief
Ontwikkelen een sterke leiderschapstijl
Zijn zelfverzekerd
Houden organisatieleden altijd verantwoordelijk voor hun resultaten
Zijn besluitvaardig met betrekking tot ‘niet presteerders
2.Hoge kwaliteit medewerkers
Willen altijd verantwoordelijk voor hun resultaten gehouden worden
Willen geïnspireerd worden om uitzonderlijke resultaten te behalen
Heeft een divers en complementair managementteam en werknemersbestand
Traint organisatieleden in het versterken van hun flexibiliteit en veerkracht
3.Langetermijngerichtheid
Managers verbinden zichzelf voor lange tijd aan de organisatie
Promoveert nieuw management van binnenuit
Creëert een veilige en stabiele werkomgeving
Creëert groei door samenwerking met andere organisaties
Onderhoudt goede langetermijnrelaties met alle stakeholders
Streeft voortdurend naar vergroting van de toegevoegde waarde voor klanten
4.Open en actiegericht
Stimuleren een interactieve interne communicatie – ‘een open dialoog’
Besteden veel tijd aan het delen van informatie, kennis en best practices binnen de hele
organisatie
Betrekken organisatieleden bij belangrijke bedrijfsprocessen
Staan fouten maken toe
Stimuleren en verwelkomen verandering en verbetering
Een prestatiegerichte cultuur – mindset –strategische doelen
21
5.Continu verbetering en vernieuwing
Strategie die de organisatie duidelijk onderscheidt van de concurrenten of vergelijkbare
organisaties
Verbetert processen continu
Versimpelt de processen continu
Stemt de processen op elkaar af
Meet en rapporteert dat wat belangrijk is voor de organisatie
Rapporteert aan alle organisatieleden de financiële en niet financiële informatie die ze
nodig hebben om te verbeteren
Excelleert in de kerkcompetenties en vernieuwt deze voortdurend
Vernieuwt voortdurend producten, diensten en processen
22
Bijlage 3: Een ingangstoets om inzicht
Om een indruk te krijgen of de transitie naar een HPO kans van slagen heeft, is in de
werkgroep een ingangstoets gedaan (juni 2011). De toets bestaat uit een 10 vragen die als
criteria dienen alvorens de transitie in gang te zetten. De ingangstoets is in het
Concernberaad herhaald (19-09-2011). De gegevens zijn cursief beschreven en de
beoordeling is in een afzonderlijke kolom weergegeven.
Criterium
Analyse
1.Commitment over de
transitie
Hierin nog een slag te maken – nog niet op alle niveaus begrip creëren en sense of urgency
Datgene wat al gedaan wordt communiceren naar HPO
Werkgroep
Concern
-beraad
±
+
±
+
+
±
+
±
+
+
±
+
±
±
Er is een positieve wil om het goed te doen, te willen
excelleren. Er wordt al veel uitgevoerd, maar het wordt
niet als HPO benoemd. Er ontbreekt een gerichte aanpak.
2.Stabilteit organisatie
Dynamische stabiliteit van de organisatie –
onduidelijkheid over structuurwijziging
De organisatie is financieel gezond en in essentie zijn de
zaken op orde. Ondanks organisatorische drukte loopt
alles door. Er is sprake van een continue verandering,
waar we aan moeten wennen.
3.Rustige werksituatie
Rust in combinatie met werkdruk en enthousiasme
Veel veranderingen o.a. t.a.v. toekomstbestendige
organisatie. Noodzaak tot (administratieve)
aanpassingen. Er is te weinig overcapaciteit, waardoor
onrust kan ontstaan.
4.Commitment
organisatieleden over
aanvangstijdstip
Gewoon beginnen – mooi moment – past goed in
nieuwe koers – toekomstgerichtheid
De tijd is rijp. Commitment over het ‘wat’, maar nu het
‘hoe?’ Concernberaad en management moeten zelf
voorgaan in de verandering.
5.Voldoende middelen
Budgetten vertalen naar HPO – o.a. opleidingsbudgetten
Er zijn voldoende (financiële) middelen – denk ook aan
de kracht van mensen – er is veel potentie in de
organisatie
6.Veranderingsprojecten
gerelateerd aan HPOtransitie
Opleidingsprojecten – structuurdiscussie
7.Betrokkenheid
management
Nog commitment creëren – ‘volle agenda’s’
De cultuurontwikkeling kan gerelateerd worden aan de
contourennota toekomstbestendige organisatie en het
strategisch meerjarenbeleid.
Hierin investeren en met een gericht plan van aanpak
komen. Meer benoemen van gewenste cultuur.
23
Criterium
Analyse
Werkgroep
Concern
-beraad
+
+
+/-
+
+/-
+
Cultuurontwikkeling is geen doel op zich – het moet meer
vanzelfsprekend worden.
8.Eerdere positieve
ervaringen met HPO
Niet bekend, wel veel deskundigheid in organisatie
Er zijn enkele ambassadeurs binnen CR (Joke en Jos) en
sommigen hebben ervaringen in het bedrijfsleven.
9.Geformuleerde
transitiestrategie
In ontwikkeling
Niet specifiek voor cultuurontwikkeling, wel gericht op
organisatie en strategie.
10.Open
Communicatiestructuur
Aanwezig – successen beter benoemen – meer dialoog
creëerden
Wel aanwezig, maar kan beter. Meer feedback nodig.
Wel open informatiestructuur, maar nog werken aan
open communicatiestructuur (cultuur)
24
Bijlage 4: De kenmerken van de Nederlandse HPM (xxx keuze werkgroep, Concernberaad
en OR)
Kenmerk
El 1
El 2
EL 3
EL 4
EL 5
EL 6
EL 7
EL 8
PK 1
PK 2
PK 3
PK 4
PK 5
PK 6
PK 7
PK 8
PK 9
PK 10
PK 11
PK 12
PK 13
OmG 1
OmG 2
OmG 3
Omg 4
Omg 5
Omg 6
OmG 7
OrG 1
OrG 2
OrG 3
OrG 4
OrG 5
OrG 6
OrG 7
OrG 8
MG 1
MG 2
MG 3
MG 4
MG 5
MG 6
MG 7
MG 8
MG 9
MG 10
MG 11
MG 12
MG 13
WG
CB
xxx
OR
xxx
xxx
xxx
xxx
xxx
xxx
xxx
xxx
xxx
xxx
xxx
xxx
xxx
xxx
xxx
xxx
xxx
xxx
xxx
xxx
xxx
xxx
xxx
xxx
xxx
xxx
xxx
xxx
xxx
Excellente manager
Straalt vertrouwen uit tijdens het werk en in de omgang met mensen
Toont waardering voor goed werk
Creëert een gevoel van zingeving en enthousiasme op de werkplek
Motiveert medewerkers
Blijft voortdurend leren hoe prestaties te verbeteren zijn
Heeft een strategische visie voor de organisatie
Deelt de werktijd efficiënt in
Is eerlijk
Persoonlijke kwaliteiten
Respecteert de eigenwaarde van anderen
Is consequent in de omgang met mensen
Neemt verantwoordelijkheid voor gemaakt fouten
Spreekt duidelijk en kernachtig
Blijft in gespannen situaties kalm
Is betrouwbaar en geloofwaardig
Schrijft duidelijk en kernachtig
Luistert naar advies van anderen
Bewijst wederdiensten
Accepteert dat anderen fouten zullen maken
Is een initiatiefnemer en niet een volger
Heeft een goed gevoel voor humor
Doet wat moreel goed is, niet dat wat goed is voor het eigenbelang of voor het
belang van de organisatie
Omgevingsgerichtheid
Heeft een multiculturele blik en aanpak
Ontwikkelt en bevordert een internationale blik binnen de organisatie
Identificeert sociale ontwikkeling die het werk kunnen beïnvloeden
Gedraagt zich sociaal en maatschappelijk verantwoordelijk
Gebruikt economische indicatoren bij de planning
Is ontvankelijk voor de politieke realiteiten van de omgeving
Evalueert voortdurend nieuwe technologieën
Organisatiegerichtheid
Draagt het bedrijfsimago (‘corporate image’) naar de buitenwereld uit
Ondersteunt besluiten die gezamenlijk zijn genomen
Deelt macht
Gedraagt zich als lid van een team
Heeft aanpassingsvermogen
Geeft prioriteit aan het behalen van langetermijndoelen
Richt zich op het maximaliseren van de productiviteit
Past organisatiestructuren en – regels aan de dagelijkse praktijk van de
organisatie aan
Managementgedrag
Neemt werkbesluiten snel
Kiest werk zorgvuldig om overbelasting te voorkomen
Neemt eerder vroeger dan later besluiten
Neemt besluiten zonder te veel afhankelijk te zijn anderen
Vertrouwt medewerkers aan wie werk is gedelegeerd
Luistert naar de problemen van anderen en begrijpt die
Richt zich op het uitvoeren van de huidig taak
Delegeert
Probeert verschillende managementmethoden uit
Haalt anderen over bepaalde dingen te doen
Blijft op de hoogte van recente managementliteratuur
Lost problemen op door logisch te denken
Geeft medewerker bepaalde bevoegdheden en autonomie
25
Download