Er is een substantieel verschil tussen gas reservoirs die worden

advertisement
Geachte lezer,
Rotterdam, 4-4-2014
Er is een substantieel verschil tussen gas reservoirs, afgesloten door een (dikke) plastische
zoutlaag (Slochteren) en reservoirs die geen afsluitende plastische laag laten zien. Het verschil
laat zich uitleggen. De reservoirbreuken in het Slochteren veld lopen niet door de dikke
zoutlaag heen. In een aantal gas reservoirs waar door aardgaswinning eveneens aardbevingen
plaatsvinden door bewegingen van breuken op reservoirniveau, eindigen de breuken niet
tegen een plastische laag, maar kunnen ze gewoon doorlopen door de afsluitende laag, zelfs
tot aan het maaiveld. Een beweging die het grootst (sterkst) is op reservoirniveau, kan zo toch
nog fracties van millimeters (micrometers) bewegen (ver) boven het reservoir en daarom
duidelijker worden gevoeld aan het oppervlak bij een aardbeving. Een breuk die in het
steenzout ophoudt (Groningen), kan niet meer bewegen boven het zout omdat hij er niet is.
De zoutlagen helpen Groningen dus inderdaad en ik acht dit effect groter (breuken eindigend
tegen het zout, dus geen enkele beweging boven het reservoir) dan het schokdempend effect,
waarbij energie in of tegen de zoutlaag verdwijnt. Het is bekend in de geologische wereld dat
zoutlagen energie van “ bepaalde” trillingen verspreiden. Het zou kunnen dat dit in zeer
geringe mate optreedt. Anderzijds wordt dit tegengesproken door het feit dat de intensiteit
kaartjes van de bevingen van het KNMI contourlijnen laten zien (van verschillende intensiteit
4, 5, 6, 7 ) die dicht bij elkaar liggen, wat niet waarschijnlijk is wanneer de energie over een
groot gebied in het zout wordt verspreid. In dat geval zou de afstand tussen meldingen met
verschillende intensiteiten veel groter zijn
Zout heeft wel een eigenschap die bij aardbevingen meetelt. De snelheid van seismische
golven in steenzout is groter dan in andere gesteenten. Daarom adviseer ik de eventuele
breuken op reservoir niveau te bekijken onder kilometers hoge zoutpijlers in het zuiden van
het Slochterenreservoir. In elk geval is het van belang de hypothese van Dost te toetsen. Zijn
hypothese geeft namelijk aanleiding tot vragen. We zien in Groningen ook aardbevingen
boven het zout, we zouden daarom meer aandacht aan breukensystemen boven het steenzout
moeten besteden zoals ik al eerder heb geadviseerd. Wanneer bij een aardbeving boven het
zout, de golven worden teruggekaatst tegen het zout, betekent dit dat de effecten bovengronds
in dat geval groter zijn en er meer seismische energie naar het aardoppervlak gaat? Wellicht
staat de minister onafhankelijk onderzoek hierbij toe?
Figuur 1 (Adriatische zee) is een voorbeeld van ver doorlopende breuken in een olie en gas
gebied, daaronder in figuur 2 een voorbeeld van een gasprovincie waarbij de gasreservoirs
zijn afgesloten door een plastische zoutlaag. Het voorbeeld betreft niet het Slochteren veld,
maar is wel exemplarisch voor door zout (lichtpaars) afgesloten gasreservoirs (blauw).
Peter van der Gaag , onafhankelijk geoloog.
Download