Handreiking en Incidentenprotocol asbest in Flevoland Asbest in bodem en grond Inhoudsopgave Toelichting bij handreiking en incidentenprotocol asbest Aanleiding Positionering binnen het “asbestdossier” Doel handreiking en incidentenprotocol Relatie tussen handreiking en incidentenprotocol Plaats, taak en rol binnen de regionale overheden Uitgangspunten en randvoorwaarden 2 3 3 3 4 4 4 4 Handreiking asbest Bijlage A: Toelichting toepassing van asbest gerelateerd aan UBI Bijlage B: Toelichting toepassing van asbest in bouwwerken Bijlage C: Toelichting overige toepassingen van asbest Bijlage D: Toelichting asbesthoudend afval Bijlage E: Relatie tussen de asbestketen en de meest relevante Wet- en regelgeving 6 7 8 10 11 13 Incidentenprotocol asbest Flevoland Bijlage A: Toelichting op het stroomschema Bijlage B: Overzicht wettelijk kader en bijbehorend bevoegd gezag Bijlage C: Meldingsformulier Bijlage D: Voorwaarden voor uitvoering Bijlage E: Evaluatieformulier 14 15 17 18 20 21 Relevante websites 23 Colofon 24 Toelichting bij handreiking en incidentenprotocol asbest 1.1. Aanleiding In Flevoland is eind 2004 een werkgroep voor asbest in grond en bodem (Werkgroep Asbest Flevoland) opgericht. Directe aanleiding waren de ervaren problemen bij een specifieke asbestsanering en het aantreffen van asbest tijdens civieltechnische werkzaamheden in de gemeente Lelystad. Om frustraties bij de uitvoering van werken en bij de betrokkenen zoveel mogelijk te voorkomen en duidelijkheid te verschaffen over de te volgen procedures en tijdstrajecten is door de werkgroep besloten om de communicatie hierover sterk te verbeteren. De handreiking en het incidentenprotocol asbest Flevoland maken daar onderdeel van uit. 1.2. Positionering binnen het “asbestdossier” In de Nederlandse wet- en regelgeving is de plaats waar asbest wordt aangetroffen of is toegepast veelal bepalend voor het wettelijke kader. Zo kan grofweg onderscheid gemaakt worden in: ● asbest in bodem; ● asbest in wegen; ● asbest in (ondergrondse) bouwwerken. “Asbestdossier” Asbest in bodem en wegen Asbest in gebouwen Besluit Bodemkwaliteit/Circulaire 2006 (versie 2008)/Besluit Asbestwegen Wms Asbestverwijderings besluit/bouwbesluit Handreiking Flevoland (preventief) Sloop/verbouwing Incidentenprotocol Flevoland (curatief) Asbestbranden/ rampen Vooronderzoek Uitvoering Bodemonderzoek Asbest-inventarisatie Bodemsanering Veiligheid (arbeidsomstandigheden, arbo) en transport 3 In de figuur op de volgende pagina is dit schematisch weergegeven. In dit figuur is tevens de positie van de handreiking en het incidentenprotocol asbest Flevoland binnen deze wet- en regelgeving aangegeven. Los van de plaats waar asbest is aangetroffen of is toegepast, gelden daarnaast in vrijwel alle gevallen aparte regels voor veiligheid (arbo) en transport. Bij het figuur wordt opgemerkt dat deze als toelichting is bedoeld en geen totaaloverzicht van alle wetten en regels over asbest bevat. Ook de verschillende aspecten genoemd onder ‘asbest in bodem en wegen’ respectievelijk ‘asbest in gebouwen’ is niet limitatief. 1.3. Doel handreiking en incidentenprotocol De handreiking verschaft duidelijkheid en eenduidigheid omtrent het herkennen en beoordelen van een asbest(verdachte) situatie in grond, bodem en puin. Het incidentenprotocol is een methodiek waarbij op een verantwoorde en pragmatische manier wordt omgegaan bij het (onverwachts) aantreffen van asbest in grond, bodem en puin. 1.4. Relatie tussen handreiking en incidentenprotocol De handreiking en het incidentenprotocol zijn complementair. Handreiking (preventief) Incidentenprotocol (curatief) Handreiking: Het maatschappelijke streven is gericht op het voorkomen dat asbest(verdacht) materiaal in de bodem terecht komt. Basis hiervoor zijn bewustwording en het herkennen van asbestverdachte situaties. Zo kan het aantal incidenten met asbest in de bodem worden gereduceerd. Deze handreiking is hiervoor bedoeld. Incidentenprotocol: Ondanks dat er wel naar gestreefd wordt, kan het optreden van een incident niet altijd 4 voorkomen worden. In een dergelijk geval is het noodzakelijk vast te leggen hoe in zo’n geval op te treden. Hiervoor is het incidentenprotocol bedoeld. 1.5. Plaats, taak en rol binnen de regionale overheden Handreiking: De handreiking is vooral bedoeld voor binnendienstmedewerkers die betrokken zijn bij het plannen of voorbereiden van activiteiten waarbij ingrepen in de bodem noodzakelijk zijn (woningbouw, riolering, wegen, ecologische hoofdstructuur e.d.). Deze medewerkers zijn voornamelijk preventief bezig. Wat te doen om te voorkomen dat de uitvoering van de plannen straks gefrustreerd wordt door het voorkomen van asbest in de bodem? Incidentenprotocol: Het incidentenprotocol is bedoeld voor buitenmedewerkers van de regionale overheden die bezig zijn met de uitvoering zelf. Deze medewerkers zijn vooral curatief bezig. Wat te doen als onverwachts asbest tijdens de uitvoering wordt aangetroffen? Bij de regionale overheden zijn het enerzijds het bevoegd gezag (vergunningverlening, toezicht en handhaving) en anderzijds de uitvoerders die te maken zullen krijgen met het incidentenprotocol. 1.6. Uitgangspunten en randvoorwaarden Algemene uitgangspunten en randvoorwaarden: 1. Het incidentenprotocol is geen standaard voor elk werk, maar een uitzondering. Alles moet gedaan zijn om het optreden van een incident te voorkomen. Dit houdt in dat voldoende vooronderzoek (conform de NVN 5725, zoals verwoord in hoofdstuk 6 van de NEN 5707) is uitgevoerd. Hierbij moet alle relevante informatie over het voormalige en huidige gebruik zijn verzameld, gericht op het vinden van mogelijke bronnen van het asbest. Hiertoe moeten minimaal de relevante archieven van de betreffende gemeenten ingezien zijn (bouwarchief, bodemarchief, historisch bodembestand (HBB), asbestverdenkingenkaart). Het protocol is NIET van toepassing indien: Een dergelijk vooronderzoek niet is uitgevoerd (protocollen en de handreiking zijn niet gehanteerd). Er is geen sprake van een incident. De geldende wettelijke procedures moeten worden gevolgd. Het protocol is WEL van toepassing indien: Voldoende vooronderzoek is uitgevoerd en hieruit is gebleken dat de locatie niet-verdacht is op het voorkomen van asbest (of asbest niet is aangetroffen). Als bij de uitvoering van een werk onverwachts asbestverdacht materiaal in of op de bodem aanwezig is, dan is er wel sprake van een incident en mag het incidentenprotocol geraadpleegd worden. In alle andere gevallen zijn de geldende wettelijke procedures van toepassing. ● ● De handreiking is primair gericht op uitvoe- ring van taken door de regionale overheden; Bij de handreiking ligt de focus op hoofdlij- nen/essentie en niet op details/bijzaken. Incidentenprotocol: ● Het protocol is uitsluitend gericht op inciden ten rond (ad hoc / het aantreffen van) asbest in de bodem. Het protocol is niet gericht op andere werkvelden zoals asbestbranden e.d.; ● Ten aanzien van de inhoud van het protocol is gestreefd naar praktische oplossingen met behoud van de vereiste zorgvuldigheid en met inachtneming van wet- en regelgeving. 2. De veiligheid van de betrokken medewerkers blijft gewaarborgd. Uitgangspunt bij een incident is altijd “worstcase”, dat wil zeggen dat bij een incident altijd onder asbestcondities gewerkt moet worden. Uitzondering hierop: indien de opdrachtgever middels het uitvoeren van een bodemonderzoek conform de NEN 5707 kan aantonen dat het gehalte asbest kleiner is dan 100 mg/kg gewogen (interventiewaarde), bestaan er in principe geen verhoogde risico’s op blootstelling aan asbest, waarmee het werken onder asbestcondities niet noodzakelijk is. Slechts in dit uitzonderingsgeval is daarmee de (standaard)werkwijze van het incidentenprotocol niet van toepassing. De opdrachtgever is verantwoordelijk voor de keuze om óf op een juiste wijze te werken volgens het incidentenprotocol óf om de regulier wettelijke procedures te volgen en eerst een bodemonderzoek uit te voeren. Specifieke uitgangspunten en randvoorwaarden: Handreiking: ● ● De handreiking is uitsluitend gericht op het voorkomen van asbest in grond/bodem; De handreiking is gebaseerd op actuele wet- en regelgeving, beleid en kennis over asbest, 2008; 5 Handreiking asbest Handreiking voor het herkennen en beoordelen van asbest(verdachte) situaties in grond en bodem voor de regionale overheden “De asbestketen” Potentiële bron van asbestverontreiniging in de bodem Toepassing van asbest gerelateerd aan bedrijfsactiviteiten (UBI) Route waarlangs asbest in de bodem terechtkomt Asbest in bodem Slopen, Renoveren, Verwijderen, Erosie/brand Asbest in bodem -hechtgebonden -losgebonden A B Toepassing van asbest in bouwwerken C Overige toepassingen van asbest D Asbesthoudend afval A 6 Storten, Dempen, Ophogen = verwijzing naar bijlagenummer voor toelichting Bijlage A Toelichting toepassing van asbest gerelateerd aan UBI (Uniform Bedrijfs Indeling) Meest voorkomende asbestgerelateerde bedrijfsactiviteiten (UBI) in Flevoland: Primaire asbest UBI’s Dit betreffen primaire asbestcementfabrieken. Deze zijn in de provincie Flevoland niet aanwezig. Secundaire asbest UBI’s Dit betreffen bedrijfsactiviteiten waar producten uit de primaire asbestindustrie worden ver-/ bewerkt. Tertiaire asbest UBI’s Dit betreffen bedrijfsactiviteiten waar asbest als gereed product is toegepast in het productieproces, het bedrijfspand of de installaties. 7 Bijlage B Toelichting toepassing van asbest in bouwwerken Meest voorkomende toepassingen van asbest in bouwwerken in Flevoland: Voorbeelden (foto’s) van toepassingen van asbest in bouwwerken: Agrarische bedrijven Tussen circa 1945 en 1983 zijn in de provincie Flevoland op grote schaal asbestcementplaten toegepast in agrarische gebouwen (met name schuurdaken en hokafscheidingen binnen schuren, maar ook in het woonhuis, de dakgoten, windveren, schoorstenen, gierputten en beschoeiingen van walkanten). In de foto’s B1 en B2 zijn hiervan enkele voorbeelden opgenomen. Woonwijken Voor de diverse gemeenten binnen de provincie Flevoland zijn verschillende perioden van woningbouw te onderscheiden. In de periode tussen circa 1945 en 1983 is binnen alle gemeenten asbest in de woningbouw toegepast. Met name in gevelbekleding en dakbedekking, maar ook in afrasteringen, tuinhuisjes, dakgoten, regenpijpen, plafonds, kozijnvulling, bloembakken, borstwering van balkons en balustrades. In de foto’s B3, B4, B5, B6 en B7 zijn hiervan enkele voorbeelden opgenomen. Herstelwerkzaamheden bestaande gebouwen In de periode tussen circa 1945 en 1983 is door particulieren, gemeenten en woningcorporaties asbest toegepast tijdens herstelwerkzaamheden van bestaande gebouwen of bij het bouwen van kleinschalige schuren. In foto B8 is hiervan een voorbeeld opgenomen. Foto B1: Schuur Foto B2: Schuur Bedrijfsgebouwen (niet UBI) Ook in bedrijfsgebouwen zijn op grote schaal asbesthoudende bouwstoffen toegepast, met name als brandwerende voorzieningen (in bedrijfstakken die min of meer “brandgevoelig” zijn (zoals bijvoorbeeld openbare gebouwen als theaters, bioscopen, scholen, enz.) en als warmte-isolerende voorzieningen. In foto B9 is hiervan een voorbeeld opgenomen. Foto B3: Afrastering 8 Foto B4: Tuinhuisje Foto B5: Bloembak Foto B6: Afrastering Foto B7: Afvoer regenpijp Foto B8: Betimmering Foto B9: Luchtafvoer centrale verwarming 9 Bijlage C: Toelichting overige toepassingen van asbest Meest voorkomende overige toepassingen van asbest in Flevoland: Leidingwerk Bij de aanleg van ondergronds leidingwerk in de provincie Flevoland is plaatselijk gebruik gemaakt van asbestcementen mantel- en waterleidingbuizen. In de foto’s C1 en C2 zijn hiervan enkele voorbeelden opgenomen. Overig Naast de hiervoor genoemde toepassingen zijn er ook andere asbesthoudende producten op kleine schaal toegepast. Hierbij moet gedacht worden aan bijvoorbeeld remvoeringen en inpandige toepassingen (ketels, vloerbedekking, etc.). In de foto’s C3 en C4 zijn hiervan enkele voorbeelden opgenomen. Foto C2: Leidingwerk Foto C3: Luchtkanaal Voorbeelden (foto’s) van overige toepassingen van asbest: Foto C1: Leidingwerk 10 Foto C4: Vloerbedekking Bijlage D: Toelichting asbesthoudend afval Meest voorkomend asbesthoudend afval in Flevoland: ● ● ● ● ● Wegfundering. In de foto’s D1 en D2 zijn hier van enkele voorbeelden opgenomen; Wegverharding. In de foto’s D3 en D4 zijn hiervan enkele voorbeelden opgenomen; Erfverharding. In de foto’s D5 en D6 zijn hiervan enkele voorbeelden opgenomen; Ophoging. In foto D7 is hiervan een voorbeeld opgenomen; Zwerfafval. In foto D8 is hiervan een voorbeeld opgenomen. Bekend is dat in het verleden asbesthoudend afval van de voormalige asbestfabriek Asbestona in Harderwijk vaak is gebruikt als verhardingsmateriaal voor wegen, paden en erven, maar ook bij ophogingen (bijv. dijken) en dempingen (bijv. sloten). Een andere oorzaak voor het toepassen van asbesthoudend afval is het ‘hergebruik’ van materiaal afkomstig van sloop van (met name agrarische) gebouwen. Foto D1: Pulp als fundatie Foto D2: Asbesthoudend fundatiemateriaal Foto D3: Wegverharding 11 Foto D4: Wegverharding Foto D7: Ophoging/stort Foto D5: Erfverharding Foto D8: Zwerfasbest Foto D6: Erfverharding 12 Bijlage E: Relatie tussen de asbestketen en de meest relevante Wet- en regelgeving Toepassing van asbest gerelateerd aan bedrijfsactiviteiten (UBI) Toepassing van asbest in bouwwerken Overige toepassingen van asbest -Arbeidsomstandighedenbesluit -Asbestverwijderingsbesluit -Wm -Besluit bodemkwaliteit Slopen, Renoveren, Verwijderen, Erosie/brand Asbest in bodem -hechtgebonden -losgebonden -Besluit Asbestwegen Wms (+ wijzigingen daarop) -Asbestbeleid VROM -Arbeidsomstandighedenbesluit -Milieuhygiënisch Saneringscriterium Bodem, protocol asbest -Asbestverwijderingsbesluit -Wet Milieubeheer -Wet Bodembescherming -APV -EG-verordening (EVOA) -Reglement vervoer over land gevaarlijke stoffen (VLG) -PMV -Eural Asbesthoudend afval Storten, Dempen, Ophogen 13 14 Incidentenprotocol asbest Flevoland 15 Regionaal incidentenprotocol voor asbest in bodem en de toepassing van grond. 1 Voldoende vooronderzoek uitgevoerd? nee Incidentenprotocol niet van toepassing nee ja Onverwachts aantreffen van asbestverdacht materiaal tijdens en ter plaatse van voorgenomen werkzaamheden ja 2 Melden bij bevoegd gezag 3 3/4 Omvang asbest groter dan omvang werk Plaatselijk ontgraven en in depot zetten op basis van de voorwaarden voor uitvoering door een gecertificeerd bedrijf - vaststellen eindsituatie / uitkeuring - voorgenomen werkzaamheden afronden - keuren depot + afzet - vervolg volgens wet- en regelgeving Omvang asbest kleiner dan omvang werk Geheel ontgraven en in depot zetten op basis van de voorwaarden voor uitvoering door een gecertificeerd bedrijf - vaststellen eindsituatie/uitkeuring - voorgenomen werkzaamheden afronden - keuren depot + afzet - indien omvang toch groter dan het werk, dan ‘vervallen’ in plaatselijk ontgraven. 5 16 Melden bij bevoegd gezag Bijlage A: Toelichting op het stroomschema Bij het stroomschema van het incidentenprotocol is met behulp van cijfers (1 t/m 5) aangegeven dat bij deze stappen een toelichting is gemaakt. Deze toelichting is hieronder opgenomen. Hierbij wordt benadrukt dat de verantwoordelijkheid voor meldingen aan het bevoegd gezag, de uitvoering van de werkzaamheden en de communicatie naar betrokkenen (eigenaren, medewerkers, e.d.) bij de uitvoerende partij ligt. Allereerst dient nagegaan te worden of voldoende vooronderzoek (conform de NEN 5725, zoals verwoord in hoofdstuk 6 van de NEN 5707) is uitgevoerd. Dit houdt in dat alle relevante informatie over het voormalige en huidige gebruik moet zijn verzameld, gericht op het vinden van mogelijke bronnen van het asbest. Hiervoor moeten minimaal de relevante archieven van de betreffende gemeenten ingezien zijn (bouwarchief, bodemarchief, historisch bodembestand (HBB), asbestverdenkingenkaart). Uitsluitend indien hieraan is voldaan (met uitkomst dat de locatie niet asbestverdacht is of geen asbest is aangetroffen) en er tijdens uitvoering van werkzaamheden op de locatie toch asbestverdacht materiaal wordt aangetroffen, dan is sprake van een incident en is dit protocol van toepassing. Het aantreffen van het asbest dient gemeld te worden bij het bevoegd gezag. Een overzicht van de betreffende bevoegde gezagen is weergegeven in bijlage B. De melding bestaat uit het invullen en opsturen van het meldingsformulier (bijlage C, op te vragen bij bevoegd gezag of te downloaden van de website van de provincie of gemeente, zie hoofdstuk ‘relevante websites’) aan het bevoegd gezag. Na het indienen van het meldingsformulier kan gestart worden met de werkzaamheden volgens de bijbehorende randvoorwaarden voor uitvoering (bijlage D). Indien de omvang van de asbestverontreiniging kleiner is dan ‘het werk’ (bijvoorbeeld het graven van een sleuf voor de aanleg van riolering), dan dient de verontreiniging in zijn geheel ontgraven te worden. Indien bij uitvoering blijkt dat de asbestverontreiniging zich uitstrekt tot buiten het werk, dan wordt automatisch teruggevallen op punt 4. De ontgraving dient altijd onder hetzelfde veiligheidsregime (3T/0F, aangevuld met asbestmaatregelen) als een reguliere asbestsanering te worden uitgevoerd. Tevens dienen de graafwerkzaamheden altijd vooraf gemeld te worden bij de Arbeidsinspectie. De ontgraving dient altijd uitgevoerd te worden volgens de randvoorwaarden voor uitvoering (bijlage D). Er hoeft bij elk afzonderlijk incident geen separaat Plan van aanpak of (deel)saneringsplan opgesteld te worden. De werkzaamheden in asbesthoudende grond of –puin en met asbesthoudende materialen dient altijd uitgevoerd te worden door een daartoe gecertificeerd bedrijf en volgens de vigerende (onderzoeks- en sanerings-) normen. Gezien het feit dat er grond/puin wordt afgevoerd, zal er ook weer materiaal moeten worden aangevoerd (aanvulling ontgravingsput). Dit aanvulmateriaal moet voldoen aan de hergebruikswaarden (Besluit bodemkwaliteit) van het gebied waarin de locatie is gelegen. Veelal zal dit materiaal moeten voldoen aan de “achtergrondwaarden” die in dit besluit zijn genoemd. Voor meer informatie hierover kan contact opgenomen worden met de betrokken gemeente. Indien bij uitvoering blijkt dat de asbestverontreiniging zich uitstrekt tot buiten het werk, dan zal plaatselijk ontgraven worden (tot de fysieke grenzen van het werk). Hierbij wordt met nadruk opgemerkt dat er op een dusdanige manier ontgraven moet worden dat een eventuele toekomstige sanering van de restverontreiniging niet belemmerd wordt. Na het (plaatselijk) ontgraven dienen de vervolgwerkzaamheden conform de geldende wet- en regelgeving te worden uitgevoerd. Dit houdt in dat de omvang van de restverontreiniging bepaald dient te worden conform de NEN 5707. Indien blijkt dat er sprake is van puin (en derhalve in de context van asbestonderzoek niet meer over bodem gesproken wordt), dan wordt in de NEN 5707 automatisch doorverwezen naar de NEN 5897. Indien bij het onderzoek asbest in een gehalte boven 100 mg/kg wordt aangetroffen, dan dient (ongeacht de omvang) overgegaan worden tot sanering. Voor asbest in wegen kan volstaan 17 worden met een plan van aanpak (ter informatie indienen bij VROM-Inspectie); in overige gevallen dient een saneringsplan opgesteld te worden en ter beschikking aan het bevoegd gezag (gemeente of provincie) voorgelegd te worden. Na afronding dienen de uitgevoerde werkzaamheden binnen 10 werkdagen te worden gerapporteerd door het evaluatieformulier (bijlage E, op te vragen bij het bevoegd gezag of te downloaden van de website van de provincie of gemeente, zie hoofdstuk ‘relevante websites’) in te vullen en te versturen naar het bevoegd gezag. De uitgevoerde werkzaamheden en eventuele achtergebleven restverontreinigingen worden geregistreerd. De werkzaamheden ten aanzien van het asbestincident kunnen na afloop van stap 5 als gereed worden beschouwd. 18 Bijlage B:Overzicht wettelijk kader en bijbehorend bevoegd gezag Situatie Weg of strook langs een weg? ja Wettelijk kader/Situering Bevoegd gezag Besluit asbestwegen Wms VROM-inspectie Wet Milieubeheer Provincie of gemeente* Asbestverwijderingsbesluit Gemeente nee ja Wm-inrichting nee Ondergrondse bouwwerken/leiding? ja In wegbermen Provincie of gemeente** nee Illegale stort of deponie ja Deponie op walkanten of stort in watergang Waterkwaliteitsbeheerder Dempen van watergang Provincie Watergangen nee ja Toepassen van grond Overige illegale stort Provincie of gemeente*** Wet bodembescherming (Besluit bodemkwaliteit) Gemeente Wet bodembescherming Provincie nee *: **: ***: Afhankelijk van de aard en grootte van de inrichting; Bij gemeentelijke wegen is de gemeente het bevoegd gezag; bij provinciale en rijkswegen is de provincie het bevoegd gezag (bron: memo taakverdeling handhaving provincie Flevoland, 2 september 2002); Afhankelijk van de omvang van de verontreiniging. Bij een omvang kleiner dan 50 m3 is de gemeente het bevoegd gezag. Indien de omvang van de bodemverontreiniging groter is dan 50 m3, dan is de provincie het bevoegd gezag (bron: memo taakverdeling handhaving provincie Flevoland, 2 september 2002). NAW-gegevens bevoegd gezag en arbeidsinspectie: Naam bevoegd gezagTelefoonnummer (algemeen) Provincie Flevoland Afdeling Milieu en Water 0320-265 383 Gemeente Almere 036-5399911 Gemeente Dronten 0321-388911 Gemeente Lelystad 0320-278 911 Gemeente Noordoostpolder 0527-633911 Gemeente Urk 0527-689868 Gemeente Zeewolde 036-5229400 VROM-inspectie* 023-5150700 Arbeidsinspectie* 0800-9051 Faxnummer (algemeen)E-mail (algemeen) 0320-265260 036-5399912 0321-313130 0320-278245 0527-617020 0527-689898 036-5222394 023 5150777 - [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] * Niet betrokken bij het opstellen van onderhavig protocol. 19 Bijlage C: Meldingsformulier Dit meldingsformulier dient voorafgaand aan de start van de werkzaamheden naar het bevoegd gezag verstuurd te worden. Uitvoering vindt plaats volgens de voorwaarden voor uitvoering (bijlage D bij dit formulier). Na de uitvoering dient het evaluatieformulier binnen 10 werkdagen naar de gemeente verstuurd te worden. 1. Registratie locatie Adres Postcode en woonplaats Gemeente : : : 2. Melder / gebruiker / eigenaar Achternaam eigenaar/gebruiker Voorletters Postcode en woonplaats Telefoonnummer : : : : Achternaam melder/uitvoerende : Voorletters : Postcode en woonplaats : Telefoonnummer : 3. Werkzaamheden Aanleiding werkzaamheden Huidig gebruik locatie : : : Aard werkzaamheden (omschrijving): Datum geplande uitvoering Oppervlakte ontgraving Diepte ontgraving 20 : : : m2 m-mv (meter beneden maaiveld) 4. Asbest Waar is het asbest aangetroffen? □ op maaiveld □ in (schone) grond □ in puinhoudende grond □ in puin verharding □ in stortgat anders: In welke vorm is asbest aangetroffen? □ kleine plaatjes □ asbestcement □ plaatmaterialen anders: Welk gecertificeerd bedrijf wordt ingeschakeld: Naam Adres Postcode en woonplaats Gemeente : : : : Welke voorzorgsmaatregelen worden genomen om de risico’s weg te nemen Wordt er naar verwachting asbesthoudend materiaal in afgevoerd? □ Ja : Geschatte Hoeveelheid m3. □ Nee, reden : Worden de werkzaamheden verricht volgens de voorwaarden voor uitvoering, bijlage D bij het meldingsformulier? □ Ja □ Nee, reden : 5. Verklaring en ondertekening Naam Datum Plaats Handtekening melder : : : : Dit meldingsformulier zenden aan het bevoegd gezag, in deze : Voor meer informatie kunt u contact opnemen met: Provincie Flevoland, afdeling Milieu en Water Telefoon: 0320-265383 Fax: 0320-265260 [email protected] 21 Bijlage D: Voorwaarden voor uitvoering Inleiding Zoals in het incidentenprotocol verwoord zijn de volgende voorwaarden van toepassing: ● ● ● ● ● ● Er is voldoende vooronderzoek gepleegd; Het betreft een incident; De werkzaamheden worden voor de start gemeld; Er wordt gewerkt volgens de onderstaande voorwaarden voor uitvoering; De uitgevoerde werkzaamheden worden achteraf met het evaluatieformulier gemeld; Uitvoering / maatregelen Tijdens werkzaamheden worden asbestverdachte materialen aangetroffen. ● In dat geval is het niet toegestaan zelf werk zaamheden te verrichten op die plaatsen waar asbest is aangetoond; ● Bij de aanwezigheid van (verhoogde) risico’s dienen de werkzaamheden door een gecertifi- ceerd bedrijf te worden uitgevoerd (uitvoering onder asbestcondities en de geldende wet- en regelgeving). Naast het voldoen aan de veiligheidseisen moeten ook voorschriften in acht worden genomen om de geconstateerde asbestverontreiniging te beheersen en niet groter te laten worden. Enkele van deze punten zijn: ● Er mag geen contact plaats zijn tussen ver- ontreinigde grond/puin met schone grond/ puin (indien noodzakelijk onderafdichting gebruiken); ● Er mag geen verspreiding optreden waardoor er mogelijk een nieuwe verontreiniging ont- staat; ● Indien noodzakelijk (ter beoordeling van het gecertificeerd bedrijf) dient het ontgraven materiaal bevochtigt te worden bij het ont- graven, dit voorkomt opwaaien van vezels; ● Asbesthoudend materiaal moet worden afge voerd in daartoe geschikte middelen (big bags en kleppenwagens); ● Noteer de hoeveelheid afgevoerd materiaal; Maak een situatietekening van de ontgravings locatie met referentiepunten (bij voorkeur voorzien van foto’s); 22 ● Vul het bijgevoegde evaluatieformulier in en stuur deze samen met de situatietekening van de ontgravingslocatie (eventueel met foto’s) binnen 10 werkdagen na afronding van de werkzaamheden naar het bevoegd gezag. Registratie Vul zorgvuldig zowel het meldingsformulier als het evaluatieformulier in, zodat het voor het bevoegde gezag duidelijk is wat de uitgevoerde werkzaamheden zijn geweest, welke maatregelen zijn genomen en of er nog aanvullende maatregelen genomen moeten worden. Bijlage E: Evaluatieformulier Dit evaluatieformulier dient binnen 10 werkdagen na afronding van de werkzaamheden naar het bevoegd gezag verstuurd te worden. 1. Registratie Locatie Adres Postcode en woonplaats Gemeente : : : 2. Melder / gebruiker / eigenaar Achternaam eigenaar/gebruiker : Voorletters : Postcode en woonplaats : Telefoonnummer : Achternaam melder/uitvoerende : Voorletters : Postcode en woonplaats : Telefoonnummer : 3. Werkzaamheden Aanleiding werkzaamheden : : Huidig gebruik locatie : Aard werkzaamheden (omschrijving): Datum werkelijke uitvoering Oppervlakte ontgraving Diepte ontgraving : : : m2 m-mv (meter beneden maaiveld) 4. asbest Waar is het asbest aangetroffen □ op maaiveld □ in (schone) grond □ in puinhoudende grond □ in puin verharding □ in stortgat anders: In welke vorm is asbest aangetroffen □ kleine plaatjes □ asbestcement □ plaatmaterialen anders: Welk gecertificeerd bedrijf is ingeschakeld: 23 Naam Adres Postcode en woonplaats Gemeente : : : : Welke voorzorgsmaatregelen zijn genomen om de risico’s weg te nemen Is er asbesthoudend materiaal in afgevoerd? □ Ja : Geschatte Hoeveelheid □ Nee, reden : m3. Zijn de werkzaamheden verricht volgens de voorwaarden voor uitvoering, bijlage bij het meldingsformulier ? □ Ja □ Nee, reden : 5. Situatie na de uitgevoerde werkzaamheden □ Alle asbest verdachte materialen zijn verwijderd, de locatie is vrij van asbest □ De locatie is gedeeltelijk asbest vrij gemaakt; □ Er is een restverontreiniging achtergebleven; □ De grootte van de restverontreiniging is bekend; □ Er dient aanvullend onderzoek te worden uitgevoerd naar de omvang van de restverontreiniging. anders: 6. Verklaring en ondertekening Naam Datum Plaats Handtekening melder : : : : Dit meldingsformulier zenden aan het bevoegd gezag, in deze : Voor meer informatie kunt u contact opnemen met: Provincie Flevoland, afdeling Milieu en Water Telefoon 0320-265383 Fax 0320-265260 [email protected] 24 Relevante websites Gemeenten en provincies “algemeen” ● www.flevoland.nl ● www.almere.nl ● www.dronten.nl ● www.lelystad.nl ● www.noordoostpolder.nl ● www.urk.nl ● www.Zeewolde.nl Provincie Flevoland “onderwerp asbest” Asbest algemeen ● http://provincie.flevoland.nl/themas/milieu-water/asbest/ ● http://provincie.flevoland.nl/themas/milieu-water/asbest/asbest_in_flevoland/ Historisch onderzoek asbest ● http://provincie.flevoland.nl/themas/milieu-water/asbest/asbest_in_flevoland/ AsbestonderzoekFlevoland.pdf Asbestverdenkingenkaart ● http://bodeminformatie.flevoland.nl/bodeminformatie.html Productinformatie asbest ● http://www.asbestnet.nl/ ● http://asbestonline.nl/asbest Relevante wetgeving ● http://www.vrom.nl/ ● http://www.wetten.nl ● http://www.infomil.nl/ Certificering / accreditatie ● http://www.senternovem.nl/Bodemplus/verklaringen/erkenningen/ publicatielijstinstanties.asp (gecertificeerde bodemintermediairs) ● http://www.rva.nl/ (raad van accreditatie) ● http://www.sbca.nl/(stichting beheer certificatierege lingen) ● http://www.ascert.nl/(stichting certificatie asbest) Veiligheid / arbo / gezondheid ● http://www.ggd.nl/(gezondheidsrisico’s van asbest) ● http://www.vrom.nl/ (vraag en antwoord) ● http://www.asbestslachtoffers.nl/(instituut asbestslachtoffers) ● http://www.vrom.nl/ (plan van aanpak asbestbrand) ● www.arbeidsinspectie.nl (arbeidsinspectie) ● www.crow.nl (CROW) 25 Overige informatie ● www.bodemloket.nl (bodemonderzoekgegevens) ● http://www.vrom.nl/pagina.html?id=8329 (asbest algemeen + nieuws over asbest) ● http://www.vrom.nl/pagina.html?id=8330 (vraag en antwoord) ● http://www.vrom.nl/pagina.html?id=2706&sp=2&dn=6204 (vraag en antwoord) ● http://www.senternovem.nl/meldasbest/(algemeen meldpunt asbest) ● http://www.vrom.nl/pagina.html?id=8332 (publicaties t.a.v. asbest) ● http://www.vrom.nl/pagina.html?id=8333 (subsidies t.a.v. verwijdering asbest) ● http://www.nen.nl/(onderzoeksprotocollen) ● www.bodemplus.nl (Bodem+) ● http://www.vrom.nl/pagina.html?id=16535 (VROM-Inspectie) Colofon Opdrachtgever Werkgroep Asbest Flevoland (een samenwerking tussen de Flevolandse gemeenten en de provincie) Uitgave en vormgevingTeksten en figuren Provincie Flevoland Geofox-Lexmond bv RedactieDatum Provincie Flevoland maart 2009 26