MINI SAMENVATTINGEN HOOFDSTUK 5 GESCHIEDENIS Paragraaf 1 Churchill Stalin Truman Potsdam Frankrijk DDR De Britse regeringsleider tijdens de Tweede Wereldoorlog. De regeringsleider die van 1927 tot 1953 de SovjetUnie in een ijzeren greep had en tijdens de Grote Vaderlandse Oorlog opperbevelhebber van de Russische troepen was. Tijdens het grootste deel van de Tweede Wereldoorlog was hij vice-president van de Verenigde Staten en werd, na het overlijden van Roosevelt in april 1945, president van dit land. Plaats ten zuidwesten van Berlijn, waar de vroegere Pruisische koningen verblijf hielden en waar de Grote Drie in juli 1945 vergaderden over de toekomst van Europa. Een Europees land dat (naast de Grote Drie) óók een bezettingszone in Duitsland en in Berlijn kreeg toegewezen. De Sovjetbezettingzone van Duitsland kreeg in 1949 deze naam. Paragraaf 2 In geen enkel land waren de verwoestingen die tijdens de oorlogsjaren waren aangericht, zo groot als in de Sovjet-Unie. Daarom waren de Russen erop gebrand om een herhaling van deze ramp te voorkomen. Hiertoe zou een buffer van bevriende staten als extra waarborg moeten dienen. De aangrenzende landen kregen tussen 1945 en 1948 een communistische regering. Samen vormden deze landen met de Sovjet-Unie het Oost-blok. Na verloop van tijd werden deze landen met een totalitair regime, waar de communistische partij een belangrijke plaats innam. In 1956 ontstond er zowel in de Sovjet-Unie als daarbuiten grote beroering. Nikita Chroesitsjov stelde de fouten van zijn voorganger Stalin aan de kaak. Het leek alsof er wat meer vrijheid kwam. Deze politieke dooi was van korte duur. Dat merkten de Hongeren althans, toen ze in november van dat jaar een eigen koers wilden gaan volgen. De opstand werd hard onderdrukt. Ook de Tsjechen moesten in 1968 aan den lijve ondervinden dat de Russen nog altijd heer en meester in Oost-Europa waren en dat ook wilden blijven. In 1962 bereikte de spanning tussen de Verenigde Staten en de Sovjet Unie een nieuw dieptepunt. De russen wilden op Cuba raketinstallaties plaatsen. De Amerikaanse president Kennedy speelt hoog spel en kreeg zijn zin. Daar werd voor het eerst gesproken over ontspanning. Paragraaf 3 Marshall Supermacht Mansholt EGKS Zwitserland Brussel Kapitalisme Wederopbouw De naam van de generaal (die later politicus werd) die aan de wieg stond van het Amerikaanse hulpprogramma dat het gehavende Europa weer op de been moest brengen. De naam van een begrip in de internationale politiek en de politieke geschiedenis waarmee landen of naties aangeduid worden die zo veel macht hebben dat zij de loop van de wereldgeschiedenis min of meer beslissend kunnen beïnvloeden. De naam van een van de belangrijkste Nederlandse voormannen bij de Europese integratie. Deze instelling zorgde ervoor dat de douanerechten bij de handel in kolen en staal tussen de lidstaten kwamen te vervallen. Een in het midden van Europa gelegen land dat niet tot de Europese Unie behoord. De ‘hoofdstad’ van Europa. Het politiek en economisch stelsel dat binnen de Europese Unie gevolgd wordt. De naam voor het tijdperk dat getypeerd wordt door ‘handen uit de mouwen en niet zeuren’. Paragraaf 4 De tweedeling in een ‘westblok’ waar het kapitalisme de overhand had en in een communisme ‘oost