Nota lokaal gezondheidsbeleid 2013 tot 2017 J.Y. Winter-van Beek 25 -3-2013 Inhoudsopgave pagina Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1. Algemeen 1.2. Gezondheid 1.3. Publieke gezondheid 1.4. Lokaal strategisch beleid 1.5. Doelstelling nota 1.6. Leeswijzer Hoofdstuk 2 Kader; waarom een nota gezondheidsbeleid? 2.1. Beleidstaak 2.2. Wettelijk kader 2.3. Landelijke speerpunten 2.4. Kennis gebruiken Hoofdstuk 3 Gezondheidssituatie Raalte en aandachtspunten 3.1. Inleiding 3.2. Fysieke omgeving 3.3. Sociale omgeving 3.4. Psychische gezondheid 3.5. Leefstijl 3.6. Aandachtspunten Hoofdstuk 4 Een integrale aanpak 4.1. Inleiding 4.2. Samenhang met andere beleidsterreinen; wat gebeurt daar al? Hoofdstuk 5 Waar sturen we op bij? 5.1. Inleiding 5.2. Doelen 5.3. Voorwaarden om doelen te bereiken? Hoofdstuk 6 Financiën en vervolg 6.1. Financiën 6.2. Vervolg 2 2 2 3 3 3 3 4 4 4 5 5 7 7 7 7 8 8 10 11 11 11 17 17 17 18 20 20 20 Bijlage 1 Bijlage 2 21 23 Resultaten Raalte Gezond afgelopen jaar Tabellen gezondheidssituatie Raalte -1/26- Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1. Algemeen Voor u ligt de nota lokaal gezondheidsbeleid. Deze nota is op interactieve wijze tot stand gekomen. Hierbij is gebruik gemaakt van bestaande structuren: de Wmo-raad en clusters, de projectgroep van het programma Raalte Gezond, de klankbordgroep Raalte Gezond, het platform Welzijn, Wonen en Zorg en interne betrokkenen bij het gezondheidsbeleid en aanpalende beleidsterreinen 1. Verder is er een evaluatierapport van het uitvoeringsplan lokaal gezondheidsbeleid opgesteld en is er een tussenevaluatie van het programma Raalte Gezond gemaakt, waarop deze nota voortbouwt. Bij de totstandkoming van deze nota is rekening gehouden met de huidige ontwikkelingen op het terrein van de zorg. Daarnaast zijn de ontwikkelingen op het terrein van de Awbz-begeleiding van belang. Door de overheveling van de Awbz-begeleiding zullen meer mensen uit de gemeente binnen de compensatieplicht van de Wmo vallen. Mensen die nu Awbz-begeleiding ontvangen, vallen na de decentralisatie onder verantwoordelijkheid van de gemeente. De samenhang tussen het Wmo-beleid en het lokaal gezondheidsbeleid wordt hierdoor ook vergroot. Redenen te meer om het gezondheidsbeleid nog meer integraal op te pakken. Wij zien het gezondheidsbeleid als integraal onderdeel van het sociale beleid. Het hebben van een nota gezondheidsbeleid is ook een wettelijke verplichting. Activiteiten die ingezet zijn in de beleidsperiode 2009-2012 worden voortgezet in onderhavige nota. Tot slot leveren de gezondheidsmonitoren van de GGD IJsselland inzicht in de gezondheidssituatie in de regio en in de gemeente en belangrijke bouwstenen voor deze beleidsnota. 1.2. Gezondheid Gezondheid betekent niet voor iedereen hetzelfde. Bij gezondheidsbeïnvloeding gaat het veelal om het veranderen van leefpatronen. De praktijk heeft uitgewezen dat het over het algemeen jaren duurt voordat een verandering in leefpatronen is gerealiseerd. In de openbare gezondheidszorg is de definitie van de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) de meest gehanteerde. In deze definitie liggen ook voor de gemeente aanknopingspunten om gezondheidsbeleid te voeren. De definitie is: Gezondheid is een toestand van volledig lichamelijk geestelijk en maatschappelijk welbevinden en niet alleen de afwezigheid van ziekte. Gezondheid krijgt op dit moment veel belangstelling, met name omdat de kosten van de zorg de afgelopen tijd enorm zijn gestegen. In veel landelijke publicaties blijkt dat er meer en meer aandacht wordt besteed aan volksgezondheid; onder meer vanwege de gevolgen van ongezonde leefpatronen van burgers. In de landelijke politiek en in het landelijk beleid staat (preventief) volksgezondheidsbeleid hoog op de agenda. In het rapport “staat van de gezondheidszorg 2012” van de Inspectie voor de Gezondheidszorg is opgenomen, dat de gezondheid in Nederland er beter voorstaat als er minder mensen roken en/of overgewicht hebben en als er meer mensen bewegen. 1 Waaronder; Openbare ruimte, Veiligheidsbeleid, Visie Woonservicegebieden, Wmo en Sportbeleid. -2/26- De inspectie vindt het een taak van de zorgverleners om mensen te ondersteunen bij een gezonde leefstijl. 1.3. Publieke gezondheid Openbare gezondheidszorg is gericht op de bescherming, bevordering en bewaking van de gezondheid van – en acute hulpverlening aan de bevolking. Het gaat om de gezondheid van de gehele bevolking. Aan de activiteiten op dit gebied ligt in principe geen individuele hulpverlening ten grondslag. Karakteristiek aan publieke gezondheid is de preventieve insteek, de maatschappelijke hulpvraag en de interventies, die zich richten op groepen. We zijn ons er van bewust, dat er aandachtsgroepen zijn, welke in bepaalde gevallen meer ondersteuning nodig hebben om mee te doen in de maatschappij. Hierbij valt te denken aan mensen met een lage sociaal economische status en mensen met een beperking. 1.4. Lokaal strategisch beleid Het bestuursakkoord “Kiezen in de kern” 2010-2014 is gericht op vitale kernen en betrokken inwoners. De dorpen en buurten in de gemeente Raalte zijn de plaatsen waar mensen elkaar ontmoeten en waar sociale binding met elkaar ontstaat en vorm krijgt. Raalte is een samenleving waar mensen omzien naar elkaar. Mensen doen actief mee, zijn zelfredzaam en nemen eigen verantwoordelijkheid. Maatschappelijke ondersteuning is gericht op het scheppen van voorwaarden voor het kunnen meedoen aan de samenleving en het scheppen van randvoorwaarden. Mee doen in de samenleving heeft invloed op een gezonde leefstijl en levert derhalve een bijdrage aan het gezondheidsbeleid van Raalte. In de Strategische Visie Raalte 2020 is opgenomen, dat Raalte op het terrein van zorg een gemeente is die zich onderscheidt. Door gebruik te maken van nieuwe technologieën (domotica, e-health) in combinatie met het “Sallandse noaberschap” wordt kwaliteit en kleinschaligheid geboden. 1.5. Doelstelling nota Het doel is om in beeld te brengen welke gezondheidsbevorderende en preventieve maatregelen wij de komende periode gaan nemen in het kader van het gezondheidsbeleid. Hierbij wordt voortgeborduurd op de doelstellingen uit het programma Raalte Gezond. Het doel van dit programma is een verandering van leefstijl op verschillende gebieden. Een verandering van leefstijl betekent een gedragsverandering, dit is niet van de ene op de andere dag gerealiseerd. In deze nota komt ook de samenhang met andere beleidsterreinen aan de orde. Met name met het Wmo-beleid, waarin termen als eigen kracht, eigen verantwoordelijkheid en “Mee Doen” centraal staan, zijn er veel aanknopingspunten. Maar ook met het sportstimuleringsbeleid, waarbij bewegen en een gezonde leefstijl centraal staan, zijn er veel raakvlakken. 1.6. Leeswijzer In het volgende hoofdstuk wordt beschreven waarom er een nieuwe nota gezondheidsbeleid wordt gemaakt. Vervolgens wordt ingegaan op de gezondheidssituatie in Raalte. Van daaruit wordt gekeken welke aandachtspunten we hebben. Deze aandachtspunten worden enerzijds al opgepakt binnen het programma Raalte Gezond (het uitvoeringsprogramma van de huidige nota) en binnen andere beleidsterreinen. Dit komt in hoofdstuk 5 aan de orde. Daarna wordt bekeken welke doelen we belangrijk vinden in de komende beleidsperiode. Tot slot wordt ingegaan op de financiën en het vervolg van deze beleidsnota. -3/26- Hoofdstuk 2 Kader; waarom een nota gezondheidsbeleid? 2.1. Beleidstaak Op grond van artikel 13 Wet publieke gezondheid wordt één keer in de vier jaar een landelijke nota gezondheidsbeleid opgesteld. De gemeenteraad dient binnen 2 jaar na vaststelling van de landelijke nota een lokale nota gezondheidsbeleid vast te stellen. Hierin wordt aangegeven, wat de gemeentelijke doelstellingen zijn, welke acties worden uitgezet om deze doelstellingen te bereiken, welke resultaten de gemeente wil behalen en hoe de uitvoering plaatsvindt. In mei 2013 moet formeel de lokale nota vastgesteld worden. De uitvoering van de huidige nota lokaal gezondheidsbeleid vindt voor een groot deel plaats in het programma Raalte Gezond. De organisatie en uitvoering van dit programma gebeurt in nauwe samenwerking met een beleidsadviseur van GGD IJsselland. Dit programma wordt deels extern gefinancierd. De onderdelen van dit programma liggen vast tot 2015. De doelen zijn: overgewicht tegengaan, bevorderen van bewegen, preventie alcohol, samenwerking tussen partijen bevorderen, borging en communicatie rondom de onderwerpen van het programma optimaliseren. Met het vaststellen van de nieuwe nota voldoet de gemeente aan een wettelijke verplichting. Maar bovenal grijpen wij de gelegenheid aan om in te spelen op veranderingen in de samenleving, om de samenwerking met de partners te stimuleren en om de samenhang met verschillende beleidsterreinen te verduidelijken. 2.2. Wettelijk kader De verplichtingen voor de gemeente als het gaat om de volksgezondheid, zijn geregeld in de Wet publieke gezondheid (Wpg), die de wettelijke basis vormt voor het gemeentelijke volksgezondheidsbeleid. De gemeente is op grond van artikel 2,3, eerste lid, 3a en artikel 5, tweede lid van de Wpg verplicht om taken uit te voeren op het gebied van collectieve preventie. Deze taken hebben betrekking op: jeugdgezondheidszorg 0-19 jaar gezondheidsbevordering epidemiologisch onderzoek infectieziektebestrijding technische hygiënezorg medische milieukunde forensische geneeskunde Ter uitvoering van deze Wpg-taken dragen de gemeenten zorg voor de instelling en instandhouding van de gemeentelijke gezondheidsdienst, de GGD IJsselland. -4/26- De GGD ondersteunt de gemeenten in de beleidsontwikkeling en levert adviezen op basis van (onderzoeks)gegevens en professionele kennis. Daarnaast voert de GGD taken uit op het gebied van de jeugdgezondheidszorg en de infectieziektebestrijding. 2.3. Landelijke speerpunten De vijf landelijke speerpunten om de volksgezondheid te verbeteren zijn, het bestrijden van: overgewicht, diabetes, depressie, roken en schadelijk alcoholgebruik. Het kabinet legt daarbij qua preventie het accent op bewegen. Sport en bewegen in de buurt staat hoog op het prioriteitenlijstje van het rijk. De speerpunten uit de vorige preventienota worden hiermee vastgehouden. Het kabinet staat voor eigen verantwoordelijkheid en eigen kracht van mensen. Dat geldt ook voor gezondheid. Dit betekent dat niet de overheid maar de mensen zelf in eerste instantie aan zet zijn. Betrokkenheid van het bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties, het onderwijs en zorgverleners is belangrijk. De landelijke nota kent de volgende thema’s: 1. Vertrouwen in gezondheidsbescherming Mensen kunnen sommige risicofactoren voor de gezondheid niet of moeilijk zelf beïnvloeden. Naast genetische factoren zijn dat externe factoren zoals milieu, infectieziekten, rampen, crises en gevaarlijke stoffen in voeding en andere producten. Op dit terrein kan de Nederlander op de overheid rekenen. 2. Zorg en sport dichtbij in de buurt De gezondheidszorg is een belangrijke plek voor (preventieve)activiteiten. Zorgverleners zoals bijvoorbeeld artsen, verpleegkundigen, praktijkondersteuners, diëtisten en fysiotherapeuten doen al veel aan preventie. In hun dagelijks werk geven zij vaak advies en informatie aan mensen, zodat er minder gezondheidsklachten ontstaan. Het is belangrijk dat er herkenbare en laagdrempelige voorzieningen in de buurt aanwezig zijn, waar mensen met vragen en problemen terecht kunnen. Sport en bewegen dragen bij aan zelfredzaamheid, maatschappelijke participatie en gezondheid. Beweegmogelijkheden in buurt moeten worden gestimuleerd. Dit bevordert met name de zelfredzaamheid van ouderen. 3. Zelf beslissen over leefstijl Uitgangspunt hierbij is, dat alles start bij de jeugd. Het aanleren van basisvaardigheden, gezonde scholen, gezond gewicht. Preventieve activiteiten voor de jeugd dragen eraan bij dat iemand op latere leeftijd beter in staat is zelf te beslissen over zijn/haar leefstijl. 2.4. Kennis gebruiken Gezondheid wordt beïnvloed door verschillende factoren, ook wel determinanten van gezondheid genoemd. Deze factoren zijn: 1. Biologische factoren; erfelijkheid en geslacht. 2. Fysieke en sociale omgeving; bij de fysieke omgeving moet voor al gedacht worden aan de inrichting van de openbare ruimte. De kwaliteit van goede woningen speelt ook een rol. Bij de sociale omgeving gaat het om de directe sociale infrastructuur van mensen. Heeft iemand bijvoorbeeld voldoende sociale contacten? Is er sprake van huiselijk geweld? -5/26- 3. Leefstijl; onderdelen van een leefstijl zijn onder andere bewegen, voeding en gebruik van genotmiddelen. 4. Toegankelijkheid van (zorg) voorzieningen; het gaat om de bereikbaarheid, toegankelijkheid en kleinschaligheid van voorzieningen. Onderstaand model van Lalonde laat dat zien. Focus Gemeente Raalte De gemeente kan niet op elke factor invloed uitoefenen. De meeste invloed kan de gemeente uitoefenen op de sociale en de fysieke omgeving. De middelen die zij hiertoe heeft zijn: regelgeving, handhaving van regelgeving, subsidieverlening en inrichting van de fysieke omgeving (bijvoorbeeld aanleg van wandel- en fietspaden. De beïnvloeding van leefstijl is meer indirect door middel van gezondheidsvoorlichting en het treffen van stimuleringsmaatregelen. Het zorgsysteem is te beïnvloeden door regie te voeren op bereikbaarheid en toegankelijkheid van zorgsystemen en de samenwerking tussen zorgpartijen. De biologische factoren zijn door de gemeente niet te beïnvloeden. De huidige ontwikkelingen op het terrein van de zorg, waarbij de eerstelijnsgezondheidszorg meer verantwoordelijkheden krijgt en de ontwikkelingen op het terrein van de Awbz-begeleiding hebben tot gevolg dat het zorgsysteem meer beïnvloed kan worden door de gemeente. De gemeenten hebben door de overheveling van de Awbz-begeleiding voor meer mensen een compensatieplicht. De samenhang tussen het Wmo-beleid en het lokaal gezondheidsbeleid wordt hierdoor ook vergroot. Redenen te meer om het gezondheidsbeleid integraal op te pakken. Het bovenstaande betekent, dat wij ons richten op de omgevingsfactoren, leefstijl en de bereikbaarheid van voorzieningen. -6/26- Hoofdstuk 3 Gezondheidssituatie Raalte en aandachtspunten 3.1. Inleiding Als basis voor dit nieuwe beleidsplan en voor het vaststellen van prioriteiten voor de komende beleidsperiode heeft de gemeente inzicht nodig in de gezondheid en de gezondheidsbeleving van de inwoners. Dit inzicht wordt verkregen door de gezondheidsonderzoeken van de GGD en het rapport Fit en Gezond in Overijssel 20122. Dit laatste is een provinciaal onderzoek naar sport, bewegen en leefstijl. In bijlage 2 treft u tabellen aan, welke een inzicht geven in de gezondheidssituatie van de inwoners van de gemeente Raalte. Op de website van de GGD IJsselland vindt u de gezondheidsatlas, met nog veel meer informatie. Vanuit de gezondheidssituatie kan de vraag gesteld worden, waar we ons de komende beleidsperiode op richten. Aan het eind van dit hoofdstuk worden de aandachtspunten voor Raalte besproken. Dit is ongeacht of signalen binnen het gezondheidsbeleid of binnen een ander beleidsterrein worden opgepakt. 3.2. Fysieke omgeving Een goede fysieke omgeving draagt bij aan de gezondheid van de inwoners van Raalte. Er spelen vele factoren een rol bij de fysieke omgeving. De (her) inrichting van de openbare ruimte is bijvoorbeeld belangrijk. Vallen is een veel voorkomend probleem bij ouderen. De bereikbaarheid en toegankelijkheid van voorzieningen spelen hierbij ook een belangrijke rol. Het binnenmilieu is een belangrijk aspect van de fysieke omgeving. Landelijk hebben de meeste woningen last van een slecht binnenmilieu 3. Dit komt met name door het roken. De afgelopen beleidsperiode is het binnenklimaat op de scholen aangepakt. Daarnaast blijkt uit het gezondheidsonderzoek voor ouderen, dat veel ouderen verzuimen om de woning goed te ventileren. De aanwezigheid en bereikbaarheid van voorzieningen zijn van invloed op de gezondheid. Een voorbeeld: welzijnsactiviteiten hebben een positieve invloed op het dagritme, mensen ontmoeten andere mensen, waardoor de kans op eenzaamheid kleiner is. Uit het gezondheidsonderzoek ouderen, blijkt dat veel ouderen niet op de hoogte zijn van beschikbare welzijnsvoorzieningen. Als het gaat om bereikbaarheid, dan is vervoer een belangrijk aspect. 3.3. Sociale omgeving Sociale omgeving heeft een relatie met de thuissituatie. Het hebben van sociale contacten (waaronder ontmoeting), het doen van vrijwilligerswerk, het verrichten van mantelzorg spelen een rol. Het is belangrijk, dat iemand een beroep kan doen op zijn sociale omgeving, als het gaat om ondersteuning. Sociale contacten zijn daarbij belangrijk. Met name de participatie in de vorm van vrijwilligerswerk heeft een positieve invloed op de gezondheid. 2 Fit en Gezond in Overijssel, november 2012; een provinciaal onderzoek naar sport, bewegen en leefstijl door Sportservice Overijssel in opdracht van de provincie Overijssel en deelnemende gemeenten. 3 Volksgezondheid Toekomst Verkenningen van het RIVM -7/26- Vrijwilligerswerk is werk dat onverplicht en onbetaald wordt verricht ten behoeve van anderen of de samenleving. Vrijwilligerswerk geeft structuur, en het gevoel iets te kunnen doen voor de maatschappij en heeft vaak een positieve invloed op het welbevinden. Mantelzorg is zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt gegeven aan een hulpbehoevende door één of meerdere leden van diens directe omgeving, waarbij de zorgverlening direct voortvloeit uit de sociale relatie. Hoewel mantelzorg geen vrijwillige keuze is, kan deze vorm ook een positieve invloed hebben op het algemeen welbevinden en de gezondheid. Het gevaar bij mantelzorg is over het algemeen, dat er vaak sprake is van overbelasting van taken. Het aantal volwassenen (18 t/m 64 jaar) dat in de gemeente Raalte mantelzorg verleent en vrijwilligerswerk doet ligt boven het gemiddelde van de gemeenten in de regio IJsselland. Met de veranderingen in de zorg, waaronder de extramuralisering en de decentralisatie van de Awbzbegeleiding, zal het beroep op vrijwilligers en mantelzorgers groter worden. Zolang het doel en het belang van vrijwilligerswerk worden onderkend, heeft dit een positieve invloed op de gezondheid. 3.4. Psychische gezondheid Eenzaamheid is het subjectief ervaren van een onplezierig of ontoelaatbaar gemis aan (kwaliteit van) sociale relaties. Landelijk gezien neemt eenzaamheid toe als de leeftijd toeneemt. Eenzaamheid komt vaker voor bij mensen met een lager opleidingsniveau, mensen zonder werk en alleenstaanden die moeilijk rond kunnen komen. Uit de landelijke cijfers blijkt, dat 30% van de volwassen Nederlanders zich eenzaam voelt. In Raalte zijn er geen grote verschillen in de mate van eenzaamheid bij volwassenen in de leeftijd van 18 tot 64 jaar ten opzichte van het gemiddelde in de regio IJsselland. Het totaal aantal eenzame volwassen in Raalte is 28%. Ook in de leeftijdsgroep 65 jaar en ouder zijn er geen verschillen ten opzichte van de regio IJsselland. Hoewel er geen grote verschillen ten opzichte van het gemiddelde van alle gemeenten zijn, kunnen we wel constateren, dat er sprake is van eenzaamheid in Raalte. De verwachting is, dat door ontwikkelingen als toenemende vergrijzing en de extramuralisering, waarbij mensen steeds langer zelfstandig blijven wonen er een grotere kans is op het ontstaan van eenzaamheid. In Nederland is 26% van de volwassenen psychisch ongezond. In de regio IJsselland is dit percentage 10%. Het percentage dat psychische klachten heeft is in de grote steden het grootst. Bewoners in een stad hebben gemiddeld een lagere sociaal economische status en er wonen meer mensen in slechtere huizen, dan bewoners van het platteland. Uit de jongerenmonitor van de GGD IJsselland blijkt, dat jongeren die gepest worden minder goed scoren op het psychisch welbevinden. Psychosociale problemen kunnen op verschillende manieren tot uiting komen. Het kan gaan om emotionele problemen zoals angst en depressieve gevoelens en gedragsproblemen. Uit de jongerenmonitor blijkt, dat 14% van de meisjes en 6% van de jongens van 12-24 jaar in Raalte een risico heeft op het ontwikkelen van psychische en psychosociale problemen of die problemen al heeft. 3.5. Leefstijl Iedereen ervaart gezondheid op zijn of haar eigen manier. Het is daarom lastig vast te stellen wat een gezonde leefstijl inhoudt. Onderdelen van de leefstijl zijn: (over)gewicht, (on) voldoende bewegen, gebruik van genotmiddelen en eet- en voedingspatronen. -8/26- (Over)gewicht Om vast te stellen of er sprake is van overgewicht, wordt gebruik gemaakt van het BMI (Body-Mass Index). Deze index geeft de verhouding tussen het gewicht en de lengte in het kwadraat van iemand weer. Er zijn twee soorten overgewicht, namelijk matig overgewicht ( BMI tussen 25 en 30) en ernstig overgewicht (BMI boven de 30). Het percentage overgewicht van meisjes in de leeftijd van 12 t/m 23 jaar is met 16 % hoger dan het gemiddelde van de gemeenten in de regio IJsselland. Ook ligt het percentage overgewicht bij volwassen mannen met 53% boven het regionale gemiddelde. Het percentage overgewicht van ouderen in de leeftijd van 65 t/m 74 jaar ligt onder het gemiddelde van de gemeenten in de regio IJsselland. Bewegen Overgewicht wordt vaak veroorzaakt door te weinig beweging. De Nederlandse Norm Gezond Bewegen (afgekort NNGB) betekent: tenminste vijf dagen per week 30 minuten matig intensieve lichaamsbeweging hebben. Jongeren van 12 tot 18 jaar moeten volgens de norm op een dag minimaal een uur matig tot intensief bewegen. Het percentage lichaamsbeweging van kinderen tussen 0 en 11 jaar wijkt in Raalte niet af van het gemiddelde van de gemeenten in de regio IJsselland. Het percentage dat 7 uur of meer beweegt per week is 83%. Het percentage mensen in de leeftijdscategorieën 12 t/m 17 en 64-75 en ouder dan 75 jaar, dat aan de beweegnorm voldoet is in Raalte hoger, dan het gemiddelde in de regio. Desondanks ligt het percentage overgewicht bij een aantal groepen hoger dan het gemiddelde in de regio. Dit heeft te maken dat de oorzaak van overgewicht niet alleen bij een tekort aan beweging ligt. Ook gezonde voeding, rookgedrag en genetische factoren spelen een rol. Opvallend is dat uit de ouderenmonitor blijkt dat 2/3 van de ouderen te weinig vocht4 drinkt. Alcoholgebruik Het aantal jongeren in de leeftijdscategorie 12 t/m 15 jaar dat in een periode van vier weken dronken was, is in Raalte groter dan in de regio. 15% van hen gebruikt alcohol en 1/3 van deze groep geeft aan dronken te zijn geweest. Voor de leeftijdsgroep 16 t/m 23 is het percentage dat de afgelopen 4 weken dronken is geweest 38%, dit percentage is hoger, dan het regiogemiddelde van IJsselland. Het percentage jongeren dat binge5 drinkt (de afgelopen 4 weken) is 66% voor de leeftijdsgroep 12 t/m 23 jaar en 67% voor de leeftijdsgroep 16 t/m 23 jaar. Deze percentages liggen boven het gemiddelde van de gemeenten IJsselland. Uit de jongerenmonitor blijkt, dat de risicogroep voor ongezond gedrag op het voortgezet onderwijs en voor een deel op het MBO zit. De school is dan ook een goede plek om deze doelgroep te bereiken. Drugs Het aantal volwassenen in Raalte, dat softdrugs gebruikt is 13%. Dit percentage is lager dan het gemiddelde in de regio IJsselland. Dat percentage is 16% Het aantal jongeren in de leeftijdscategorie 16 t/m 23 jaar dat ooit wiet heeft gebruikt is 17%. Dit percentage is lager dan het gemiddelde in de regio IJsselland van 24%. Het percentage volwassenen dat harddrugs gebruikt is 1% in Raalte in de regio is dit 4%. 4 Brainstormbijeenkomst senioren Raalte Gezond 4-10-2012. 5 Per gelegenheid meer dan 5 glazen alcohol nuttigen. -9/26- 3.6. Aandachtspunten Fysieke omgeving We willen aandacht voor de inrichting van de openbare ruimte. We willen, dat alle mensen in Raalte de mogelijkheid hebben om zich optimaal te kunnen bewegen. Ook een goede ventilatie is belangrijk voor de gezondheid. Wij willen hier aandacht voor. De ventilatie van ruimtes moet optimaal zijn, mensen moeten zich ook bewust zijn van de noodzaak hiervan. Sociale omgeving Het hebben van sociale contacten is een belangrijke voorwaarde voor een goede gezondheid. Wij vinden het belangrijk, dat de inwoners van Raalte op de hoogte zijn van de welzijnsvoorzieningen. Wij willen vrijwilligerswerk bevorderen. Hierbij is er aandacht voor de voorwaarden om vrijwilligerswerk te doen. Er is een vacaturebank, waar vraag en aanbod bij elkaar komen. Daarnaast is er aandacht voor cursussen en is er een collectieve verzekering voor vrijwilligers en ook voor mantelzorgers in Raalte. Er is aandacht voor overbelasting bij mantelzorgers. Dit betekent, dat er voldoende ondersteuning voor mantelzorgers moet zijn. Wij willen dat ondersteuning vanuit de sociale omgeving indien mogelijk zo veel mogelijk wordt benut. Psychische gezondheid We willen de eenzaamheid onder ouderen verminderen. Ontmoeting en het hebben van sociale contacten zijn hierbij belangrijke voorwaarden. Wij vinden het belangrijk, dat ouderen op de hoogte zijn van welzijnsvoorzieningen. Het is een gegeven, dat door ontwikkelingen als toenemende vergrijzing en de extramuralisering, mensen steeds langer zelfstandig blijven wonen. Hierdoor is met name bij de doelgroep ouderen, een grotere kans op het ontstaan van eenzaamheid. We willen dat jongeren zich prettig voelen, dat ze bijvoorbeeld niet gepest worden op school. We willen, dat het aantal meisjes en jongens in de leeftijd van 12-24 jaar, dat een risico heeft op het ontwikkelen van psychische en psychosociale problemen aan het eind van de beleidsperiode zijn gedaald. Leefstijl Uitgangspunt is, dat een gezonde leefstijl begint bij de jeugd. Het is belangrijk, te constateren, dat verandering van leefstijl/gedrag tijd nodig heeft en een bewustwordingsproces is. Dit proces ondersteunen wij door het geven van informatie- en advies over gezondheidsrisico’s. Leefstijl bestaat uit verschillende onderdelen. Wij willen aandacht voor het overgewicht van de leeftijdscategorie 12 tot 64 jaar. Daarnaast willen wij aandacht voor alcohol. Het grote alcoholgebruik onder jongeren is een groot probleem in Raalte. Ook het alcoholgebruik van ouderen tot 75 jaar ligt boven het gemiddelde van de regio IJsselland. Bewegen is belangrijk voor een gezonde leefstijl. Wij willen dat iedereen zich bewust blijft van het nut van voldoende beweging . Wij willen een goede balans tussen actief (bijvoorbeeld buiten spelen) en inactief spelen (bijvoorbeeld tv kijken en computeren) bij met name kinderen. We willen aandacht voor ouderen, als het gaat om het drinken van voldoende vocht. -10/26- Hoofdstuk 4 Een integrale aanpak 4.1. Inleiding In het vorige hoofdstuk is aangegeven, wat onze aandachtspunten zijn als het gaat om het gezondheidsbeleid in Raalte. Veel van deze aandachtspunten hebben raakvlakken met andere beleidsterreinen, waar wij uitvoeringsplannen voor hebben opgesteld. In dit hoofdstuk wordt één en ander verder uitgewerkt en wordt de samenhang met andere beleidsterreinen weergegeven. Hierbij is het uitgangspunt, dat aandachtspunten die binnen een ander beleidsterrein worden opgepakt, niet afzonderlijk binnen het gezondheidsbeleid aandacht behoeven. De uitvoering van het huidige gezondheidsbeleid is voor een groot deel ondergebracht in het programma Raalte Gezond. Dit is een gemeentelijk programma waarin alle activiteiten samenkomen, die bijdragen aan gezonde inwoners van Raalte. Een gezonde leefstijl en een gezonde omgeving staan centraal. Daarbij is er speciaal aandacht voor gezond gewicht, preventie van diabetes, verantwoord alcoholgebruik, eenzaamheid, depressie en de samenwerking tussen verschillende partijen op het terrein van gezondheid. Het accent heeft de afgelopen jaren gelegen bij de doelgroep jeugd. De komende periode ligt het accent ook bij ouderen. In het programma Raalte Gezond wordt uitgegaan van de zogenaamde Epode-aanpak. De Epodeaanpak is een meerjarig programma, waar de hele gemeenschap bij betrokken wordt. Het gaat om het creëren van een stimulerende omgeving waarin het eenvoudiger wordt een gezonde leefstijl aan te nemen. In het programma Raalte Gezond werkt de gemeente samen met lokale en regionale partners zoals GGD IJsselland, Carinova, SportService Overijssel, Tactus, basisscholen, Carmel College, SCAS, Landstede, huisartsen, fysiotherapeuten, sportverenigingen, ouderenorganisaties, Dimence, Kring Raalter Werkgevers, diëtisten en vele anderen. Het programma heeft een looptijd van 5 jaar, tot eind 2014. 4.2. Samenhang met andere beleidsterreinen; wat gebeurt daar al? In andere beleidsterreinen is gezondheid vaak geen doel op zich, maar het kan een middel zijn om eigen doelen te bereiken of te versterken. Gezonde kinderen kunnen beter leren. Gezonde burgers kunnen aan het werk en/of op andere fronten meedoen in de maatschappij. In deze paragraaf komen de verbindingen tussen het gezondheidsbeleid en andere beleidsterreinen aan de orde. Gezondheidsbeleid en Wmo6 beleid De kern van de Wmo is dat iedereen meedoet in de samenleving. Er zijn verschillende mensen waarvoor dat niet vanzelfsprekend is, omdat zij daar belemmeringen bij tegenkomen. Het uitgangspunt van het Wmo-beleid in Raalte is, dat mensen oplossingen voor hun belemmeringen/problemen in eerste instantie zelf en in eigen kring vinden. Als dat niet mogelijk is, vindt ondersteuning plaats door vrijwilligers en in laatste instantie door professionals of de overheid. 6 Wet maatschappelijke ondersteuning -11/26- Door de Wmo is het mogelijk om een samenhangend aanbod van activiteiten en voorzieningen te bieden, van het voorkomen dat mensen minder kunnen participeren (preventie) tot het verlenen van individuele voorzieningen (care). Dit heeft een inhoudelijke relatie met het gezondheidsbeleid. In het gezondheidsbeleid komen verschillende indelingen voor preventie (gericht op gezond leven) voor. De Wmo is gericht op participatie. Wij gaan er in ons Wmo-beleid vanuit dat het treffen van algemene voorzieningen voor grote groepen bijdraagt aan de zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid van mensen. In ons Wmo-beleid ligt de nadruk op de universele preventie. Zowel vanuit de Wmo als de Wpg heeft de gemeente taken op het terrein van informatie, advies en cliëntondersteuning. De gemeente Raalte heeft een Wmo-loket. Bij dit loket zullen ook vragen op het terrein van gezondheid worden gesteld. Daarnaast informeert het loket ook over bestaande (welzijns)voorzieningen. Met betrekking tot vrijwilligers, is er bij Landstede Welzijn een vrijwilligersbank, waar vraag en aanbod van vrijwilligers bij elkaar komen. Er worden ook cursussen geboden ter versterking van de vrijwilliger. We hebben met twee mantelzorgorganisaties budgetovereenkomsten, hierin is de ondersteuning van de mantelzorgers in Raalte geborgd. Ook hebben we een programma dat mantelzorgvriendelijk personeelsbeleid bij bedrijven en instellingen stimuleert. Gezondheidsbeleid en Jeugd Zowel vanuit de Wmo en de Wpg heeft de gemeente taken en verantwoordelijkheden rond de jeugd. Hierin bestaat een overlap. Voorbeelden zijn: informatie en advies, signalering/screening, coördinatie, netwerken en overleg. Het Centrum voor jeugd en gezin is het tastbaarste voorbeeld waarin gezondheid en Wmo kunnen samengaan. De GGD controleert en stimuleert de gezondheid van basisschoolleerlingen door twee contactmomenten en van het voortgezet onderwijs leerlingen door één contactmoment. Dit wordt komend jaar uitgebreid met een tweede contactmoment op 15-17 jarige leeftijd, waarbij onderzoek en preventie plaatsvindt. Voor jongeren zijn sociale contacten belangrijk, bekendheid van de welzijnsvoorzieningen is belangrijk. Activiteiten voor kinderen en jongeren, zodat zij zich kunnen ontplooien vallen onder de Wmo. Voorbeelden hiervan zijn een spelinloop, kinderactiviteiten en jongerencentrum. Vanuit de jeugdgezondheidszorg (jgz) kan gestimuleerd worden, dat hier gebruik van wordt gemaakt. Dit betekent, dat de jeugdgezondheidszorg zich breed moet richten op de gezonde ontwikkeling van kinderen. Hierbij hoort ook aandacht voor het gezin en eventuele ondersteuning bij de opvoeding. Voorwaarde is dat de medewerkers van de jgz 0-4 jaar (consultatiebureaus) en de jeugdverpleegkundigen en jeugdartsen, die voor de jeugd van 4-19 jaar werken, goed op de hoogte moeten zijn van activiteiten in de buurt. Dit sluit aan bij de rol die zij en andere werkers hebben in het centrum voor jeugd en gezin. Jeugd en alcohol is op dit moment een aandachtspunt. Handhaving vindt plaats via de horecawetgeving en preventie vanuit het gezondheidsbeleid. Gezondheidsbeleid en Wet werk en bijstand Gezondheidsproblemen hangen vaak samen met leefstijl. De groep inwoners met een lagere sociaaleconomische status heeft vaak een laag opleidingsniveau (sociale omgevingsfactor), woont in het algemeen in slechtere woningen (fysieke omgevingsfactor), -12/26- verricht meer zwaar en ongezond werk en kent doorgaans minder gezonde leefgewoonten (leefstijlfactor). Per 1 januari 2012 is de Wet werk en bijstand gewijzigd. Participatie door middel van werk wordt sterker bevordert. De eigen verantwoordelijk van de burger staat centraal. Het minimabeleid richt zich op de doelgroep met maximaal 110% van het wettelijk minimum. Het Raalter beleid is erop gericht zo veel mogelijk bij te dragen aan de participatiekansen voor kinderen die opgroeien in gezinnen met een minimum inkomen. Hiervoor is bijvoorbeeld een samenwerking aangegaan met de Stichting Leergeld Salland om de regeling deelname maatschappelijke activiteiten en sportkosten 4 tot 18 jarigen door hen uit te voeren. Deze inzet levert een bijdrage aan de gezondheid van mensen en daarmee het terugdringen van bewegingsarmoede. Gezondheidsbeleid en Veiligheidsbeleid Met veiligheidsbeleid wil het gemeentebestuur samen met partners de veiligheid en leefbaarheid in de gemeente waarborgen en bevorderen. Het veiligheidsbeleid is onderverdeeld in veiligheidsvelden: veilige woon- en leefomgeving, bedrijvigheid en veiligheid, jeugd en veiligheid, fysieke veiligheid en integriteit en veiligheid. De onderwerpen woninginbraken, geweld, (jeugd)overlast en jeugdgroepen zijn als prioriteit aangewezen. Veiligheidsbeleid richt zich zowel op de objectieve veiligheid als de subjectieve veiligheid, het veiligheidsgevoel. Om te achterhalen of inwoners van de gemeente Raalte zich veilig voelen in hun omgeving vindt periodiek een onderzoek plaats, de veiligheidsmonitor. De resultaten uit dit onderzoek geven onder andere inzicht in de mate van tevredenheid over de leefomgeving. Veiligheidsbeleid heeft een relatie met gezondheidsbeleid daar waar beiden zich richten op de fysieke en sociale leefomgeving of leefstijl. Denk bijvoorbeeld aan de aanpak van jeugd en alcohol of de aanpak van huiselijk geweld. Gezondheidsbeleid en Sportbeleid Met het sportstimuleringsbeleid worden maatschappelijke doelen gerealiseerd. Deze doelen zijn: Vermindering van bewegingsarmoede. Het tegengaan van overgewicht en het bevorderen van gezond gedrag. Het bevorderen van sociale participatie. Deze doelstellingen sluiten aan bij het gezondheidsbeleid. Sport is een middel om een gezonde leefstijl te realiseren. Het sportstimuleringsbeleid in Raalte wordt uitgevoerd binnen het programma Raalte Gezond. Bovengenoemde doelen komen terug in dit programma. In het sportstimuleringsbeleid is de volgende doelstelling opgenomen: het aantal inwoners dat aan de beweegnorm7 voldoet is in 2015 met 10% gestegen ten opzichte van 2008. 7 Om een goede gezondheid te behouden is het gewenst tenminste vijf dagen per week 30 minuten matig intensieve lichaamsbeweging te hebben. Voor kinderen, jongeren en mensen met overgewicht is het gewenste aantal minuten per dag tenminste 60. Of aan de norm wordt voldaan hangt af van de duur (totaal 30 of 60 minuten in blokjes van minimaal 10 minuten), de frequentie (minimaal vijf dagen per week) en de intensiteit (iets hogere hartslag en ademhaling. dus stevig doorwandelen, iets harder op de pedalen trappen, eens flink achter de hond aanrennen). -13/26- Wij doen mee aan de landelijke impuls combinatiefuncties. Tot halverwege 2015 zijn 5,9 fte combinatiefunctionarissen aangesteld in de sectoren onderwijs/sport en cultuur. Deze impuls is bestemd voor de leeftijdsgroep 4-18 jaar. In 2013 vindt een evaluatie plaats van deze combinatiefunctionarissen. De combinatiefunctionarissen dragen bij aan de versterking van het programma Raalte Gezond, dragen bij aan het realiseren van de doelen in het uitvoeringsplan sportstimulering en verenigingsadvisering. Tot slot draagt het bij aan een integrale aanpak van sport, gezondheid, onderwijs en welzijn. De gemeente komt in aanmerking voor deelname aan de Brede Impuls Sportstimulering. In het kader hiervan wordt in de periode 2012-2016 het aantal fte voor combinatiefunctionarissen uitgebreid naar 8,3 fte. De combinatiefunctionarissen kunnen ingezet worden als buurtsportcoaches. De buurtsportcoaches worden ingezet voor alle leeftijden. Het accent ligt op de bevordering van een actieve leefstijl door middel van een integrale aanpak. Gezondheidsbeleid en openbare ruimte In het beleid ten aanzien van openbare ruimte wordt onder andere aandacht besteed aan de bereikbaarheid en, toegankelijkheid van voorzieningen. Bij het opstellen van de integrale visie voor de openbare ruimte (IVOR) wordt hieraan aandacht besteed, in samenhang met andere aspecten die van belang zijn voor de inrichting, het gebruik en beheer van de openbare ruimte. Bij het (her)ontwikkelen van buurten en (her)inrichten van openbare ruimte moet worden gekeken naar het gezondheidsaspect en de mogelijkheid tot participeren. Voor zowel het bevorderen van de sociale interactie als fysieke bewegingsmogelijkheden is de openbare ruimte van groot belang. De inrichting van de openbare ruimte moet uitnodigen om te bewegen. Hierbij valt te denken aan fiets- en wandelpaden, speelplekken en sportveldjes. Ook voldoende openbare ruimte is van belang om fysiek actief te zijn, in het bijzonder voor kinderen en de steeds groeiende groep ouderen in de gemeente Raalte. Tenslotte biedt voldoende openbare ruimte de mogelijkheid om elkaar spontaan te ontmoeten. Gezondheidsbeleid en Woonservicegebieden Uitgangspunt is, dat een goede fysieke omgeving bijdraagt aan de gezondheid van de inwoners van Raalte. Ook in het beleid rondom woonservicegebieden wordt invulling gegeven aan dit thema. In de visie op woonservicegebieden van de gemeenten Raalte is opgenomen, dat de gemeente Raalte wil dat de inwoners zo lang mogelijk zelfstandig thuis kunnen blijven wonen. Ook als de mensen meer zorg nodig hebben en beperkingen hebben/krijgen. Er wordt in Raalte geen vast concept voor een woonservicegebied uitgewerkt. Voor elke kern wordt maatwerk geleverd, waarbij het uitgangspunt is dat niet alle voorzieningen naar de kernen gebracht kunnen worden. De ontwikkeling van woonservicegebieden kan ook bijdragen aan vergroten/meer bekend worden met welzijnsvoorzieningen. Bereikbaarheid in de vorm van vervoer is een belangrijke randvoorwaarde bij de visie op woonservicegebieden. In het kader van de visie op woonservicegebieden is er gestart met een pilot thuistechnologie. Mensen kunnen door diverse technieken langer thuis blijven wonen, daarnaast kan dit leiden tot ontlasting van mantelzorgers. Via bijvoorbeeld een zorgscherm kan gecommuniceerd worden. Ook kunnen medicijnen geautomatiseerd verstrekt worden en kan gecontroleerd worden of iemand medicijnen inneemt. In Luttenberg is gestart met de pilot virtueel verzorgingstehuis. De zorg- en welzijnbehoefte van mensen wordt door middel van een systeem in kaart gebracht. De verschillende hulp/zorgverleners houden elkaar op de hoogte van de geboden zorg en eventuele problemen. -14/26- Door middel van deze werkwijze, kunnen bijvoorbeeld ook mensen met dezelfde interesses gestimuleerd worden samen activiteiten op te pakken. Dit heeft gevolgen voor de dagelijkse structuur en daarmee de gezondheid (het algemeen welbevinden) van mensen. Hierdoor kan eenzaamheid bestreden worden. Gezondheidsbeleid en milieu Daarnaast spelen gezondheidsrisico’s in het buitenmilieu een rol bij het (her)inrichten van openbare ruimten. Dit zijn risico’s die te maken hebben met overlast door stof, stank of geluid, zowel in de lucht als in de grond of in het water. Het schema op de volgende pagina is een weergave van de samenhang tussen gezondheid en andere beleidsterreinen. -15/26- Aandachtspunten gezondheidsbeleid Inrichting openbare ruimte Mogelijkheid beweging Wmo Jeugd Veiligheid Sport Openbare ruimte WSG Milieu Welke actie? X X X X X X X X Meenemen bij visie openbare ruimte, uitwerking WSG en sport Visie openbare ruimte en sport en handhaving milieu Binnen Raalte Gezond deels opgepakt (frisse scholenproject) Raalte Gezond; seniorenvoorlichting, visie openbare ruimte Subsidie Landstede Welzijn en plaatselijk belangen (sociaal culturele activiteiten), Sport Inrichting van wijken en buurten (visie openbare ruimte) en Ontmoeten bij langer zelfstandig wonen (WSG) Afspraken in het kader van collectieve GGZ preventie, visie openbare ruimte Uitwerking visie Awbzbegeleiding; betere afstemming zorg en cliënt X Noodzaak ventilatie Eenzaamheid ouderen X Sociale contacten en bekendheid welzijnsvoorzieningen X Aanpak psychische en psychosociale problemen 12-24 jr X Hulp vanuit sociale netwerk vergroten X Bevorderen vrijwilligerswerk X Overbelasting mantelzorgers X X X X X X X X X X X X Ouderen die te weinig vocht drinken X X X Bevorderen beweging Informatie- en advies gezondheidsrisico’s X X Overgewicht 12-64jr Alcohol X X -16/26- Subsidie Landstede Welzijn (vacaturebank, cursussen) Subsidie mantelzorgorganisaties Raalte Gezond en Sport, visie openbare ruimte Raalte Gezond Raalte Gezond, beweegtoestellen, Sport Actie volgt binnen gezondheidsbeleid Wmo-loket, Centrum voor Jeugd en gezin Hoofdstuk 5 Doelen en voorwaarden 5.1. Inleiding In het vorige hoofdstuk is aangegeven, dat er binnen andere beleidsterreinen al veel gebeurt in het kader van het bevorderen van een gezonde leefstijl. We borduren voort op het ingezette programma Raalte Gezond. Dit programma loopt tot eind 2014 door. We gaan de komende periode meer inzetten op de regierol van de gemeente, zodat veel onderdelen van Raalte Gezond in de toekomst door andere organisaties opgepakt kunnen worden. Ondanks, dat veel aandachtspunten al opgepakt worden, willen we ons vanuit de geformuleerde aandachtspunten een aantal specifieke doelen stellen voor de komende beleidsperiode. De realisatie van deze doelen is mede afhankelijk van de inzet van andere organisaties. Deze doelen komen in dit hoofdstuk aan de orde. Vervolgens besteden we aandacht aan de voorwaarden om deze doelen te bereiken. 5.2. Doelen In deze paragraaf worden de doelen met betrekking tot leefstijl voor de komende periode geformuleerd. Fysieke omgeving Iedereen, met de nadruk op ouderen, is zich aan het eind van de beleidsperiode meer bewust van het ventilatiegedrag van hun woning. Alle scholen in Raalte worden gestimuleerd goed te ventileren De openbare ruimte moet zowel kinderen als ouderen uitnodigen meer buiten te bewegen (visie openbare ruimte) Psychische gezondheid Aan het eind van de beleidsperiode is het aantal meisjes en jongens tussen de 12 en 24 jaar met psychische problemen gedaald en ligt het op het niveau van het gemiddelde van de gemeenten in de regio IJsselland (8% jongens en 16% meisjes). Aan het eind van de beleidsperiode ligt het aantal mensen in de leeftijd van 65 jaar en ouder, dat zich matig eenzaam voelt op het niveau van de gemeenten in de regio IJsselland. Het regiogemiddelde voor mannen is nu 37% en voor vrouwen is nu 35%. In dit licht wordt ook aandacht besteed aan valpreventie. Overgewicht Het aantal jongeren tussen de 12 en 15 jaar met overgewicht is aan het eind van de beleidsperiode gedaald naar het niveau van de gemeenten in de regio IJsselland (regiogemiddelde is nu 7%). Het percentage overgewicht van mannen en vrouwen in de leeftijd van 18 tot 64 jaar is aan het eind van de beleidsperiode gedaald naar het niveau van de gemeenten in de regio IJsselland (regiogemiddelde is nu 53%). -17/26- Alcoholgebruik We willen de bekendheid van de landelijke norm voor alcoholgebruik en daarmee de bewustwording van het gebruik van alcohol vergroten. Deze norm is per 1 juni 2013 waarschijnlijk 18 jaar (nu 16). Wij ondersteunen (plaatselijke) acties gericht op het hanteren van de landelijke norm (bijvoorbeeld verkoop in supermarkten). Het percentage jongeren van 12 t/m 15 dat dronken was in de laatste 4 weken is sterk gedaald naar het niveau van de gemeenten in de regio IJsselland (regiogemiddelde is nu 17%). Het percentage jongeren van 16 t/m 23 dat dronken was in de laatste 4 weken is sterk gedaald naar het niveau van de gemeenten in de regio IJsselland (regiogemiddelde is nu 33%). Het percentage volwassenen tot 75 jaar dat overmatig drinkt is aan het eind van de beleidsperiode gedaald naar het niveau van de gemeenten in de regio IJsselland (regiogemiddelde is nu 10%) Sport/beweging en Voeding Het aantal volwassenen dat aan de beweegnorm voor volwassenen voldoet is aan het eind van de beleidsperiode gestegen (het percentage nu is 46%). Beweging wordt gestimuleerd door inrichting van de openbare ruimte. Dit komt tot uitdrukking in de visie voor openbare ruimte. Aan het eind van de beleidsperiode zijn alle ouderen zich ervan bewust van het risico van het drinken van te weinig vocht, waardoor het aantal van 2/3 dat te weinig vocht drinkt daalt. 5.3. Voorwaarden om doelen te bereiken Er zijn twee voorwaarden om bovengenoemde doelen te bereiken, deze zijn: A. Stimuleren van samenwerking tussen partijen B. Borging; rol van de gemeente in relatie tot burgers en organisaties Ad. A. Stimuleren van samenwerking tussen partijen Stimuleren van samenwerking tussen partijen is een continue proces en bij verschillende beleidsterreinen relevant (bijvoorbeeld lokaal gezondheidsbeleid, Wmo, Woonservicegebieden). Er kan onderscheid gemaakt worden in: 1. interne samenwerking; samenwerking in de gemeentelijke organisatie 2. externe samenwerking; samenwerking tussen de verschillende partijen op het terrein van Welzijn, Wonen en Zorg 3. publiek-private samenwerking. Ad 1. Afstemming tussen verschillende beleidsterreinen en teams is belangrijk. Voor de Wmo is er een breed Wmo-overleg. Gezondheidsbeleid wordt hier als thema aan gekoppeld. In de projectgroep Raalte Gezond vindt afstemming plaats tussen sport, jeugd, communicatie en volksgezondheid. Ad 2. Inzicht in het huidige aanbod aan (informele) zorg en welzijn in de gemeente Raalte is voor een groot deel beschikbaar, maar naar verwachting niet voor iedereen toegankelijk. -18/26- Een herkenbare structuur waarmee het voor alle betrokken organisaties op het gebied van wonen, zorg en welzijn helder is hoe de afstemming tussen de verschillende vormen van zorg en ondersteuning wordt opgepakt is belangrijk en op dit moment niet aanwezig. In januari is vanuit de uitwerking van de visie woonservicegebieden, een start gemaakt hiermee. Er is een platform Welzijn, Wonen en Zorg. In dit platform zitten vertegenwoordigers van verschillende organisaties. Er zijn zowel uitvoerders als bestuurders betrokken bij dit overleg. Daarnaast is er op het terrein van Welzijn, Wonen en Zorg op dit moment met een aantal partijen een overleg met bestuurders. Tot slot is de klankbordgroep Raalte Gezond actief. Ad 3. De gemeente bevordert de publiek-private samenwerking en stimuleert deze partijen tot samenwerking. De gemeente verwacht van andere partijen dat zij informatie geven waaruit de voorgang van activiteiten/projecten valt te destilleren. Daarbij kan de gemeente partijen ook aanspreken op eigen verantwoordelijkheden. Duidelijke afspraken hierover behoren tot goed opdrachtgeverschap. Ad. B Borging; rol van de gemeente in relatie tot actieve burgers en organisaties De gemeente is regisseur van het gezondheidsbeleid. De andere partijen hebben een eigen verantwoordelijkheid in de uitvoering. Er is ook sprake van een onderlinge afhankelijkheid. Dit zorgt ervoor, dat regie een complex gebeuren is. De gemeente heeft de volgende taken als regisseur: het bepalen van de juiste partijen; het initiëren en bij elkaar brengen van partijen; het faciliteren en verbindingen leggen tussen partijen; het bewaken van de voortgang; het zorgen voor draagvlak voor beleidsdoelen; het overzicht houden; goed opdrachtgeverschap betrekken van andere beleidsterreinen bij het gezondheidsbeleid. Samenwerking tussen organisaties wordt bevorderd. Afstemming hierover vindt onder andere plaats in het platform Welzijn, Wonen en Zorg. De gemeente brengt partijen bij elkaar. Deze partijen richten zich op informatie, stimulans en ondersteuning van (individuele) inwoners. De gemeente bewaakt de voortgang van gezondheidsbevorderende maatregelen in de gemeente. -19/26- Hoofdstuk 6 Financiën en Vervolg 6.1. Financiën De gemeente ontvangt een subsidie van ZonMw voor het programma Raalte Gezond (middelen Gezonde Slagkracht). Dit project loopt tot en met eind 2014. De in het vorige hoofdstuk genoemde doelstellingen dienen binnen onderstaande begroting uitgewerkt te worden (voor wat betreft ze niet opgepakt worden binnen andere beleidsterreinen). Overzicht middelen lokaal gezondheidsbeleid beleidsperiode 2013-2016, exclusief de sportstimuleringsmiddelen Jaar 2013 2014 2015 2016 Gezonde Slagkracht Eenmalig budget ( restant krediet) €36.100 €29.500 Lokaal gezondheidsbeleid8 Structureel budget €36.954 €36.954 €36.954 €36.954 Totaal €73.054 €66.454 €36.954 €36.954 Er is jaarlijks een structureel budget in de begroting beschikbaar voor lokaal gezondheidsbeleid van €36.954. Per 1 januari 2013 was er daarnaast nog een restant-krediet beschikbaar voor het programma Raalte Gezond van €65.600. Het programma Raalte Gezond loopt tot eind 2014. Bij het vaststellen van de rekening 2012 wordt de raad nog voorgesteld om een bedrag van €83.262 over te hevelen van 2012 naar het budget lokaal gezondheidsbeleid in 2013. Deze middelen moeten beschikbaar blijven voor de co-financiering van het programma Raalte Gezond in de resterende jaren. Daarnaast worden bestaande middelen in de begroting vanuit andere beleidsterreinen ingezet voor het gezondheidsbeleid. 6.2. Vervolg De doelen worden uitgewerkt in een uitvoeringsplan, dat wordt vastgesteld door het college. De uitvoering wordt gevolgd en besproken in het brede Wmo-overleg, het platform Welzijn, Wonen en Zorg, de klankbordgroep Raalte Gezond en de projectgroep Raalte gezond. Hierbij worden ook de aandachtspunten en de samenhang met andere beleidsterreinen betrokken. Monitoring van de gestelde doelen vindt plaats via de gezondheidsonderzoeken van de GGD. We sluiten hierbij aan bij de tijdstippen van beschikbaarheid van de gezondheidsonderzoeken. 8 Begroting gemeente -20/26- Bijlage 1 Resultaten Raalte Gezond afgelopen jaren Hieronder volgen de belangrijkste resultaten van dit programma van de afgelopen jaren. 1. Overgewicht; Er zijn veel preventieve activiteiten op scholen uitgevoerd. Voor volwassenen en ouderen is een project “Kies voor gezond” gestart. Door enkele supermarkten en bakkerijen zijn acties gehouden om gezonde producten te promoten. 2. Diabetes; Er is een samenwerking ontstaan tussen huisartsen, fysiotherapeuten en diëtisten. 3. Alcoholgebruik; De afgelopen jaren hebben met name preventieve activiteiten gericht op jeugd plaatsgevonden. 4. Beweging; Er hebben activiteiten plaatsgevonden op scholen (met name in de combinatie met het bestrijden van overgewicht). Er vindt combinatie en afstemming plaats met de activiteiten vanuit sport. De inzet van combinatiefunctionarissen draagt bij aan het stimuleren van jeugdigen. 5. Project frisse scholen; meerdere schoolgebouwen zijn aangepast. 6. Platform Welzijn, Wonen en Zorg; de deelnemende organisaties zien dit platform met name als een informatieve netwerkbijeenkomst. Er wordt op verschillende terreinen samengewerkt, voorbeelden zijn: woonservicegebieden en het lokaal gezondheidsbeleid. 7. Huiselijk geweld/tijdelijk huisverbod; Raalte is veranderd van centrumgemeente, is nu aangesloten bij het convenant IJsselland (centrumgemeente Zwolle). 8. Regionaal kompas; Er is een Meldpunt Bijzondere Zorg gevormd. Hier valt het Bijzonder Zorgteam onder. Hiermee is afstemming tussen hulporganisaties geborgd op het terrein van maatschappelijke opvang, ambulante verslavingszorgen OGGZ. 9. Inzicht in het aantal mensen dat zorg nodig heeft, maar niet zichtbaar is voor zorgorganisaties; de bemoeizorg is gekoppeld aan het Bijzondere Zorgteam. Hierdoor is er een meldpunt. Onder andere via huisbezoeken door de seniorenbezoekers in Raalte is geprobeerd om inzicht te krijgen in het aantal mensen, dit is tot op heden niet inzichtelijk gemaakt. 10. Seniorenvoorlichting; Op dit moment loopt een tweede pilot, met als doel een sluitende keten te realiseren tussen seniorenbezoekers, vrijwillige ouderenadviseurs, beroepsouderenadviseur en het Wmo-loket. Door het afleggen van huisbezoeken wordt getracht van zoveel mogelijk ouderen de leef- en gezondheidssituatie in beeld te krijgen, zodat een persoonsgerichte aanpak bij problemen in gang gezet kan worden. Hiermee komen ook de mensen die zorg nodig hebben, maar niet in beeld zijn in beeld. In 2013 wordt bekeken of deze aanpak voldoende effectief is gebleken. 11. Diensten wonen met zorg; dit is meegenomen bij de uitwerking van de visie op woonservicegebieden. Voorbeelden zijn: een maaltijdverstrekking, een alarmservice en handen spandiensten). 12. Valpreventie; In het kader van valpreventie en bestrijden van eenzaamheid is deelgenomen aan het project “Mag ik deze dans van u?”. Verder is er voorlichting geven aan de ouderenbonden. 13. GGZ-preventie; Er is een speciale voorlichting geweest voor mantelzorgers van de GGZdoelgroep. Er is gestart met het opzetten van een ketenzorgnetwerk dementie. 14. Valpreventie: dient de komende jaren extra op ingezet te worden; -21/26- 15. GGZ-preventie: worden jaarlijks afspraken over gemaakt; ketenzorg dementie wordt binnenkort gestart; en behoeft vanuit LGB geen extra inzet meer; 16. Defibrillatoren: is gerealiseerd en AED-Alert-systeem is operationeel. De komende periode dient nog gewerkt te worden een structurele beheersconstructie en dient een oplossing gezocht te worden voor de jaarlijkse beheerskosten; wordt opgepakt bij de prestatieafspraken met Landstede en behoeft vanuit LGB geen extra inzet meer; 17. Verkiezing gezondheidsproject: is succes en vindt tweejaarlijks plaats; maakt onderdeel uit van Raalte Gezond en loopt in ieder geval nog tot 2015 door; 18. Onbekend maakt onbemind: continu proces; maakt onderdeel uit van Raalte Gezond; komende periode wordt gewerkt aan een goede communicatiecampagne en koppeling met grootschalige gezondheidsevenementen in de gemeente. Maakt onderdeel uit van Raalte Gezond en loopt in ieder geval nog tot 2015 door. -22/26- Bijlage 2 Tabellen gezondheidssituatie Raalte Psychische gezondheid Onderstaande tabel laat de mate van eenzaamheid van de volwassenen (18 t/m 64 jaar) in Raalte zien ten opzichte van het gemiddelde van de GGD IJsselland Onderzoek GGD 2009 Matig eenzaam mannen (18/64) Matig eenzaam vrouwen (18/64) Matig eenzaam totaal (18/64) Zeer ernstig eenzaam mannen (18/64) Zeer ernstig eenzaam vrouwen (18/64) Zeer ernstig eenzaam totaal (18/64) % gemeente Raalte 32 25 28 4 8 6 % GGD IJsselland 31 29 30 7 7 7 Uit deze tabel blijkt, dat er geen hoge verschillen zijn in de gemeente Raalte in relatie tot het gemiddelde van de gemeenten van de GGD IJsselland. Onderstaande tabel laat de mate van eenzaamheid zien van de leeftijdsgroep 65 jaar en ouder. Onderzoek GGD 2011 Matig eenzaam mannen Matig eenzaam vrouwen Ernstig eenzaam mannen Ernstig eenzaam vrouwen Zeer ernstig eenzaam mannen Zeer ernstig eenzaam vrouwen % gemeente Raalte 39 34 1 6 2 2 % GGD IJsselland 37 35 4 5 2 3 Uit de tabel blijkt, dat de matig eenzame mannen iets boven het gemiddelde ligt en dat het ernstig eenzame mannen onder het gemiddelde ligt. Onderstaande tabel laat de mate van eenzaamheid zien van de leeftijdsgroep 75 jaar en ouder. Onderzoek GGD 2011 Matig eenzaam Ernstig eenzaam Zeer ernstig eenzaam % gemeente Raalte 39 4 2 % GGD IJsselland 40 5 2 Uit de tabel blijkt, dat er nauwelijks verschillen zijn met het gemiddelde van de gemeenten van de GGD IJsselland. Sociale omgeving Onderstaande tabel laat het aantal volwassen (18 t/m 64 jaar) zien dat mantelzorg verleent en vrijwilligerswerk doet in Raalte. GGD onderzoek Volwassenen 2009 Geeft mantelzorg Doet vrijwilligerswerk % gemeente Raalte 21 42 -23/26- % GGD IJsselland 18 40 Raalte ligt met beide cijfers iets boven het regionale gemiddelde van IJsselland. Leefstijl Overgewicht Onderstaande tabel laat de cijfers met betrekking tot overgewicht zien in Raalte. GGD onderzoek 2011 Overgewicht 12 t/m 15 jaar totaal Overgewicht 16 t/m 23 jaar totaal Overgewicht 12 t/m 23 jaar jongens Overgewicht 12 t/m 23 jaar meisjes % gemeente Raalte 11 15 11 16 % GGD IJsselland 7 16 13 13 Opvallend is het percentage overgewicht bij meisjes. Dit percentage is voor Raalte hoger dan dat van de regio IJsselland. Onderstaande tabel laat het percentage volwassenen met overgewicht zien in Raalte ten opzichte van de GGD IJsselland, conform het GGD onderzoek uit 2009. GGD onderzoek 2009 % gemeente Raalte % GGD IJsselland Overgewicht (mannen 18 t/m 64 jaar) 53 51 Overgewicht (vrouwen 18 t/m 64 jaar) 40 40 Overgewicht (totaal 18 t/m 64 jaar) 47 45 Het overgewicht bij mannen ligt iets boven het regionale gemiddelde. In onderstaande tabel is het percentage ouderen met overgewicht in Raalte weergegeven ten opzichte van het gemiddelde van de gemeenten in de regio IJsselland. GGD onderzoek 2011 % gemeente Raalte % GGD IJsselland Matig overgewicht (75-) 41 46 Ernstig overgewicht (75-) 17 17 Totaal % overgewicht (65 t/m 74 jaar) 51 60 Opvallend is, dat het totale percentage overgewicht lager is dan het gemiddelde van de gemeenten uit de regio. Bewegen Onderstaande tabel laat de mate van lichaamsbeweging zien van kinderen in de leeftijd van 0-11 jaar. Mate van lichaamsbeweging 0-11 jaar 2010 % kinderen dat 3-5 uur per week beweegt % kinderen dat 5-7 uur per week beweegt % kinderen dat 7 uur of meer per week beweegt % gemeente Raalte 4 12 83 % GGD IJsselland 6 10 80 Conclusie er zijn geen grote afwijkingen met het gemiddelde van de gemeenten van de GGD IJsselland te zien. -24/26- Lichaamsbeweging 2011 Voldoet aan de beweegnorm jongeren (12 t/m 17 jaar) Voldoet aan de beweegnorm (75-) Voldoet aan de beweegnorm (75+) % gemeente Raalte 21 71 65 % GGD IJsselland 66 57 Bovenstaande tabel laat zien dat het percentage mensen in de leeftijdscategorieën 12 t/m 17 en 6475 en ouder dan 75 jaar, dat aan de beweegnorm voldoet in Raalte hoger is, dan het gemiddelde in de regio. Alcohol Onderstaande tabel geeft inzicht in het alcoholgebruik van de leeftijdscategorieën 12 t/m 23 en 64 jaar en ouder. Alcoholgebruik 2011 % jongeren van 12 t/m 15 dat dronken was in de laatste 4 weken % jongeren van 16 t/m 23 dat dronken was in de laatste 4 weken % jongeren 12/23 dat binge drinkt laatste 4 weken % jongeren 16/23 dat binge drinkt laatste 4 weken Overmatig drinker (75-) Overmatig drinker (75+) 33 17 38 33 66 63 67 64 12 2 10 4 Opvallend is dat het aantal jongeren, dat in de laatste 4 weken dronken was, boven het gemiddelde van de gemeenten in de regio IJsselland ligt. De percentages hebben betrekking op het aantal jongeren dat heeft aangegeven te drinken. -25/26-