16 april 2013 Reptielen, MLK school, Maartensdijk 1. Inleiding (welkom en voorstellen) 2. Algemeen verhaal reptielen 3. We hebben vandaag vier reptielen meegenomen, t.w.: * groene leguaan * koningsslang * luipaard gekko * ?? 4. Uitleg per reptiel 5. Filmpje Groep 1-2 1.05 minuten http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20110601_liedjejungle01 Groep 3-5 3.21 minuten http://www.schooltv.nl/beeldbank/clippopup/20120709_gekko01 Groep 6-8 2.16 minuten http://www.schooltv.nl/beeldbank/clippopup/20041209_nudnslang01 6. Naar de terraria. opdracht groep 1-2 kijken: welk dier is welk. kleuren: kleurplaat opdracht groep 3-5 Kijken: Teken de poot van een gekko in detail na Teken de kop van de leguaan in detail na Teken de schubben van de slang in detail na Zoekopdracht: hoe heten de dieren. Opdracht groep 6-8 Kijken: Benoem de details van de kop van de leguaan Overhoring: zie tabel. Extra: Groep 1-2 Kopieën groep kleurplaten Groep 3-5 Verdeel de klas in drie a vier gelijke groepjes Laat ze zelf een potlood of stift meenemen voor de tekenopdracht en twee witte papiertjes. Groep 6-8 Kopieën maken van de kop van de leguaan incl. de letters. Tabel leeg kopiëren zodat de kinderen dit kunnen invullen. Reptielen De reptielen (Reptilia) of kruipdieren vormen een klasse van koudbloedige, gewervelde dieren. Reptielen komen over de gehele wereld voor behalve in heel koude gebieden zoals de polen en de toppen van bergen. Er zijn tegenwoordig ruim 9500 moderne soorten. Daarnaast zijn er vele uitgestorven vertegenwoordigers beschreven die meestal alleen bekend zijn als fossiel. Tot de uitgestorven reptielen behoorden monsterlijke soorten zoals de in zee levende Mosasaurus die ook in het huidige Nederland gevonden is. Een belangrijke uitgestorven groep zijn de vliegende reptielen zoals de pterosauriërs. Deze dieren domineerden tot miljoenen jaren geleden het luchtruim, maar worden niet meer vertegenwoordigd door nog levende verwanten. De groep van reptielen in bredere zin (alle bekende reptielen) verschilt wezenlijk met de groep van reptielen in engere zin (de moderne soorten). Reptielen worden vaak in één adem genoemd met de amfibieën, hoewel het hier twee zeer verschillende diergroepen betreft. Amfibieën hebben een permeabele huid en geen schubben, in tegenstelling tot de reptielen. Het belangrijkste verschil met de amfibieën is echter het ontbreken van een larvaal stadium bij alle reptielen. Traditioneel wordt het opgevat als een klasse die de volgende ordes met nog levende vertegenwoordigers omvat: Schubreptielen (Squamata) (Slangen, hagedissen en wormhagedissen) Schildpadden (Testudines) Krokodilachtigen (Crocodilia) Brughagedissen (Sphenodontidae) Volgens moderne opvattingen over classificatie wordt de traditionele klasse niet langer als geldig beschouwd, omdat het een parafyletische groep is. (Lees meer onder 'indeling'.) In dit artikel worden, tenzij anders vermeld, de vogels en de zoogdier(reptiel)en buiten beschouwing gelaten. Groene leguaan Iguana iguana De groene leguaan (Iguana iguana) is een hagedis uit de familie leguanen (Iguanidae). Het is een van de bekendste soorten leguanen vanwege de grootte, de hanteerbaarheid en het menu dat bestaat uit planten. De groene leguaan is een populaire soort in dierentuinen en wordt zelfs door particulieren als exotisch huisdier gehouden. De groene leguaan kan een lengte tot ruim twee meter bereiken en wordt wel beschouwd als de meest indrukwekkende soort van alle leguanen. De mannetjes zijn gemiddeld 1,3 tot 1,6 m en de vrouwtjes worden gemiddeld 1,3 meter. De staart is daarvan 2/3. De lange staart beslaat twee derde van de totale lichaamslengte. De leguaan is meestal groen van kleur maar kan ook andere kleuren aannemen. Er is een ondersoort die kleine hoorntjes ontwikkelt op de snuitpunt, maar de meeste exemplaren hebben deze structuren niet. De groene leguaan is gemakkelijk te herkennen aan de karakteristieke, sterk vergrote ronde schub onderaan de achterzijde van de kop. Daarnaast zijn de keelwam en de geprononceerde stekelkam op de rug een duidelijk onderscheid, voornamelijk de halsstekels zijn zeer lang. De groene leguaan leeft in zuidelijk Noord-Amerika, geheel Midden-Amerika en grote delen van noordelijk en centraal Zuid-Amerika. De leguaan komt voor in bossen en houdt zich op in takken, bij voorkeur langs de waterkant. De leguaan is eenmaal volwassen een vegetariër die voornamelijk bladeren eet (folivoor). De soort is over de gehele wereld verspreid doordat het een populair exotisch huisdier is. Vandaag hebben we een rode variant meegenomen die ca. 30cm groot is. Algemene kenmerken van de kop: A = Neusgat B = Oog C = Nekkam D = Rugkam E = Keelkam F = Keelwam G = Sublabiale schub. (De schub is zeer kenmerkend maar de functie ervan is desondanks onbekend) De groene leguaan is een van de grootste soorten leguanen en door de lichaamslengte en de soms zeer grote kammen doet de leguaan enigszins dinosaurusachtig aan.De leguaan is één van de weinige hagedissen die in één oogopslag is te herkennen aan de lichaamslengte in combinatie met de opvallende vergrote schub aan de onderzijde van de kaak. Een dergelijke structuur komt bij geen enkele hagedis voor, uitgezonderd de nauw verwante Iguana delicatissima, die echter een zeer klein verspreidingsgebied heeft. De leguaan heeft een driehoekige, vrij spits eindigende kop die opvalt door een vergrote schub aan de onderzijde bij de keel en een opvallende keelwam. De keelwam is onbeweeglijk en kan niet worden in- of uitgeklapt. Dit in tegenstelling tot andere hagedissen zoals anolissen die een uitklapbare zogenaamde keelflap hebben waarmee ze communiceren. De groene leguaan kent ook vormen van communicatie maar de keelwam wordt hiervoor niet gebruikt. De functie van de keelwam is om de kop groter te doen lijken en waarschijnlijk is het ook een secundair geslachtskenmerk. De alfamannetjes hebben een grotere keelwam dan de dominante mannetjes. Met name bij de grotere mannetjes draagt de keelwam aan de onderzijde een rijd tand-achtige uitsteeksels die doen denken aan haaientanden. Aan de onderzijde van de kop is aan de achterzijde van de kaak een vergrote schub gelegen, die de sublabiale schub wordt genoemd. De schub is zeer kenmerkend maar de functie ervan is desondanks onbekend. De ooropening van de groene leguaan is vergroot en duidelijk te zien, de opening is ovaal van vorm. De ogen zijn relatief klein maar door de heldere iris en ronde pupil heeft het oog een karakteristieke levendige blik. De schedel van de leguaan is zeer stevig en draagt rijen kleine tandjes die de vorm hebben van een pijlpunt. Ze zijn daarnaast sterk gekarteld, wat een aanpassing is op een dieet wat bestaat uit bladeren. Het lichaam is langwerpig en bij oudere exemplaren erg plomp. De groene leguaan heeft een sterk zijwaarts afgeplat lijf met over de gehele bovenzijde van de rug een kam die duidelijke stekels draagt. Deze zijn ontstaan uit schubben en na iedere vervelling worden ze langer en dikker. De poten zijn vrij lang en krachtig, de poten kunnen zowel worden gebruikt om een legsel; te graven door de vrouwtjes en worden ook gebruikt om snel weg te rennen. De poten worden niet gebruikt bij het zwemmen, ze worden hierbij tegen het lichaam gehouden. De groene leguaan heeft femoraalporiën aan de onderzijde van de dijen. Deze poriën scheiden een vettige stof af die een rol speelt bij het aantrekken van de andere sekse. De groene leguaan heeft vijf vingers en vijf tenen, bij andere groepen van hagedissen wil dit nog wel eens verschillen. Aan het uiteinde van iedere vinger en teen is een verharde, gekromde nagel aanwezig en de groene leguaan beschikt over vier scherpe klauwen. De staart van de leguaan is twee keer zo lang als het lichaam en is zowel lang als dun. De staart is niet heel beweeglijk maar kan krachtig worden bewogen. en is voorzien van een kam met stekels en is sterk zijdelings afgeplat. Dit ondersteunt het zwemvermogen, de leguaan gebruikt tijdens het zwemmen namelijk niet de poten; deze worden tegen het lichaam gedrukt. De staart wordt gebruikt voor de voortstuwing door deze krachtig heen- en weer te bewegen. De staart dient ook als balans bij het rennen en kan ook worden gebruikt ter verdediging. De groene leguaan kan de staart als een zweep gebruiken en mikt hierbij op het gelaat. Net als andere leguanen kent de groene leguaan geen vermogen om de staart af te laten vallen en deze te regenereren, wat bij andere hagedissen wel voorkomt en caudale autotomie wordt genoemd. De mannetjes worden groter dan de vrouwtjes en hebben meer ontwikkelde kammen en stekels. De vrouwtjes zijn meestal groen gekleurd en hebben nooit hoornachtige uitsteeksels op de kop. De juvenielen hebben nog geen stekelkammen en een kleine keelwam, de jonge dieren zijn helder groen van kleur. In vergelijking met de grotere mannetjes zien ze eruit als een heel andere soort. Ze hebben een verhoudingsgewijs grotere kop en een kortere staart en beschikken nog niet over de kracht en snelheid van de adulte dieren. Koningsslang Gewone koningsslang of kettingslang(Lampropeltis getula) is een slang uit de familie gladde slangen (Colubridae). Algemeen Deze soort is de bekendste van de koningsslangen en heeft voor een belangrijk deel andere slangen op het menu staan. De soort eet ook giftige soorten zoals ratelslangen. Ook eigen soortgenoten worden gegeten. De koningsslang is immuun voor slangengif, terwijl de slang zelf niet giftig is, want het is een wurgende slang. Ook knaagdieren, vogels en hagedissen worden gegeten. Grotere of tegenstribbelende prooien worden eerst gewurgd. Opmerkelijk is dat de koningsslang een roofdier is, maar ook wel eens de eieren van vogels eet. De koningsslang weet daarbij dankzij het uitstekende reukvermogen feilloos de rotte en onbevruchte exemplaren te mijden. Uiterlijke kenmerken De kleur is vanwege het grote verspreidingsgebied zo variabel dat deze niet eenvoudig beschreven kan worden; er zijn drie ondersoorten die ieder de kleuren van een andere slang imiteren, waaronder de koraalslangen (Micrurus). Zowel gevlekte exemplaren als exemplaren met lengtestrepen in plaats van banden komen voor, en kleuren variëren van wit tot zwart, rood, geel; de determinatie van deze soort is moeilijk. Afhankelijk van de streek waarin de slang leeft kan hij iets groter dan twee meter worden, en in gevangenschap wel 24 jaar oud worden. Vanwege het voedsel is deze soort in de praktijk niet makkelijk in leven te houden. Voorkomen en habitat De gewone koningsslang komt voor in de Verenigde Staten en leeft in grassige biotopen met struikachtige begroeiing waar hij onder kan schuilen. Deze soort is dagactief, meestal alleen 's ochtends en in de namiddag. Tijdens hete zomers echter wordt 's nachts gejaagd en overdag geschuild. Het is voornamelijk een bodemdier dat over de grond kruipt of in een hinderlaag ligt te wachten; slechts af en toe klimt deze slang in een struik. Wat is een slang? Slangen zijn hele mooie en geheimzinnige dieren, die in de meeste plaatsen op de wereld leven. Slangen zijn lange en dunnen beestjes. Ze zien er zo uit: Slangen zijn reptielen Slangen horen bij reptielen. Slangen zijn familie van de krokodillen, de hagedissen en schildpadden. Ze hebben allemaal schubben. Die schubben beschermen hun lichaam. En deze dieren zijn ook allemaal koudbloedig Dat betekend dat ze geen lichaamwarmte kunnen hebben. In plaats daarvan gaan ze in de zon liggen om zich zelf op te warmen. En gaan naar de schaduw als ze koud willen worden. Slangen kun je zo herkennen! Wat opvalt, is dat de slang het enige dier is zonder armen of benen. Er zijn vele soorten slangen. Als je naar een groepje slangen kijkt, denk je dat ze allemaal het zelfde zijn. Maar dat is niet zo, de ene slang is wat langer de andere wat korter, ook al is het de zelfde soort. Sommige slangen zijn wel vijf keer zo lang als een mens. En andere zijn kleiner dan je voet. Slang verschillen ook qua keur, Bijvoorbeeld, sommige slangen hebben 1 kleur en de andere 2 of meer. Rare dingen en weetjes over slangen 1. Als je naar een slang kijkt is het moeilijk te zien aan welke kant het hoofd of de staart zit. 2. De staart van een mannetje is meestal langer dan die van een vrouwtje. 3. Slangen en sommige hagedissen zijn de enige dieren met een gevorkte tong. 4. Een slang beweegt zijn tong uit zijn bek om de lucht te proeven of te ruiken. Zo krijgt de slang een beeld van de omgeving. Een slang doet dit om de paar seconden als hij op jacht is, of als er gevaar dreigt. 5. De tong steekt niet, als hij je huid aan raakt. Hij wil alleen informatie weten over jou. Slangen zijn reptielen Slangen horen bij reptielen. Slangen zijn familie van de krokodillen, de hagedissen en schildpadden. Ze hebben allemaal schubben. Die schubben beschermen hun lichaam. En deze dieren zijn ook allemaal koudbloedig Dat betekend dat ze geen lichaamwarmte kunnen hebben. In plaats daarvan gaan ze in de zon liggen om zich zelf op te warmen. En gaan naar de schaduw als ze koud willen worden. http://www.scholieren.com/werkstuk/29773 Net als veel van zijn soortgenoten is de ringslang (Natrix natrix) behoorlijk bijziend. Zijn zicht blijft beperkt tot minder dan dertig centimeter, hij kan zijn ogen nauwelijks in de kassen bewegen en met het zien van diepte is het ook matig gesteld. Dus kijkt de ringslang op een totaal andere manier: met gevoelige zintuigcellen in tong, neus en verhemelte ruikt en proeft hij de omgeving. Zijn gespleten beweeglijke tong fungeert hierbij als antenne. Op deze manier wordt de omgeving in kaart gebracht. Er zijn enkele tropische ratelslang- en addersoorten die hun prooi met warmtezintuigen opsporen. In kleine groeven tussen de ogen, neusgaten en rondom de bek zitten infraroodsensoren waarmee ook in het duister prooien kunnen worden opgespoord. Luipaard gekko De pantergekko (Eublepharis macularius) is een hagedis die behoort tot de gekko's en de familie Eublepharidae. De soort wordt ook wel luipaardgekko genoemd. Uiterlijke kenmerken Zoals alle soorten die behoren tot de familie Eublepharidae heeft de pantergekko beweegbare oogleden. Hier is de wetenschappelijke naam aan te danken; 'Eublepharis' betekent letterlijk vertaald echte oogleden en 'macularius' betekent gevlekt. De gekko heeft ook tenen met nagels, zonder hechtlamellen. Hierdoor kan deze soort niet niet tegen glas, muren of bomen oplopen en is dus een bodembewoner. De pantergekko wordt ongeveer 20 centimeter lang inclusief de staart. De naam is te danken aan de bruine of zwarte vlekken op een gele basiskleur. In de kweek van in terraria gehouden exemplaren van deze soort worden ook wel geheel gele of witte exemplaren gevonden. De staart is iets kleiner dan de kop en de romp bij elkaar. Een pantergekko weegt normaal gesproken ongeveer 60 gram, maar hij kan een voorraad vet opslaan in zijn staart. Daardoor kan hij ook een gewicht van 100 gram bereiken. Algemeen Zoals de meeste bodembewonende gekko's is ook de pantergekko met name in de schemering en in de nacht actief. De pantergekko eet voornamelijk geleedpotigen zoals kevers, spinnen, krekels, sprinkhanen en duizendpoten. De pantergekko komt voor in de halfdroge gebieden van Iran, Afghanistan, Pakistan en India en kan de leeftijd van 20 jaar bereiken. Het vrouwtje zet vijf tot tien keer per jaar steeds twee eitjes af. De pantergekko is een veel gehouden huisdier in een terrarium, er is veel bekend over de huisvestingseisen. Er worden allerlei kleurvariaties gekweekt. De populariteit is mede te danken aan het feit dat deze niet al te moeilijk te verzorgen gekko een prima beginnerssoort is. De pantergekko in gevangenschap kan men voeden met huiskrekels, wasmotlarven en andere insecten. Tegenwoordig zijn er ook veel kleurvariaties zoals 'blizard', 'high yellow', 'albino', 'jungle' en anderen.Deze kleurvariaties komen ook steeds vaker voor door het onderlinge kweken bij hobbyisten, de kleurvariaties ook wel morfen genoemd. Kan zijn eigen staart afbijten bij gevaar. Deze groeit later wel weer aan, maar niet meer zo mooi als eerst. Gekko’s lopen tegen muren en plafonds op. Ze doen dat door middel van hun vijfvingerige poten. Ze hebben diepe groeven onder hun vingers en tenen. Hechtlamellen heet dat. Python, Boa constrictor of kikkers. Een van bovenstaande komt er ook nog bij. Soort Lengte Wat eten ze (maximaal) vrnl. Groene 2,3 meter leguaan Koningsslang 35cm tot 2m Luipaard gekko 20cm Bladeren en bloemen. Van slangen (wurgslangen) tot knaagdieren, vogels en hagedissen Insecten, Wasmotlarven, maar ook zacht fruit (banaan) roosvicee of honingwater Hoe oud kunnen ze worden 15-20 jaar Ong. 24 jaar (in gevangenschap) 20 jaar Waar komen ze met name voor (biotoop_ Tropische regenwouden VS Voortplanting Natuurlijke vijanden (sub) tropen Iran, Afganisthna, Pakistan, India eieren Eieren (10-80 stuks) eieren Slangen en roofvogels Roofvogels en rovende zoogdieren