uitwerking opdracht 100% schuld

advertisement
100% schuld aan de holocaust
Nadenken over de schuldvraag bij de moord op zes miljoen joden
De holocaust is de grootste volkenmoord uit de geschiedenis. Naar schatting zes
miljoen joden werden door de nazi´s vermoord. Het is onmogelijk een slachting van
deze omvang uit te voeren met slechts een handjevol mensen. Toch is het achteraf
zeer ingewikkeld gebleken om vast te stellen wie betrokken, verantwoordelijk en/of
schuldig waren. In deze opdracht gaan jullie 100% schuld aan de holocaust over
zeven personen verdelen.
Onderdeel 1 (individueel)
Op het informatieblad staan zeven persoonsbeschrijvingen. Lees ze goed door
en verdeel dan 100% schuld aan de holocaust over deze zeven personen. Er
zijn een paar regels:
 Je moet minimaal drie personen een aandeel in de schuld geven.
 Je mag een iemand maximaal 70% van de schuld geven
Persoon
Percentage schuld
1
Welke persoon heeft volgens jou de meeste schuld aan de holocaust? Leg je
antwoord uit:
2
Welke persoon heeft volgens jou de minste schuld aan de holocaust? Leg je
antwoord uit.
100% schuld aan de holocaust
Nadenken over de schuldvraag bij de moord op zes miljoen joden
Onderdeel 2 (tweetallen)
Als je iemand ergens de schuld van geeft, dan houd je iemand ergens voor
verantwoordelijk. Daar kun je op verschillende manieren naar kijken1.
3. Verdeel de zeven personen telkens in twee groepen en omcirkel de groep die je
het meest schuldig acht:
Zij die het uitvoerende werk van de
holocaust deden
zij die de holocaust bedachten
(indirect verantwoordelijken)
(direct verantwoordelijken)
1
Zij die politiek of juridisch
verantwoordelijk waren
Morele verantwoordelijkheid
Zij die verantwoordelijkheid binnen het
systeem droegen
Zij die in het systeem in een
afhankelijkheidspositie zaten
(innerlijke overtuiging waarmee mensen handelen)
Deze verschillende perspectieven op verantwoordelijkheid zijn ontleend aan: Aardema, A, Vries, J. de,
Havekes, H., Leerlingen construeren het verleden. Actief Historisch Denken 3, Boxmeer, 2011 aldaar: De dood
van vrouw Vorvan.
100% schuld aan de holocaust
Nadenken over de schuldvraag bij de moord op zes miljoen joden
Op het informatieblad zie je een rijtje met vijftien gebeurtenissen uit de periode 1924
– 1945.
Bij deze gebeurtenissen horen twee stellingen die een verklaring proberen te
geven voor de holocaust.
Al vanaf het begin van zijn politieke loopbaan was het duidelijk dat Hitler de
Joden wilde uitroeien. De holocaust is dan ook een vooropgezet plan van Hitler
en de partijtop van de NSDAP dat in de loop van de tijd uitgevoerd werd.
Het antisemitisme van Hitler was al vanaf het begin van zijn loopbaan bekend.
De voor de Duitsers steeds slechter wordende oorlogsomstandigheden hebben
gezorgd voor de enorme schaal waarop de holocaust gevoerd is.
A
B
Leg uit dat je voor deze beide stellingen bewijzen kunt vinden in de
gebeurtenissen. Doe dit door bij iedere stelling aan te geven welke
gebeurtenissen erbij passen.
4 Bij stelling A passen de gebeurtenissen:
5 Bij stelling B passen de gebeurtenissen:
6 Met welke van de twee stellingen stem je het meeste in? Leg je antwoord uit.
Onderdeel 3 (tweetallen)
Je moet een achtste persoon in het rijtje met schuldigen aan de holocaust invoegen.
Hier zie je de persoonsbeschrijving:

Otto Normalverbraucher, het Duitse equivalent van Jan met de Pet: de
gewone Duitser. Het gaat hier om een symbolische figuur die de grote,
zwijgende meerderheid van de Duisters belichaamt. Het gaat om mensen die
in de nabijheid van een spoorlijn woonden en telkens transporten langs zagen
komen, mensen die in de buurt van een concentratiekamp woonden, mensen
die actief deelnamen aan het jacht maken op joden, enz.
7 Vul vraag 1 met een andere kleur pen of potlood opnieuw in. Zijn er door de
toevoeging van Otto Normalverbraucher veel wijzigingen in de percentages?
8 Plaats Otto Normalverbraucher met een andere kleur pen of potlood in de
schema’s bij vraag 2 en 3.
100% schuld aan de holocaust
Nadenken over de schuldvraag bij de moord op zes miljoen joden
Persoonsbeschrijvingen







Adolf Hitler (1889 – 1945), schreef in 1924 zijn boek Mein Kampf (Mijn strijd) waarin hij
uiteenzet welke strijd hij bereid is te leveren om van Duitsland weer een groots land te
maken. In zijn boek beschrijft hij o.a. zijn ideeën over politiek en zijn rassenleer en slaat
hij een zeer agressieve antisemitische toon aan. Als Hitler in 1933 aan de macht komt,
regeert hij het land volgens het zogenaamde Führerprinzip dat uitgaat van een totalitaire
dictatuur.
Heinrich Himmler (1900 – 1945), hoofd van de SS die het bevel over de uitroeiing van
de joden voerde. Himmler steunde Hitler al tijdens de zogenaamde Bierkellerputsch van
1923, zij weren het erover eens dat ´onreine elementen´ zoals communisten en joden uit
de Duitse samenleving verwijderd moesten worden. In 1933 opende Himmler het eerste
concentratiekamp van de nazi´s. De gruwelijke regels die kampcommandant Eiche daar
opstelde, zouden de standaard worden voor alle hierna op te richten kampen. In 1942 gaf
Himmler het bevel een definitieve oplossing voor het ´Jodenvraagstuk´ te bedenken,
hetgeen tot de uitvoering van de holocaust leidde.
Adolf Eichmann (1906 – 1962), Eichmann was secretaris van de Wannseeconferentie
en was verantwoordelijk voor de tijdschema's en logistiek van de transporten van
miljoenen Joden naar de concentratie- en vernietigingskampen. In januari 1942 was hij
secretaris bij de Wannseeconferentie, die hij ook voorbereidde. Op deze conferentie werd
niet zozeer besloten tot de vernietiging van het jodendom in Europa, maar werd de
Endlösung der Judenfrage als een organisatorisch probleem opgelost. De moordmethode
werd bepaald (de inzet van Zyklon B) en de activiteiten van de verschillende ministeries
en politiediensten werden onderling afgestemd
Rudolf Höss (1900 – 1947), was van mei 1940 tot december 1943 kampcommandant
van het concentratiekamp Auschwitz. Van 1934 tot 1938 was Höß werkzaam in
concentratiekamp Dachau. In mei 1940 werd hij kampcommandant van het
concentratiekamp Auschwitz. Hij hielp in 1941 mee met het opzetten van een kamp bij
Birkenau, dat naast Auschwitz lag en daarom ook wel Auschwitz II of Auschwitz-Birkenau
werd genoemd. Vanaf de zomer van 1941 werd Auschwitz-Birkenau gebruikt als kamp
voor de Endlösung der Judenfrage, dat wil zeggen voor de uitroeiing van het Joodse volk.
Höß maakte van het kamp een 'modelvernietigingskamp' waar op grote schaal gebruik
werd gemaakt van het gifgas Zyklon B.
Oskar Grönig (1922 - ), SS-er, bekend als ´de boekhouder van Auschwitz´. Verdacht van
betrokkenheid bij de dood van 300.000 joden. Bij de deportatie van Hongaarse Joden
naar Auschwitz hield Grönig toezicht op de selectie. Later heeft hij hierover openlijk
verteld en kwam vast te staan dat hij niet heeft deelgenomen aan martelingen of
moorden, maar wel economisch geprofiteerd van het nazi-regime door spullen van
vergaste joden te verhandelen. Grönig betuigde in 2015 op 93-jarige leeftijd spijt en vroeg
een rechter om een uitspraak over hem te doen.
Shlomo Venezia (1923 – 2012), joodse gevangene Auschwitz, lid van
Sonderkommando. In het kamp werden de leden van het Sonderkommando gedwongen
mee te helpen aan de massavernietiging van hun eigen volk. In opdracht van de SS
begeleidden ze mensen naar de gaskamers om later hun lijken op te moeten ruimen en
de sporen die in de gaskamers achter waren gebleven, uit te wissen. Na enige maanden
waren de meesten van hen verzwakt door ondervoeding, vermoeidheid en ziekte, en
werden dan zelf vermoord. Venezia is een van de weinige leden van het
Sonderkommando dat Auschwitz overleefd heeft.
Vrachtwagenchauffeur die blikken Zyklon B vervoerde. Zyklon B was een
verdelgingsmiddel dat in de landbouw gebruikt werd tegen ongedierte en geproduceerd
door een bedrijf in Hamburg. In 1941 zocht de directeur contact met de SS om de
mogelijkheden voor het gebruik op mensen te bespreken. Daarna werd het bedrijf de
belangrijkste leverancier van Zyklon B
Deze persoonsbeschrijvingen zijn deels gebaseerd op informatie van wikipedia.
100% schuld aan de holocaust
Nadenken over de schuldvraag bij de moord op zes miljoen joden
01
02
03
04
05
06
07
08
09
10
11
12
13
14
15
1924 Hitler publiceert Mein kampf waarin hij o.a. ingaat op het
‘Jodenvraagstuk’ en het joodse volk omschrijft als een probleem
dat verwijderd moet worden.
1933 (30 Hitler aan de macht in Duitsland
januari)
1933 (mei) Boekverbrandingen waarbij het werk van o.a. Joodse schrijvers
op de brandstapel wordt gegooid.
1935 Invoering Neurenberger-wetten die de burgerrechten van Joden
ontnemen en seksuele relaties en huwelijken tussen Joden en
niet-Joden verbieden.
1938 Kristallnacht: vernieling Joodse eigendommen, winkels en
synagogen door heel Duitsland. Tevens grootschalige
mishandelingen Joden.
1939 Inval Hitler in Polen als onderdeel van Drang nach Osten om
Arische ras ruimte te geven zich te ontwikkelen.
1942 Wannsee-conferentie waarbij besloten wordt tot de uitroeiing
(januari) van het Joodse ras als eindoplossing voor het ‘Jodenvraagstuk’.
1942 Ingebruikname vernietigingskamp Auschwitz II (Birkenau) met
(voorjaar) een capaciteit van 100.000 gevangenen.
1943 Verlies Duisters slag bij Stalingrad: dit betekent een omslag in
(januari) de oorlog waarbij de opmars van de nazi’s gestuit wordt. Vanaf
dit moment begint het Rode Leger met het terugdringen van de
nazi’s. Deze slag wordt ook wel het begin van het einde
genoemd.
1943 Na de bouw van vier crematoria neemt het aantal transporten
(zomer) naar Auschwitz toe waarbij slechts tien tot dertig procent door
dwangarbeid aan directe vergassing ontkomt.
1943 Verliezen voor de nazi’s aan het zuidelijk front (Noord-Afrika en
(zomer) Italië)
1944 D-Day: invasie westelijke geallieerden in Normandië, Frankrijk.
(juni) Beslissende nederlaag voor de nazi’s die het begin van de
eindfase van de oorlog betekende.
1944 Operatie Market Garden mislukt: de westelijke geallieerden
(september) proberen bij Arnhem de Rijn over te steken om tot het Duitse
industriële hart, het Ruhrgebied, door te dringen. De nazi’s
weten de aanval af te slaan.
1945 Het Rode Leger bevrijdt Auschwitz. Vlak voordat de Russen
(januari) Auschwitz bereikten, dwongen de nazi’s vele gevangen in
colonne richting Duitsland te lopen. Bij deze zogenaamde
dodenmarsen vielen vele duizenden slachtoffers.
1945 Einde van de oorlog in Europa
(mei)
Download