Wat betekent het “In Christus” te zijn? The Middletown Bible Church Alle Schriftaanhalingen komen uit de Statenvertaling (1977 of HSV) Vertaling en plaatjes door M.V. Update 24-12-2015 Voorwoord door vertaler: neem de tijd om alle opgegeven Schriftplaatsen op te zoeken en te overdenken. Dit is een DOE-artikel. Gebruik de Statenvertaling – geen moderne vertalingen. ___________________________ 1. De mensheid kan in twee groepen verdeeld worden: 1) Zij die BUITEN Christus zijn (Kolossenzen 4:5; 1 Thessalonicenzen 4:12); 2) Zij die “IN CHRISTUS” zijn (2 Korinthiërs 5:17; Romeinen 8:1). 2. Door de eerste geboorte van de mens is hij “IN ADAM” (1 Korinthiërs 15:22) en maakt hij deel uit van de oude schepping die verloren ging door de zondeval. Door de tweede geboorte van de mens (Joh. 3) is hij “IN CHRISTUS” (1 Kor. 15:22) en is hij een nieuwe schepping (2 Korinthiërs 5:17). Ik ben de Wijnstok, u de ranken… (Johannes 15:5) 3. Sleutelpassages: 1) 2 Korinthiërs 5:17 - mijn nieuwe positie 2) Efeziërs 1:3 - mijn geestelijke zegening 3) 1 Korinthiërs 1:5 - mijn overvloedige rijkdom 4. Hoe kwam ik “IN CHRISTUS”? Hoe gebeurde dat bij mij? 1 Het aandeel van de MENS = GELOOF (Galaten 3:26) Het aandeel van God = DOOP (Galaten 3:27). Toen ik gered werd doopte God mij (dompelde mij onder) in Jezus Christus. Dit is niet de waterdoop. Het is een echte doop die gebeurde op het moment dat ik gered werd, toen God me onderdompelde of plaatste in Zijn Zoon, en dus mijzelf IDENTIFICEERDE met Christus. Dit is mijn POSITIE en STATUS. 5. WIE BEN IK? WAT BEN IK? IN CHRISTUS... o o o o o o o o o o o o o Ben ik een nieuwe schepping (2 Korinthiërs 5:17; vgl. Galaten 5:6 en 6:15; Efeziërs 2:10). Ben ik een heilige (1 Korinthiërs 1:2). Ben ik een deel van Zijn Kerk (Efeziërs 2:21-22). Ben ik een tempel van Gods Geest (Efeziërs 2:22). Ben ik in het eeuwige plan van God (Efeziërs 1:4; 2 Timotheüs 1:9). Ben ik gevuld met de volheid van Christus (Kolossenzen 2:9-10; en vgl. Kolossenzen 1:19). Ben ik in alles rijk geworden(1 Korinthiërs 1:5). Ben ik aanvaard want God heeft ons begenadigd (Efeziërs 1:6). Ben ik licht (Efeziërs 5:8). Ben ik verzekerd van Gods liefde (Romeinen 8:38-39). Ben ik bevestigd, geworteld, verzegeld, opgebouwd (2 Korinthiërs 1:21; Kolossenzen 2:7). Ben ik inwendig besneden (Kolossenzen 2:11). Ben ik dicht bij God gekomen (Efeziërs 2:13). MIJN VERANTWOORDELIJKHEID IN HET LICHT VAN DEZE FEITEN: Door geloof moet ik ermee rekenen dat dit zo is! Ik moet mezelf zien zoals God mij ziet! 6. WAT HEB IK? WAT BEZIT IK? IN CHRISTUS... o Heb ik alle geestelijke zegen (Efeziërs 1:3). o Heb ik eeuwig leven, een eeuwige relatie met God (1 Johannes 5:11; 1 Korinthiërs 15:22 en Romeinen 6:23 waar “door” = “in” Gr. en). o Heb ik een heerlijke zaligheid (2 Timotheüs 2:10). o Heb ik een onvergankelijke, onbevlekte erfenis (Efeziërs 1:4; vgl. 1 Petrus 1:4; Romeinen 8:17). o Heb ik een heerlijke toekomst (Efeziërs 1:4-5). o Heb ik een hemelse positie, gezet in Christus Jezus! (Efeziërs 2:6). o Heb ik een hoge roeping van God (Filippenzen 3:14). o Heb ik de roeping tot eeuwige heerlijkheid in Christus Jezus (1 Petrus 5:10). o Heb ik Gods volmaakte gerechtigheid (2 Korinthiërs 5:21; 1 Korinthiërs 1:30; 6:11). o Heb ik heiligheid en heiliging (1 Korinthiërs 1:2; 1:30; 6:11). o Heb ik Gods wijsheid (1 Korinthiërs 1:30; vgl. Kolossenzen 2:3 en 1 Korinthiërs 2:16). o Heb ik verlossing of bevrijding van de zonde (Efeziërs 1:7; Kolossenzen 1:14; Romeinen 3:24; 1 Korinthiërs 1:30). o Heb ik zekerheid (Romeinen 8:1). o Heb ik algehele vergiffenis (Efeziërs 1:7; Kolossenzen 1:14; 1 Korinthiërs 6:11: “schoongewassen”). MIJN VERANTWOORDELIJKHEID IN HET LICHT VAN DEZE FEITEN: 2 Door geloof moet in mijn bezittingen claimen en mij verheugen in mijn rijkdommen! 7. PRAKTISCHE ZAKEN IN CHRISTUS... o o o o o o o o o o o o o Wandel en leef ik (Kolossenzen 2:6). Sta ik vast (Filippenzen 4:1). Word ik altijd in triomf meegevoerd (2 Korinthiërs 2:14). Ben ik vruchtbaar (1 Korinthiërs 15:58; Efeziërs 2:10). Zijn alle dingen mij mogelijk (Filippenzen 4:13). Hebben wij de toegang tot de Vader (Efeziërs 2:13, 18). Hebben wij alles wat wij nodig hebben (Filippenzen 4:19 waar “door” = “in”). Kan ik mij altijd verblijden (Filippenzen 4:4; 1 Petrus 1:8). Heb ik een reinigende hoop (1 Johannes 3:3). Ben ik sterk (2 Timotheüs 2:1; Efeziërs 6:10). Ben ik getrouw (Efeziërs 1:1: “gelovigen” = “getrouwen”! Gr. pistos; zie KJV). Heb ik geloof en liefde (1 Timotheüs 1:14). Kan ik mij ontwikkelen (Kolossenzen 1:28). MIJN VERANTWOORDELIJKHEID IN HET LICHT VAN DEZE FEITEN: Door geloof mag ik zo wandelen (Kolossenzen 2:6)! CHRISTUS IS VOOR MIJ: MIJN LEVEN (Kolossenzen 3:4) WIJSHEID VAN GOD GERECHTIGHEID HEILIGING (1 Korinthiërs 1:30; Kolossenzen 2:2-3) (1 Korinthiërs 1:30; Romeinen 10:1-4; 2 Korinthiërs 5:21) (1 Korinthiërs 1:30; 2 hessalonicenzen 2:13) VERLOSSING (1 Korinthiërs 1:30; Romeinen 3:24; Efeziërs 1:7; Kolossenzen 1:14) [email protected] - www.verhoevenmarc.be - www.verhoevenmarc.be/NieuwsteArtikelen.htm 3