Taxonomie: Een basismodel voor doelstellingenmanagement 1. Inleiding In oktober 2013 werd de nota ‘Naar een nieuw doelstellingenmanagement en bijbehorende monitoring binnen de VO’ besproken door het CAG. Aansluitend werd gevraagd om hierrond een projectplan uit te werken. In december 2013 werd het projectplan voorgelegd en heeft het CAG geopteerd voor een gefaseerde aanpak met sterke betrokkenheid van de beleidsdomeinen, waarbij gestart wordt met de VObrede uitwerking van een taxonomie en richtlijnen. De technische oplossing wordt onderzocht door die entiteiten die hieraan willen participeren. Visie We willen streven naar de implementatie van een ééngemaakt organisatiebreed doelstellingenkader met bijhorende efficiënte en effectieve monitoring. Aanpak Om dit project tot een goed einde te brengen is er geopteerd om te werken rond drie producten, die elk worden uitgewerkt door een kleine werkgroep. Deze drie werkgroepen worden aangestuurd door het projectteam dat op zijn beurt verantwoording aflegt aan de stuurgroep. Uiteindelijk worden de resultaten van de werkgroepen gevalideerd door het CAG. Naast de werkgroepen worden een aantal ‘Ronde Tafels’ georganiseerd. Op deze momenten zal de feedback op de tussentijdse resultaten, geproduceerd in de werkgroepen, worden gevraagd aan allerlei experten rond doelstellingenmanagement binnen de VO. De eerste Ronde Tafel vond plaats op 13 maart 2014, waarop het basismodel voor doelstellingenmanagement, zoals uitgewerkt binnen de werkgroep taxonomie, werd bediscussieerd met een 70-tal collega’s uit de 13 beleidsdomeinen. Stand van zaken project: Taxonomie: een voorstel van taxonomie werd uitgewerkt door de werkgroep en werd voorgelegd aan de Ronde Tafel van 13 maart 2014. In deze nota wordt hierrond meer duiding gegeven. Richtlijnen: in eerste instantie was het de bedoeling om Omzendbrief 11 die de samenwerking tussen de Vlaamse Regering en het Vlaams Parlement regelt, nog aan te passen tijdens deze regeerperiode. Dit bleek echter onhaalbaar wegens te strakke timing. Binnen het project werd daarom verder gewerkt naar richtlijnen die het logische gevolg zijn van de voorgestelde taxonomie. In de CAG-nota Richtlijnen beleidsdocumenten wordt hierrond meer duiding gegeven. Technische oplossing: het bestek werd gepubliceerd, 4 bedrijven hebben een offerte ingediend en demo’s getoond. De werkgroep heeft de verschillende offertes onderzocht en is gekomen tot een eindoordeel. De komende weken wordt gewerkt aan het finaliseren van de gunningsprocedure. Ondertussen werd binnen de werkgroep verder gewerkt aan de functionele analyse voor de tool. Voor de functionele uitwerking van de tool zal een brede consultatie plaatsvinden op de tweede Ronde Tafel, op 17 juni 2014. 1 Doel van deze nota: Bij de start van het project ‘doelstellingenmanagement’ ging de volle aandacht naar het invullen van de eerste deeluitdaging: ‘De werking van de Vlaamse overheid vloeit voort uit een ééngemaakt en kwalitatief doelstellingenkader’. Op basis van intensieve discussies met de leden van de werkgroepen, werden enkele schema’s uitgewerkt die de begrippen met betrekking tot het kernobject ‘doelstelling’ en de onderlinge relaties in kaart brengen. Deze schema’s werden samengebracht in één overzichtelijk model, met bijhorende uitgangspunten en werd besproken tijdens de eerste ronde tafel op 13 maart 2014. Het model wordt in het volgendehoofdstuk beschreven. Vervolgens wordt voor de gehanteerde basisbegrippen een set van definities uitgewerkt. De taxonomie geeft een zienswijze weer over hoe entiteiten van de Vlaamse overheid hun doelstellingencascade kunnen vormgeven om zo op een efficiënte en effectieve manier het geheel van hun werking te kunnen plannen, op te volgen en er over te kunnen rapporteren. Om vanaf de start van de volgende legislatuur tot één geïntegreerd en kwalitatief doelstellingenkader te komen, moet deze zienswijze stapsgewijs worden doorvertaald naar voorstellen met het oog op het optimaliseren van de formele plannings- en rapporteringsprocessen in het kader van de beleids-, beheers- en financiële cyclus binnen de Vlaamse overheid. 2 2. Model N RE S TU J I B BRONNEN Vlaams Regeerakkoord, beleidsnota, beleidsbrieven, VO-brede beleidskaders, Federale, Europese en internationale afspraken, beleidsplannen, ... decreten, begroting, kernopdrachten, ... effectindicatoren uitgaven mensen begroting politieke en ambtelijke beleidskeuzes operationele doelstelling output indicatoren Project & Proces voortgangs& proces indicatoren regulier beleid interne werking Horizontaal of Transversaal beleidsplan Vlaams Regeerakkoord SD I SD II SD1 SD2 uitgaven mensen begroting Regulier Beleid procesniveau 2 proces indicatoren procesniveau 1 proces indicatoren proces proces indicatoren Interne Werking strategische doelstelling PROJECTEN nieuw & tijdelijk PROCESSEN wat al bestaat, continu OD I.i OD I.ii project project proces OD II.i ... OD II.iii OD1.1 project project project project proces OD I.i OD II.ii project OD1.1 OD1.2 project proces ... project project proces OD II.ii ... project project ... OD2.1 project proces proces OD2.1 effectindicatoren PRODUCTEN EN DIENSTEN ... operationele doelstelling uitgaven mensen begroting MONITOREN NEN PLAN DOELSTELLINGEN Politieke & Ambtelijke beleidskeuzes strategische doelstelling organisatiestrategie, ... project & proces output indicatoren voortgangs& proces indicatoren ... Agentschap A ... ... Departement B UITVOEREN 3 3. Uitgangspunten Het model is gebaseerd op elf uitgangspunten: 1. Doelstellingenmanagement als onderdeel van de beleidscyclus. Doelstellingenmanagement is sterk verweven met de verschillende stappen van de beleidscyclus. Op hoog niveau bekeken, kan de werking van een overheidsorganisatie gezien worden als een cyclisch proces waarbinnen verschillende deelprocessen worden doorlopen: beleidsvoorbereiding, beleidsbepaling, beleidsuitvoering, beleidsmonitoring en beleidsevaluatie. Dit proces sluit sterk aan bij de ‘Plan – Do – Check – Act’-cyclus en komt in feite neer op een op doelstellingen gebaseerd leeren verbeterproces voor de organisatie. 2. De doelstellingen komen voort uit verschillende bronnen. In de fase van het plannen, vertrekken de entiteiten binnen de Vlaamse administratie niet van een leeg blad. Verschillende bronnen bepalen voor een groot stuk de ‘ruimte’ waarbinnen entiteiten hun doelstellingencascade kunnen vormgeven. In het kader van de beleidscyclus, worden op regelmatige tijdstippen door het politieke niveau specifieke beleidskeuzes voor geschoven, in het regeerakkoord en in de beleidsnota’s en beleidsbrieven. Daarnaast zijn er nog diverse specifieke transversale/horizontale beleidsplannen die de beleidskeuzes omvatten waar meerdere ministers aan moeten meewerken (bv. Vlaams Actieplan armoedebestrijding, Vlaams jeugd- en kinderrechtenbeleidsplan, Vlaamse strategie duurzame ontwikkeling,…). Ook bepaalde regelgeving op het Europese of internationale bestuursniveau kan aanleiding geven tot doelstellingen die worden opgelegd aan entiteiten van de Vlaamse overheid. Aanvullend op de politieke beleidskeuzes, kan het management van een entiteit ook strategische beslissingen nemen die een impact hebben op het gevoerde beleid en de doelstellingen. Dit laatste gebeurt meestal periodiek, in het kader van de opmaak van beheers- of managementovereenkomst en de ondernemingsplannen. Naast de doelstellingen die voortkomen uit specifieke politieke en ambtelijke beleidskeuzes (en die dus legislatuur- of mandaatsgebonden zijn), zijn de entiteiten van de Vlaamse administratie ook verantwoordelijk voor een set van kerntaken en doelstellingen zoals gedefinieerd in het Kaderdecreet BBB, de oprichtingsbesluiten en allerhande decreten. Het betreft hier vooral taken en doelstellingen die betrekking hebben op het regulier of recurrent gevoerde beleid (en die dus continu blijven doorlopen, legislatuuroverschrijdend). Ten slotte komen er voor entiteiten ook doelstellingen voort uit de noodzaak tot het managen en het beheren van de eigen organisatie. Om op een efficiënte en effectieve manier uitvoering te kunnen geven aan de beleidsdoelstellingen, kunnen met betrekking tot verschillende domeinen van de interne werking (bv. HRM, ICT, belanghebbendenmanagement,…) beheersdoelstellingen worden vooropgesteld. Dit behoort tot de verantwoordelijkheid van het lijnmanagement van een entiteit, die dit doorgaans zal verduidelijken in de beheers- of managementovereenkomst. Het is evident dat entiteiten zich hierbij moeten inschakelen in het horizontaal beleid van de Vlaamse Regering op het gebied van bestuurszaken, financieel- of personeelsbeleid. Elk van deze bronnen geeft aanleiding tot doelstellingen, die samen de volledige doelstellingencascade voor een entiteit vormen. De drie types van bronnen kunnen elk grotendeels gelinkt worden aan specifieke types van doelstellingen (m.b.t. politieke & ambtelijke beleidskeuzes, regulier beleid, interne werking) met bijhorende manier van realisatie. Zo zullen politieke & 4 ambtelijke beleidskeuzes vaak leiden tot strategische en operationele doelstellingen gericht op nieuwe beleidsontwikkelingen, die vaak door middel van projecten worden gerealiseerd. Regulier beleid wordt doorgaans in de praktijk gebracht door processen. Toch zijn de verschillende bronnen niet als afzonderlijke categorieën te beschouwen. Overlap is mogelijk, zoals de tekening ook aangeeft. De verschillende bronnen bieden input voor de doelstellingencascade. Eens de doelstellingencascade verder is uitgewerkt, wordt uitgevoerd en opgevolgd, zal deze opvolging omgekeerd de basis vormen voor de rapportering over verschillende van deze bronnen (bv. regeerakkoord, specifieke transversale/horizontale plannen, beleidsnota, ondernemingsplan,…). 3. De entiteit als organisatorische basiseenheid voor de doelstellingencascade Binnen de Vlaamse overheid is een entiteit het hoogste structuurelement waar de aansturing bij één persoon ligt (single point of command). De leden van elk managementcomité en van het CAG maken immers stuk voor stuk deel uit van een agentschap of departement. Dit is een belangrijk argument om de entiteit als de basis structurele eenheid te zien voor de uitwerking en opvolging van een doelstellingencascade. De meeste entiteiten hebben in het kader van de beleids- en de beheerscyclus hun eigen doelstellingencascade ontwikkeld en in de loop der jaren verfijnd. Verschillende entiteiten zijn nu al in staat om de doelstellingen op niveau van de entiteit te verbinden met de doelstellingen op niveau van afdelingen, teams en individuele medewerkers (i.k.v .PLOEG). Het gebruiken van de entiteit als structurele eenheid biedt op die manier ook het voordeel van continuïteit, omdat entiteiten hun eigen bestaande doelstellingencascade zoveel als mogelijk kunnen hergebruiken Dit wil niet zeggen dat het hogerliggende niveau, boven de entiteiten, niet belangrijk zou zijn. Om verkokering tegen te gaan is het juist aangewezen dat entiteiten in de toekomst nog meer gaan samenwerken op niveau van de Vlaamse overheid of tussen en binnen beleidsdomeinen. Hiervoor kunnen zelfs (tijdelijke) entiteitsoverschrijdende structuren en samenwerkingsvormen worden opgezet (bv. transities, programma’s). Maar het blijft ook in dat geval wel relevant om de bijdrage en de verantwoordelijkheid van elke entiteit duidelijk te omschrijven en mee te nemen in de doelstellingencascade op het niveau van de entiteit. 4. De doelstellingen op het niveau van de Vlaamse overheid zijn bepalend voor de doelstellingencascade op entiteitsniveau Entiteiten bouwen dus een doelstellingencascade op, vetrekkende van verschillende bronnen. Niet al deze bronnen hebben eenzelfde impact op de uiteindelijke cascade. Het Regeerakkoord is de belangrijkste bron voor de doelstellingencascade van de Vlaamse overheid. Ook de specifieke horizontale beleidsplannen, zoals bijvoorbeeld het Vlaams actieplan armoedebestrijding, Vlaamse strategie duurzame ontwikkeling behoren tot de VO-strategie. Deze beleidsdomeinoverschrijdende kaders moeten de werking van de Vlaamse administratie aansturen, en worden in die zin ‘opgelegd’ aan de entiteiten. Bij de start van een nieuwe legislatuur moeten afspraken worden gemaakt over de doorvertaling van het Regeerakkoord naar doelstellingen, en de manier waarop deze moeten doorwerken in de verschillende beleidsnota’s en later beleidsbrieven. Voor de doelstellingen die voortspruiten uit deze VO-brede of horizontale kaders, wordt tevens een minimale set van opvolgingsinformatie bepaald (bv. inzet van middelen, indicatoren,…). Deze doelstellingen en de bijhorende opvolgingsinformatie wordt gevalideerd door vertegenwoordigers 5 van de administratie en door het politieke niveau. Er dienen ook afspraken gemaakt te worden over de wijze en frequentie van monitoring en de afstemming hierover. 5. Soms kan een vertaalslag van de politieke beleidsdoelstellingen nodig zijn vooraleer deze op te nemen in de eigen doelstellingencascade Het Regeerakkoord, de beleidsnota’s en beleidsbrieven en de specifieke horizontale plannen zijn politieke documenten. De administratie heeft een belangrijke rol in het voorbereidende proces voor de opmaak van deze documenten, maar de eindverantwoordelijkheid ligt bij de Vlaamse Regering en de ministers. In omzendbrief 11 van het Vlaams Parlement staan enkele richtlijnen waarmee rekening moet gehouden worden bij het opstellen van de beleidsdocumenten. Deze richtlijnen hebben echter vooral betrekking op timing en lay-out. Dit geeft de regeringsonderhandelaars heel wat vrijheid over hoe de inhoud van het Regeerakkoord te verwoorden en te structureren. Hetzelfde geldt voor de ministers die instaan voor de inhoud en de opmaak van de beleidsnota’s en – brieven en soms verkiezen om hun beleidsintenties in vage bewoordingen neer te schrijven. Soms worden er wel concrete beleidsdoelstellingen geformuleerd, maar zijn deze niet rechtstreeks toewijsbaar aan of herkenbaar voor entiteiten. Deze richtlijnen aanscherpen kan een eerste belangrijke stap zijn om te komen tot politieke documenten met een eenvormige structuur van duidelijk verwoorde doelstellingen, die vertaald worden in scherp omlijnde projecten en processen met daarbij de timing, de middelen en het beoogde resultaat, maar een sluitende impact hebben we hier niet. Daarom zal het in veel gevallen toch nodig blijven om op de informatie uit deze documenten eerst een vertaalslag toe te passen, vooraleer deze gebruikt kan worden in de eigen doelstellingencascade. Dit vertalen houdt in dat intenties omgezet worden in doelstellingen, dat bestaande doelstellingen scherper geformuleerd worden, dat doelstellingen worden hernomen door meerdere entiteiten en doorvertaald naar toewijsbare projecten en processen, enz. 6. Er zijn meerdere niveaus van doelstellingen mogelijk, die de mate van detail weerspiegelen. De doelstellingen worden geconcretiseerd in projecten en processen De informatie uit de verschillende bronnen wordt binnen de entiteit vertaald naar een doelstellingencascade. Deze kan meerdere niveaus bevatten. Het aantal niveaus wordt niet vastgelegd, maar het lijkt zinvol om minstens 2 niveaus (strategisch & operationeel) te hebben. Het laagste niveau van doelstellingen moet altijd worden vertaald in projecten en/of processen, die resulteren in producten of diensten. Entiteiten kunnen ervoor opteren om zowel projecten als processen te integreren in de doelstellingencascade. Een alternatieve mogelijkheid is om de processen te structuren via een afzonderlijke procesboom. De informatie-elementen worden op die plaats dan gekoppeld aan de processen, op dezelfde wijze als bij de projecten. 7. Projecten en processen als basis bouwstenen en informatiedragers De projecten en processen worden beschouwd als de belangrijkste informatiedragers binnen het model. Op dit laagste niveau wordt de informatie gekoppeld, zoals koppeling van middelen, indicatoren, mijlpalen, … Ook zal dit laagste niveau in de doelstellingencascade gekoppeld worden aan de verschillende brillen die we voorzien in het model (o.a. Vlaams Regeerakkoord, beleidsnota, transversale/horizontale plannen,…). 8. De koppeling van financiële en personele middelen gebeurt op het niveau van projecten en processen 6 Zowel een raming van het budget en een inschatting van de benodigde personeelsinzet als de werkelijk gemaakte kosten en de effectieve tijdsbesteding moet op het niveau van projecten en processen worden ingeschat en bijgehouden. Hierdoor wordt de koppeling tussen de beleids- / beheercyclus en de financiële cyclus mogelijk. Koppeling van informatie aan de basisbouwsteen (detailniveau) biedt de mogelijkheid om te aggregeren tot het gewenste hogere niveau. Volgens deze logica wordt het mogelijk om voor elke doelstelling na te gaan hoeveel hiervoor gebudgetteerd is en wat naderhand de werkelijke kostprijs was, door de financiële informatie gekoppeld aan alle onderliggende projecten en/of processen te sommeren. Door projecten en processen (doorgaans gelinkt aan doelstellingen) te koppelen op meerdere dimensies uit de begrotingsstructuur (bv. beleidsveld, economische rekening, entiteitscode, …) kunnen een veelheid aan financiële rapporten opgebouwd worden, die via de doelstelling ook een inhoudelijke component omvatten. 9. Overstijgen van de sturing op detailniveau door effect- en outputindicatoren, die terug te koppelen zijn aan de strategische en operationele doelstellingen De verschillende niveaus uit de doelstellingencascade kunnen opgevolgd worden aan de hand van verschillende types van indicatoren. Voorlopig gebeurt de opvolging binnen de Vlaamse overheid voornamelijk op het niveau van de projecten en processen. Projecten worden vaak opgevolgd aan de hand van voortgangsrapportering over de naleving van de projectplanning en het behalen van mijlpalen. Voor verschillende processen zijn procesindicatoren gedefinieerd. Dit zijn indicatoren die een beeld geven van het verloop van bepaalde activiteiten zoals doorlooptijden, wachttijden, foutenpercentages, uitvoeringstermijnen,… Op niveau van de operationele doelstellingen, komen outputindicatoren in het vizier. Dit zijn indicatoren die de geleverde diensten of producten in termen van volume (aantallen) of de kwaliteit ervan meten. In een volgende stap kan geanalyseerd worden wat het effect is in de maatschappij. Effect- of outcome-indicatoren zijn rechtstreeks te koppelen aan de strategische doelstellingen, en geven op die manier aan in welke mate het vooropgestelde beleid gerealiseerd wordt. Hoe hoger in de doelstellingen- en indicatorenhiërarchie, hoe meer invloed er speelt van externe factoren of moderatoren (andere beleidsmaatregelen, onafhankelijke acties van andere actoren, macro-economische en demografische evoluties,…) die de realisatie van de doelstelling doorkruisen. Het betreft factoren waar de organisatie zelf niet altijd controle over heeft, maar die soms een zeer sterke impact hebben op het bereiken van de resultaten. Output- en effectindicatoren zijn het moeilijkst te ontwikkelen en te meten. Niet onlogisch dus dat deze momenteel niet zo vaak worden ontwikkeld . De komende jaren willen we als Vlaamse overheid meer de weg inslaan van output- en effectindicatoren, waar het relevant en mogelijk is. Rapporteren over wat we doen is al een begin, maar rapporteren over wat we hiermee bereiken moet de essentie zijn. Dit vergt een groeitraject en om op elk moment de ‘meest haalbare’ opvolgingsinformatie beschikbaar te stellen, dient voor entiteiten de mogelijkheid te worden voorzien om aan elk niveau van de doelstellingencascade verschillende types van indicatoren te koppelen. 10. Projecten en processen gelden als ‘unieke’ bron van bouwstenen voor de opmaak/opvolging van transversale/horizontale beleidsplannen of VO-brede beleidskaders De VO-brede afspraak om projecten en processen als basis bouwstenen en informatiedragers te beschouwen, gekoppeld aan de beschikbaarheid van een performante monitoringstool, laat toe om door een systeem van koppelingen aan specifieke brillen of invalshoeken rapportering te gaan hergebruiken voor verschillende doeleinden. Entiteiten geven éénmalig, op één plaats de 7 afgesproken rapportering in en deze informatie kan zo vaak als nodig gebruikt worden om in de monitoring en rapportering van de verschillende beleids- en beheersplannen te voorzien. In de doelstellingencascade van de entiteiten zullen de projecten en processen die bijvoorbeeld uitvoering geven aan doelstellingen uit het Regeerakkoord, aan de hand van een specifieke codering gekoppeld worden aan de overeenkomstige doelstelling uit het Regeerakkoord. Voor de opvolging van het Regeerakkoord, volstaat het dan om per doelstelling de gekoppelde projecten en processen, die zijn ingebed in de doelstellingencascades van de verschillende entiteiten, op te roepen aan de hand van de codes. Op die manier wordt op het geheel van alle projecten en processen een specifieke invalshoek/bril toegepast, hetgeen resulteert in een specifieke clustering van projecten en processen overeenkomstig de structuur van het Regeerakkoord. Hetzelfde principe kan toegepast worden voor de rapportering over allerlei entiteitspecifieke beleids- en beheersplannen, alsook de transversale/horizontale beleidsplannen. In de praktijk worden vaak voor de realisatie van de doelstellingen uit al deze plannen lopende projecten en processen ‘gerecupereerd’. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk dat een bepaald project dat bijdraagt aan een operationele doelstelling van een agentschap, ook een positieve impact heeft op een transversale doelstelling (bv. duurzaamheid, administratieve lastenverlaging,…). Daarnaast zullen met het oog op de realisatie van de transversale/horizontale beleidsdoelstellingen ook bijkomende projecten en processen worden opgezet, die evenwel elk hun plaats moeten krijgen binnen de doelstellingencascade van één van de entiteiten van de Vlaamse overheid. Het geheel van projecten en processen zit op die manier vervat in de doelstellingencascade per entiteit en op deze totaliteit kunnen eindeloos veel invalshoeken/brillen worden toegepast om specifieke deelverzamelingen weer te geven. Naast een gepaste codering voor de projecten en processen, die een koppeling aan de brillen/invalshoeken mogelijk maakt, is een andere belangrijke randvoorwaarde dat voor de projecten en de processen die aan VO-brede of transversale/horizontale beleidskaders gekoppeld zijn een vaste set van informatie-elementen met bijhorende definiëring (indicatoren, koppeling met personele en financiële middelen,…) wordt afgesproken waarover minimaal gerapporteerd wordt. 11. Het model is flexibel in gebruik. Het model kan de entiteiten de nodige houvast bieden maar moet niet noodzakelijk in zijn volledigheid ingevuld worden Omdat de verschillende entiteiten elk hun eigen ontwikkeltraject hebben, staan niet alle entiteiten op hetzelfde maturiteitsniveau. Om dit op te vangen biedt het model voor doelstellingenmanagement voldoende flexibiliteit. Het uitgangspunt is: wie data heeft, moet deze kunnen inpassen in het model. Het is dus niet verplicht om alles in te vullen. Het is perfect mogelijk dat er een ‘vakje’ wordt voorzien om ‘effectindicatoren’ in te geven maar dat dit ‘vakje’ slechts door een paar entiteiten zal ingevuld worden. Het model kan echter ook niet als volledig vrijblijvend gezien worden. Om de interne rapporteringslast te drukken, zullen er wat betreft de opvolging van de VO-brede en horizontale beleidskaders afspraken gemaakt moeten worden over de minimum aan te leveren informatie. 8 4. Definities Voor een eenduidig begrip van het model en de uitgangspunten, werden voor de verschillende gebruikte concepten definities uitgewerkt. Er werd zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij bestaande definities, die in het kader van eerdere oefeningen werden opgesteld. De leden van de werkgroep taxonomie hebben hiertoe een uitgebreide lijst van bronnen (bv. begrippenlijst Vlaams Parlement, leidraad interne controle, begrippendatabank F&B, verschillende nota’s goedgekeurd door de VR met betrekking tot het planningsinstrumentarium binnen de verschillende cycli,…) gescreend en een gedragen selectie naar voor geschoven. Deze definities kunnen de komende maanden nog aangevuld worden. Ze volstaan op dit moment voor een eenduidig begrip van het voorgestelde model en de voorstellen met betrekking tot de opmaak van de beleidsdocumenten (zie CAG-nota Richtlijnen), maar blijven aanpasbaar op basis van voortschrijdend inzicht. Overzicht van de definities: begrip analytische boekhouding apparaatsprogramma begrotingsartikel begrotingsprogramma beheerscyclus beleid beleidsbepaling beleidscyclus beleidsevaluatie definitie Instrument dat moet toelaten om de kosten en opbrengsten van de entiteit toe te wijzen aan de plaats waar ze tot stand komen of de doelstelling/product/project waarvoor ze gemaakt worden. Een specifiek programma dat betrekking heeft op de interne werking van de Vlaamse overheid. Dat programma kan personeels-, werkings- en investeringskredieten omvatten. Een begrotingsartikel resulteert onder een begrotingsprogramma en wordt –althans binnen een programma voor beleidskrediet- gedefinieerd door een beleidsdoelstelling. Een begrotingsartikel begrenst de middelen die aan een bepaalde doelstelling door een bepaalde minister kunnen worden toegekend. Een verzameling van kredieten die betrekking hebben op dezelfde doelstelling. Het continue en systematische proces van planning, uitvoering, evaluatie en bijsturing van de inzet van de middelen en de uitvoering van de processen. Het streven naar het bereiken van bepaalde doeleinden met bepaalde middelen en bepaalde tijdskeuzen. Het nemen van beslissingen over de inhoud van een beleid. Hiertoe behoort met name het kiezen en specificeren van de doeleinden, de middelen en de tijdstippen. De cyclus van beleidsvoorbereiding, beleidsbepaling, beleidsuitvoering, beleidsmonitoring en beleidsevaluatie, eventueel gevolgd door een bijsturing. Deze term verwijst naar het cyclisch of iteratief karakter van het beleidsproces. Een kwalitatieve en/of kwantitatieve studie waarop op een geldige, betrouwbare en objectiveerbare wijze wordt nagegaan of en hoe een bepaalde beleidsdoelstelling gerealiseerd wordt. 9 beleidsmonitoring beleidsopdracht beleidsuitvoering beleidsveld beleidsvoorbereiding bouwsteen dienst doelstelling doelstellingencascade effectindicator financiële middelen horizontaal beleid Het systematisch registreren van de beleidsuitvoering en het vergelijken ervan met de vooropgestelde normen. Dit gebeurt met de bedoeling om, bij niet-overeenstemming van het vastgestelde met het vooropgestelde, de beleidsuitvoering bij te sturen of de normen bij te stellen. Een op hoog niveau gedefinieerde doelstelling voor het ganse beleidsveld. Tijdens de beleidsuitvoering of de beleidsimplementatie worden de door de beleidsbepalers genomen beslissingen binnen de bepaalde tijdsvolgorde in concrete uitvoeringsdaden omgezet. Een verzameling van beleidsitems die zowel vanuit politiek als maatschappelijk oogpunt een herkenbaar en samenhangend geheel vormen. Het proces van het verzamelen en analyseren van informatie en het formuleren van adviezen met het oog op een te voeren beleid De basiseenheid waarover de informatie verzameld wordt die het opvolgingssysteem voedt. Een afgebakende prestatie van een persoon of organisatie (de dienstverlener), die voorziet in een behoefte van haar omgeving (de afnemers). Waarbij de afnemer een burger, bedrijf of andere (overheids)organisatie kan zijn. Een doelstelling is de beschrijving van de gewenste toestand waarin een organisatie wil terecht komen in de toekomst, uitgedrukt in concreet te bereiken resultaten, die te meten zijn met de bijbehorende indicatoren of maatstaven. De doelstellingencascade maakt duidelijk hoe elke strategische doelstelling omgezet wordt in specifieke operationele doelstellingen. Deze worden op hun beurt geconcretiseerd door processen en projecten waarbinnen concrete acties gedefinieerd worden. Indicator die informatie levert over factoren en fenomenen buiten de organisatie. Beleid is doorgaans gericht op het beïnvloeden van deze factoren. Effecten zijn dan in se de veranderingen bij deze factoren. Geheel van financiële middelen hetzij geraamd of in uitvoering, uitgedrukt in euro. Organisatie- of intern gerichte beleidsinitiatieven, die een organisatiebreed karakter hebben - zoals bijvoorbeeld overheidsbrede bezuinigingsprogramma's op personeel of verhoging van de efficiëntie, de overheidsbrede doelstellingen voor de maturiteitsverhoging,… indicator Een meeteenheid die onrechtstreeks een benadering geeft van een bepaalde grootheid/fenomeen - vaak ook gebruikt in de zin van een maatstaf: deze meet/telt een fenomeen precies en 10 ondubbelzinnig. informatiedrager Project of proces dat de basisinformatie levert voor het doelstellingenmanagement. Bevat informatie over de projectmatige of reguliere werkzaamheden van de entiteit en laat toe die te koppelen aan middelen, indicatoren, mijlpalen, kerntaken, etc. inputindicator Inputindicatoren leveren informatie over de ingezette en de geplande middelen (financiële middelen, personele middelen, materiële middelen). interne werking Eigen organisatorische werking van een entiteit + voorbeelden (ICT, HR,…). invalshoek/bril/oogpunt/…. De manier van waaruit iets wordt benaderd. mijlpaal Een significant moment in een (project)plan. model Een rationele, vereenvoudigde, abstracte weergave van de werkelijkheid. Het doel van een model is kennis en inzicht te krijgen in de complexe werkelijkheid, zodat die begrepen en beheerst kan worden. omgevingsindicator Indicator die informatie levert over factoren buiten de organisatiegrens. In tegenstelling tot effectindicatoren zijn ze niet rechtstreeks gekoppeld aan beleidsdoelstellingen. De invloed van omgevings- en externe factoren kan naast de beleidsoutput, een alternatieve of aanvullende verklaring vormen voor de vastgestelde effecten of veranderingen. operationele doelstelling Operationele doelstellingen zijn een meer concrete vertaling van de omvattende relatief abstracte ambitie die verwoord staat in de strategische doelstelling. outputindicator Indicator die informatie levert over de prestaties van de organisatie. Dat kunnen fysieke producten zijn, bestemd voor individuele burgers of collectieve goederen (bv. identiteitskaart, vergunning, riolering), of een bepaalde dienstverlening (bv. advies, begeleiding, informatie) of de kwaliteit van de prestaties. Geheel van personele middelen hetzij geraamd of in uitvoering, uitgedrukt in VTE Een prestatiebegroting tracht de middelen te koppelen aan doelstellingen op basis van de geleverde prestaties op die doelstellingen personele middelen prestatiebegroting proces Een keten van activiteiten, die een input omzet in output met een meerwaarde voor de afnemer van de output, met inzet van middelen (financiële, logistieke, technologische) en mensen, binnen een (sturend) kader. 11 procesboom procesindicator product programma Een hiërarchische indeling (=boomstructuur) van processen waarbij de onderlinge relatie wordt aangegeven. Indicator die informatie levert over de activiteiten die de organisatie uitvoert, in de vorm van projecten en processen. Het (mogelijke) resultaat van een dienstverlening; een waarneembaar ding: een paspoort, een uitkering, een bouwvergunning of een nadere toelichting op de geleverde dienst (een ‘communicatieproduct’). En per definitie dus ook het resultaat van het achterliggende proces. Zo is bijvoorbeeld een vergunningverleningdienst een dienst, maar een vergunning is een product. Niet elke keer dat een vergunningsdienst wordt gebruikt, komt daar een vergunning uit (namelijk niet als de aanvraag afgewezen wordt). In dat geval is de dienst wel geleverd, maar het verlangde product niet. Het geheel van samenhangende projecten en activiteiten in een tijdelijke organisatie om één of meer van tevoren gedefinieerde doelstellingen te realiseren, die van strategisch belang zijn. programma voor beleidskrediet Een programma dat betrekking heeft op de kredieten voor de externe werking van de Vlaamse overheid. Dit programma wordt gedefinieerd door een beleidsopdracht. project Een tijdelijke eenmalige organisatie die is opgezet met het doel één of meerdere unieke eindproducten op te leveren volgens een overeengekomen business case. regulier beleid Dagelijks beleid t.o.v. specifiek beleid ten gevolge van specifieke situaties Algemene doelstellingen voor de middellange en lange termijn die een algemene richting aangeven die de organisatie wil uitgaan. Deze beschrijven de uiteindelijke resultaten of effecten (outcomes) die de organisatie beoogt. Gegeven de interne en externe omstandigheden waarin de organisatie in de volgende jaren moet opereren, helpen de strategische doelstellingen duidelijk te maken wat de focus van de organisatie zou moeten zijn om in staat te zijn de visie met succes na te streven. De wetenschap van het indelen van individuen of objecten in groepen. Met de term taxonomie kan zowel de methode worden bedoeld die bij het indelen wordt toegepast, als de hiërarchische ordening die het resultaat ervan is. Zo'n hiërarchische ordening, maar ook de activiteit om tot zo'n ordening te komen wordt classificatie genoemd. strategische doelstelling taxonomie transitie Een transitie is een structurele verandering die het resultaat is van op elkaar inwerkende en elkaar versterkende ontwikkelingen op het gebied van bijvoorbeeld economie, cultuur, technologie, instituties en natuur en milieu. 12 transversaal beleid Maatschappelijk gerichte beleidsinitiatieven, die één of meer beleidsdomeinen overstijgen - zoals bijvoorbeeld een geïntegreerd klimaatbeleid, mobiliteitsbeleid, beleid rond armoedebestrijding,… verticaal beleid Maatschappelijke gerichte beleidsinitiatieven, die binnen één beleidsdomein gerealiseerd worden – zoals bijvoorbeeld ondersteunen van de cultuursector, visserijbeleid,… VO-brede krachtlijnen Hoog niveau politieke beleidsdoelstellingen zoals geformuleerd in het Regeerakkoord. 5. Voorstel van beslissing - Het CAG gaat akkoord met de zienswijze zoals voorgesteld in het model en de bijhorende uitgangspunten 13