1.3 Globalisering verovert de wereld 6 Handelsrelaties a Naar de Verenigde Staten. Mexico, de Verenigde Staten en Canada zijn lid van hetzelfde economische blok (de NAFTA). Ook speelt de nabijheid een rol. b Naar Frankrijk. Frankrijk is het koloniale moederland geweest van deze gebieden. Er is soms veel handel tussen voormalige koloniën en het moederland. c Er is meer handel met welvarende landen dan met arme landen. d In Spanje en grote delen van Latijns-Amerika wordt dezelfde taal gesproken. Er is relatief veel handel tussen landen waar dezelfde taal gesproken wordt. e De euro is goed voor de handel. De handel neemt toe als landen dezelfde munt hebben. f India en Pakistan hebben ruzie over het grensgebied tussen beide landen: Kashmir. Tussen landen die in conflict zijn met elkaar, zijn weinig handelsrelaties. g Er is altijd meer handel tussen landen die bij elkaar in de buurt liggen dan tussen landen die ver uit elkaar liggen (het principe van afstandsverval). h Voorbeelden: - Moslims eten alleen halalvoedsel. - Zaken doen met mensen in China en Japan vraagt veel geduld, omdat persoonlijke contacten hierbij erg belangrijk zijn. 8 De bloemenwereld a Van hele kleine stukjes grond komt een hoge productie, en dat meerdere malen per jaar. b Ze werken samen bij de afzet van bloemen en bij de inkoop van materialen. c Door kennis en materiaal beschikbaar te stellen. d De concurrentie neemt toe door deze Nederlandse hulp, maar zonder die hulp zouden andere landen ook eigen bloemenkwekerijen opzetten. Nu verdient Nederland daar nog aan. e Voordelen voor de producenten: de prijs wordt hoger. Voordelen voor de kopers: - Bijna alle bloemen worden op dezelfde plaats (de veiling in Aalsmeer) verkocht. - De kopers hebben het volledige aanbod bij elkaar. - Daarnaast let de veiling op de kwaliteit van de producten. Ook zorgt de veiling voor de financiële afhandeling. f Aalsmeer ligt dicht bij Schiphol. g Zie de afbeelding op de volgende pagina h - De grond is hier erg duur. - De lonen zijn hier hoog. - Er zijn hier extra kosten voor verwarming. i Goede transportmogelijkheden naar de afzetmarkt. Er is veel vakkennis. Dat zorgt voor een goede kwaliteit. j De opkomst van de bloementeelt (met Nederlandse steun) in Afrika en Zuid-Amerika. 11 Vroegere Europese koloniën a Het waren exploitatiekoloniën. Deze ex-koloniën zijn vaak erg arm en hebben een grote ontwikkelingsachterstand. b Tot 1960 waren veel landen nog steeds in bezit van Europese landen. Pas later werden deze landen zelfstandig. c De EU ontstond en EU-landen maakten steeds meer onderlinge afspraken. Daarbij werden andere landen steeds meer afgesloten van de Europese markt. d Het principe van wederkerigheid is eerlijk en dat zou tot de beste resultaten moeten leiden: overal wordt alleen geproduceerd wat daar het beste mogelijk is. e Er zijn zoveel landen bij deze afspraken betrokken dat je net zo goed afspraken met alle landen kunt maken. f Veel ontwikkelingslanden halen een belangrijk deel van hun inkomsten uit de invoerrechten. De landbouw en de industrie in deze ontwikkelingslanden krijgen te maken met sterke concurrentie uit het welvarende Europa. g Door nadruk te leggen op andere onderwerpen kan de handel achterblijven. Dat kan voor arme landen heel nadelig zijn. h Eigen mening. Multinationale ondernemingen 12 Wereldschoenen a Bijvoorbeeld: - één of twee vestigingen - 3 t/m 14 vestigingen - 15 t/m 49 vestigingen - 50 t/m 100 vestigingen - meer dan 100 vestigingen (Opmerking: de klassen zijn in deze indeling niet even groot. Eigenlijk is dat niet zo fraai. Maar met deze indeling komt de spreiding van Nike over de wereld goed tot zijn recht.) b c reclame, import en verkoop d Zie tekening. - geld (voor investeringen) - ontwerpen (van nieuwe modellen) e Mexico Toen de VS te duur werden, ging Nike naar Mexico. Pas later ging het bedrijf naar Azië. f Outsourcing: de producten en de onderdelen worden uit een ander land aangevoerd. Dat klopt goed voor Nike, want ze verkopen vooral in de rijke landen, maar produceren in de lagelonenlanden. Global sourcing: bij het zoeken naar de goedkoopste productieplaats worden de omstandigheden in elk land bekeken.