Colposcopie – bekijken van de baarmoedermond met een microscoop U heeft gehoord dat er in uw uitstrijkje afwijkende (niet normale) cellen gevonden zijn. Dit betekent meestal niet dat u kanker heeft. Meestal zijn die afwijkende cellen goedaardig (kunnen geen kwaad). Wordt er niets aan die afwijkende cellen gedaan? Dan kunnen deze afwijkende cellen in 10 tot 15 jaar bij één derde van de vrouwen zich tot kanker ontwikkelen. Het is dus belangrijk om er op tijd bij te zijn. Vanwege de afwijkende cellen bent u door uw huisarts verwezen voor een colposcopie. In deze folder leest u wat een colposcopie precies inhoudt en wat u kunt verwachten. In de folder worden deze afwijkende cellen ook wel “voorstadium” genoemd. Zijn er bij het colposcopisch onderzoek inderdaad afwijkende cellen te zien? Dan kan dit vaak relatief eenvoudig behandeld worden. Soms is behandeling zelfs niet nodig en is het herhalen van het uitstrijkje na 6 maanden voldoende. Pap-uitslag De cellen in een uitstrijkje worden beoordeeld en krijgen een Pap-uitslag. De Pap-uitslag is genoemd naar de arts Papanicolaou. De Pap-uitslag loopt van 1 tot 5. Hoe hoger het cijfer, hoe meer afwijkend de cellen in het uitstrijkje zijn. • Pap-klasse 1 is normaal en er is geen verder onderzoek nodig. • Bij Pap-klasse 2 en 3a1 is een herhaling van het uitstrijkje nodig. Draagt u het Humaan Papillomavirus (HPV) bij u? Dan wordt u bij een Pap-klasse 2 en 3a1 door uw huisarts doorgestuurd naar de gynaecoloog. • Bij een Pap-klasse 3a2 en hoger verwijst de huisarts u door naar de gynaecoloog voor een colposcopisch onderzoek. De gynaecoloog zal met een microscoop (colposcoop) de baarmoedermond bekijken. De bouw van de baarmoeder en vagina De baarmoeder heeft de grootte en de vorm van een kleine peer. Aan de binnenzijde van de baarmoederhals bevindt zich een dunne laag slijmproducerende cellen, endocervix. Op de buitenzijde van de baarmoederhals en op de binnenzijde van de vagina (schede) zit een stevige dikkere laag cellen, ectocervix. Op het grensgebied (transformatiezone) van deze twee lagen kan een voorstadium ontstaan. Humaan papillomavirus (HPV) Afwijkende cellen op de baarmoederhals worden meestal veroorzaakt door het humaan papillomavirus (HPV). Er zijn veel verschillende types van dit virus. Er zijn laag-risico en hoogrisico soorten. De laag-risico HPV- soorten komen vaak voor bij genitale wratten (condylomata acuminata). Hoog-risico HPV- soorten veroorzaken baarmoederhalskanker en de voorstadia. Het HPV virus wordt makkelijk overgedragen en komt daardoor veel voor. Ongeveer 80% van de vrouwen zal ooit in haar leven in aanraking komen met dit virus. De meeste vrouwen hebben geen klachten van het virus. De overdracht van het virus gebeurt via contact tussen slijmvliezen. En dus ook door seksuele activiteit zonder geslachtsgemeenschap (penetratie). Gelukkig komen baarmoederhalskanker en afwijkende uitstrijkjes veel minder vaak voor dan het virus. Het lichaam kan het HPV virus ook zelf opruimen (klaren). HPV zorgt per jaar bij 700 vrouwen voor baarmoederhalskanker en voor ongeveer 10.000 afwijkende uitstrijkjes. Vrouwen die roken hebben gemiddeld vaker een afwijkend uitstrijkje en kunnen minder goed het HPV virus zelf opruimen. Bij vrouwen die meerdere seksuele partners hebben (gehad) blijft het HPV virus vaker actief. Condoomgebruik beschermt wel goed tegen seksueel overdraagbare aandoeningen, maar niet helemaal tegen overdracht van HPV. © Spaarne Gasthuis | eindredactie: Patiëntenvoorlichting | Foldernummer dsg-1015 | 01-10-2016 Colposcopie | pagina 2 Uw colposcopie afspraak op de polikliniek U heeft een afspraak gemaakt bij de polikliniek Verloskunde en Gynaecologie voor een colposcopie. Op de dag en tijdstip van uw afspraak meldt u zich bij de balie en neemt daarna plaats in de wachtruimte. Gesprek U heeft eerst een gesprek met de gynaecoloog. De gynaecoloog stelt u eerst een aantal vragen en legt uit wat de afwijkende cellen in uw uitstrijkje precies betekenen. Ook hoort u wat het colposcopisch onderzoek precies inhoudt, de eventuele behandeling en de vervolgafspraken. Stel gerust alle vragen die u heeft. Na dit gesprek volgt het colposcopisch onderzoek. Dit onderzoek wordt gedaan door een gespecialiseerd gynaecoloog en een doktersassistente. Soms is een gynaecoloog in opleiding of een co-assistent bij het onderzoek aanwezig. Als u wilt, kunt u ook iemand meenemen die tijdens het onderzoek bij u is. Het colposcopisch onderzoek Om de binnenkant van de vagina en de baarmoederhals te kunnen bekijken ligt u in de beensteunen en wordt er voorzichtig een spreider (speculum) in de vagina gebracht. Net als bij het maken van een uitstrijkje. Dit kan een onplezierig gevoel geven, maar is meestal niet pijnlijk. Om de baarmoederhals beter te kunnen bekijken gebruikt de gynaecoloog een microscoop (de colposcoop). Deze microscoop staat ongeveer 30 cm voor de ingang van de vagina. De colposcoop blijft zelf buiten de vagina. De arts kijkt met de microscoop naar de details van het oppervlakteweefsel van de baarmoederhals en de vagina. U kunt meekijken op een beeldscherm als u dat wilt. Van de beelden worden meestal foto’s gemaakt voor in uw dossier. Om meer details te kunnen zien worden één of meerdere kleurstoffen op de baarmoedermond gesmeerd. De ene kleurstof is azijnzuur, dit kunt u soms wat ruiken. De andere kleurstof is lugol, een geurloze jodiumhoudende kleurstof. Geef het aan uw gynaecoloog door als u allergisch bent voor jodium. Sommige vrouwen voelen de vloeistoffen wat prikken, de meesten voelen er niets van. Colposcopie: met een microscoop beoordeelt de arts de baarmoedermond Vervolg Na de colposcopie bespreekt de gynaecoloog meteen met u of het nodig is om meteen te behandelen, biopten te nemen of om af te wachten. Is er geen verdere behandeling nodig? Dan kunt u na de colposcopie naar huis. © Spaarne Gasthuis | eindredactie: Patiëntenvoorlichting | Foldernummer dsg-1015 | 01-10-2016 Colposcopie | pagina 3 Biopt Zijn er afwijkingen te zien? Dan neemt de gynaecoloog met een kleine tang een of meerdere stukjes weefsel (biopten) uit het afwijkende gebied. Het biopt wordt genomen met een kleine tang. Het weefsel wordt voor verder onderzoek opgestuurd naar de patholoog. De patholoog is een arts die gespecialiseerd is in het onderzoeken van (afwijkende) cellen en weefsel. Als er biopten worden afgenomen voelt u hier over het algemeen weinig van. Meestal wordt u gevraagd even te hoesten tijdens het afnemen van het biopt. Biopsie: de arts neemt een klein stukje weefsel van de baarmoedermond Pijnstilling Het kolposcopisch onderzoek is niet pijnlijk. Ook zult u van het nemen van biopten weinig pijn ervaren. Het nemen van pijnstillers vóór het onderzoek is niet nodig. Uitslag van het biopt Het verwijderde weefsel wordt opgestuurd naar de patholoog. Die onderzoekt het weefsel onder de microscoop en na ongeveer 10-14 dagen krijgt u telefonisch de uitslag. Meestal zal de patholoog bevestigen dat het een voorstadium is. En dat het geen kanker is. Behandeling (LETZ) Soms zijn er met de colposcoop afwijkingen te zien die zeer waarschijnlijk niet vanzelf verdwijnen. Deze afwijkingen kunnen erger worden. Behandeling is dan nodig. Soms kan de behandeling meteen na de colposcopie gedaan worden. Soms moet hiervoor een andere afspraak gemaakt worden. De behandeling wordt LETZ (Loop Excision of the Transformation Zone) of lisexcisie genoemd. Deze behandeling duurt ongeveer tien minuten. Hoe gaat de behandeling U krijgt een paar prikken om de baarmoedermond plaatselijk te verdoven. U krijgt ook een plastic plakker op uw been (als aardeplaat) om de stroom te geleiden. Met een elektrisch verhit lusje wordt de afwijking verwijderd. Door de verdoving is de behandeling meestal pijnloos. Kleine bloedinkjes in het wondgebied worden dichtgebrand. Na de behandeling kunt u op de polikliniek nog een kopje thee of koffie drinken om er zeker van te zijn dat u de behandeling goed heeft verdragen. Als het goed met u gaat kunt u naar huis. © Spaarne Gasthuis | eindredactie: Patiëntenvoorlichting | Foldernummer dsg-1015 | 01-10-2016 Colposcopie | pagina 4 LETZ of Lisexcisie: de arts brandt een kegelvormig stukje uit de baarmoedermond De LETZ behandeling heeft geen invloed op de vruchtbaarheid in de toekomst, wel verhoogd het iets de kans op een vroeggeboorte. De lisexcisie of LETZ gebeurt meestal met lokale verdoving (een prik). Soms is het medische noodzakelijk dat de ingreep onder narcose of met een ruggenprik gedaan wordt. Dit bespreekt de gynaecoloog met u. Na-controle en vervolg In 95% van de gevallen is er na de LETZ / lisexcisie geen verdere behandeling meer nodig. Wel wordt er 6 en 24 maanden na de behandeling nogmaals een uitstrijkje gemaakt op de polikliniek Verloskunde en Gynaecologie. Om er zeker van te zijn dat het voorstadium goed is behandeld. Hierbij wordt een dubbele-test uitgevoerd. Dit betekent dat er cellen worden bekeken én ook wordt onderzocht of er hoog-risico HPV soorten aanwezig zijn. Zijn deze testen goed? Dan is er géén behandeling meer nodig. U kunt dan voor uw volgende uitstrijkje de oproep van het bevolkingsonderzoek afwachten. Bij 5 van de 100 behandelde vrouwen kan er in de toekomst een tweede behandeling nodig zijn. De uitslag van de uitstrijkjes zal altijd aan u worden doorgegeven. Ook als er sprake is van een normale uitslag (Pap1 zonder hoog-risico HPV). Herstel Na een biopt of LETZ / lisexcisie heeft de baarmoedermond ongeveer drie weken nodig om te genezen. Gedurende deze periode hebben de meeste vrouwen wat bloederige afscheiding. Dat is normaal. Meestal neemt 5 tot 7 dagen na de behandeling het bloedverlies wat toe. Dit is een normaal genezingsproces. Het advies is om de eerste drie weken na de ingreep niet te sporten, dit is beter voor het genezingsproces. Ook raden wij seksueel contact, tampongebruik, zwemmen en baden af in de eerste 3 weken. Douchen is geen probleem. Complicaties Soms heeft een patiënte na de behandeling last van bloedingen (meer dan een normale menstruatie), koorts, of buikpijn die niet overgaat na het gebruik van pijnstillers. Dan raden wij u aan om telefonisch contact op te nemen met de: polikliniek Verloskunde en Gynaecologie (023) 224 0060 Buiten kantooruren en in het weekend belt u met het: algemene nummer van het Spaarne Gasthuis (023) 224 0000 en vraagt u naar de dienstdoende arts assistent gynaecologie © Spaarne Gasthuis | eindredactie: Patiëntenvoorlichting | Foldernummer dsg-1015 | 01-10-2016 Colposcopie | pagina 5 Vragen Het is belangrijk dat u juiste en duidelijke informatie krijgt. Heeft u na het lezen van deze folder of het gesprek met uw arts nog vragen? Stel deze dan gerust. Schrijf uw vragen van tevoren op, zodat u niets vergeet. polikliniek Verloskunde en Gynaecologie (023) 224 0060 E-mailadres polikliniek Verloskunde en Gynaecologie: [email protected] Meer informatie www.nvog.nl: Nederlandse vereniging voor obstetrie en gynaecologie Waar zijn we te vinden? Spaarne Gasthuis Haarlem Zuid Boerhaavelaan 22 2035 RC Haarlem Spaarne Gasthuis Hoofddorp Spaarnepoort 1 2134 TM Hoofddorp Spaarne Gasthuis Haarlem Noord Vondelweg 999 2026 BW Haarlem (023) 224 0000 www.spaarnegasthuis.nl [email protected] © Spaarne Gasthuis | eindredactie: Patiëntenvoorlichting | Foldernummer dsg-1015 | 01-10-2016 Colposcopie | pagina 6 Spaarne Gasthuis Heemstede Händellaan 2A 2102 CW Heemstede