VEILIG WERKEN MET VERF Eigenschappen en risico’s van verfsoorten Oplosmiddelgedragen alkydverven voor houtwerk traditioneel, high solids, doorwerkverven Arbouw voor gezond en veilig werken Inhoud 1. Inleiding 3 2. Toepassing van oplosmiddelgedragen alkydverven 4 3. Technische eigenschappen 5 4. Voornaamste bestanddelen 6 5. Wanneer kom je met alkydverf in contact? 8 6. Risico’s voor de gezondheid 9 7. Regels en wetten 11 8. Maatregelen om risico’s te beperken 12 9. Meer informatie? 15 1. Inleiding Sinds 1 januari 2000 mogen schilders binnenshuis alleen nog producten op waterbasis gebruiken. Hiermee is het schilderwerk een stuk minder schadelijk geworden. Voor buitenwerk worden de ‘oude’ oplosmiddelrijke verven nog het meest gebruikt. Een veilige manier van werken is bij élke verf belangrijk. Daarom hebben werkgevers en werknemers in de schildersbranche samen met de verfproducenten vijf brochures gemaakt over de eigenschappen van de meest gebruikte verfsoorten met de daarbij behorende risico’s en de te nemen maatregelen: 1. watergedragen muurverven; 2. watergedragen verven voor houtwerk: dispersies (acrylaat, polyurethaan, PUR-acrylaat); 3. watergedragen verven voor houtwerk: emulsies (alkyd-emulsies); 4. oplosmiddelgedragen alkydverven voor houtwerk (traditioneel, high solids, doorwerkverf ); 5. tweecomponentenverven (epoxy’s & polyurethaan (PUR)). Dit deel gaat over oplosmiddelgedragen verven voor houtwerk, metaal en kunststof op basis van alkydharsen, ofwel: alkydverven. Een kenmerk van deze verven is dat het bindmiddel is opgelost in een organisch oplosmiddel. 3 2. Toepassing van oplosmiddelgedragen alkydverven Als gevolg van de Vervangingsplicht zijn watergedragen verven voor binnentoepassingen verplicht. Nog niet veel schildersbedrijven gebruiken watergedragen verven voor buitenwerk. Oplosmiddelgedragen verven, vooral alkydverven, voeren de boventoon. Soorten oplosmiddelgedragen alkydverf Oplosmiddelgedragen muurverven Er zijn drie hoofdtypen van oplosmiddelgedragen alkydverven te onderscheiden: • ‘traditionele’ oplosmiddelrijke alkydverf: met 40-50% oplosmiddel; • ‘high solids’ alkydverf: met meer vaste stof en minder oplosmiddel (25-35%); • ‘doorwerkverf’: speciaal aangepast aan de koude winterperiode: - meer oplosmiddel om de verf bij lage temperatuur verwerkbaar te houden; - sneller verdampende oplosmiddelen om de drogingsnelheid op peil te houden; - meer siccatief (droger), eveneens om de drogingsnelheid op peil te houden. Oplosmiddelgedragen muurverven worden in Nederland vrijwel uitsluitend buiten gebruikt. En dan vooral op slechte, poederende ondergronden. Anders dan de ‘gewone’ oplosmiddelhoudende bouwverven bevatten ze géén alkydhars als bindmiddel. Het bindmiddel is een acrylaatkunststof. Het is vergelijkbaar met het bindmiddel in latex muurverven. Het verschil is dat het in dit geval is opgelost in een organisch oplosmiddel. De verven worden vaak aangeduid met de merknaam van het bindmiddel: ‘Pliolite’. Naast de drie hoofdtypen zijn er nog enkele varianten van alkydverven. Hierin is met name het bindmiddel aangepast om bepaalde eigenschappen van de verf te verbeteren: • gesiliconiseerde alkyd: met ingebouwde siliconen-verbindingen;. • PUR-alkyd, ofwel ‘urethaan-gemodiļ¬ceerde’ alkydverven (urethaan-verbindingen ingebouwd). 4 3. Technische eigenschappen Het bindmiddel alkyd wordt al tientallen jaren het meest toegepast in bouwverven voor hout, metaal of kunststof. Voordelen van alkydverven ten opzichte van Gesiliconiseerde alkydverven hebben een beter watergedragen dispersies of oplosmiddelhoudende acrylaatverven zijn: • een hoge glans is mogelijk; • een betere vloeiing; • een langere ‘open tijd’, dus beter te corrigeren zonder kwastaanzetten of strepen; • een goede hechting aan en deels indringing in hout; • meer waterdampdicht en daardoor minder variatie in het vochtgehalte van het hout; • na uitharding goed bestand tegen ‘blokken’1; de verffilm verweekt niet bij een hoge temperatuur; • goed schuurbaar en afföhnbaar. glansbehoud en zijn beter bestand tegen UVstralen. De buitenduurzaamheid is daardoor verbeterd. Verder hebben ze minder kans op schroei door een snellere uitharding. Urethaan-gemodicifeerde alkydverven zijn harder dan gewone alkydverven. Net als gesiliconeerde alkyds geven ze minder kans op schroei door een betere droging en een betere buitenduurzaamheid. Nadelen van alkydverven zijn: • de uitharding gaat continu door, zodat de verf laag na verloop van tijd bros wordt; • alkydverven verliezen een deel van hun glans als ze verouderen; • witte alkydverven kunnen vergelen; • op beton zijn alkydverven niet bruikbaar, omdat ze hierop ‘verzepen’; • bij een grote laagdikte kans op ‘schroeien’: het rimpelen van de oppervlaktelaag, doordat deze sneller droogt dan de laag daaronder; • er zijn vooralsnog drogers (siccatieven) nodig die het schadelijke Cobalt bevatten. 1 Blokken: het ‘aan elkaar kleven’ van twee verflagen, bijvoorbeeld bij een kozijn 5 4. Voornaamste bestanddelen Net als andere verfsoorten bestaan oplosmiddelgedragen alkydverven uit de volgende bestanddelen: • bindmiddel; • pigmenten (kleurstoffen); • oplosmiddelen (inclusief verdunningsmiddelen); • vulstoffen; • hulpstoffen (additieven). Oplosmiddelen Het oplosmiddel is een vloeistof die een andere stof kan oplossen of een mengsel kan verdunnen. Oplosmiddelgedragen alkydverven bevatten als oplosmiddel meestal terpentine. Dit is eigenlijk een mengsel van 100 - 200 verschillende stoffen. Terpentine is een snelverdampend oplosmiddel. Er zijn tegenwoordig ook alkydverven op de markt met een ander soort oplosmiddel: Bindmiddel Het bindmiddel vormt na het drogen de eigenlijke verffilm. Het ‘bindt’ de overige bestanddelen aan elkaar, zoals pigmenten en vulstoffen. Het bindmiddel in alkydverf is een alkydhars. Dit wordt deels gemaakt uit natuurlijke grondstoffen (plantaardige olie) en deels uit aardolie. Het bindmiddel is in dit geval opgelost in een organisch oplosmiddel, meestal terpentine. Tijdens het drogen verdampt het oplosmiddel. Het bindmiddel vormt dan een gesloten laag (‘film’). Vervolgens bindt het alkydhars zuurstof uit de lucht, waardoor het uithardt. Reukloze of geurarme terpentine Terpentine waaruit de sterk ruikende oplosmiddelen (zogenaamde ‘aromaten’, zoals tolueen) grotendeels zijn verwijderd. Iets minder schadelijk dan normale terpentine. Snelverdampende oplosmiddelen Isoparaffinen Soort reukloze terpentine, maar met een nog nauwere selectie van oplosmiddelen. Snelverdampende oplosmiddelen Het oplosmiddel in alkydverf heeft de volgende functies: • oplossen van het bindmiddel; • verdunnen van de verf, zodat deze verwerkbaar wordt; • zorgen voor een snelle droging; • zorgen voor de onderlinge menging van de verf bestanddelen; • verbeteren van de indringing in de ondergrond. Pigmenten Het pigment is een poedervormige stof. Pigmenten geven dekkingskracht en kleur aan de verf. Het witte pigment titaandioxide is veruit het meest toegepaste pigment. Het is goedkoop, dekt erg goed, is helder wit, is erg duurzaam en is bovendien onschadelijk. Gekleurde verven kunnen daarnaast allerlei andere pigmenten bevatten. Vooral ijzerpigmenten worden veel gebruikt. 6 men in kleine hoeveelheden aan verven toe om bepaalde technische eigenschappen van de verf te verbeteren. Ze kunnen de functionele eisen van een verf verbeteren. In oplosmiddelgedragen alkydverven vind je vooral de volgende hulpstoffen vaak: • drogers (siccatieven): deze versnellen de uitharding; Vulstoffen De vulstoffen zijn net als de pigmenten poedervormige stoffen. Ze zijn meestal veel goedkoper dan pigmenten. In sommige verven is een deel van het pigment dan ook vervangen door vulstoffen. Ze worden vooral in grondverven voor houtwerk gebruikt en hebben daarin de volgende functies: • kostenverlaging van de verf; • dekkingskracht geven; • ‘kleur’ geven (alleen wit); • ‘vulling’ leveren, dat wil zeggen oneffenheden in de ondergrond opvullen. Krijt (calciumcarbonaat) en kleiachtige stoffen (silicaten) zijn de meest gebruikte vulstoffen. • anti-velmiddel: deze gaan in het blik de vorming van een vel aan het oppervlak tegen; • anti-uitzakmiddelen: deze gaan het uitzakken van het pigment tegen (in de pot); • bevochtiger: deze verbetert de vloei. Hieronder een voorbeeld van de samenstelling van een traditionele alkydverf (af lak) en een high solids alkydverf voor houtwerk. Enkele voorbeelden van veelgebruikte stoffen worden ook genoemd. Hulpstoffen Hulpstoffen duidt men ook vaak aan met de term additieven, ofwel: ‘toegevoegde stoffen’. Hiermee onderscheidt men ze van de ‘hoofdbestanddelen’ van de verf: het bindmiddel, het pigment, de vulstof en het oplosmiddel. Hulpstoffen voegt Bestanddeel Meestal bevatten high solids alkydverven wat meer anti-velmiddel en droger dan traditionele alkydverven. Dit geldt ook voor doorwerkverven. Gehalte (%) Voorbeelden Traditioneel High Solids ± 35 ± 45 25 25 Oplosmiddel 40 - 50 25 - 30 Hulpstoffen ±2 ±2 Bindmiddel Pigment 7 alkydhars titaandioxide terpentine droger 1% (cobalt, calcium, zirkonium-zouten) anti-velmiddel 0,2 - 0,5% (butanonoxim) anti-uitzakmiddel 0,5% (kleimineraal) bevochtiger 0,5% (zeepachtige stoffen) 5. Wanneer kom je met alkydverf in contact? Het ‘in contact komen’ van chemische stoffen met het lichaam wordt vaak aangeduid met de term ‘blootstelling’. Het kan gaan om een contact dat alleen tot de buitenkant van de huid beperkt blijft. Blootstelling kan er ook toe leiden dat een stof in het lichaam wordt opgenomen, dit kan: • door inademing; • door de huid heen; • door inslikken. Let ook op: • Bij verspuiten: - welke spuitapparatuur je gebruikt (pneumatisch en airless geeft veel nevel); - of je de juiste afstand aanhoudt; - of de verf niet te dun of juist te dik is; - of een ademhalingsmasker aanbevolen is (meestal wel!). • Vermijd huidcontact zo veel mogelijk: - werk zorgvuldig (rustig oproeren, niet morsen, rustig rollen en dergelijke); - denk eraan dat rollers meer spatjes geven dan de kwast; - bij verspuiten komt altijd verfnevel op de huid: draag werkkleding en handschoenen; - bij schuren komt altijd verfstof op de huid: draag werkkleding en handschoenen. Contact met alkydverf Als schilder kun je op verschillende momenten in contact komen met verven: • tijdens het oproeren van de verf: morsen, spatten op de huid; • tijdens het aanbrengen met kwast of roller: spatjes, morsen op de huid; • tijdens het verspuiten: spuitnevel in de lucht én op de huid; • tijdens het schuren van verf lagen: verfstof in de lucht én op de huid. Op al deze momenten adem je bovendien de oplosmiddelen in. De oplosmiddelen in alkydverf verdampen makkelijk. Bij binnenwerk en ook bij buitenwerk aan grote oppervlakken adem je al snel veel oplosmiddeldamp in. Als je met vuile handen eet of rookt, kun je ook verf bestanddelen inslikken. 8 6. Risico’s voor de gezondheid Traditionele alkydverven bevatten een hoog gehalte aan oplosmiddelen. High solids alkydverven bevatten minder oplosmiddel, maar nog altijd zo veel dat ze niet binnenshuis gebruikt mogen worden. Naast het oplosmiddel bevatten alkydverven onder andere schadelijke anti-velmiddelen en drogers. Bij het schuren van oude verflagen kan altijd irritatie van luchtwegen, ogen en huid optreden. kunnen veroorzaken dan watergedragen dispersieverven. Stoffen in alkydverven die allergieën kunnen veroorzaken, zijn de drogers (siccatief ) en anti-velmiddel. Ook kunnen - in een heel laag gehalte - restanten aanwezig zijn van de bouwstenen waaruit het bindmiddel is opgebouwd (‘monomeren’). Het risico dat een schilder een allergie oploopt door alkydverven is niet heel groot. Bij schilders die al allergisch zijn voor één van deze bestanddelen kunnen wel huidklachten optreden. Risico’s bij huidcontact Alkydverven bevatten verschillende bestanddelen die de huid kunnen irriteren. Irriterende stoffen brengen kleine beschadigingen op de huid aan. Wanneer de huid langdurig of herhaaldelijk in contact komt met irriterende stoffen krijgt deze geen gelegenheid om te herstellen. Op den duur kan dan eczeem ontstaan (zie Eczeem). Irriterende stoffen in oplosmiddelgedragen alkydverven zijn vooral de oplosmiddelen en de drogers (siccatief ). Het oplosmiddel ontvet de huid, waardoor deze uitdroogt (‘wit uitslaat’). De huid beschermt dan minder goed tegen allerlei invloeden van buiten. Een uitgedroogde huid is een eerste stap naar eczeem. Het contact tussen de verf en de huid moet daarom zo veel mogelijk worden beperkt. Eczeem en allergisch eczeem Eczeem is een ontsteking van de huid die meestal gepaard gaat met een droge huid, jeuk, roodheid, en bultjes, blaasjes en/of kloofjes. Eczeem is niet besmettelijk, maar kan zich wel uitbreiden over de huid. Eczeem ontstaat vaak door irritatie van de huid: een opeenstapeling van kleine beschadigingen van de huid kan leiden tot eczeem als de huid niet voldoende tijd krijgt om zich te herstellen. Allergie Alkydverven bevatten ook stoffen die een huidallergie kunnen veroorzaken (zie Eczeem). Ook dit leidt tot eczeem. Als de schilder met dezelfde verf blijft werken, zal het eczeem niet overgaan. Oplosmiddelgedragen alkydverven bevatten een hoger gehalte aan bestanddelen die een allergie Bekende oorzaken van ‘irritatie-eczeem’ zijn ‘nat werk’, schoonmaakmiddelen en oplosmiddelen. Als een schilder zijn handen vaak met terpentine reinigt, is de kans op eczeem groot. 9 Allergisch eczeem ontstaat als het afweersysteem frisse lucht komt, verdwijnen de verschijnselen meestal. Als je dag in dag uit en jarenlang te veel oplosmiddeldamp inademt, kunnen je hersenen worden aangetast. Hierdoor ben je sneller vermoeid, je krijgt moeite met concentreren, bent sneller geïrriteerd en je geheugen wordt slechter. Deze aandoening is bekend onder de naam OPS: Organisch Psycho Syndroom. tegen ziekten op hol slaat en te sterk reageert op één bepaalde chemische stof. In dat geval is de schilder allergisch voor die stof. Irritatie-eczeem verdwijnt als de huid tijd krijgt om te herstellen. Een allergie is blijvend: elke keer als de schilder in contact komt met de stof waarvoor hij allergisch is, ontstaat het eczeem direct opnieuw. Bij OPS is in het begin nog enig herstel mogelijk; Risico’s bij inademing in de latere stadia niet meer! Oplosmiddelgedragen alkydverven bevatten naar verhouding een hoog gehalte aan snel verdampende oplosmiddelen. Inademing van deze bestanddelen kan leiden tot gezondheidsklachten. Dit geldt óók voor ‘high solids’ verven! De oplosmiddelen in alkydverven (terpentine) zijn meestal stoffen die snel verdampen. Wanneer de werkruimte slecht wordt geventileerd, kan het gehalte in de lucht snel oplopen. Daarom mogen oplosmiddelgedragen verven alleen nog voor buitenwerk worden gebruikt. In sommige gevallen kun je ook buiten veel oplosmiddeldamp inademen. Dit kan het geval zijn als: • je grote oppervlakken schildert, bijvoorbeeld houten façades; • het zonnig, windstil en warm weer is; • je achter afscherming werkt die geheel ‘dicht’ is, zonder ventilatieopeningen. Het inademen van oplosmiddelen kan leiden tot geïrriteerde luchtwegen. Er zijn echter ook ernstiger gevolgen mogelijk: Bijna alle oplosmiddelen kunnen OPS veroorzaken. Hoe meer oplosmiddel in de verf, hoe hoger het risico. Bij snel verdampende oplosmiddelen (terpentine) is het risico hoger dan bij langzaam verdampende oplosmiddelen. Schadelijkheid voor de voortplanting Er komen steeds meer aanwijzingen dat oplosmiddelen schadelijk kunnen zijn voor de voortplanting. Van enkele oplosmiddelen zoals tolueen en xyleen is dit bewezen, andere staan nog onder verdenking. Deze oplosmiddelen kunnen het zaad beschadigen, zodat mannen minder vruchtbaar zijn. Ook kunnen ze het ongeboren kind beschadigen. Dit is een extra reden om de inademing van oplosmiddelen te beperken. Let op! Bij het verspuiten van verf komen alle bestanddelen van de verf als nevel in de lucht. Dit geldt dus ook voor de traag verdampende stoffen die allergieën kunnen geven, zoals het anti-velmiddel of de drogers. Tijdens het spuiten komt meestal zo veel nevel in de lucht terecht dat ademhalingsbescherming noodzakelijk is. Ook kan de huid geheel met verf worden bedekt, zodat ook deze goed moet worden beschermd. Zie verder onder ‘8. Maatregelen om risico’s te beperken’. OPS Na inademing van een grote hoeveelheid oplosmiddeldamp kun je je tijdens of vlak na het werk misselijk of duizelig voelen, hoofdpijn of een ‘dronken gevoel’ hebben. Als je weer in de 10 7. Regels en wetten Uiteraard geldt voor het werken met verven de algemene arbo-regelgeving. Zo moet elk bedrijf onderzoeken (of laten onderzoeken) in welke mate de schilders blootstaan aan risico’s, waaronder chemische stoffen. Dit kan gebeuren door schattingen, berekeningen of metingen. Het resultaat moet de werkgever melden in de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E). De producten moeten natuurlijk ook voldoen aan de algemene richtlijnen van etikettering met R- en S-zinnen en gevaarssymbolen. Daarnaast gelden voor verven ook nog specifieke regels: de Vervangingsplicht voor Binnenschilderwerk en de Europese Verfrichtlijn. Vervangingsplicht Binnenschilderwerk Europese Verfrichtlijn Houtverven en ook verven voor metaal en kunststof voor binnengebruik mogen maximaal 100 gram oplosmiddel (Vluchtige Organische Stof ) per liter verf bevatten (exclusief water). Er is één uitzondering op de Vervangingsplicht: • het repareren van staalconstructies die voorheen met een oplosmiddelhoudende verf zijn geschilderd. Een schildersbedrijf moet wel bij de arbeidsinspectie aanvragen of het volgens deze uitzondering mag werken. Ook de Europese Verfrichtlijn van april 2004 geeft grenswaarden voor het gehalte oplosmiddel in verven; in dit geval niet alleen voor binnenverven, maar ook voor buitenverven. Voor binnenverven gaat de Verfrichtlijn minder ver dan de Nederlandse Vervangingsplicht. Er blijven zowel voor binnen als buiten twee typen houtverven toegestaan: watergedragen en oplosmiddelgedragen. De belangrijkste grenswaarden voor houtverven in de Europese Verfrichtlijn in 2007 en 2010 Verftype Max. oplosmiddelgehalte 2007 (gr./liter) Max. oplosmiddelgehalte 2010 (gr./liter) Houtverf binnen én buiten - watergedragen 150 130 Houtverf binnen én buiten - oplosmiddel 400 300 Grondverf binnen en buiten - watergedragen 50 30 Grondverf binnen en buiten - oplosmiddel 450 350 11 8. Maatregelen om risico’s te beperken Hoewel oplosmiddelgedragen alkydverf alleen nog buiten gebruikt mag worden, is het nooit goed om te veel in contact te komen met de verf. Het kiezen van de minst schadelijke producten heeft de voorkeur. Maar veilige werkmethoden zijn ook erg belangrijk. Bescherming door middel van bijvoorbeeld maskers en handschoenen is niet ideaal, maar helaas soms nog wel nodig. gezondheidsrisico’s en de maatregelen die je moet nemen om veilig met het product te werken. Veiligere producten Als het schildersbedrijf een minder schadelijk verf bestek opstelt en de eigenaar van het pand stemt daarmee in, kunnen zij er beiden aan bijdragen dat de schilder minder schadelijke producten gebruikt. Veiligere verpakking Sommige leveranciers besteden extra aandacht aan de veiligheid van de verfverpakking. Het gaat dan vooral om verpakkingen waarmee de verf makkelijker over te schenken is, zonder te morsen. Om de kans op hinder of gezondheidsklachten zo klein mogelijk te houden, hebben alkydverven met de volgende eigenschappen de voorkeur (na te vragen bij de leverancier): • verf met niet méér anti-velmiddel en droger (siccatief ) dan strikt noodzakelijk; • verf met een zo laag mogelijk gehalte aan organische oplosmiddelen (high solids). Veiligere werkwijzen Vooral de kans dat verf op je huid komt, kun je verkleinen door de juiste spullen te gebruiken en doordacht te werk te gaan. Ga bij het oproeren van verf rustig te werk. Roer grotere hoeveelheden met een mixer op een lange boortol en bij een lage snelheid. Als je weet dat je allergisch bent voor een bepaalde stof kun je bij de leverancier (laten) navragen of hij een verf heeft zonder die stof. Kwasten of rollen heeft de voorkeur boven verspuiten, tenminste wat betreft de kans op verontreiniging van de huid en luchtwegen. Verspuiten zal bij houtverven overigens niet vaak voorkomen. Lees in ieder geval altijd het etiket van de verf. Heb je vragen over een product, kijk in het Veiligheidsinformatieblad dat de leverancier moet meeleveren, vraag het je werkgever of kijk in PISA (Productgroep Informatie Systeem Arbouw). Dit systeem bevat kaarten voor allerlei typen verven en lakken. Op deze kaart staat informatie over de samenstelling van het product, de Vooral te snel rollen geeft veel spatjes; ga dus ook hierbij rustig te werk. Kies voor elk product de juiste - door de leverancier aanbevolen - roller. 12 Wanneer je oude lagen verf moet schuren, dan kan nat schuren de vorming van stof sterk verminderen. Als bij het schuren geen schuurmachine met afzuiging op het apparaat beschikbaar is, moet je een stofmasker gebruiken. Gebruik altijd een masker met CE-keurmerk, van type P2. Voeg nooit zelf bestanddelen toe aan de verf, zoals extra drogers (siccatief ). De pure bestanddelen zijn vaak irriterend voor de huid. Drogers kunnen ook een allergie veroorzaken. Bovendien vermindert het zelf toevoegen van bestanddelen meestal de kwaliteit van de verf. Bij het spuiten van verven is bijna altijd ademhalingsbescherming nodig. Gebruik in dat geval op zijn minst een halfgelaatsmasker met gecombineerd damp-/stoffilter A/P2. Wanneer veel nevel op het gezicht terechtkomt, draag dan een ‘volgelaatsmasker’. Ventilatie Goed ventileren kan de kans op geurhinder, irritatie van ogen en luchtwegen of ernstiger gezondheidsklachten voorkomen. Oplosmiddelgedragen alkydverven mogen alleen buiten worden verwerkt. Ook daar is in sommige gevallen aandacht voor een goede ventilatie nodig: • schilder liever geen grote oppervlakken (houten gevels / façades) bij warm, windstil weer; • als je achter afscherming werkt: zorg voor ventilatieopeningen, bijvoorbeeld aan de zijkant. Huidbescherming en -verzorging Als je voorzichtig en rustig werkt, zijn handschoenen bij het normale schilderwerk niet nodig. Als je duidelijk ziet dat je huid verontreinigd raakt, is het gebruik van handschoenen wél aan te raden en bij spuitwerk altijd. De volgende aanbevelingen gelden: • draag handschoenen van nitrilrubber of eventueel PVC, vraag zo nodig advies aan de leverancier; • draag katoenen binnenhandschoenen om transpiratievocht op te vangen; • draag geen leren werkhandschoenen, katoenen handschoenen of zogenaamde ‘schildershandschoenen’ (katoen met kunststof binnenkant); • draag handschoenen eenmalig, dat wil zeggen één dag; zorg ervoor dat ze schoon zijn; • trek handschoenen alléén aan over schone en droge handen. Bij het schuren van oude verf lagen moet je gebruikmaken van afzuiging op de schuurmachine. Ademhalingsbescherming Normaal gesproken is het gebruik van ademhalingsmaskers bij buitenwerk met oplosmiddelgedragen alkydverven niet nodig. Het kan wel nodig zijn bij: • schilderen van grote oppervlakken (houten gevels / façades) bij warm, windstil weer; • schilderen achter afscherming zonder ventilatieopeningen. Gebruik dan een halfgelaatsmasker met koolstoffilter type A2. Draag zo veel mogelijk een lange broek en lange mouwen tijdens schilderwerk. 13 Smeer je handen in met een beschermende handcrème voor en na het werk. Dit houdt je huid in goede conditie en kan huidklachten voorkomen. Bovendien zorgt een handcrème ervoor dat je huid na het werk makkelijker te reinigen is. Was je handen voor het eten en voor toiletbezoek. Verwijder verfspatten meteen met een schone doek. Gebruik geen oplosmiddelen (peut, thinner en dergelijke) om je handen te reinigen. Dit is vragen om problemen. Draag een beschermende (veiligheids)bril als je boven je hoofd moet werken met rollers of als je verf moet verspuiten (in het laatste geval is een volgelaatsmasker nog beter). Ingrijpen bij klachten Werk niet door bij huidirritatie, jeuk, erg droge en gebarsten handen, kloofjes, blaasjes en dergelijke, maar ga naar de bedrijfsarts. Als je liever naar de huisarts gaat, vertel dan over je werk. Als je denkt allergisch te zijn geworden voor een bepaald product (meestal komt dit door één bepaalde stof in het product), dan kun je dit laten testen bij een dermatoloog. Deze heeft dan wel informatie nodig over de samenstelling van het product. Hij kan dit bij de leverancier navragen. 14 9. Meer informatie? Heb je vragen over specifieke producten , bijvoorbeeld over Veiligheidsbladen of verftechnische vragen? Bel dan met de servicecentra van de producenten of met de leverancier. Daarnaast kun je bij Arbouw de volgende publicaties over verven of schilderwerk bestellen of gratis downloaden (www.arbouw.nl): • Veilig werken met verf. Eigenschappen en risico’s van verf bestanddelen (uitgebreide informatie over verf bestanddelen) (alleen downloaden) • Weet waar je mee verft. Eigenschappen en risico’s van verf bestanddelen (samenvatting van brochure ‘Veilig werken met verf’) (downloaden en bestellen) • Arbouw advies: Schilderwerkzaamheden (downloaden en bestellen) • Schilder, een echte vakman doet het goed (beroepenfolder) (downloaden en bestellen) • PISA (Productgroep Informatie Systeem Arbouw) (bestellen) • Gezond onder handbereik (informatie voor werknemers over voorkomen van huidaandoeningen) (alleen downloaden) • Schilderwerk in gezonde handen (informatie voor werkgevers over voorkomen van huidaandoeningen) (alleen downloaden). Heb je vragen over gezond en veilig werken ? Kijk dan op de Arbouw website www.arbouw.nl of bel met de Arbouw Infolijn (020) 580 55 99. De Arbouw Infolijn is op werkdagen bereikbaar van 09.00 - 17.00 uur. Publicaties Deze brochure is er een uit een reeks van vijf brochures over verschillende soorten verf. Deze zijn niet in papieren vorm beschikbaar, maar kun je gratis downloaden van www.arbouw.nl. De overige brochures over verfsoorten zijn: • Watergedragen muurverven • Watergedragen verven voor houtwerk: emulsies (alkyd-emulsies) • Watergedragen verven voor houtwerk: dispersies (acrylaat, polyurethaan (PUR), PUR-acrylaat) • Tweecomponentenverven (epoxy’s & polyurethaan (PUR)). Arbouw Postbus 8114 1005 AC Amsterdam telefoon (020) 580 55 80 telefax (020) 580 55 55 e-mail [email protected] Deze brochure is tot stand gekomen in samenwerking met: Hout- en Bouwbond CNV, FNV Bouw, Fosag en V V VF internet www.arbouw.nl Arbouw voor gezond en veilig werken 15