Adviesnota: Naar een betere psychosociale hulp voor getroffenen van rampen en terreur Enkele vaststellingen: - - - De huidige wetgeving splitst de bevoegdheden inzake zorg voor getroffenen van rampen op in een acute opvang (Federaal, FOD Volksgezondheid) en de nazorg (Gemeenschappen). De overdracht van het Psychosociaal Interventieplan (PSIP) voor de eerste opvang, naar de nafase verloopt vaak moeilijk. Er zijn zeer veel diensten betrokken bij de nazorg, maar deze kennen elkaars werking onvoldoende waardoor zij naast elkaar werken. Bovendien bestaat er geen duidelijk mandaat om het geheel te coördineren. Er bestaat onduidelijkheid over de bevoegdheden inzake collectieve nazorg, bv de organisatie van herdenkingsmomenten, informatievergaderingen,…. Getroffenen van de aanslagen verenigden zich in organisaties en zoeken gehoor in de media of bij beleidsverantwoordelijken. Op basis van deze (vaak individuele vragen) nemen verschillende overheidsdiensten initiatieven om één of ander aspect van de psychosociale hulp aan getroffenen van de aanslagen te verbeteren of aan te pakken. Situering van deze adviesnota Een werkgroep van verschillende diensten die een sleutelrol spelen bij de opvang van getroffenen1 werkte sinds kort na de aanslagen aan een goed gedocumenteerde discussietekst over het verbeteren van de zorg aan getroffenen van rampen en terreur, zowel op korte als op lange termijn. Daarbij werd rekening gehouden met bekend onderzoek, (internationale) praktijkvoorbeelden en expertise vanuit de verschillende organisaties. De discussietekst werd op 24/1/2017 tijdens een seminarie gepresenteerd en uitgebreid besproken met een twintigtal verschillende diensten die in België betrokken zijn bij de psychosociale opvang van getroffenen. Deze adviesnota integreert het voorbereidend werk (discussietekst) en de verwerking van de input uit het seminarie. Voor meer informatie over de resultaten en inhoud van dit seminarie: https://www.kennisplein.be/Pages/Naar-een-betere-psychosociale-zorg-voor-getroffenen-vanrampen-en-terreur.aspx 1 Steunpunt VZW, Victim Support Europe, FOD Volksgezondheid en een onafhankelijk expert Wat is er nodig voor een betere zorg voor getroffenen van rampen en terreur? Uit de discussies op het seminarie kwamen zes punten waar iedereen het over eens was. Een ruime definitie van “getroffene” bij een incident en een aangepast hulpaanbod Vooral bij een open ramp is het onmogelijk om alle getroffenen op het moment zelf te registreren aangezien vele mensen onmiddellijk het rampterrein verlaten en zelf een veilig onderkomen zoeken. Mensen waarvan we geen contactgegevens hebben worden niet proactief gecontacteerd en kunnen zich daardoor minder “erkend” voelen. Een goed hulpaanbod bouwt op een goede registratie van getroffenen en dit op verschillende niveaus (bv via tools voor zelfregistratie). Daarnaast is de definitie van “getroffene” veel ruimer dan enkel de direct betrokkenen (gewond, niet gewond, verwant, nabestaande, hulpverlener,…). Vanuit psychosociaal oogpunt is het noodzakelijk om te erkennen dat een veel grotere groep van deze mensen zich getroffen voelt en kan geraakt zijn door wat ze hebben ervaren, gezien, beleefden… (bv de algemene bevolking, niet gewonde getuigen, occasionele hulpverleners,…). Dit betekent dat initiatieven die zich richten op het psychosociaal welbevinden erg breed moeten ontplooid worden. We kijken dan ook zowel naar initiatieven die zich richten naar individuen als naar de brede bevolking (Community building en communicatie). Eén contactpunt voor getroffenen Tijdens de acute fase is het Psychosociaal Interventieplan van kracht, waarbinnen er een eerste contact is met de direct getroffenen. Men is het erover eens dat er afspraken moeten gemaakt worden (taakverdeling, snelle overdracht,…) om de samenwerking tussen de verschillende diensten te verbeteren, maar het is niet nodig om er extra diensten of taken aan toe te voegen. Na de chaos van de acute fase hebben getroffenen blijvend nood aan één contactpunt, één plaats waar ze terecht kunnen voor alle mogelijk vragen, ongerustheden, beslommeringen, … . Een contactpunt moet toegankelijk zijn op verschillende manieren. Via een website moet het betrouwbare informatie verspreiden naar de brede bevolking, maar ook naar individuele getroffenen. In Nederland bestaat er een mooi voorbeeld van hoe dit kan opgezet worden. Daarnaast moeten er ook andere kanalen voorzien worden (telefoonnummer, mailadres,…) met een garantie op langdurige opvolging én correcte informatie. Experten uit verschillende diensten geven aan dat dit op nationaal niveau geregeld moet worden en dat de informatie uit één bron moet komen. Elke betrokken dienst is verantwoordelijk voor het verschaffen van de nodige informatie aan dit centrale contactpunt. Coördinatie van de betrokken diensten Er zijn zeer veel verschillende diensten, elk vanuit hun specifieke expertise en bevoegdheid, betrokken bij de psychosociale hulpverlening aan getroffenen. Dit schept een netwerk van mogelijkheden, waarbij een goede coördinatie noodzakelijk is. Vandaag gebeurt de zorg aan getroffenen op basis van de organisatie van de diensten. Een degelijke coördinatie van die diensten kan ervoor zorgen dat er een netwerk ontstaat waardoor de zorg kan gebeuren op basis van de noden en behoeften van de getroffenen. Zo kan er bv gedacht worden aan casemanagers voor de meest ingewikkelde dossiers, communicatie naar de brede bevolking en ondersteuning van communitybuilding initiatieven… Mensen uit de verschillende diensten binnen het netwerk moeten elkaar beter leren kennen. Dit is een belangrijke voorwaarde voor een vlotte samenwerking tijdens de hulpverlening. Het is immers bekend dat diensten vooral contact opnemen met anderen die ze kennen, niet-bekende diensten geraken tijdens de hulpverlening erg moeilijk in het netwerk binnen. Als de opdrachten van coördinatie en contactpunt gecombineerd worden in één structuur ontstaan er synergieën. Deze structuur kan zowel proactief als probleemoplossend werken op basis van de signalen die via de verschillende kanalen binnenkomen. Kennisopbouw en kennisdeling Een structuur die instaat voor het verbeteren van de kwaliteit van zorg voor getroffenen van rampen moet ook expertise opbouwen. - Er moet meer gebruik gemaakt worden van vragenlijsten en wetenschappelijk onderzoek naar de effecten van onze hulpverlening op getroffenen. Er is nood aan een inhoudelijk platform waar de diensten hangende discussies kunnen beslechten. Er zijn discussies die reeds jaren meegaan en die nergens worden uitgeklaard. Er is nood aan meer expertise en de opmaak van richtlijnen en handreikingen voor verschillende diensten die met getroffenen aan de slag gaan, voor politici en voor de brede bevolking. De expertise binnen de verschillende diensten is vaak ontoereikend voor de specifieke noden na een ramp. Diensten geven aan dat er weinig opleidingskansen bestaan voor medewerkers en dat er vaak moet gezocht en gepuzzeld worden om nieuwe en ervaren medewerkers opgeleid te krijgen. Er is expertise beschikbaar, nationaal, maar vooral internationaal. Een mogelijke piste is het organiseren van een pool van gespecialiseerde hulpverleners die ingezet worden voor de langdurige en gespecialiseerde begeleiding van getroffenen. Community building Specifieke initiatieven voor gemeenschapsopbouw zouden ondersteund en breder gepromoot moeten worden. Vooral maar niet uitsluitend in het geval van een terroristische aanslag. We denken aan: - Het bieden van ondersteuning (praktisch, financieel, advies,…) bij de opstart van lotgenotengroepen Het afstemmen van de organisatie van herdenkingen met aandacht voor de noden van de getroffenen Het ondersteunen van het verenigingsleven om mensen bij elkaar te brengen in emotioneel zware tijden. Dit alles om de collectieve veerkracht van de maatschappij te ondersteunen. Communicatie Communicatie in moeilijke tijden vraagt specifieke aandacht. We hadden het al over het bereiken van verschillende groepen getroffenen via verschillende communicatiekanalen. Toch is er ook aandacht nodig voor de manier waarop beleidsverantwoordelijken en administraties communiceren naar getroffenen en het brede publiek. Ook met de media kan een debat op gang worden gebracht over hun taak en opdracht bij incidenten met veel getroffenen en een grote maatschappelijke opdracht. Openstaande vragen Hoe geef je vorm aan deze nieuwe structuur? Enerzijds zijn er mensen die delen van bovenstaande taken aan overheidsdiensten willen toekennen, anderzijds denkt men aan het oprichten van een nieuwe dienst of ad hoc task force binnen of buiten de overheid. Een opsplitsing van taken is niet wenselijk omdat er al een tekort aan coördinatie wordt vastgesteld. Evenzeer stelt men zich vragen bij het oprichten van een gloednieuwe zelfstandige organisatie omdat dat weer een extra organisatie is die wordt toegevoegd. Sommige mensen pleiten ervoor om de crisiscel van Binnenlandse zaken de opdracht te geven om het enige contactpunt te zijn voor getroffenen. Deze cel coördineert dat de facto in de acute fase en geeft (ism FOD Volksgezondheid) ook een algemeen informatienummer vrij (1771). Het is echter belangrijk dat een contactpunt op lange termijn moet kunnen bestaan. Het is denkbaar dat deze taak na de acute fase wordt doorgegeven aan een andere dienst of organisatie. Advies We adviseren om extra middelen en een duidelijk mandaat toe te kennen aan een bestaande psychosociale expert om bovenstaande taken gezamenlijk op te nemen als netwerkcoördinator. Op het moment dat er geen rampenhulpverlening bezig is, heeft de op te richten structuur als belangrijkste taak de (coördinatie van) kennisontwikkeling , kennisdeling en netwerkopbouw. Na de acute fase van een ramp (PSIP) zorgt deze structuur voor de coördinatie van alle psychosociale aspecten, de informatiestroom en de gemeenschapsopbouw. Zorg voor getroffenen van rampen doorkruist de bevoegdheden van de staatshervorming. Daarom is het belangrijke dat deze dienst onafhankelijk kan opereren in samenwerking met verschillende beleidsniveaus. Zowel de federale structuren als de gemeenschappen moeten kunnen netwerken en coördinatie aanvaarden van deze dienst. De financiering van deze structuur zou dan ook idealiter een samenstromen zijn van de verschillende bevoegdheden.