Bestaand (les)materiaal Loran de Vries Database www.adrive.com Email: [email protected] ww: Natuurkunde4life NiNa lesmateriaal Leerlingenboekje in Word Docentenhandleiding Antwoorden op de opgaven Hadronenkwartet Speelkaarten Regels Videomateriaal youtubenatuurkunde.wikia.com Korte fragmenten BBC documentaires Van quantum tot quark Nederlandse Tijdschrift artikelen Natuur (Wetenschap) en Techniek 36 artikelen Nikhef archief (177 Krantenartikelen) Engelse Tijdschrift artikelen The physics teacher (48 artikelen) Physics Education American journal of physics Boeken Populair wetenschappelijk (NL) Populair wetenschappelijk (Eng) Middelbare schoolniveau (NL) Middelbare schoolniveau (Eng) Universitair niveau Websites Ioniserende straling Atomen bouwen met protonen neutronen en elektronen bepaalt atoomsoort massagetal A: aantal protonen Z en neutronen N A=Z+N A: aantal protonen Z en neutronen N A=Z+N Kernen met een gelijk aantal protonen maar een verschillend aantal neutronen heten isotopen. Gelijk atoomnummer, maar een verschillend massagetal Isotoop betekent ‘dezelfde plaats’ (in het periodiek systeem) 1 Waterstof-1 1H Waterstof-2 (deuterium) 2H 1 Waterstof-3 (tritium) 3 1H Beschouw de volgende kernen N Deze kernen hebben hetzelfde… 12 7 a) b) c) aantal protonen aantal neutronen aantal kerndeeltjes 13 7 N 14 7 N Beschouw de volgende kernen C Deze kernen hebben hetzelfde… 12 6 a) b) c) aantal protonen aantal neutronen aantal kerndeeltjes 13 7 N 14 8 C Beschouw de volgende kernen C Deze kernen hebben hetzelfde… 14 6 a) b) c) aantal protonen aantal neutronen aantal kerndeeltjes 14 7 N 14 8 O Meer dan 3000 isotopen, 266 stabiel BiNaS tabel 25 Isotopen 63 29 Cu Koper-63 heeft 29 protonen en 63 – 29 = 34 neutronen 204 82 Pb 206 82 Pb 207 82 Pb Lood-204 heeft 82 protonen en 122 neutronen Lood-206 heeft 82 protonen en 124 neutronen Lood-207 heeft 82 protonen en 125 neutronen Tabel 99 (periodiek systeem) 203,97304· 0,0148 205,97446· 0,236 206,97589· 0,226 207,97664· 0,523 + 207,1771 ≈ 207,2 u Instabiele kernen -verval (alpha) straling: kern zendt He-4 kern uit 4 2 238 92 U 24 He 238 4 92 2 238 92 U 24 He 234 90 He X Th 157 72 Hf Wat is de correcte dochterkern van moederkern na alfa verval? a) b) c) 153 72 Hf 153 70 Yb 157 70 Yb 157 72 Hf Waarom zijn er neutronen nodig? Protonen stoten elkaar af (gelijke lading) De sterke kernkracht is de aantrekkingskracht tussen protonen en neutronen De sterke kernkracht voorkomt dat kernen zichzelf opblazen. Neutronen zijn ongeladen en zorgen voor extra ‘lijm’ Sterke kernkracht werkt alleen op korte afstand. Na 3 protondiameters is deze al nul. De elektromagnetische afstoting van protonen werkt wel over grote afstand. Dus grotere kernen hebben meer neutronen nodig. Deeltjes in een kleine kern ervaren een grote aantrekkende sterke kernkracht Deeltjes aan de uiteinden van een groot atoom zitten verder van elkaar en voelen de sterke kernkracht minder, maar elektrische afstoting nog wel. Neutronen zijn ongeladen en zorgen voor extra ‘lijm’ Dus grotere kernen hebben meer neutronen nodig. Grotere kernen hebben voor stabiliteit meer neutronen. Na Bismut lukt dit niet meer. Isotopen Z > 83 instabiel. Alpha verval 238 92 U 24 He 234 90 Th Instabiele kernen - verval - (bèta min) straling: neutron vervalt tot proton en een elektron. 1 0 234 90 n Th 1 1 234 91 p Pa 0 1 0 1 e- e 234 90 Th 234 90 1 X 0 1 e 234 90 Th 234 91 Pa 0 1 e 157 72 Hf Wat is de correcte dochterkern van moederkern na - verval? a) b) c) 183 72 Hf 183 73 Ta 184 73 Ta 184 72 Hf + verval en K-vangst + (bèta +) straling of positron emissie: proton vervalt tot neutron en een positron (positief geladen elektron). K-vangst of elektronen vangst uit de K-schil (binnenste elektronenbaan) 1 1 22 12 p Mg 0 1 e 0 1 e 1 0 n 22 11 Na 1 1 22 12 p 1 0 Mg 22 11 n 01 e Na 01 e 157 72 Hf De cobalt isotoop Co vervalt naar de nikkel isotoop Ni Hier is sprake van… 60 27 60 28 a) b) c) d) e) alpha verval bèta - verval bèta + verval gamma verval K-vangst Kernen met ‘teveel neutronen’ vertonen - verval Kernen met ‘teveel protonen’ vertonen + verval of K-vangst - verval + verval (radio)Activiteit Activiteit geeft aan hoeveel kernen er per seconde vervallen Als een preparaat 104 ’s per seconde uitzendt, vervallen er dus 104 kernen per seconde. A = 104 Bq (becquerel) Definitie: N (t ) A t A is de activiteit in becquerel (Bq) Met N(t) het aantal nog niet vervallen kernen In de tijd t vervallen N kernen. Minteken is nodig want N neemt af Hoe groter het aantal radioactieve kernen N(t) hoe groter de activiteit met een constante. N (t ) N (t ) t 1 N (t ) t N (t ) 1 dN (t ) dt N (t ) t N (t ) 1 N (t 0) N (t ) dN dt 0 N (t ) t ln |N (0) t |0 ln N (t ) ln N (0) t want g log a - g log b = g log a b N (t ) t ln N (0) N (t ) e t N (t ) N (0)e t ook geldt A(t ) A(0)e t N (0) Halveringstijd Wanneer een kern vervalt, is niet te voorspellen. Over heel veel radioactieve kernen kunnen we wel een voorspelling doen. De tijd waarin de helft van het oorspronkelijke aantal kernen vervallen is, noemen we de halveringstijd t1/2 t 1 t1/2 N (t ) N (0) 2 Verband tussen halveringstijd t1/2 en vervalconstante N (t ) N (0)e t 1 2 N (0) N (0)e ln 2 op t =t 1 is de helft vervallen, dus N (t ) 21 N (0) 2 2 t 1 e 2 ln 21 t 1 1 2 t 1 1 2 t 1 want g log a p p 2 ln 2 t 1 2 g log a ln 2 t1 2 N (t ) N (0)e t N (t ) N (0)e ln 2 met t t1/2 N (0) e ln 2 t1 2 ln 2 t t1/2 t 1 t1/2 N (t ) N (0) 2 (want e ln 2 e ln 21 e ln 1 2 21 ) 157 72 Hf We starten met 1000 radioactieve atomen. Hoeveel halveringstijden zijn er verstreken als er 750 atomen zijn vervallen? a) b) c) d) 0,25 1,5 2,0 2,5 α, β,γ-straling α-straling bestaat uit heliumkernen β-straling bestaat uit elektronen γ-straling α, β,γ-straling snelheid ioniserend vermogen Doordringend vermogen α-straling Groot (15000 km/s) Zeer groot, energie snel kwijt Niet ver; 1 dm in lucht, niet door kleding β-straling 300000 km/s Kleiner Groter; enkele meters in lucht γ-straling hoog weinig Zeer groot, door laagioniserend vermogen door kleine massa Dosis en dosis-equivalent: E D • Geabsorbeerde dosis = m geabsorbeerde energie/massa orgaan str • Eenheid = J/kg = Gray (Gy) H • Dosis-equivalent = kwaliteitsfactor x dosis • Eenheid = Sievert (Sv) QD Stralingsbelasting: •Achtergrondstraling: 2 mSv/jaar (Ned.) •Röntgenfoto: 0,01– 1 mSv/foto •Wintersport: 0,03 mSv/week •50 % overlijdt bij: 4 Sv (gehele lichaam) Sv - Bq Sv is een zeer grote eenheid meestal µSv (microSievert) Bq is een zeer kleine eenheid meestal MBq (megaBequerel)