Globe mondiaal onderzoek naar milieu en klimaat

advertisement
Onderwijs
GLOBE
MONDIAAL ONDERZOEK
N A A R M I L I E U E N K L I M A AT
Afgelopen najaar werd het vernieuwde www.globenederland.nl
gelanceerd, de Nederlandse site van het internationale
GLOBE-programma. Leerlingen uit de hele wereld kunnen
daarin bijdragen aan onderzoek naar milieu en klimaat.
Steeds meer scholen haken aan.
Moniek Löffler
Bureau Landwijzer
I
n het door Al Gore opgezette programma GLOBE doen leerlingen over de hele wereld samen met wetenschappers onderzoek naar natuur en milieu. Afgelopen november bestond het
programma 20 jaar en inmiddels verzamelen leerlingen op meer
dan 28.000 scholen in 115 landen gegevens over natuur en milieu
in hun omgeving.
GLOBE staat voor Global Learning and Observations to Benefit
the Environment. Een belangrijk doel is dat leerlingen zich meer
bewust worden van het milieu in hun eigen omgeving en in de rest
van de wereld en er daardoor duurzamer mee omgaan. Bovendien
leren ze natuurwetenschappelijke onderzoeksvaardigheden, en de
verzamelde data zijn bruikbaar voor de wetenschap.
GLOBE lijkt op het Nederlandse programma WOW-NL (zie
Geografie december 2015). Dat richt zich echter puur op meteorologische gegevens en betrekt niet alleen scholieren maar de hele
Nederlandse samenleving bij het verzamelen van data.
Voor wetenschappers is dat een enorme schat aan informatie.
Bovendien neemt het draagvlak voor hun onderzoek zo toe.
GLOBE brengt de wetenschap dichter bij leraren, leerlingen én
de mensen in hun omgeving.
L ER AAR AAN HET WOOR D
‘GLOBE is een fantastisch middel om leerlingen te betrekken bij
hun leefomgeving’, vindt Gijs van de Logt, docent aardrijkskunde
op het Openbaar Lyceum Zeist. ‘Onze school is sinds dit jaar aangesloten en we zijn hard bezig onderdelen van GLOBE te verweven
in de aardrijkskundelessen. We zijn eerst begonnen met de module
Weer en klimaat, waarvoor we een eigen weerstation hebben aangeschaft. Op dit moment concentreren mijn leerlingen zich vooral
op de gegevens die dit station oplevert. Daarnaast bestuderen ze
de wolken en geven hun waarnemingen door via de website van
E E N SC H AT A A N I N F O R M AT I E
Om ervoor te zorgen dat de gegevens de juiste kwaliteit hebben en
vergelijkbaar zijn, gebruiken alle leerlingen voor GLOBE standaardmethoden en -technieken. Ze voeren allerlei metingen, bijvoorbeeld aan het weer, de bodem en het water, in op de internationale
website van GLOBE, waar iedereen ze kan bekijken en gebruiken.
Inmiddels bevat de database meer dan honderd miljoen metingen.
36
De GLOBE-database bevat nu meer
dan honderd miljoen metingen
geografie | april 2016
Leuk, maar soms
wel moeilijk
ik Imbens uit 3 vwo van het Openbaar Lyceum Zeist vindt GLOBE
gaaf. ‘Je kunt informatie en gegevens
uitwisselen en scholen met elkaar
vergelijken. Op die manier kunnen
leerlingen van scholen op de hele
wereld ook iets aan jouw metingen
of waarnemingen hebben. Toch is
het soms ook lastig, vooral het werken
met de Engelstalige website waarop
iedereen in de wereld zijn gegevens
moet invoeren, en het verwerken van
gegevens in Excel.’
Maar Rik ziet dat ook wel weer als
een uitdaging: ‘Ik vind het leuk dat de
theorie die je in de les krijgt meer gaat
leven. Je ziet wat het in de praktijk betekent. We onderzoeken bijvoorbeeld
welk effect het weer heeft op files, inbraken en ziekmeldingen van leerlingen. Verder heeft onze leraar allerlei
opdrachten en vragen bedacht waarbij
FOTO: GIJS VAN DE LOGT
R
Rik Imbens, leerling uit 3 vwo van het Openbaar
Lyceum Zeist, bezig met GLOBE.
we moeten controleren of de theorie
van het KNMI klopt en waarom wel of
niet. Je kunt heel veel leren over het
weer, maar ook over het doen van
onderzoek!’
GLOBE. Om hun bevindingen te vergelijken met andere scholen
maken ze grafieken. Verder werken ze aan opdrachten uit een
boekje dat het KNMI voor het GLOBE-project heeft ontwikkeld.
Zeer uitdagend. Ze moeten bijvoorbeeld de passage van een lagedrukgebied en het bijbehorend frontensysteem in de data van het
weerstation analyseren.’
Op iets langere termijn verwacht Van de Logt dat leerlingen
hun profielwerkstukken aan dit onderwerp zullen wijden. Vanaf
volgend jaar wil hij ook met andere modules aan de slag, zoals
natuurkalender, bodem en water (zie kader op pag. 38), in de
hoop dat zijn leerlingen meerdere thema’s koppelen en er steeds
meer interactie komt met andere vakken.
tiveerd ze bezig zijn met allerlei grote vraagstukken, zoals
klimaatverandering en water. Voor mij biedt GLOBE heel veel
mogelijkheden om de theorie van het vak aardrijkskunde via
praktijkvoorbeelden uit de hele wereld te bespreken.’ Van de Logt
vindt GLOBE een waardevol middel om te komen tot het vakoverstijgende en onderzoeksgerichte bètaonderwijs, dat de Rijksoverheid voor de toekomst voor ogen heeft. Het programma loopt
daarop eigenlijk al vooruit en daarom vindt hij het zo belangrijk
dat het breed wordt ondersteund.
HAKEN EN OGEN
Toch zitten er ook haken en ogen aan werken met GLOBE. Van
de Logt: ‘Ik ben er bezorgd over dat sommige leerlingen geneigd
kunnen zijn bewust allerlei onzin-metingen aan GLOBE door te
geven. We moeten er goed over nadenken hoe je dat kunt voorkomen. Verder zou ik graag heldere en simpele handleidingen in
het Nederlands hebben, vooral voor het onderdeel Visualisation,
O NDERZOE K E R S IN SP E
Volgens Van de Logt komen de leerlingen spelenderwijs in aanraking met alle facetten van onderzoek doen. ‘Ze leren zich af te
vragen wat ze precies willen onderzoeken en welke gegevens daarvoor nodig zijn. En ook hoe ze uit grote hoeveelheden gegevens de
juiste antwoorden kunnen halen en die kunnen presenteren.
Ondertussen leren ze vaardigheden als samenwerken, taken
verdelen en plannen. Ik vind het geweldig om te zien hoe gemo-
geografie | april 2016
Aan GLOBE doen 28.000 scholen in 115 landen mee.
37
Globe Nederland
G
LOBE is vooral bedoeld voor middelbare
scholen op havo/vwo-niveau en sluit aan
bij de vakken aardrijkskunde, biologie, natuurkunde, scheikunde en het vak natuur, leven en
technologie. Op www.globenederland.nl is meer
te lezen over GLOBE. Ook kun je er handleidingen en achtergrondinformatie downloaden.
Scholen kunnen zich aanmelden voor het
programma en krijgen dan een schoolaccount
op de internationale website www.globe.gov.
Daar kunnen leerlingen metingen invoeren,
deze vergelijken met metingen van andere
scholen, en grafieken of kaarten maken.
Er zijn diverse onderzoeksprogramma’s waaraan leerlingen kunnen meewerken. Daarbij is het
uitdrukkelijk de bedoeling dat de metingen en
waarnemingen van waarde zijn voor de wetenschap. Er zijn inmiddels diverse modules die je
desgewenst verder kunt aanpassen en met elkaar
combineren. We noemen vijf belangrijke thema’s.
Duurzame ontwikkeling. Wat is het gevolg van
onze leefwijze voor het milieu en voor de omstandigheden van mensen in andere landen?
Leerlingen onderzoeken dit aan de hand van een
mobieltje. Wereldwijd zijn er 6 miljard gsm-gebruikers. In Europa heeft zelfs meer dan 95%
van de jongeren een gsm of smartphone. Waar
komt het toestel vandaan, welke materialen zitten erin, hoe wordt het gemaakt en wat gebeurt
er achteraf mee? In deze module ondervinden
leerlingen waarom metingen belangrijk zijn om
duurzame keuzes te maken.
Weer en klimaat. De leerlingen leren hoe het
weer ontstaat en doen eigen metingen met instrumenten als een thermometer (temperatuur),
een psychrometer (luchtvochtigheid), een barometer (luchtdruk), windmeter (windsnelheid),
windvaan/kompas (windrichting) en regenmeter
(neerslag). De leerlingen delen hun gegevens
via de GLOBE-website met scholen over de
hele wereld. Bovendien leren ze ook zelf een
onderzoek opzetten en een weerbericht maken!
Natuurkalender. Leerlingen onderzoeken hoe
de natuur reageert op een warmer wordend
klimaat. Daarvoor brengen ze in beeld wanneer
bijvoorbeeld bloemen gaan bloeien, op welk
moment bomen in de lente bladeren krijgen of
wanneer de eerste citroenvlinders verschijnen.
Deze gegevens helpen wetenschappers meer
inzicht te krijgen in de effecten van het klimaat
op de natuur in Nederland. Met de Natuurkalender is bijvoorbeeld aangetoond dat het
groeiseizoen in Nederland tegenwoordig bijna
een maand langer is dan 50 jaar geleden. De
verschuivingen in seizoenen hebben gevolgen
voor landbouw, visserij, toerisme maar ook
voor onze gezondheid (denk aan hooikoorts).
Water. Hierbij bestuderen leerlingen de wateren
in de omgeving van de school: welke dieren
leven er en wat is de relatie met de chemische
kwaliteit van het water? De leerlingen meten
daarvoor onder andere de helderheid, de temperatuur, de elektrische geleidbaarheid, de zuur-
dat over tabellen en grafieken gaat. Die heb ik nog niet gezien.
Ik heb vooral veel uitgeprobeerd. Dat werkt uiteindelijk ook, maar
kost veel tijd. Vaak zijn er maar weinig uren voor een project
beschikbaar.
Verder is het best lastig modules te vinden die goed aansluiten
bij de praktijk van het middelbaar onderwijs. Volgens mij is de
afstand tussen de leefwereld van wetenschap en onderwijs nog
erg groot: daar moeten bruggen worden geslagen. Met mijn
achtergrond als docent én meteoroloog wil ik daarom de module
Weer en klimaat gaan herschrijven. Daar zou ik erg graag wetenschappers uit het veld bij betrekken.’
GLOBE omarmt dit; het motto is: al doende leren met alle
betrokken partijen. Het is een lerende organisatie, die op grond
van feedback voortdurend werkt aan verbetering van projecten,
materiaal, websites enzovoorts. Van de Logt: ‘We moeten ervoor
zorgen dat werken met GLOBE de werkdruk van docenten niet
nog meer vergroot. Het gaat erom dat zij met een minimale inspanning maximaal energie krijgen van wat ze meestal zo leuk
38
graad en de hoeveelheid opgelost zuurstof en
nitraat in het water. De leerlingen leren aan waterdieren te herkennen hoe schoon het water is.
Bodem. De bodem is essentieel voor het leven
op aarde: voor het vasthouden van water, voor
landbouw, voor natuur. De leerlingen verzamelen gegevens over bijvoorbeeld de textuur van
de bodem, de zuurgraad en de ongewervelde
dieren die erin leven. Ook bepalen ze de hoeveelheid CO2 die uit de bodem vrijkomt bij de
afbraak van organische stof. Wetenschappers
van het RIVM gebruiken deze gegevens voor
hun onderzoek naar de kwaliteit van de bodem.
Aerosolen. Dit zijn deeltjes die in de lucht
zweven, zoals roet en vulkanische as. Wetenschappers denken dat aerosolen een belangrijke rol spelen in klimaatverandering. Door
weerkaatsing van licht leveren aerosolen misschien een bijdrage aan de afkoeling van de
atmosfeer en daarmee aan het verminderen van
het broeikaseffect. Toch is er nog erg weinig
over bekend. In het GLOBE-programma meten
leerlingen de concentratie aerosolen in hun
omgeving met een zonfotometer. Tegelijkertijd
meten ze weersverschijnselen, zoals het type
en de bedekking van de wolken, de luchtdruk,
de temperatuur en de luchtvochtigheid. Onderzoekers gebruiken deze gegevens om metingen
die zij zelf via een satelliet doen, te controleren.
vinden: zien dat leerlingen enthousiast zijn en echt wat leren!
Het vergt creativiteit, maar is volgens mij best mogelijk.’
GLOBE verlaagt de drempel om samen te werken met leerlingen
in andere landen en onderzoeksresultaten met elkaar te vergelijken. Regelmatig organiseren scholen uit verschillende landen
uitwisselingen, met Engels als voertaal. Maar ook zonder echt op
reis te gaan, verkennen de leerlingen hun omgeving en de wereld
die hen omringt. Op weg naar een duurzame toekomst. •
M ODUL E WEER EN KL I M AAT
Interesse om mee te werken aan de module Weer en klimaat?
Kijk op globe.geografie.nl voor meer informatie. Aanmelden kan
bij [email protected] of [email protected]
geografie | april 2016
Download