Document

advertisement
Lezing Spirituele Sociëteit Tilburg 24 februari 2013
”Tibetaans Boeddhisme vanuit de praktijk ” door Hans Op den Buijsch
Verslag door Gerard van de Kam.
Hans Op den Buijsch is opgeleid als docent lichamelijke opvoeding. Hij vroeg zich al jong af, wat je met de geest
kunt doen en begon met transcendente meditatie van Maharishi, die zich later in Vlodrop vestigde.
Hans bleef zoeken en struinde de media af. Hij kwam in contact met yoga, onder meer met Hatha Yoga, dat is
het fysieke pad. Hij besefte dat Yoga toch veel met hindoeïsme te maken had, waar het kastensysteem nog
levend is. Hij leerde ook het boeddhisme kennen met het achtvoudige pad. Dat greep hem. Hij had verschillende
leraren en kwam in contact met Jewel Heart. Daar wordt gewerkt met studiegroepen, waarin onderwerpen
worden bemediteerd. Dergelijke studiegroepen bestaan in verschillende steden, waaronder Tilburg. Hans staat
inmiddels aan het hoofd van Jewel Heart Nederland.
Hij wil nu vertellen over “Tibetaans Boeddhisme in de dagelijkse praktijk”.
Boeddha roept ons op om niet zonder meer te geloven, wat hij zegt. Onderzoek het en toets of het voor jou ook
klopt. Hans wil liever niet twee uur lang praten (-wellicht mede omdat hij kortgeleden aan zijn oog geopereerd
werd, waardoor zijn zicht nog niet helemaal helder is). Hij begint met een meditatie. Ieder kan meedoen:
Rechtop zetten, ruggengraat recht, voeten naast elkaar. De ogen gesloten of met een zachte focus schuin naar
beneden. We verkennen ons voorhoofd en achterhoofd op spanning. We voelen hoe we op onze stoel zitten en
gaan onze benen na. Dan gaat de aandacht naar onze buik om ten slotte naar het hart te gaan.
Dan volgt het verhaal van de Boeddha, die ca. 2600 jaar geleden leefde. Hij was een koningszoon en bleef
binnen de muren van een paleis. Zo had hij geen weet van ziekte, armoede en dood. Hij kreeg alles wat hij wilde,
maar dat gaf hem geen tevredenheid. Hij ging buiten de muren kijken, zag zieken, kreupelen en een begrafenisstoet. Dat was zijn eerste contact met lijden en pijn. Getroffen door deze ervaringen verliet hij het paleis en het
koninkrijk en leefde zeer ascetisch. Volgens de verhalen had hij genoeg aan één rijstkorrel per dag. .
Hij hoorde eens hoe een sitar gestemd werd en besefte dat de spanning niet te hard maar ook niet te zacht
mocht zijn. Dat gaf hem het inzicht van de milde middenweg. Hij zette zich onder een boom en bleef daar zitten
totdat hij de verlichting bereikte. Boeddha betekent dan ook: “de Volledig Ontwaakte”.
Het Boeddhisme kent de vier edele waarheden:
1. Er is lijden
2. Er zijn oorzaken van lijden
3. Er is een mogelijkheid om te ontkomen aan lijden
4. Er is een pad om vrij te worden van lijden.
Boeddha gaf 25 jaar les in deze waarheden. Er zijn 37 aspecten die verlichting kunnen brengen.
De eerste 4 daarvan zijn:
1. opmerkzaamheid van het lichaam
2. opmerkzaamheid van het voelen
3. opmerkzaamheid van geest
4. opmerkzaamheid van fenomenen of verschijnselen.
Later volgt dan het achtvoudige pad en de 7 paden naar verlichting.
Een eerste leraar bij Jewel Heart was Tarab Tulku. Deze was leraar aan een hogeschool in Denemarken. Hij
ontwikkelde een therapeutisch pad. Dat mocht hij, op verzoek van de Dalai Lama komen toelichten in Dharamsala. Daar is ook de Tibetaanse regering in ballingschap gevestigd.
Deze weg begint met het fysieke pad en de conceptuele geest. We zitten teveel vast aan goed en niet goed,
gaan piekeren en lopen zo het gevaar tot zelfdestructie te komen. Het pad kent 37 aspecten waarvan het eerste
het lichamelijke is. Mensen geven veel aandacht aan “kiesha’s” (kwellingen). Als er zich een kwelling aandient
dan brengt deze een verstoring teweeg in de geest. Dat is een oorzaak van lijden.
Het werkt als een zaadje, dat groter groeit als dat de juiste omstandigheden en voeding krijgt. Het westen kijkt te
weinig naar de oorzaken van lijden en teveel naar de gevolgen. De geneeskunde bestrijdt vooral die gevolgen.
We kunnen het beter zelf aanpakken en kijken naar de oorzaak in het eigen lijf en leven. Waarom kunnen we
niet goed eten of slapen? We moeten mensen geen problemen aanpraten, maar hen zichzelf laten verhelderen.
Veel problemen beginnen in het mentale. Er zijn 3 basisvergiften: dat was 2500 jaar geleden zo en is nu nog zo.
1.gehechtheid (dat zijn alle kleine en grote verslavingen.)
2.kwaadheid
3.onwetendheid
Hans gaat deze basisvergiften nu toelichten
Ad 1 gehechtheid: deze is als vloeipapier: als je een punt in de inkt doopt zuigt het hele papier zich vol inkt.
We kunnen de geest niet zien, wel het effect ervan. Zoals we op een lampenkap de kleur en de felheid van het
licht van de lamp kunnen zien. Een rode lamp van woede kleurt de lampenkap ook rood. En dat kun je zien.
Verslaving is een extreme gehechtheid die ons voortdurend aanstuurt. We zijn dan niet vrij. Maar het begint met
het herkennen van de verslaving. Gehechtheid sluipt stil binnen. Je raakt er aan vast en als het “materiaal” van je
verslaving er niet is moet je lijden. Dat geldt voor chocola, seks, lsd, enz.enz.
Ad 2. Woede: deze start vaak met irritatie, bv. over een niet-werkend apparaat, waardoor je geen koffie kunt
maken. Geduld is een tegengif van woede. Woede kan tot zelfhaat leiden en dat is zeer vernietigend. Woede
komt niet met de stille trom: je voelt je aderen opzwellen op, je raakt buiten zinnen en anderen weten dat ze
beter uit de buurt kunnen blijven. Dergelijke energie kun je ook voelen als je een zaal binnengaat waar zojuist
een heftige vergadering heeft plaatsgevonden. Er is ook stille woede, die je binnenhoudt.
Vaak leggen we de oorzaak van de woede buiten ons, maar we moeten de woede bij onszelf aanpakken want
woede kan uiterst destructief zijn.
Ad 3.Onwetendheid: We creëren iets waar we aan vasthouden, bv. het ego. Bestaat het ego? Neen zegt Hans,
maar toch komen we het telkens tegen. Denk aan een tafel die uit onderling samenhangende delen bestaat,
welke je uit elkaar kunt halen. Het ego kent ook delen met onderlinge afhankelijkheid. Als we onzeker zijn over
iets creëren we allerlei spookbeelden. Dat is de grootste vijand die in onszelf zit. We kunnen daar ons licht op
laten schijnen.
De dalai lama zegt dat we in Nederland een soort Tulpen-boeddhisme kunnen ontwikkelen. Met eigen
kenmerkende boeddhistische deugdzaamheid. De dalai lama zegt: zoek het in je eigen traditie. Je hebt
deugdzaamheid en discipline nodig, om je op een spiritueel te ontwikkelen.
Na de pauze is er de vraag waarin het Tibetaans boeddhisme zich onderscheidt van ander Boeddhisme?
Hierop volgt een uitleg met veel Boeddhistisch jargon, dat vanwege de onbekendheid van de termen én de
snelle spreekstijl van Hans niet gemakkelijk te verstaan is, ook al maakt hij na de pauze gebruik van een
microfoon. In eigen woorden en met enig opzoekwerk heeft verslaggever het volgende begrepen:
Het Tibetaans Boeddhisme is door de eeuwen heen ontwikkeld in een hooggelegen land met een mystieke
cultuur. (In Thailand, op Birma en andere landen is er een ander soort Boeddhisme, het Theravade Boeddhisme.)
Het gaat om de volgende begrippen:
 Hinayana = het kleine voertuig om jezelf te ontwikkelen en bevrijden
 Nirwana = bevrijding van lijden
 Mahayana = het grote voertuig; niet alleen jezelf willen bevrijden, maar alle levende wezens.
 Vajrayana = het diamanten voertuig, de snelle weg.
Er is een groot verschil tussen Hinayana en Mahayana inzake mededogen en compassie: ga ik alleen voor mijn
eigen spirituele ontwikkeling en laat ik mijn naasten aan hun lot over? Of wil ik dat anderen ook bevrijd worden,
ongeacht of ze wel geen boeddhist zijn? Hans wil niet dat zijn vrouw en kinderen lijden. Hij wil hen ook op de
“rose wolk” van het nirwana. Mahayana is het ontwikkelen van deze brede compassie en wijsheid. Overigens
dient daarbij te worden opgemerkt, dat zorgdragen voor jezelf geen ego-ding is.
Vajrayana = sanskriet: het is een onvernietigbare diamantenweg als snelweg. Je moet eerst bevoegd zijn op
deze snelweg te mogen rijden. Het is een tantrische weg, waarin je wordt ingewijd. Dat vraagt kwaliteit van de
leraar. Een leraar is nodig in je ontwikkeling. Het lamaisme is een geestelijke doorgang naar de diepere schatten.
Een leraar dient in de traditie te staan. Een leraar is nodig om te voorkomen dat je verdwaalt. Bovendien zijn er
vele meditaties van allerlei soorten en vormen nodig. Een leraar kan je daarin begeleiden. Het gaat om leren,
analyseren en bemediteren.
Binnen het Tibetaans Boeddhisme wordt gewerkt en geleerd vanuit het Lama Rim, een methodisch pad, van
stap voor stap geleid worden in de ontwikkeling van mijn vaardigheden en valkuilen.
Gelek Rinpoche, de leraar van Jewel Heart, werd in 1959 uit Tibet verdreven en kwam als leraar in Michigan.
De Tibetaanse regering in ballingschap huist in Dharamsala.
Paul Schnabel met zijn Sociaal Cultureel Planbureau zegt dat er 60.000 boeddhisten zijn in Nederland. 40% is
met Zen bezig, 40 % met Tibetaans boeddhisme en 20 % met Theravade boeddhisme.
Tibet kent dus een Mystieke weg. Er is het systeem van de reïncarnaties van de Dalai Lama, de Rinpoches e.a.
Rinpoche behoort tot de waardevolle leraren, die zelf hun reïncarnatie bepalen.
In de mystiek wijsheid komen ook paranormale verschijnselen voor. Op thanga’s zie je beelden van een
Boeddha met een grote erectie, welke ook een eigen betekenis heeft.
Het Tibetaans Boeddhisme is mahayana Boeddhisme (het grote voertuig). Hans attendeert op een boekje over
het Boeddhisme met in westerse taal uitgedrukte begrippen.
Dat lijkt voldoende informatie over het eigene van het Tibetaanse Boeddhisme; Hans wil nu graag terug naar de
praktische kant en stelt weer een oefening voor. Ter inleiding vertelt hij over de drie poorten, van waaruit we
handelen:
1. Het lichaam waarbij houdingen en Mudra’s (=hand- en vinger-houdingen) gebruikt worden.
2. De spraak met teksten en mantra’s
3. En de geest.
We doen nu de 9 ronden-ademhaling:
Adem via het rechterneus zuiver licht in; adem dan via het linker neusgat rook (= verontreinigde lucht) uit. Doe
dat drie keer. Wissel dan om: 3 x zuiver licht inademen via het linker neusgat en vuile rook uitademen via het
rechter neusgat. Ten slotte via beide neusgaten: 3 x zuiver licht inademen en rook uitademen.
Deze oefening zuivert ons systeem. Het is een goede oefening als voorbereiding op andere meditaties.
Dan een kort politiek intermezzo: Hans mocht als voorzitter van Jewel Heart Nederland, samen met andere
Boeddhistische organisaties, op audiëntie bij de Dalai Lama. Volgens deze heeft China een strenge regent naar
Tibet gestuurd. Voor Tibetanen geldt geweldloosheid. Daarom is de Dalai Lama niet blij met de zelfverbrandingen van monniken in Tibet. Hij vroeg aan de aanwezigen, om bij een bezoek aan Tibet goed te kijken of de
mensen in Tibet gelukkig zijn.
In Tibet zelf durfde echter niemand de vraag van Hans daarover te beantwoorden. Ze glimlachen naar de
Chinezen, maar zijn innerlijk triest. De gids vertelde op een veilige plek, (waar niemand kon meeluisteren), aan
Hans, dat er geen connectie is tussen hoofd en hart.
Op feestdagen marcheren de Chinezen met groot machtsvertoon en veel vlaggen de dorpen binnen. Deze
treurige bezetting van Tibet wil Hans zo onder de aandacht brengen.
Later stelt iemand de volgende vraag: Is het waar dat de dalai lama alleen wilde meedoen aan het programma
College-tour, als hij alle vragen vooraf kon inzien? Dat is namelijk tegen de formule van College-tour. De
veronderstelling is nu dat de Dalai Lama daarmee wilde voorkomen dat er politiek-gevoelige vragen gesteld
zouden worden over de Chinese opstelling naar Tibet. Dat is een hypothese, die ook aansluit bij de omzichtige
manier waarmee premier Balekenende omging met de Dalai Lama om toch vooral China niet voor het hoofd te
stoten.
Een ander vraag was: Wat is nu beter: Kill your ego? Of wees goede vrienden met je ego? Want per slot van
rekening moet je met je ego leven. Hans zegt: Het gaat erom je ego te herkennen als het zich aandient. Het ego
voelt zich vaak aangevallen en is een grote dictator. Vriendjes worden met je ego kan tricky zijn. Je kunt echter
wel van het hinderlijke ego afkomen. Hans bekent van zichzelf dat zijn ego graag wil laten horen hoeveel hij weet.
Vraag: Zijn geweldloosheid en zelfverbranding met elkaar te rijmen? Ze passen niet bij elkaar maar het is wel
begrijpelijk; in geweldloosheid mag je met name anderen niet schaden. Ter illustratie hiervan het verhaal van een
monnik, die langdurig was opgesloten en werd gemarteld. De monnik zei: “Ik was slechts voor één ding bang,
namelijk dat ik mijn geduld naar de Chinezen zou kwijt raken!!”
Vraag: Wat is de plaats van vrouwen in het boeddhisme? Het Boeddhisme is tamelijk mangericht en minder
vrouwvriendelijk. Er is wel een Tara, een vrouwelijk Boeddha als een soort Maria. Volgens Hans hebben we
zowel het mannelijke mededogen als de vrouwelijke wijsheid nodig
Met witte bloemen die doen denken aan de sneeuw van Tibet bedankt Greta de spreker en maakt het publiek
attent op de laatste lezing van dit voorjaar van Henk Helsper over: Lichaamswarmte en Senzin Qi Gong.
Download