Introductie op de brief aan Titus. Tit.1:1+3 Paulus, een dienstknecht van God en een apostel van Jezus Christus… Aan Titus, mijn oprechte zoon overeenkomstig het gemeenschappelijk geloof. De brief aan Titus. De brief is geschreven in Nicopolis (3:12), de stad waarover Paulus schrijft dat Titus hem daar moest komen bezoeken, omdat de apostel er wilde overwinteren. Welke stad hier door de apostel bedoeld is, is moeilijk met zekerheid te zeggen; er waren meerdere steden met deze naam, zoals in Cilicië, Tracië en in Epirus. De laatste komt het meest in aanmerking. Zij was gesticht door Augustus op de zuidwestelijke punt van Epirus, een provincie naast Achaje, en dus niet ver van Korinthe. Titus is door Paulus op Kreta achtergelaten (1:5), maar in het boek Handelingen kwam Paulus alleen als gevangene op Kreta, en dat maar voor een korte tijd (Hand.27:7-13). Hier is dus sprake van een ander onbekend bezoek van Paulus aan Kreta, waarin hij meerdere gemeenten gesticht heeft (1:5). Hij ontmoette Titus voor het eerst in Antiochië (Hand.11:25-26, 13:1-2, Gal.2:1-3). Op zijn derde zendingsreis stuurde hij Titus naar Korinthe, nadat zijn eigen tweede bezoek aan de gemeente daar mislukt was (2Kor.7:6, 13-14). Later stuurde hij Titus opnieuw, zie 2Kor.8:6, 16, 23, 12:18. Paulus reisde hem vanuit Efeze achterna om in Troas op hem te wachten, maar daar troffen ze elkaar niet aan (2Kor.2:12). Paulus reisde verder naar Korinthe via Macedonië, waar ze elkaar wel ontmoetten en Paulus bemoedigd werd door zijn verslag (2Kor.7:6, 13-14). Paulus stuurde hem vervolgens weer terug naar Korinthe in verband met een collecte voor de arme gelovigen in Jeruzalem (2Kor.8:6, 16, 23, 12:18). Tijdens zijn verblijf in Korinthe schreef Paulus de brief aan de Romeinen, waarin Titus niet genoemd wordt, en dus blijkbaar al vanuit Korinthe vertrokken was. Dan is deze brief in ca. 55 na Chr. geschreven. Aan het eind van Paulus’ leven vertrok Titus naar Dalmatië (2Tim.4:10) aan de oostkust van de Adriatische zee, het zuidelijke deel van Kroatië. Titus wordt 9 keer genoemd in de tweede brief aan de Korintiërs, Gal.2:1+3, 2Tim.4:10, Tit.1:4. Overzicht van de brief. Hoofdstuk 1. 1:1-4 een uitvoerige groet van Paulus aan Titus. 1:5-9 de opdracht om oudsten de gemeenten aan te stellen. 1:10-16 waarschuwing tegen dwarsliggende Joden. Hoofdstuk 2. 2:1-10 de opdracht tot verkondiging van de gezonde leer. 2:11-15 het fundament van het evangelie als basis voor de gezonde leer. Hoofdstuk 3. 3:1-3 oproep tot verantwoord gedrag in de samenleving. 3:4-8 het evangelie als basis voor een veranderd leven in de samenleving. 3:9-11 waarschuwing tegen gelovigen die verdeeldheid zaaien. 3:12-15 afsluiting van de brief. Genoemde medewerkers van Paulus in de brief. Tit.3:13-14 Wanneer ik Artemas naar u toe zal sturen of Tychikus, beijver u dan naar mij toe te komen in Nikopolis, want ik heb besloten daar de winter door te brengen. Doe de wetgeleerde Zenas, en Apollos, zorgvuldig uitgeleide, zodat het hun aan niets ontbreekt. Artemas wordt maar één keer in het Nieuwe Testament genoemd, en dat is hier; hij is een voor ons onbekende medewerker van Paulus geweest. Tychikus wordt vijf keer genoemd, voor de eerste keer in Hand.20:4 als een lid van het zendingsteam van Paulus. Hij kwam uit Asia (Hand.20:4), volgens een oude tekstbron uit Efeze. Hij heeft zowel de brief aan de Efeziërs (6:21) als de brief aan de Kolossenzen (4:7) aan de desbetreffende gemeenten bezorgd. Veel later stuurde Paulus hem naar Efeze (2Tim.4:12), maar op dit moment was hij nog bij Paulus in Nicopolis aanwezig. Zenas, de wetgeleerde, komt ook maar één keer in het Nieuwe Testament voor, en dat is hier; ook hij is een voor ons onbekende medewerker van Paulus geweest. Hij wordt een wetgeleerde genoemd, maar het is niet zeker of hij een wetgeleerde van de wet van Mozes was, of een rechtsgeleerde dus jurist; het laatste is heel goed mogelijk. Apollos komt 10 keer in het Nieuwe Testament voor, voor het eerst in Hand.18:24, waar hij in Efeze is; hij blijkt een gestudeerd man te zijn die zeer kundig is in het woord van God. Verder wordt hij in in Hand.19:1 genoemd, waar hij in Korinthe blijkt te zijn. Hij wordt 7 keer genoemd in 1Kor.1:12, 3:4-6+22, 4:6, 16:12 als een zeer belangrijke geestelijke vader voor de gemeente te Korinthe. Het is mogelijk dat Zenas en Apollos de brief van Paulus naar Titus hebben gebracht met het doel daarna verder te reizen. Paulus wilde graag, dat Titus daarna zo snel mogelijk naar hem zou terugkeren in Nicopolis. Paulus’ brieven aan Timotheüs en Titus. Ten onrechte worden de brieven van Paulus aan de diverse gemeenten apostolische brieven genoemd, en zijn brieven aan Timotheüs en Titus worden pastorale brieven genoemd. Maar het zijn juist de brieven aan de gemeenten, die pastorale brieven zijn, en de brieven aan zijn mede-apostelen zijn juist apostolische brieven. Timotheüs in Efeze Verkeerd leiderschap (Hand.20:29-30). Dwalingen in het centrale leiderschap. Titus op Kreta Geen leiderschap (Tit.1:5). Dwalingen verspreid bij de leden. 1: Verandering doorvoeren d.m.v. kwalitatieve leiders en groei bij de gemeenteleden. 2: Dwarsliggers confronteren met dwalingen door goed voorbeeld en goede vrucht. 3: Waarheid communiceren door de boodschap te verklaren en een goed voorbeeld tonen. Want gemeenteleden volgen niet wat de leiders zeggen, maar vooral wie ze zijn en wat ze doen (Hebr.13:7, 1Petr.5:2). Centraal thema in de apostolische brieven. 1Tim.1:5 Het einddoel nu van het gebod is liefde die voortkomt uit een rein hart, een goed geweten en een ongeveinsd geloof. Het centrale thema in de drie apostolische brieven aan Timotheüs en Titus is het Griekse woord eusebeia, dat 15 keer in het Nieuwe Testament voorkomt, namelijk een keer in Hand.3:12, vier keer in de tweede brief van Petrus, en maar liefst 10 keer aan Timotheüs en Titus. Dit woord is afgeleid van het w.w. sebomai (10x), dat het vereren van Gods inhoudt; dit resulteert in theosebeia (1x in 1Tim.2:10). De mensen met een dergelijk leven zijn godvruchtig of vroom, dat is theosebes (1x) of eusebes (4x) of euseboos (2x). De opdracht van de apostelen Timotheüs en Titus is om niet alleen het evangelie aan ongelovigen te prediken maar ook aan gelovigen onderricht te geven, zoals ook Jezus dat deed (Matt.4:23, 9:35, 11:1). Het evangelie over de heerlijkheid van de zalige God (1Tim.1:11) resulteert door middel van een geestelijk hygiënische leer (1Tim.1:10) in de liefde van een rein hart, een goed geweten en een ongeveinsd geloof (1Tim.1:5). Dit helpt ons de goede strijd te voeren (1Tim.1:18-19), en het eeuwige leven te ontvangen (1Tim.1:16). Het doel is om niet alleen gered te worden, maar ook om tot een goed gefundeerde kennis van de waarheid te komen (1Tim.2:4), want gelovigen moet niet alleen gevoed worden door de woorden van het geloof maar ook door die van de goede leer (1Tim.4:6).